COUTUMES DE DEURNE.

p 86

TEXTE[1].

I

COSTUIJMEN VAN DEURNE, OVERGESONDEN IN 'TJAER 1577.

Dit sijn alsulcke costuijmen, usantie ende maniere van procederen, alsmenonderhoudende is binnen der jurisdictie ende vrijheijt van Deurne endeBorgerhout, der stadt van Antwerpen, nu ter tijd bij bepantschap aen onsengenadigen heere den Coninck gedaen, toebehoorende ende daer neffens gelegen, de meijer ende schepenen der selver heerlijckheijt van Deurne aenU Edelen overgevende sijn, achtervolgende den bevele vande voorschrevenSijne Majesteijt, ende den placcaete daerop geëxpedieert in date l3 meert 1569,naer schrijven s'hooffs van Brabant [1570, n.s.], ende aen ons gedirigeertden vierden meij ende dijen volgende ten selven dage gepubliceert.

TITEL I [2].VAN OFFICIEN, JURISDICTIE ENDE ADMINISTRATIE VAN JUSTITIE, 1577.

1. In den eersten, dat binnen der voorschreven heerlijckheijt, bij borger-meesteren, schepenen ende raede der voorschreven stadt van Antwerpen, stadt varX--.Antwerpen,worden gestelt eenen meijer [die] nu ter tijdt genoempt wordt drossaert,ende seven schepenen, die elck gehouden sijn eedt te doene in sijnen respectedaer toe staende.

2. Item, dat de selve officier, schepenen ende clerck moeten sijn inwoon-ders der selver jurisdictie, ofte emmers aldaer gegoeijt, ende geborenBrabanders, die kennisse hebben van alle saecken, reële, personele, mixteende civile, ende allen anderen dijen aengaende den ordinarisen rechtetoochoorende.

3. Item, dat de voorschreven meijer ende schepenen schuldich sijn alleveerthien daghen eens vierschaere te houden, om alle partijen recht endejustitie te administreren.

4. Item, dat in d'absentie vanden meijer, d'outste schepene van eede isstadthouder, die vermach soo wel als den meijer vierschare te bannen;

p 88

welcke banninghe gedaen wordt vuijten naeme van borgermeestere, sche-penen ende raede der voorschreven stadt, ende voorts partijen recht teadministreren, als den meijer ende in sijnder presentien, ende den stadt-houder geen maght[3].

TITEL II.VAN CRIMINELE SAECKEN.

Item, is te weten, dat alsoo t'anderen tijde desen aengaende de kennissehier aff heeft gecompeteert den schouteth epde mannen van leene vandenleenhove, d'welck bij naem deser jurisdictie gehouden wordt, gelijck hieronder verclaert sal worden, de welcke nu ter tijdt hebben drossaert endeschepenen vande vijff... (sic) ende bepande dorpen ende heerlijckheijden,naementlijcken Deurne, Wilrijck, Austreweel, Wilmerdonck ende Oor-deren[4], bij borgermeesteren, schepenen ende raedt der stadt van Antwerpenvoorts daertoe gecommitteert, soo ist dat wij U Edele dijen aengaende geenecostuijmen en connen overgeven.

TITEL III.VAN CIVILE BOETEN, AMENDEN, KEUREN ENDE BREUCKEN ENDE DIERGELIJCKE, 1577.

1. Item, in den eersten is te weten, dat de kennisse van desen ende deprocedueren daer vuijt spruijtende, nu ter tijdt hebben (sic) ende bedinghtworden voor de selve schepenen ende den schouteth, nu, als vooren, genoemptwordende drossaert, in stede van schouteth ende mannen van leene van denleenhove, d'welck alhier plach te sijn, ende vuijtten name vanden hertochvan Brabant gehouden wordt, hoe wel wij nijet en weten eenich leen onderdese jurisdictie te sijn oft resorteren.

2. Item, dat soo wanneer d' officier oft oock eenich ingesetene d'een denanderen, oft oock buijtenlieden tegens malkanderen, off oock eenigen ingese-tenen ter cause als boven wilt convenieren, dat die gehouden is partije met

p 90

s'heeren dienaer, die alhier genoempt wordt vorster, te doen dagen tegensde eerste genechtdagen (sic) dan daer naestcomende, die daer aff onder eedtgehouden is verclaeren te doen, welck verclaren oock bijden greffier terrollen oock opgeleeckent wordt.

3. Item, ende partije gedaeght sijnde, nijet comparerende, eerst rechtelijckvoortsgeroepen, wordt de selve bij vonnisse van schepenen gecondempneertin d'eerste deffault, ende voor t'proffijt van dijen versteken van sijnexceptie declinatoir, ende voorts geordonneert dat men hem andermael saldagen ; ende procedeert men voorts sulcx totten derden dage, ende drijedeffaulten mette proffijten van dijen, ten welcken daege d'aenleggeregehouden is sijne aenspraecke te doene, t' sij bij geschrifte oft ter rollen.

4. Item, soo verre schepenen bevinden de saecke daertoe gedisponeert tesijne, soo wijsen sij den aenlegger de selve conclusie ane; maer soo verre desaecke consisteert in feijte, ende ander ondersoeck requireert, soo admit-teert men partije ten, thoon ; den welcken sij oock gchouden wordt aff teleijden binnen de drije naestcommende genechten, ende den selven bij sche-penen gesien, wijsen sij alsdan t' gene sij nae recht bevinden te behooren.

5. Item, een partije gedaeght sijnde, comparerende naer dat sij in eenighefaulten is gecondemneert, en mach in rechte nijet gehoort worden, ten sijhij, als voren, de selve faulten en hebbe gepurgeert ; ende d' welck gedaensijnde, is d'aenleggere alsdan gehouden, als vooren, hem te fonderen, t' sijschriftelijck oft ter rollen, daer aff de verweerdere alsdan wordt geaccor-deert copije ende dach totten eersten genachte; ende procederen dan voortsbij antwoorde, replicque, duplicque, sonder meer schrijvens, ten waer datde saecke verheijste, en dat bij schepenen geordonneert worde.

6. Item, dat partije, te voldoen hebbende, telcken genechtdage gereetmoet sijn van t'ghene hij te doen heeft, op pene van te vervallen inde costenvan dijen daghe.

7. Item, ende dat partijen henne saecke behoorlijck ge‹nstrueert ende bijinventaris geformeert [gefourneert] hebbende, d'welck sij alsoo gehoudensijn te doene, ende de saecke alsoo sijnde matuer om wijsen, soo wordt bijschepenen gewesen t'ghene des sij vuijtten beleijde van dijen bevinden tebehooren naer recht; ende partijen int principael gesuccombeert hebbende,vervallen oock inde costen vander instantien, alwaert oock soo [dat daervan]int vonnissen geen vermaen gedaen en werde.

p 92

8. Item, ende partije gesuccombeert hebbende, ['tl waer van eenige indici-denten[5] oft ten principaelen, vermach van dijen vonnisse te appellerenaen mijne Eerweerde Heeren stadthouder ende mannen van leene onsgenadichs heeren des Conincx in sijnen laethove[6] van Brabant, binnenthien dagen naer de prononciatie van dijen, ofte emmers binnen thien daghendat hij kennisse vanden selven vonnisse sal hebben gekregen; ende is gehou-den den selven binnen twintig dagen daer naer, bij ende met behoorlijckebeschrijff brieven te verheffen, op pene dat de selve appellatie valt desert,ende daer toe d'appellant in drije carolus guldens, soo verre het vonnisseis interlocutoir, ende in sesse guldens, soo verre tselve diffinitieff is geweest.

9. Item, dat soo wanneer iemandt eenen binnen der jurisdictien bevindtmet eenighe goeden, t'sij wat sij sijn, hem ontvrempt ofte gestolen sijnde, deselve dat te kennen moet geven den officier, die gehouden is tselve goet incustodien te nemen; ende soo verre de selve bethoonen kan tselve goet hemtoebehoort te hebben, ende ten heijligen sweerende met volgheeden hemtselve gestolen ende tegen sijnen danck affhendich gemaeckt te sijne, endealsoo hem t' selve alnoch onverloeft ende onverkocht toe te behooren, datin dijen gevalle tselve goet hem behoort te volgene ende gerestitueert teworden los ende vrij, nijettegenstaende dat t'selve op eenige vrij merckt tevooren verkocht mocht sijn geweest.

10. Item, is voorts te weten, dat wij, dese ende dijergelijcke saecken aen-gaende, daer aff hier boven eensdeels mentie gemaeckt is, ons regulerenvolgens den lantcharter bij wijlen hooger memorien hertoch Jan, hertochvan Brabant, desen lande verleent in date 1512 in mayo[7], behalvens hetkeurboeck mentie maeckende van policie, d'welck alhier bij consente vandegemeijnte ende authoriteijt van onse voorsaten is gesloten, ende de articu-len der selver, bij voorgaende proclamatien ter kercke, bevonnist sijn, opparate ende reële executie; ende.voorts sijn wij ons regulerende volgendeden placcate [n] ende mandementen van Sijne Majesteijt.

p 94

TITEL IV.VAN BESETTE[8] ENDE BELEIJDE, MET DATTER AENKLEEFT.

1. Item, dat geen ingesetenen der voorschreven heerlijckheijt ommeeenighe saecken bij den greffier[9] en mach gevangen worden daer lijffnoch leth aen verbeurt en es, ofte cautie kan gestellen van te rechte testaene ende t'ghewijsde te voldoen van t'gene dat d'officier oft partije ophem met rechte soude connen gewinnen, vuijtgenomen de gene die gevan-gen worden om bedroch van verswegen warantschap, ofte voldoen vandeschepenen vonnisse[n] gegaen in crachte van gewijsde.

2. Item, dat soo wanneer iemandt eenen anderen alhier in rechte wilt conveniëren ter causen van pijne ende arbeijt, liquide obligatien, wissel-brieven, schepene bekentenisse[n], verloopen renthe[n] ende chijnsen, huijs-huere der stadts accijse[n], vonnisse[n] bij andere rechters gewesen gegaenin crachte van gewijsde, vuijtwinninninghe[10], van verteerde costen, ver-droncen gelagen, backers-, brouwers-, vleeschouwers-, vettewariers endetaverniers-kerven, datmen den selven schuldich is bij den meijer ende eenenschepen, ofte bij schepenen alleen[11] sonder den officier, te doen dagentegens den eersten dinghdage dan naestkomende; welcke officier of schepengehouden is partije int dagement te verclaren die [reden?] oft oorsaeckewaeromme hij gedaeght wordt.

3. Item, ende partije in sulcker vuegen gedaecht sijnde is gehouden teneersten daghe van rechte te compareren ende sijne saecke te deffenderen 7oft, in dijen gebrecke, wordt d'aenleggere aengewesen sijnen heijsch bijprovisie ende onder cautie voldaen te moeten worden, behoudelijcken dengecondempneerden sijne defensie ten principaelen, sonder dat de gedaegde,oft procureur vuijt sijnen naem, in eenighe van de voorschreven saeckenvermach te genieten eenen heerlijcken dach, welck is te seggen alhier

p 96

absentie van raede, ten waere partije compareerde[12] allegeert eenighefeijten peremptoir, als van betaelinghe, transactie, ofte voorder huere tehebben, ofte dijergelijcke; in welcken gevalle men hem wijst de selve feijtenad primam te moeten thoonen, op pene van namptisatie; behalvens oockdat de selve partije schuldich is binnen sonnen schijn van dijen dage voorden heijsche des aenleggers borge te stellen, op pene als voren.

4. Item, ende partije geconvenieert sijnde vuijt eenige vande saeckenboven verclaert, ende daer aff de schult min waer bedragende dan drijeguldens, dat d'aenlegger daer aff schuldich is sijne tachterheijt bij eede tegewaerigen, ende den selven gedaen sijnde, wordt de selve verweerderegedoempt den aenleggere den voorschreven heijsch te moeten voldoen;ingevalle van non compareren de verweerder als vooren.

5. Item, dat soo wanneer iemandt eenen anderen in rechte betreckenwilt ter causen van eenighe andere actien hier vooren nijet verclaert, oftoock dat hij vuijt saecken van eenige verloopen rente ofte chijns sijne actie reëlijck wilt institueren, dat die gehouden is sijne partije de wete te doen,ende den grondt daer op hij procederen wilt te doen besetten, te weten eenofte twee dagen voor den genecht dach dan toekoemende, ende daer aff hemwete te doen als vooren (sic); van welcke wete d'officier oft schepepen, de selve wete gedaen hebbende, ten daghe dienende gehouden sijn onder eedt henverclaren te doen, welck verclaren ten rollen opgeteeckent [wordt]; maer sooverre de proprietaris van eenighe gronden van erven bij sijnen crediteurenbeset sijnde ter causen als vooren, woonachtich is buijten der voorschrevenheerlijckheijt ende jurisdictie, dat men hem alsdan wettelijcken insinueertende beschrijft bij brieven vander weth, daer d'officier, den selven brieffaen partije gedragen hebbende, sijn verclaren moet doen als vooren,ende d'welck oock opgeteeckent wordt ter rollen metter antwoorde vanpartije.

6. Item, ende soo verre de gedaegde ten daghe dienende nijet en compa-reert, soo volght d'aenleggere, die gedaegde eerst rechtelijcken voortsgeroepen sijnde ende niet comparerende, op sijnen eersten dach van rechteende tweede besetsele, ende soo voorts totten derden genechte toe endevierde besetsele, ten welcken dage men den gedaegde verreijckt ende

p 98

verhaelt, ende alsoo condempneert inde conclusie bijden aenlegger alsdangenomen indien dactie is personeel; dijes is d'aenleggere altijdt gehoudensijne schult te gewaerigen bij eede als voore.

7. Item, ende indien de saecke is ter causen van verloopen renten, achter-stel van chijns, ende alsoo reël, oft oock dat iemandt aen eenen anderentachter sijnde van eenighe personele schult, ende geene andere goedensijnen debiteuren toebehoorende en bevindt, binnen der voorschreven juris-dictie, dan gronden van erven, ende alsoo sijns debiteurs gronden van ervenwilt convenieren ende alsoo sijne actie oock reëlijck vervolgen, soo wordtden evinceerder ten derden genechtdage gewesen, dat hij den dach moethouden [hueden] met heeren ende weth, tot dat thoochsten vanden dageoverstreken is.

8. Item, ende het hoochsten vanden dage overstreken sijnde, soo wordtals dan bij vonnisse gewesen den dach te rechte gehoudt [gehuedt], midts datnijemant de selve goeden en heeft ontset noch verantwoordt, ende voortsgewesen dat men hem de gronden van erven bij hem beset sal leveren binnenden genechten, d'welck hem dijen volgende alsoo oock bij vonnisse ende inmanniere hier naer in de procedueren van den naejaer verclaert gedaenwordt, omme die te moghen gebruijcken jaer ende dach, sonder verbaelmon-den des goets, behoudelijck dat hij de selve met eenen sondaechsen kerck-gebode ende metten heeren ende weth, ende metter berrende keerse eeneniegelijcken even naer moet verhueren, ende ten eijnden vanden jaere weder-omme brenghen ter vierscharen ende ter wettiger rekeninghe, indieniemandt rekeninge begeert, ende wordt alsoo t'goet bijden vuijtwinderinder manieren voorschreven verhuert.

9. Item, jaer ende dach overstreken sijnde, soo is de vuijtwinder gehou-den de voorschreve gronden van erven wederomme te brengen ter vierschare,ende dat ten eersten genechten daer naer, op pene van nulliteijt van sijnderprocedueren int voorjaer gedaen, ende daer op te procederen voorts opsijnen eersten, tweeden, derden daege van gedaeghene [genechte] int naejaer,de proprietaris van dijen eerst rechtelijcken voortsgeroepen sijnde, ende nijetcomparerende, oft gemechtichde voor hem, soo wordt alsdan wederom bijvonnisse den dach gehuedt, als vooren, ende wordt met vonnisse alsdan,t'hoochste vanden daege overstreken sijnde., gewesen den dach te rechtegehuedt, ende dat men hem de leveringhe vanden selven gronden van

p 100

erffven alsdan [sal doen] binnen den genechte, ende worden de selve hemdijen volgende gelevert met rusch ende rijse, met hooge met leege, metnatte met drooge, met clepel met clinck, met gronde, bodeme ende allenden toebehoorten, om de selve te mogen houden voor hem ende sijn naer-comelinghen, van dien daege ten eeuwigen daege, behoudelijck dat hij deselve goeden naer drije sondaegsche kerkgeboden d'een den anderen een-paerlijck volgende schuldich is te brengene ter cieringe metter berrenderkeersen, eenen iegelijcken even naer, ten waere dat de proprietaris van diennoch quame voor d'vuijtgaen van de berrende keersse de selve gronden vanerven beschudden ende ontsetten, d'welck hij noch mach doen, midts eerstden vuijtwinder opleggende ende betaelende de costen van de vuijtwinninge,soo wel int voor als int naer jaer gedaen, ende daer toe stellende cautiesuffisante vanden vuijtwinder te rechte te staen ende t'ghewijsde te voldoen,in welcken gevalle de selve vuijtwinder gehouden is terstondt hem tefunderen van zijne procedueren.

10. Item, indijen de proprietaris noch procureur voor hem en compareertende de selve gronden van erffven ontseth, soo doet d'vuijtwinder de selvegronden van erffven drijmael ende op drije sondaghen d'een den andereneenpaerlijck volgende ter kercken vuijtgebieden om te vercoopen, met heerenende weth, metter beernende keerssen, eenen iegelijcken even naer, tegensalsulcken dach ende plaetse alsmen aldaer dan designeert ende ter kerckenvuijtroept, ter welcker plaetsen ende tijde de selve gronden van erven als-dan bij openbaeren vuijtroep metter bernende keerssen den meesten daervoor biedende worden verkocht, ende de gene die, als meest daer voor bie-dende, den val ende vuijtgaende[13] vander bernende keerssen heeft, diewordt ende blijft daerdeur proprietaris vande selve gronden van erffven,ende worden hem daer aff geëxpedieert t'sijnen coste brieven van onsengemeijnen segele.

11. Item, ende indijen iemandt, eenen anderen doet[14] besetten ende ver-dachvaerden hebbende ter causen van eenighe personele schult, ende tendaeghe dienende selver nijet comparerende, ofte procureur vuijt sijnennaeme, d'welck soo wel van wegen des aenleggers als verweerders mach

p 102

geschieden, midts doende blijcken van sijne procuratien, soo wordt degedaegde, t'selve versueckende, bij vonnisse van schepenen ontslagen vandeinstantien costeloos ende schadeloos.

12. Item, ende soo wanneer partijen ten daege dienende van beijde sijdencompareren, soo moet de gedaegde sijne goeden doen ontsetten, endecautie stellen van te rechte te staen ende t'ghewijsde te voldoen, ende oockrefunderende de voorgaende costen tot dijen daege toe, aleer hij in rechteofte sijne defentien mach gehoort werden.

13. Item, tselve alsoo gedaen sijnde, soo is d'aenlegger terstondt gehou-den sijne aenspraecke te doen, t'sij ter rollen ofte bij geschrifte, soo hemdat goetdunckt, ende oock kant a kant[15] overleggen alle sijn schriftelijckbescheet daer mede hij sijne aenspraecke pretendeert te verifieren endedaer vuijt hij de selve wilt funderen; ende wordt den selven verweerderealsdan daer aff gegunt copije ende dach van veerthien daegen.

14. Item, de selve overstreken sijnde, soo procederen partijen voorts bijantwoorde, replicque ende duplicque, t'sij ter rollen ofte bij geschrifte, son-der meer te schrijven, ten waer dat de saecke [sulcx] heijste ende partije bijvonnisse van schepenen daer toe geadmitteert waer; ende moet oock partijetelcken dage dienende van t'gene des hij te doen heeft gereedt wesen, oppene van daer aff versteken te blijven, ten sij partije adverse hemanderen tijdt daer toe en consenteert, ofte bij vontnsse van schepenendien en crijge.

15. Item, ende soo wanneer iemandt, in rechte betrocken sijnde, denaenleggere wilt reconvenieren mach t'selve doen door[16] alle antwoordeofte in een volumen; ende sijn partijen alsdan gehouden, goo wel in materievan reconventie als conventie simul et semel voorts te procederen, ende alsoobeijde saecken gelijckelijck totten diffinitiven toe te instrueren, ten waeredat men int procederen d'een saecke liquider dan d'ander vonde te sijne,ofte dat de selve waere consisterende in feijte, in welcken gevalle men eerstbeslicht bij vonnisse het liquitste, ofte an(lerssints partijen admitteert tenthoone.

16. Item, ende partije ten thoone geadmitteert sijnde, is gehouden den

p 104

selven aff te leijden binnen sesse weken, ten waere partije adverse hemlangere dilaij en gave, off anderssints hij tselve bij vonnisse en crege.

17. Item, ende partijen hennen thoon affgeleijt ende van voorderengerenuncieert hebbende, soo wordt partije geaccordeert copije vandenselven thoon, ofte vande munimenten bij hem in forme van thoon overge-geven, ende dach van veerthien dagen, ende voorts daer naer veerthiendagen om salveren ende fourneren, ten waere partijen malkanderen langerdilaij gaven, oft dat anderssints bij vonnisse gewesen worde.

18. Item, ende partijen daer naer hen proces ge‹nstrueert ende bij endemet behoorlijcken inventaris gefourneert hebbende, d'welck sij oock alsvooren gehouden sijn te doene, soo sijn schepenen gehouden, ter manissendes meijers, partijen goet, cort ende onvertegen recht te doen, ten minstenbinnen sesse weeken daer naer, ende wijsen schepenen alsdan voor rechtet'gene des sij vuijten beleijden vanden processe nae rechte bevinden tebehooren.

19. Item, ende partije gesuccombeert hebbende, t'waere in eenige inci-denten oft ten principaelen, mach vanden selven vonnisse t'sijnen lastegegeven appelleren binnen thien daegen nae de prononciatie van dijen, ofteemmers binnen thien dagen nae dien hij kennisse vanden selven vonnissegecregen sal hebben, als voore, ende de selve gedaen hebbende, is gehoudenbinnen dertich dagen daer naer bij ende met behoorlijcke beschrijffbrievenaen mijne heeren commoingmeesters, schepenen ende raedt der stede vanMechelen, oft alhier indifferentelijck wettich hooft van deser bancken[17],de selve te verheffen, op pene respective als vooren, ende voorts dat deselve appellatie valt desert, ende dat partije getriumpheert hebbende dijenniettegenstaende metter acte vanden vonnisse den appellant mach doensommeren ende voorts executeren soo hem dat goet dunckt.

20. Item, ende is te weten, dat partije gesuccumbeert hebbende, t'waereint incident ofte ten principaelen, als vooren, ende daer aff hij sijne appel-latie hadde verheven voor commoingmeesteren, schepenen ende raedt derstadt van Mechelen voorseijt, ende partijen henne saecken aldaer wederomter diffinitiven toe ge‹nstrueert hebbende, dat alsdan t'vonnisse bijde selve

p 106

commouignmeesteren ende schepenen daer oppe geraempt, metten processea quo ende t'gene des voor hen bedinght is wederom alhier besloten endemet brieven van bevele met eenen stadtbode wordt overgesonden, endewort tselve geraempt vonnisse alsoo bij ons lieden vuijtgelesen volgendeden bevele bijde voorschreven brieven ons gedaen, ende is het selve von-nisse alsoo bij ons vuijtgelesen dan voorts appellabel alhier te hove, oockbinnen den tijdt volgende den stijl vanden hove daer toe gestelt.

21. Item, ende indijen dat partije, in mannieren voorschreven gesom-meert ende geëxecuteert sijnde, soo verre het vonnisse, daer mede executieversocht is, is diffinitiff ende executie daer toe staet, hem vander selverexecutie wilt dragen opponent (d'welck alhier genoempt wordt appellant),d'welck hij verclaren moet als hij geëxecuteert wordt, is gehouden teneersten genechtdage dan naestcomende te proponeren de redenen van sijnderappellatie oft oppositie, ofte bij gebrecke van dijen vermach de gedaegdemet sijnder begonste executie voorts te vaeren, midts den opponent heb-bende doen voorts roepen, ende de selve nijet comparerende, tselvehebbende doen opteeckenen ter rollen.

22. Item, dat nijemant, in materie van executie geëxecuteert sijnde, vuijtcrachte van eenighe vonnisse bij ons gewesen, gegaen sijnde in crachte vangewijsde, ongeappeleert ende ongereformeert, en mach niet (sic) ontfangenworden, ten sij hij t'selve vonnisse als vooren onder cautie sufficient en haddevoldaen, ten waere dat de selve geëxecuteerde en wilde proponeren eenigheexceptien, t'waer van betaelinge naer date vanden vonnisse gedaen, oftevan eenighe transactien, dachgevinge, liberatie ofte dijergelijcke inmaterie van executie peremtoir sijnde, in welcken gevalle hij schuldich isde selve feijten tot sijnder deffentien geallegeert binnen veerthien dagendan toekoemende te thoonen, oft anderssints dat de gedaegde met sijnderexecutien mach voortsvaren; des is d'opponent gehouden binnen sonne-schijn van dien dage, als hij sijne appellatie voor de schepenen alhier heeftgedaen, cautie sufficiente te stellen, op pene als vooren, ende vermach deinthimeerde van executien van sufficiente cautie te doen bewaeren mettenheer ofte sijnen officier[18]. totter tijdt dat t'voorschreve vonnisse isvoldaen.

p 108

23. Item, soo wanneer iemandt alhier bij vonnis gecondempneertsijnde[19], wordt alsdan bijden officier metter acte van dijen vonnisse (desversocht sijnde) voor de voldoeninge van dien gesommeert, ende de selvesommatie metten verclaren van partijen opden rugge vander selver actegeteeckent, ende bij faute van voldoeninghe binnen vier en twintich urendaer naer, ten versuecke als vooren, ter presentie van schepenen geëxecu-teert, nemende alsdan d'officier aldaer eenen pandt; ende wordt de selveexecutie opde selve acte oock geteeckent, ende worden dijen naervolgendedes geëxecuteerdens goeden ten eersten sondage daer naer bij den officierter kercken vuijtgeboden om te vercoopen, op alsulcken dach als partijebegeert de selve verkocht te hebben, ende worden alsoo de selve goeden bijopenbaeren vuytroepe feijtelijck verkocht, ter presentien als vooren, endedat tot voldoeninghe vander sommen daer vooren d'executie versocht endegedaen is.

24. Item, dat de ghene die eenich vonnis ten laste van iemanden geob-tineert heeft vermach den borge vanden principalen debiteur (hem tercausen van dijer proceduren borge voor recht geconstitueert hebbende)metter selver acten bij den officier doen sommeren, ende bij faute vanbetaelinge naer d'expiratie vande vierentwintich uren executeren, ende sijnegoeden, als vooren, doen vercoopen, soo verre de principalen absent is oftbuijten der jurisdictie geseten waere.

25. Item, waer het vonnis gewesen buijten de jurisdictie, en mach egeeningesetene geëxecuteert worden ten waer de selve alhier bij vonnisse vanschepenen en werde verclaert executabel, behalven vonnissen bij borger-meesteren ende schepenen der stadt van Antwerpen gewesen, die bij denofficier vande lange oft corte roede der selver stadt bij ende met assistentievanden officier alhier ter presentie van twee schepenen mogen alhier (sic)ter executien gestelt worden.

p 110

TITEL V.VAN ARRESTEMENTEN.

1. Inden eersten, dat soo wanneer eenen ingesetene der voorschrevenheerlijckheijt, bevindende binnen der selver sijnen debiteur, ofte sijnsdebiteurs goeden van buijten, mach de selve alhier bij den officier doenarresteren, ende alsoo voor sijn crediet in rechte betrecken; ende envermach de gearresteerde buijten der heerlijckheijt hem noch sijne goedennijet te absenteren, ten waer hij als vooren [alvoren] den arrestant voorsijn crediet alhier cautie sufficient hadde gestelt van hem te rechte testaen ende t'ghewijsde te voldoen, oft dat anderssints schepenen, conside-rerende de gelegentheijt vander saecken, ordineren dat hij gestaen soudemet cautie juratoir ende sijnen eedt.

2. Item, dat een arrestant, sijnen debiteure oft sijns debiteurs goedenalhier hebbende doen arresteren, gehouden is binnen den derden dage naert'voorschreven arrest ticht ende aenspraecke te doen, ofte anderssints valthet voorschreven arrest desert, ende is de gearresteerde ende oock sijnegoeden dijen volgende ontslegen; ten waere dat d'arrestant, alleenelijckvindende goeden van sijnen debiteur, hij ten tijde van den arreste, ofteemmers binnen den derden dage daer naer, en dede daer op besetsel, inwelcken gevalle d'arrestant gestaet volgende voorts sijne saecke, gelijck hiervooren nopende de proceduren van besetsel breeder verhaelt is.

3. Item, dat geene ingesetene d'een den anderen in rechte nijet (sic) enmach betrecken met eenich arrest dan bij besetsele oft dagement, in saeckenals voore, ten waere dat iemandts debiteur en waere op wege om met sijnegoeden, t'waer bij daege oft bij nachte, vuijtter heerlijckheijt te vertrecken,in welcken gevalle hij hem ende sijne goeden bij den officier mach doennemen in arrest, ende soo voorts tegens hem procederen soo hier bovengeseijt is.

4. Item, dat soo wanneer eenich goet binnen iemants huijse oft bewaer-nisse alhier gearresteert oft beset is, ende de persoon onder wien t'voor-schreven arrest oft besetsele gedaen wordt den last van tselve te bewaerenaenveert, ende daer en boven wech laet vueren oft versteken, dat die

p 112

schuldich is te verantwoorden ende inne te staen voor de schult daer vooretselve goet gearresteert ende beseth is geweest.

5. Item, dat soo wanneer twee buijten persoonen binnen der voorschrevenheerlijckheijt d'een den anderen doen arresteren, dat d'arrestant den gear-resteerde oock gehouden is binnen den derden dage te betichten, op peneals voore ; ende is oock d'arrestant, soo verre t'selve vanden gearresteerdeversocht wordt, gehouden den gearresteerden alhier te stellen cautiesufficiente voor alle costen, schaden ende intresten die de gearresteerdedeur t'selve arrest soude mogen aencomen ende lijden, oft ten waer datschepenen, de saecke considererende, met vonnisse partijen anders ordon-neerden.

TITEL Vl.VAN CONTRACTEN, VOORWAERDEN ENDE BORCHTOCHTEN.

1. Item, dat nijemant en kan ofte en mach valide bij eenighe voorwaerden,contracten, coopmanschappe ofte conventien verkrijgen eenige erffelijckheijtvan onruerende ofte erffe[ijcke goeden, huijsen, chijnsen ofte renten, ingeenderhande mannieren, gelegen binnen der voorscreven heerlijckheijt,ofte die belasten met eenighe renten oft somme van penninghen, ten sij datde selve voorwaerden, contracten, coopmanschappen ofte conventiengepasseert ofte bekendt worden voor schepenen der voorscreven heerlijck-heijt ofte der voorscreven stadt, voldoende alsdan den heere alhier sijnrechten van oudts daer toe staende, vuijtgenomen alleenelijck houwelijckxevoorwaerden, testamenten ofte andere simpele contracten, obligatien endediergelijcke, geen erffelijckheijt smaeckende.

2. Item, dat aleer alhier iemandt in eenige gronden van erffven endehuijsen bij hem van eenen anderen gecocht mach voor schepenen daer innegegoeijt ende geërft worden, dat daer aff te vooren ter kercken vuijt moetengedaen worden drije sondaegsche kerckgeboden d'een den anderen eenpaer-lijck volgende, met declaratie van wat goeden oft gronden van erffven datdaer gekocht sijn, ende wordt de cooper van dijen alsdan metten schietenvanden halm, die den vercooper in handen vanden officier met vertijdene isovergevende, daer inne bij schepenen, ter maenissen vanden officier, geërftende gevesticht, naer welcke goedenisse alsoo geschiet alhier egeene calen-gieringe plaetse en heeft.

p 114

3. Item, die eenige gronden van erffven, huijsen ofte andere onruerelijckegoeden binnen der voorscreven heerlijckheijt gelegen vercoopen, ofte deselve met renten ofte chijnsen belasten wilt, is schuldich inde goedenisse tespecificeren ende vuijt te steken alle chijnsen, renten ofte lasten daer voorenvuijtgaende, ende daer aff te beloven warantschap; midts welcke beloeftealle de goederen vanden belover, die hij alsdan heeft ende noch naermaelsmach verkrijgen, worden generaelijck verbonden ende gehipothyceert,midtsgaders sijnen persoon, voort voldoen vander selver warantschap.

4. Item, dat oock, als een schuldenaer ofte debiteur generaelijck ver-bindt, verobligeert ende hypoticeert sijne goeden aen sijnen crediteur, datalsulcke generaele hypotheque ende verbondt streckt huer ende begrijptalle de goeden vandien selven schuldenaer ende debiteur, midtsgaders sijnenpersoone, ende sijnde doot, sijn erffgenamen.

5. Item, dat haeffelijcke goeden niet langer en blijven verbonden alspandt dan sij sijn ende blijven in den eijgendom vanden schuldenaer.

6. Item, al dat aen een huijs ofte erffve nagelvast ofte eertvast is behoortende moet volgen den genen die het selve huijs ofte erve volght oftetoebehoort.

7. Item, die in houwelijckxe voorwaerde beloeft eenighe penningen tebetaelen ofte doen betaelen naer sijn doot, is schuldich te versueckenvanden genen tot wiens behoeff de geloefte gedaen is goede sufficiente cautiete stellen, om nae sijn doot de selve somme daer aen te verhaelen, hoe welinde voorwaerde daer aff niet en is geseght.

8. Item, als iemandt voor schepenen der heerlijckheijt voorseijt hem vooreenen anderen buijten der voorscreven heerlijckheijt ende jurisdictienwoonende borge verobligeert, soo mach de gene tot wijens behoeff de voor-screven borchtochte is gedaen binnen der selver heerlijckheijt den selvenaensprecken, indijent hem belieft, nijettegenstaende dat den principaelensolvent ende machtich genoech is te betaelen.

9. Item, ende waert datter een ofte meer persoonen hen als borgeprincipael voor iemanden verbonden hadden, dat alsdan den heijsschervermach een vande selve een voor al aen te sprecken, niettegenstaende datden principaelen debiteur sufficient ende machtich genoech waere tebetaelen.

p 116

10. Item, dat oock eenen crediteur, hebbende voor sijn credijt (die optermijnen te betaelen staen) borge, ende bij den selven sijnen principaelendebiteur oft schuldenaer anderen oft langeren dach geeft van betaelinge danint stipuleren vander selver borchtochte gecauseert was, sonder consentevanden selven borge, soo wordt alsulcken borge vander selver borchtochtedaer naer ontslagen.

TITEL VII.VAN HUERINGHE.

1. Item, dat iemandt, deser werelt overleden sijnde, ende binnen sijnleven eenich huijs, erve ofte diergelijcke gehuert heeft oft hadde, dat alsdande huerder van dien gebruijckt de huere van dijen (sic), niettegenstaende dedoot vanden verhuerder, ten waere de verhuerder vande selve goeden maereen tochteneer en hadde geweest, in welcken gevalle de huere, midtssijnder afflijvicheijt, expireert, ende dat oock de huere gaet voor eenighencoop.

2. Item, soo wanneer eenich huijs, erve oft andere goeden bij iemandenmet recht vuijtgewonnen wordende[20], soo expireert de huere die denhuerlinck metten proprietaris hadde gemaeckt, ende moet het huijs ofteerve van stonden aen ruijmen, hem sijne actie van interest tegens sijnenproprietaris ende verhuerder gereserveert.

3. Item, dat soo wanneer eenich huijs, hove oft landt verhuerdt wordtbij eenighe proprietarissen, daer andere mede paert ende deel in sijn heb-bende, soo vermach de selve deelhebbere de huere voor den selven prijsaenveerden, ende moet oock d'eerste huerlinck hem de selve laten volgen,soo verre de voorscreven verhueringe gedaen is sonder last oft consentvanden selven deelhebbere; dies is de selve deelhebbere gehouden (desversocht sijnde) aen sijne mede proprietarissen als verhuerders borge testellen voor de voldoeninghe vander selver hueren in hennen respecte.

4. Item, ende soo wanneer eenich huerlinck van eenige huijsen, hove,lande oft andere, sijne huere overlaet eenen derden ofte anderen persoon,sonder wete ofte consente van sijnen proprietaris ende verhuerder, soo

p 118

mach de selve proprietaris de huere ende soo sijne goeden nae hem nemen,ten waere dat den eersten huerlinck de selve voorts verhueringhe bij sijnderconsente vander eerster hueren t'selve gepermitteert en waere.

5. Item, ende een huerlinck, seker huijs, hove landt oft anderssints inhueringe gehadt hebbende, ende de jaerscharen vander selver huerengeëxpireert wesende, ende de proprietaris de selve goeden aen een anderenvoorts verhuert hebbende, soo en heeft de eerste huerlinck geen recht omdie selve huere te mogen ofte willen aenveerden voor den selven prijs alstselve alsdan verhuert is, maer moet terstondt t'selve goet ruijmen endet'selve den nijeuwen huerlinck laeten gebruijcken.

6. Item, dat een verhuerder van eenighe huijsen, schueren oft hoevengehouden is de selve te onderhouden in goeder reparatien van want endedaecken, deuren, vensters metten slooten ende grendels van dien, ten waeredat anderssints int contracteren vander hueren tusschen partijen onder-sproecken waere; dijes en vermach de huerlinck t'selve huijs tot geeneandere neringhe gebruijcken dan daer toe hem t'selve verhuert is.

7. Item, dat een huerlinck van eenige huijsen ofte erve mach t'selve huijsofte erve maecken ende stellen naer sijne neringhe die bij doende is, endedat op sijnen cost, behoudelijck dat t'selve geschiede sonder bederffe-nisse oft schade vanden erven ofte huijse, ende oock dat hij tot sijnenaffscheijde t'selve huijse wederomme stelle in sulcken staet als hij t'selveaenveert heeft.

8. Item, dat soo wanneer eenich huerlinck op sijn ghehuert goet geplantheeft eenige boomen, dat hij de selve tot sijnen scheijden mach vuijtdoenende naer hem nemen, ten waere dat anderssints tusschen partijen intcontracteren vander hueren ondersproecken waere.

9. Item, dat alle de haeffelijcke goeden van eenen huerlinck, terstondtnaer dijen hij de selve in sijn gehuert huijs oft goet gebrocht heeft, geaffec-teert sijn den proprietaris voor t'voldoen van sijnder hueren; ende de selve,bijden proprietaris aldaer gearresteert ofte beseten[21] sijnde, soo en machde huerlinck de selve goeden van daer nijet amoveren ofte doen amoverenvoor ende aleer hij sijnen verhuerder van sijnder hueren en hebbe voldaenende betaelt; ende soo verre hij ter contrarien doet, soo vermach de

p 120

verhuerder hem met rechte de selve goeden aldaer opden selven pandtwederom te doen brenghen, ter plaetsen daer hij die gehaelt ofte helpenhaelen heeft, ende wordt de verhuerder alsdan aen de selve goeden vooralle andere crediteuren voor sijne tachterheijt geprefereert.

10. Item, soo wie eenich beseth ofte behaelt goet aenveert ende in fraudevande crediteuren versteeckt, ende men t'selve goet onder hem bevinde,ofte metter waerheijt bethoonen conste dat Iiij t'selve hadde geamoveert oftehelpen amoveren, dat die ten versuecke vanden crediteur, gehouden is deselve goeden wederomme te brengen ter plaetsen daer hij die gehaelt oftehelpen haelen heeft, ofte bij gebrecke van dijen is gehouden den crediteurvan sijne tachterheijt [te voldoen].

TITEL VIII.VANDE RECHTEN GEHOUDE PERSOONEN AENGAENDE.

1. Item, dat een man altijdt is mamboir van sijne huijsvrouwe, ende dathij vermach alle huere cedullen, actien ende crediten met rechte te heijs-schen ende te vervolgen, sonder authorisatie ofte consent van sijnder huijs-vrouwen ; ten waere dat de selve man insolvent en waere bedegen ende voorsulcx hem voor sijne schuldenaers hadde verborgen, ofte dat [hij] anderssintsin prodigaliteijt en waere gestelt.

2. Item, dat een manspersoon eenige vrouwe persoon ofte weduwegetrouwt hebbende, dat de selve vermach alle de haeffelijcke goeden die hijende sijne huijsvrouwe besittende sijn, met oock de gene die de selve sijnehuijsvrouwe aen hem ten houwelijcke mach hebben gebracht, ende oock allede erffelijcke goeden staende den houwelijcke bij hem verkregen ende daerinne hij alleenlijck gegoeijt is ende nijet de vrouwe, dat hij alle de selve,sonder consente, wille, wete ofte bijsijne vande selve sijne huijsvrouwemach vercoopen, transporteren, belasten ofte verhueren[22] naer sijnebeliefte,.

3. Item, maer alle de erffelijcke goeden die hij met sijnder huijsvrouwestaende den houwelijcke heeft geconquesteert ende verkregen, ende daer

p 122

inne sijne huijsvrouwe soo wel als hij gegoeijt ende geërft is, ende oock allede erffelijcke goeden die sijne huijsvrouwe aen hem te houwelijcke heeftgebracht, ofte die gene die heur staende den houwelijcke van heure vrindenofte van iemanden anders mogen sijn verstorven ofte gegeven, dat de mans-persoon alle die goeden nijet en mach vercoopen, belasten noch verthieren,ten waere hij van sijnder huijsvrouwe met eenen vrempden momboir, heurbij consente desselffs heurs mans gegeven, daer toe wettelijck geconstitueerten waere, ende alsoo daer inne consenteerde, ofte mede de goedenisse endeerffenisse selver dede.

4. Item, dat soo wanneer een vrouwe gehoudt is ende met heuren manhuijs is houdende, ende geen coopvrouwe wesende, soo en vermach dieheure erffelijcke goeden, t'sij dat de selve bij heur te houwelijcke verstorvenofte andersints gegeven sijn, ofte bij heur met heuren man geconquesteert,nijet vercoopen, verminderen ofte belasten, noch oock eenige acten in rechtenoch daer buijten doen, ofte oock procureur daer toe machtigen, sonderconsent ofte authorisatie van haeren man daer toe te hebben; alsoo oockgeen vrouwe heur valide en kan verobligeren, alwaert oock voor schepenenalhier, dan bij consente ende authorisatie als voore.

TITEL IX.VAN CALENGIERINGHE ENDE NADERSCHAP.

1. Item, int vercoopen van onruerelijcke goeden gelegen binnen der voor-screven heerlijckheijt valt naederschap ende calengieringe van bloets weghen.

2. Item, dat soo wanneer iemandt eenige goeden calengieren wilt, isschuldich in handen vanden officier te namptiseren silver ende goudt, metoock terstond borge te stellen binnen der selver heerlijckheijt voor t'voldoenvanden selven coop, dijen onder eed verclaert sijnde, metten goedtspen-ninck, lijffcoop ende appendentien van dijen, op pene van te vervallen vansijnder naederschap, ende daer aff wete te doen aende coopers ende vercoopers, om tegens den eersten dinghdach te comen verclaren onder eedt dendeuchdelijcken coop.

3. Item, dat een iegelijck den vercooper van bloetswegen bestaende tottenvierden graet toe inclus sijne calengieringe van alle vercochte onruerelijckegoeden binnen deser jurisdictie gelegen mach intenteren, soo verre hij int

p 124

vercoopen vande selve goeden nijet geconsenteert, noch vanden lijffcoopgedronken ende geten en heeft, oft anderssints nijet.

4. Item, maer daer meer persoonen den vercooper bestaende ende deselvegoeden oock calengieren (sic), soo wordt daer inne geprefereert de gene dieden vercooper naest bestaedt, nijettegenstaende dat de andere hunne calen-gieringe eerst gedaen hadden; maer daer se beijde den vercooper al even naerbestaen, soo volght de naederschap ende calengieringe [den gene die de selve]eerst intenteert, ende alsoo sijne neersticheijt [eerst] daer inne gedaen heeft.

5. Item, dat oock een iegelijck, eenige vercochte goeden willende vernaer-deren ofte calengieren, dat die gehouden is de selve sijne calengieringe teintenteren, op privatie der selver, voor ende aleer de cooper, nae drijesondaechse kerckgeboden, die daer aff d'een den anderen eenpaerlijck vol-gende gedaen moeten worden, in t'selve goet met het schieten vanden halmgegoeijt ende geërft is, opde privatie van dijen.

6. Item, dat men geene kerckgeboden van eenige goeden en vermach tedoene, omme den calengierder van sijne calengiernige te priveren, ten sijden coop vande selve goeden tusschen den cooper ende vercooper eerstfinalijck gemaeckt ende metten palmslach gesloten en sij.

7. Item, dat oock een calengierder gehouden is onder eedt te verclaeren,dat hij sijne calengieringe gedaen heeft tot sijns selffs behoeff ende [van]nijemandt anders, ende oock sonder daer toe bij iemanden gesuborneert tesijn, ende dat hij t'gecalengiert goet in meijninge is te houden jaer endedach, sonder argelist, ende dat soo verre t'selve van hem bij cooper endevercooper versocht wordt.

8. Item, dat oock, ten versuecke vanden calengierder, de cooper endevercooper schuldich ende gehouden sijn, in sijns calengierders presentie,onder hueren eedt te verclaren den deuchdelijcken coop, metten goedtspen-ninck, lijffcoop ende appendentien, ende hoe ende in wat manieren den selvenmetten palmslach gemaeckt ende gesloten is, sonder fraude ofte argelist, endesonder eenich toeseggen d'welck den calengierder soude mogen graveren.

9. Item, dat den cooper ende vercooper, t'voorschreven verclaren gedaenhebbende, de calengierder oock schuldich is binnen sonneschijn van dijen

p 126

dage in rechte te consigneren ende namptiseren de penningen die vandencoop geseet sijn gereet gegeven te moeten worden, metten goetspenninckende lijffcoop vandijen, op de pene van vervallen ende versteken van sijnecalengieringhe ende naederschap.

10. Item, dat oock insgelijckx de cooper gehouden ende schuldich is, sooverre hij hem tegens de calengieringe opponeren wilt, ten selven daege endebinnen sonneschijn oock onder de weth te consigneren ende namptiseren depenningen die, als vooren, gereet gegeven moeten worden, ende voor depeninngen die op dage te betalen staen ende [de] voorwaerden ende conditieninde coopmanschappe ondersproken, borge sufficiente te stellen binnen dervoorscreven heerlijckheijt, ende dat opde pene van versteken ende vervallente blijven van sijne oppositie, ende dat dijen volgende de calengierder sijnenaederschap sal moeten volgen.

11. Item, ende dat oock een calengierder, willende thoonen den coop endeconditien van dijen, sonder hem dijen aengaende te willen gedragen oftgestaen totten verclaren vanden cooper ende vercooper, dat hij t'selve machdoen, maer is desnijettemin gehouden te consigneren binnen sonneschijnvan dijen daege tgene dat cooper ende vercooper onder eedt verclaerthebben gereed gegeven te moeten worden, metten goedtspenninck endelijffcoop, op pene ende privatie als boven; ende moet insgelijcx oock decooper (indijen hij hem tegens de calengieringe opponeren wilt) vangelijcken namptiseren ende cautie stellen binnen sonneschijn als boven, oppene ende privatie als vooren.

12. Item, ende soo verre cooper ende calengierder int proces treden,ende den vercooper begerende van sijnen coop voldaen te wesen, soe moetenhem sijne penningen getelt worden (voor soo vele die gereet gegeven moetenworden) vande genamptiseerde penningen bij den calengierder in rechtegeconsigneert; dies is hij gehouden het verkocht goet metten halm op tedragen in handen vanden officier, tot behoeve vanden gene diemen terdiffinitiven vanden processe bevinden sal daer toe gerecht te sijn.

13. Item, dat oock trecht vander calengieringhe ende naederschap ver-schenen is soo saen als den coop metten palmslach gesloten ende gevestichtis ; ende mogen nochtans, dies nijettegenstaende, cooper ende vercoopermalkanderen vanden coop der selver quijtschelden, in soo verre iemandt [nie-mandt] den selven coop alnoch en heeft gecalengiert, ende anderssints nijet.

p 128

14. Item, dat int vercoopen van goeden die bij subhastatien metten heere,weth ende bernende keerssen verkocht worden, dat daer inne oock calen-gieringhe plaetse heeft, soo verre die binnen den derden dage naer datevande verschieringe ende vercoopinghe bij den calengierder ge‹ntenteert wordt, ende daer naer nkjet.

15. Item, dat soo wanneer iemandt eenighe onruerelijcke goeden permut-teert ofte transporteert tegens eenige andere onruerelijcke goeden, ofte oockeenighe goeden ewech geeft, sonder bedroch, dat int t'selve geene calen-gieringhe en valt, ten waere dat daer gelt gegeven, ofte dat de selve goedengeëstimeert ende gepriseert worden, in welcken gevalle calengieringe aldaeroock plaetse heeft.

16. Item, soo verre den calengierder in sijne calengieringe obtineert, dathem volgen de vruchten ofte[23] t'gecalengiert goet gewassen, ofte daer affgecomen sijnde vanden tijdt dat hij sijne calengieringhe heeft ge‹ntenteertende [dat hij] daer aff de wete [heeft] doen doen aenden cooper ende ver-cooper, ende welcke vruchten den cooper naer de goedenisse souden hebbenmoeten volgen.

TITEL X.VAN CHIJNSEN, RENTEN ENDE ERFFPACHTEN.

1. Item, dat alle chijnsen, renten ende erffpachten geconstitueert bijerffgevinge ende anderssints, oft oock tot behoeve van wijen dat het sij,ende alsoo ontquijtbaer sijnde, ende daer aff de constitutie geene quijtingein en houdt, ende daer naer versocht[24] sijnde om een somme gelts, datalle de selve renten, chijnsen ende erffpachten daer naer zijn losbaer voorsulcken prijs ende gelt als die verkocht sijn.

2. Item, dat soo wanneer iemandt eenigen chijns oft rente is heffende opeenigen pandt gehipoticeert sijnde binnen der voorschreven jurisdictiegelegen, dat den selven pandt daer naer in diversche deelen wordt gespleten,dat nochtans de chijnsbeer oft renthier nijet gehouden is sijnen chijns ofterente te splijten, maer moet gelijck betaelt worden, ofte vermach anders-

p 130

sints alle den geheelen pandt, hem als vooren verbonden, te doene besetten,vuijtwinnen ende bij chieringe als voore te doen vercoopen.

TITEL XI.VAN ERFFSCHEIJDINGE ENDE SERVITUIJTEN, 1577.

1. Item, dat alle heijmselen ende thuijnen tusschen twee gebueren ervestaende sijn gemeijn ende moeten ten gelijken coste opde gerechtige paelenvande twee erven gemaeckt ende onderhouden worden, ten waere dat bleekevan eenige servituijt ter contrarien geconstitueert bij eenige schepene brievenvan goedenisse ofte anderssints tusschen hen partijen ende [ofte] henne voor-saten daer aff voor schepenen gepasseert.

2. Item, ende dat soo verre iemandt van dijen partijen van heijminge intgene des voorseijt is in gebrecke waere, ende hem daer toe nijet en wildeverstaen soo vermach d'officier (indijen partije advers t'selve aen hemversueckt) de selve heijminge selver te doen maecken op dobbelen tweeschadt,sonder eenighe rechtvoorderinge daeromme te derven doene, ende mach derselver partije, in gebrecke bevonden, voor den selven tweeschadt rechte-tijcken affpanden.

3. Item, dat alle boomen staende in gemeijne heijmselen, als boven, endedie op hen gerechte paelen staen oft in gemeijnen erve, dat die tusschen denselven twee partijen sijn gemeijn, sonder aenschouw te nemen wie denboom ofte boomen geplant mach hebben.

4. Item, soo wie eenighe heijmsels, t'sij van houdt oft van leem, bovengedeckt sijnde met riet ofte anderssints, maeckt, is schuldich t'selve sooverre van sijns gebueren erve te setten datten neusedrup en water van dijendaecke op sijns gebueren erve nijet en valt, noch daer aff eenich letsel enlijde, sonder expres consent van sijnen naegebuer.

5. Item, soo verre iemandt. in plaetse van eenen thuijn, gelint oftewandt, maecken wilt eenen muer tusschen [sijne ende] sijns gebueren erve,mach den selven maecken op sijn erve ende op sijnen cost alleen, sondersijns medegebuer consent; ende naer dijen dat den voorscreven muervolmaeckt is, soo blijft den selven hem alleen toebehoorende, ende en heeftden gebuere daer inne geen recht, ten waere hij [sulcx] van hem vercrege.

p 132

6. Item, dat oock nijemandt en vermach eenen gemeijnen muer alsoogebruijcken dat den selven daer door eenich merckelijck hinder ofte bescha-dicheijt is lijdende, als hovens, werderibbens, forneijsen, messieputtenmaecken, ofte mes te leggen; maer indien hij t'selve in ofte bijden gemeijnenmuer wilt maecken ofte doen maecken, moet den selven soo bewaeren datden selven daer deur geen letsel aff en lijde.

7. Item, dat oock nijemandt tegens sulcken muer en mach eenige verkens-coten te stellen, ofte andere diergelijcke onbehoorlijcke wercken; maerindijen hij t'selve in ofte bijden gemeijnen muer wilt maecken ofte doenmaecken, moet vanden selven blijven drije voeten; ende ingevalle daergeenen muer en staet moet de selve daer aff blijven seven voeten, ende alsoosijnen gebuere bevrijen van stancke.

8. Item, dat eenigen gebuere, rechthebbende in eenigen gemeijnen muer,ende hij den selven in tijden ende wijlen soude willen oprijsen ende hoogen,soo mach de selve met sijnen huijse ofte metselrije inden selven vaeren,sonder daervan sijnen gebuere iet te betaelen voor t'hoogen van dijen;behoudelijck indijen daer eenige gote laege opden selven gemeijnen muer,dat hij schuldich [is] de selve te sijnen coste wel ende loffelijck te doenleggen op sijn gebueren erffve, vast aenden gemeijnen muer, ende wede-romme op te maecken ende repareren tgene des bij d'oprijsen vanden muerofte verleggen vander selver goten gebroken ende verargert sal wesen, endevan dan voordane de selve gote wel ende deuchdelijck te onderhouden totsijnen coste, soo datter sijn gebuere geen schade aff en hebbe, ten waere degebuere sijn huijs soo hooch timmerde als d'andere, soo moet men de gootewederomme leggen opden gemeijnen muer, ende de selve alsdan voortsonderhouden ten gelijcken coste.

9. Item, twee gebueren hebbende toeganck tot een weerdribbe ofte vouteonder d'eerde wesende, sijn schuldich [de selve] tot gemeijnen costete onderhouden ende te ruijmen; ende bij dijen d'een vande gebueren(naedien de weerdribbe gereijnicht is) begeert vande selve te scheijden ende[die] nijet meer en begeert te gebruijcken, mach t'selve doen, ende enis alsdan nijet meer gehouden in eenige costen daer ane te moeten doene;oft indien iemandt van hen begeert alsdan de selve weerdribbe te doen

p 134

scheijden, mach t'selve doen tot sijnen costen, ende van dan voortaen moetelck sijn helft onderhouden.

10. Item, als iemandt buijten sijnen muer heeft oesedrup, ende het dackvanden huijse gedeckt sij met schalien oft tichelen, dan behoort den selvenerve tot eenen halven voet buijtens s'muers ; maer indien thuijs met riet oftestroij gedeckt is, alsdan heeft [hij] eenen voet erve buijten sijnen muer oftwant, sonder meer.

11. Item, die sijne erffve met opgesette grachten wilt beheijmen, moettusschen de diepte vanden gracht ende d'erve van sijnen gebuer laten tenminsten onder halven voet erve.

12. Item, dat nijemandt vande ingesetene der voorscreven heerlijckheijt,t'sij backers, brouwers, verwers, herbergiers oft andere hem met houdtgenerende, en mogen eenige houdtmijten stellen dan op henlieden erve, endedat vier voeten van hennen gebueren erve, ende indijen dat iemandt tercontrarien dede , ende vuijt saecke vande welcke houdtmijten de gebuereneenighe schade leden, t'waere van brande ofte anderssints, dat de selvewordt arbitraelijck gecorrigeert, ende de schade daer deur gekoemen sijndesijnen gebueren oprechten ende betaelen moet, boven de pene daer toestaende.

13. Item, als iemandts boomen, op sijn eijgen [erve] staende, hangen oversijns gebueren erve, soo moet hij de selve doen snoeijen ende corten, oftanderssints moet gedoogen dat sijn gebuere (over wiens erve de selveboomen sijn hangende) de helft vande vruchten daer aff comende geniete,daer aff nochtans de gebuere (over wijens erve nochtans[25] de boomenhangen) de keuse heeft.

14. Item, int maecken ofte repareren van eenen gemeijnen borneput sijnalle de gebueren die den selven mogen gebruijcken schuldich ende gehoudente contribueren naer advenant de groote van heurlieden erve, behoudelijckdat de gene die eenen borneput binnen sijnen huijse heeft, gestaet midtsgevende de helft van tgene dat hij geven soude indijen hij geenen borneputbinnen sijnen huijse en hadde.

15. Item, soo wie recht heeft door eens andermans erve sijnen wech tehebben, die moet den selven gebruijcken met getijdigen vrome, ten naesten

p 136

cante ende ter minster schade vander erven, met goeden toesicht te hebbenover sijne beesten, omme de selve alleenelijck geseelt daer duer te leijden.

16. Item, soo wanneer iemandt eenich landt, bempden oft bosschen heeftliggende onder de voorschreven heerlijckheijt, ende dat vander straten, soosijn de proprietarissen vander erven voor hem totter straten gelegen schul-dich te doogen dat de selve sijnen wech hebbe over huerlieder erve, terminster schade, ten naesten cante ende ter naester straten, om daer vuijtende in te mogen gaen ende rijden, met wagen ende peerden, ende sijnevruchten daer vuijt te haelen, ende dat elck tot sijnen bequaempsten tijde.

17. Item, dat iemandt alsulcken servituijt van wege hebbende over endedoor de erve van sijnen gebuere voor hem ter strate waerts liggende, dat deselve proprietaris van dijen erven hem den selven wech in mannieren voor-screven ter plaetsen aldaer hij aldijen[26] heeft gehadt moeten[27] laetengebruijcken, sonder hem den selven te mogen benemen, ten waere datsehem dijen en leijden naeder ende bequaemer dan die te vooren gelegenheeft.

TITEL XII.VAN REPARATIEN DIE EEN TOCHTENAER SCHULDICH IS TE DOEN.

1. Item, soo wanneer iemandt onder de heerlijckheijt van Deurne, t'sijman oft vrouwe, besit eenige goeden in tocht, is schuldich de selve te houdenin goeden reijcke[28] ende reparatie, gelijck een goet ende neerstich vaderdes huijsgesins over sijne goeden gewoonelijck is te doene; ende indijendaer inne eenich gebreck bevonden werde, soo mach de proprietaris hetgebreck ofte schade verhaelen aende erffgenamen vanden tochtenaer.

2. Item, soo wanneer man ende wijff eenige tocht ofte bijleven malkan-deren maecken aen haer onruerende goeden, have oft erffgoeden, dat alsdande lancxtlevende, die de tochte hebbende is, verkocht eenighe vande voor-screven goeden, dat alsdan de selve verbeurt sijne tocht ende bijleven aendeerffgenaemen vanden eersten afflijvigen ende tot proffijte vande selve.3. Item, een tochtenaer off tochtenaersse is schuldich te betaelen alle

p 138

lasten, als chijnsen, renten ende andere commeren vuijt de goeden (diesij lieden in tochte sijn besittende) gaende, ende en vermach ofte en vermogende selve lasten nijet te laeten verloopen den tijdt van vier jaeren, op deverbeurte van vervallen te sijn van henne tochte.

4. Item, een tochtenaer oft tochteneersse en mach geen opgaende houdthouden ofte doen houwen dan nac thouwens recht[29], noch oock eenigebossen dan ten minsten ten sesse jaeren, ende oock nijet voorder danthouwmes gegaen en heeft, ende oock met getijdige vrome, als te wetenbleckwerck in sijnen sesoene, ende d'winterwerck in sijnen tijdt.

5. Item, als een tochtenaer oft tochtenersse afflijvich wordt, soo expi-reert daer mede de selve tocht, ende en volgen sijn oft heure erffgenaemengeen vruchten ofte proffijten vande goeden die hij oft sij in tochte besetenheeft, dan alleenelijck de gene die voor henne afflijvicheijt daer aff vervallenende verschenen sijn geweest.

TITEL XIII.VAN VERSTERFFENISSE ENDE SUCCESSIE.

1. Item, dat in successie in rechte linie de kinderen altijdt koemen indeplaetse van hen ouders ende representeren hennen persoon, gelijck sij oockdoen in successie vande goeden hen aencomende vuijter sijden, als te wetenvan ooms, moeijen, nichten ende neven.

2. Item, dat nae de doot van vader ende moeder alle de kinderen bijdeselve twee gehuijsde achtergelaten succederen even gelijck ende hooft endehooft (sic) gelijck in alle de goeden, soo wel patrimoniale als geconquesteerde,bijde selve achtergelaten.

3. Item, dat alle erffelijcke goeden gaen ten struijcke waerts van daer sijgekoemen sijn, ten waer dat, bij dispositie testamentaire vanden proprietarisde selve achter gelaten hebbende', [anders] en waere gedisponeert.

4. Item, dat naer de doot vanden eersten afflijvigen van twee gehuijsde,kinderen ofte erffgenamen achterlatende, alle haeffelijcke goeden, ende oock

p 140

alle onruerelijcke verkregen staende hennen houwelijcke ende geconques-teert, worden gedeijlt tusschen de lancxtlevende ende de erffgenamenvanden eersten afflijvigen halff ende halff, behoudelijck den lancxtlevendesijn voordeel inde haeffelijcke goeden; welck voordeel hem geoorlooft is tekiesen in huijs oft inden stal vande beesten, in soo verre daer eenige sijn,ende oock sijn tocht inde helft vande helft bijden eersten afflijvigen sijnerffgenamen achter gelaten.

5. Item, alle andere onruerende goeden ende patrimoniale bijden eerstenafflijvigen ten houwelijcke gebrocht, ofte staende den houwelijcke hemeenichsints toecomen ofte verstorven, ende bijden selven achtergelaeten,succederen met vollen rechte opde erffgenamen vanden eersten afflijvigen,behoudelijck den lancxtlevende sijne tochte in t'vierendeel vande selvegoeden.

6. Item, dat soo wanneer een weduwe oft weduwer wettich kindt offkinderen hebbende, quame te houwelijck eer hij oft sij van heure kindt oftkinderen gescheijden ofte gedeijlt waeren, ende daer naer afflijvich werde,soo vermogen de voorscreven kinderen oft kindt de erffelijcke goedengecomen vander sijden vanden overledene te aenveerden, d'een helft vandegeheelderen haven, ende oock vande erffelijcke goeden staende ['t] tweedehouwelijck vercregen, als van heuren eersten afflijvigen ouders op hengesuccedeert sijnde, ende daer toe noch dander helft vande helft vandenvoorscreven haven ende vercregen goeden, als van heuren lesten overledenouders wegen op hen oft hem gedevolveert wesende, wesende[30] sulcx datt'selve kindt ofte kinderen moet oft moeten hebben de drije deelen vandehaeven ende verkregen erffelijcke goeden, sonder respect te nemen van wiende haeffelijcke goeden gecomen sijn, ofte met wiens penningen d'ander erffe-lijcke goeden vercregen mochten wesen.

7. Item, soo wanneer een weduwer oft weduwe t'saemen in houwelijckcomende ende beijde kinderen hebbende van hennen eersten bedde, endevande selve kinderen gescheijden ende gedeijlt sijnde, ende kinderent'saemen inden tweeden bedde krijgende, ende daer een van hen beijdenafflijvich wordende, soo deijlen de voorkinderen van beijden sijden d'eenhelft van allen de have ende oock van alle erffelijcke goeden staende t'selve

p 142

tweede houwelijck verkregen ende in desselffs eerst afflijvigen sterffhuijsbevonden, soo dat de voorkinderen van s'manswegen hebben d'een helft (datis een geheel vierendeel vande have ende verkregen goeden), ende de voor-kinderen vande vrouwe dander vierendeel, ende dander resterende helftblijft den lancxtlevenden metten naekinderen.

8. Item, dat soo wanneer man ende wijff in houwelijcke staet sittende,ende d'een van hen afflijvich wordende (sic), soo moeten alle legaten endekerckelijcke rechten voldaen worden vande erffgenamen vanden eerstenafflijvigen ; maer ander costen van vuijtvaert, t'sij van maeltijdt ofte anders-sints, ende andere schadtschulden ende lasten den sterffhuijse aengaendemoeten den lancxtlevenden ende d'erffgenamen vanden eersten afflijvigenhalff ende halff betaelen, ten waere datter dispositie, testamente oft houwe-lijcxe voorwaerde waere ter contrarien.

9. Item, een crediteur van eenige overledene ofte van eenigen sterffhuijsedaer meer erffgenamen sijn dan een , vermach sijne geheele schult teeijsschen van een vande selve erffgenamen die them belieft, die oockgehouden is de selve schult te betaelen, sonder te mogen gestaen midtspresenterende sijn deel vande schult te geven ; maer mach sijn verhaelvoorts hebben op sijn mede erffgenamen, om eenen iegelijcken sijn contin-gent daer aff te doen betaelen.

10. Item, dat een weduwe, int sterffhuijs blijvende ende t'selve aenvee-rende, is gehouden, ten versuecke vande erffgenamen vanden eerstenafflijvigen, den selven te geven behoorlijcken staet ende inventaris, alwaertoock soo dat de eerste afflijvige de contrarie van dijen bij sijnen testamentehadde gecaveert.

11. Item, dat een erffgenaem van eenigen afflijvigen [nijet] gehouden enis met sijne mede erffgenamen langer in gemeijnschap van goeden te blijffven(besunder met eenighe weesen) dan hem en belieft, ende vermach t'allentijden vande selve sijne mede erffgenaemen voor recht dat versuecken,behoudelijck scheijdinge ende deijlinge, soo dat naerder bancken rechtbehoort, die oock gehouden is hem daer toe te verstaen; ende vermachd'officier de selve scheijdinge ende deijlinge met hem aen te gaen, soo verresijne mede erffgenamen daer toe nijet en willen verstaen ende absent blijffven.

p 144

TITEL XIV.VAN TESTAMENTEN.

Item, dat eenen iegelijcken is geoorlooft te disponeren van sijne goedenonder dese jurisdictie gelegen, bij maniere van testamenten oft vuijtterstenwille, t'sij voor schepenen alhier, oft voor notaris ende getuijgen, ten waeredat de selve testateur ofte testatrice en waere bastaert, in welcken gevallede selve [t'selve] nijet en soude vermogen te doen sonder octroij van SijneMajesteijt.

TITEL XV.VAN ONBEJAERDE KINDEREN.

1. Item, de wethouders vande voorscreven heerlijckheijt sijn oppermom-boiren van alle weesen der selver heerlijckheijt.

2. Item, naer d'afflijvicheijt van twee gehuijsde, ofte een van de selve,kindt oft kinderen achtergelaetende, dat alsdan twee van s'vaders ende tweevan smoeders wegen moeten gestelt worden als momboiren over de selvekindt ofte kinderen, die gehouden sijn den behoorlijcken eedt daer toestaende te doen.

3. Item, ende t'selve gedaen sijnde, sijn de selve momboirs schuldich ter-stondt te gaen int sterffhuijs vanden afflijvigen, ende aldaer met den lancxt-levenden te maecken behoorlijcken staet ende inventaris van alle endeiegelijcke de goeden, soo wel haeffelijcke als erffelijcke, actien, crediten oftvuijtstaende schulden inden selven sterffhuijse bevonden, ende den selvenover te brengen in handen vande weth.

4. Item, dat deselve momboirs gehouden sijn van heurder administratiealle jaere ende soo dickmaels als sij daer aff van wegen der jurisdictie sullenvermaent sijn te doen goede wettighe rekeninghe, bewijs ende reliqua.

5. Item, dat geene momboirs en vermogen eenighe haeffelijcke goedenvan henne weesen te vercoopen dan bij openbaere vuijtroepinge ende bijconsente vande weth.

6. Item, dat oock geen momboir eenige erffelijcke goeden van sijneweesen en mach belasten noch vercoopen, ten sij bij consente vande weth

p 146

ende naeste vrinden, ende dat hij onder eedt vercleert dat de selve belas-tinge ofte vercoopinge tot proffijte vande weese beter gedaen is dan gelaten,ende dat anderssints alle andere belastingen ende vercoopingen sijn nul,machteloos ende van onweerden.

7. Item, dat alle weesen staende onder momboirdije, dat sij gehouden sijndaer inne te blijven tot dat sij vijffentwintich jaeren oudt sijn, ten waeredat sij eer tot eenigen geestelijcken oft houwelijcken staete gecommenwaeren, oft anderssints dat [bij] de weth, deur attestatie van henne naestevrinden ende magen, bevonden werde ende[31] grootelijckx hen proffijt tewesen henne goeden selver te administreren.

8. Item, vercleeren voorts, dat van alle andere saecken ende questien daeraff int particulier hier boven geen mentie gemaeckt en is, wij ons soudenreguleren, soo verre voor ons daer aff questie quame gemoveert te worden,volgende tghene des ons bij geleerde ofte onsen hooffden dien aengaendesoude worden geleert, oft anderssints des wij in onse conscientie soudenbevinden te behooren.

p 148

TEXTE[32]

II.Costumen der dorpe ende hooft-bancke van Deurne.

(GEDRUKTE COSTUMEN.)

Alsoo binnen den dorpe ende hooft-bancke van Deurne ende ander heer-lijckheden ende jurisdictien der selver over langhe groote desordre isgeresen in verscheijde materien ende geschillen dier daghelijckx rijsen, bijghebrecke van dat tot noch toe niet en sijn in gheschrifte ghe-erigeert noch gestelt de costumen ende oude usantien die-men nae den landt-rechte isghewoon te onderhoudene, soo uijt dien de selve worden bij eenighe ghe-interpreteert nae henne fantasie ende alsoo dickmael verandert, soo dat tenlesten de selve oude landt-rechten souden kommen te verduijsteren; oock datin de processen worden ghehouden vele noodeloose termijnen, waerdoor departijen dickmael worden beschadight ende van hen goet recht ghehouden,tot hennen grooten achterdeele, ongherieve ende schade: omme waerinne teversien, ende de goede ghemeijnte te helpen dat sij voordaen ten kortstendoenlijck wesende moechten henne processen, gheschillen ende differentienbe-eijnden ende weten waernaer hen te reguleren, soo hebben de heer dros-saert generael ende schepenen goet ghevonden alle de selve costumen endeusantien, ende oock de maniere van procederen, soo vele doenlijck is,ordentlijck in't gheschrift te stellen, ende die aen haere DoorluchtighsteHoogheden, als hertoghen van Brabant, achtervolghende henne bevelen daer-oppe ghe-expedieert op den........... te presenteren, ten eijnde de selve HeureHoogheden ghelieve die te approberen ende decreteren, omme voortaenachtervolght te moghen worden; ende sijn soo ende ghelijck die hiernaervolghen, ghemaeckt vervolghens elck capittel op de letteren A. B. C., ommeeenen voet ende reghel te hebben, ende weten waernaer een ieghelijck hemsal reguleren.

p 150

TITEL 1[33].

EERST VAN DE ADMINISTRATIE VAN JUSTITIE, APPREHENTIEN VAN PERSOONEN VANCRIMINELE SAEKEN, POINCTEN VAN DELICTEN ENDE DES DAERAEN CLEEFT.

1. In den eersten, dat de voorschreve heerlijckheden moeten wesen versienvan eenen drossaert ende seven schepenen, staende tot goeden naeme endefame, met oock eenen schepenen clercq, die alle eedt moeten doen denhertoghe van Brabant.

2. Item, dat de selve officier, schepenen ende clercq moeten wesen inne-woonders oft ghegoeijde der voorschreve heerlijckheden, ende gheborenBrabanders, die kennisse hebben van alle criminele, reële, personele, mixteende civile saeken.

3. Item, dat de voorschreve drossaert ende schepenen schuldigh sijn allevierthien daghen eene vierschare te houden, om allen partijen recht endejustitie te administreren.

4. Item, dat den heer drossaert in sijne stede mach stellen eenen stadt-houder, die in zijne absentie sijnen persoon sal representeren; d'welck oockwesen moet een gheboren Brabander; ende onder Deurne vier vorsters,ende op alle andere dorpen twee vorsters oft meer, na den heijsch der selverdorpen.

5. Item, dat den voorschreven heer drossaert, sijnen stadthouder endevorsters, toestaet te doen den aentast van alle apprehentien van misdadighepersoonen.

6. Wel verstaende nochtans dat den inghesetenen, in absentie van denheere, wort toeghelaten de misdadighe persoonen op 't feijt bevondenwordende, oft die selfs overlast binnen sijnen huijse geschiede, aen te tastenende die in s'heeren handen te leveren.

7. Item, indien d'officier over sulcken ghevanghene vonde eenighe goedenoft ghereet ghelt, is ghebouden allen t'selve bij den griffier oft schepenenclercq te doen beschrijven ende inventariëren, daeraen de crediteuren voorde confiscatie worden gheprefereert.

p 152

8. Item, is den heer drossaert oft sijnen stadthouder ghehouden [over]sulcken misdadighen ghevanghen persoon in de teghenwoordigheijdt vantwee schepenen terstont informatie preparatoir te nemen van de feijtendaermede hij wort geaccuseert, ende sijn verklaren bij den greffier ingheschrifte te doen stellen, omme daernae, daeruijt ten laste van den selvenghevanghene te nemen alsulcken conclusie, t'zij ter scherper examinatie oftten principalen, soo hij te rade sal vinden te behooren.

9. Item, is de heer drossaert ofte sijnen stadthouder ghehouden sulckenmisdadighen ghevanghen persoon binnen, den derden daghe van de appre-hentie, goets-tijdts voor noene ende eer de clock twelf is gheslaghen, tichtende aensprake te doen; ten ware hij den ghevanghene met sijnen consentehadde onverleth ghestelt oft anderssints, ende bij ghebreke vandien, dat denghevanghene van der hachten wort ontslaghen costeloos ende schadeloos,ende heeft [de selve] alsdan veijligheijdt van vier-en-twintigh uren binnende heerlijckheijdt daer hij is ghaepprehendeert gheweest.

10. Item, als de voorschreve drossaert oft stadthouder ten laste van eenenghevanghene wilt nemen sijne conclusie uijt krachte van criminele saeken,'t zij tot scherpe examinatie oft verbeurte van den lijve, moet dat doen onderden blauwen hemel in volle vierschare, den ghevanghene ongheacht[onghehacht] onghehouden ende buijten alle banden van ijsere.

11. Item, ende eer de drossaert sijne conclusie nempt moet den ghevan-ghene in der manieren voorschreven ghestelt worden voor de justitie, endealdaer in sijne presentie de vierschare worden ghebannen; d'welck ghedaensijnde, dan moet den drossaert oft stadthouder segghen : "Ick verthoone mijvoor desen knape;" alswanneer den tael-spreker des ghevanghene antwoort:"Heer drossaert, den ghevanghene hout hem voor verthoont;" ende alsdanwort teghens den ghevanghene van weghen des drossaerts oft stadt-houdersconclusie ghenomen, ende de feijten die men hem opleedt worden verbalijckopghelesen die in het gheschrifte sijn ghestelt, omme de ghetuijghen daer-oppe te examineren, indien de saeke sulckx verheijschte.

12. Item, sijnde de voorschreve feijten ende delicten alsoo verbalijckenverhaelt, daermede de ghevanghene wordt beticht, indien de heer drossaertoft stadt-houder naerder van de waerheijdt wilt ghe-informeert sijn van den

p 154

selven delicte, ende begheerde te weten sijne complicen ende andere dievan het criem, daervan de ghevanghene wordt aenghesproken, mede cul-pabel sijn, vermach alsdan conclusie preparatoir te nemen ten eijnde dieknape worde ghewesen ter scherper examinatien.

13. Item, en mach de heer drossaert oft stadt-houder anders niemantbrenghen ter scherper examinatie dan met voorgaende appoinctement vanschepenen, die sulckx moghen appoincteren, mits voorgaende sommier-lijcke informatie van de delicten, de saeke daertoe vindende ghedisponeert.

14. Welcke scherpe examinatie alsdan moet gheschieden in de teghenwoor-digheijdt van twee schepenen ende griffier deser hooft-bancke, die ghehoudenis des selfs ghevanghene belijdenisse ende bekentenissen pertinentelijck opte schrijven, sonder dat d'officier dien ghevanghene anders oft langher machpijnighen dan de wet-houderen daer present sijnde goet en dunckt.

15. Item, de voorschreve belijdenisse ende bekentenissen van den ghe-vanghene alsoo opgheteekent wesende, wort dien ghevanghene dan gheleijtuijtter hachten, onghebonden ende buijten alle banden van ijsere, onderden blauwen hemel, alwaer hem sijne belijdenisse ende bekentenisse wortvoorghelesen, de welcke, soo hij daerbij blijft persisterende ende bekent voorschepenen, wort die dan ghehouden voor eene ghenoechsame wettighe beken-tenisse, ende doet-men daeruijt recht ende justitie nae gheleghentheijdtvan de saeken; maer die bekentenissen aldaer wederomme afgaende, ensijn [hem] dan niet schadelijck noch en konnen hem die niet condempneren.

16. Ende den voorschreven heer drossaert oft stadthouder ghenoechghe-informeert zijnde van den voorschreven delicte, ende genoechsame stoffehebbende om capitalijck te concluderen, soo neemt hij teghens dien knapeende ghevanghene conclusie uijt de feijten bij hem te verhalen, ten eijndehij sal hebben verbeurt sijn lijf ende goet tot des hertoghs van Brabandtsbehoef, ende dat bij over den selven sal rechten ende doen rechten ghe-lijckmen over salcke misdadighe schuldigh is te doene, protesterende teblijven op sijn gheheel van alle andere mesusen, delicten ende nieuwichedendie tot sijnder kennisse alnoch niet en sijn ghecommen.

17. Moghende den voorschreven heer drossaert oft stadthouder zijne aen-spraecke ende conclusie deijlen, met alternative teghens den ghevanghene teconcluderen, 't zij capitalijck oft andersints tot alsulcke correctie alsmen,nae de gheleghentheijdt van de saecke, sal bevinden te behooren.

p 156

18. Op welcke conclusie den ghevanghene wordt dagh ghegunt om t'ant-woorden, tot alsulcken dagh ende termijn als de wethouderen dat ordineren,ten ware het criem oft delict, daermede den ghevanghene capitalijck gheac-cuseert wordt, seer enorm ware, ende datter schepene kennisse ende confessievan den ghevanghene af is, in welken ghevalle den ghevanghene sijnen ver-sochten dagh van berade wordt afgheslaghen ende gheordonneert terstontte antwoorden.

19. Ende om welcke antwoorde ende defentie te doene wordt in alle crimi-nele saecken, hoe het feijt oock is, den ghevanghen bij den officier versienvan rade, oft toeghelaten selfs hem van rade te moghen versien, daermedehij hem magh beraden, ende den welcken wordt gheconsenteert hem teverantwoorden, oft andersints de saecke voor den ghevanghenen te bedin-ghen.

20. Item, indien den ghevanghene alsdan antwoorde bij ontkennen, soowordt den heere ghewesen van sijne feijten ten thoone.

21. Ende maenende hoe hij sijnen thoon sal leijden, wordt ghewesen datden heer sal schuldigh zijn sijnen thoon af te leijden bij wettighe persoonen,die sullen sweiren : "dat sij segghen sullen de gherechte waerheijt van't ghene des sij ghehoort ende ghesien hebben, daermede sij bij ende aenzijn gheweest, ende dat hen kennelijck is; soo moet hen Godt helpen endealle sijne heijligen!" Ende sijnt schepenen die over de belijdenisse hebbengheweest, soo salse den drossaert maenen, op den eedt die sij in 't aencomenvan het schependom ghedaen hebben: "dat sij overlegghen alsulckenverlijdt als sij van sulcken ghevanghene onder hebben ende in hunnepresentie ghedaen is;" die alsdan in de volle weth overbrenghen desselfsghevanghene verlijdt ende confessie, de welcke bij den greffier openbaerlijckwordt ghelesen ten aenhooren van eenen iegelijcken; ende't selve gheschietzijnde, soo maent den drossaert oft stadthouder den schepenen, die 'tselveverlijdt overgheleijt hebben, op den eedt als vore : "Oft soo hen kennelijckis?" Die daerop antwoordt [antwoorden] : "Jae."

22. Alswanneer dat den drossaert, oft procureur van sijnent weghen, denvoorschreven thoon overleght ende van thoon is sluijtende, ende voorts susti-neert, dat midts bij seght volcomentlijck van sijne feijten ende intentie ghe-thoont te hebbene, dat hem sijne conclusie sal worden aenghewesen; endenadien bij den raedt des ghevanghenen verbalijck teghen den thoon oft verlijdt

p 158

is ghereprocheert ende bij den officier ghesalveert, soo maent hij ten princi-palen om recht.

23. D'welck ghedaen wesende, soo vertrecken de schepenen ter sijden opeen camer met hunnen greffier, die de stucken van den gheheelen processemet het verlijdt des ghevanghene anderwerf oversien ende letten op 't be-dinghde van partijen, ende delibereren wat behooren sal ghewesen te worden;ende bevindende bij den drossaert van sijne intentie ghenoech ghethoont tezijne, comende de voorschreve schepenen sitten, soo is den drossaertmanende om recht, ende wordt bij eenen schepene oft griffier uijtgesprokenende ghewesen de heer volcommen van sijnen vermete; alswanneer d'officierd'ander schepenen in 't besonder vraegt: "Oft sij 't volghen? ende elck vanhen antwoordende: "Jae," wort de ghevanghene, alsoo ghecondempneertsijnde, wederom op de ghevanckenisse ghestelt, ende des anderen daeghsghe-executeert, sonder dat daeraf mach worden gheappelleert.

24. Maer als den ghevanghene dagh van beraet wordt gheaccordeert, oftdat in de saeke soo verre is gheprocedeert dat partijen van henne feijtenworden ghewesen ten thoone, ende hennen thoon willende affleijden metlevende ghetuijgen, moeten die ghedaeght worden bij den vorster, om tecompareren in volle vergaderinghe van justitie, om aldaer hunnen eedt tedoene met blickenden aenschijne, in presentie ende ten aenhooren van denghevanghene, ende worden alsdan hunne ghetuijghenisse ghestelt bij dengriffier bij geschrifte, in absentie van partijen.

25. Ende partijen hunnen thoon rechtelijck gheproduceert hebbende,mede overgheleijt hebbende hunne voordere stucken, die sij t'hunne intentiemede hebben bedinght ende overghegheven, ende ghesloten hebbende vanthoone, wordt dien openbaerlijck ghelesen, ende dies sulcks vindende ghe-disponeert, wordt partijen daeraf geaccordeert copije, inghevalle de wethou-deren sulcks vinden te behooren, om ghereprocheert, ghesalveert ende voorts't proces in staet om wijsen gestelt te worden onder behoorlijcken inventaris.

26. Item, men mach teghens inghesetene ende ghegoeijde niet procederentot apprehentie van den persoon dan met voorgaende consent van schepenen,die hen wel moeten informeren van de feijten eer sij sulcken consent behoo-ren te gheven.

27. Item, soo wie bij vonnisse wordt ghecondemneert sijn lijf verbeurt tehebben, verbeurt oock alle sijne goeden [tot] s'heeren behoeve ; maer heb-

p 160

bende wijf oft kinderen, moet d'een helft blijven den wijve oft kinderen, ended'ander helft tot s'heeren behoeve, ende en heeft hij wijf noch kinderen,blijft alle sijn goet tot des heeren wille.

28. Item, wanneer bij merckelijcke redenen wordt bevonden dat eenighpersoon hem selven wetens ende willens verdroncken, verhanghen, verdaenoft ter doodt ghebrocht heeft, alsdan zijn de goeden van den selven verbeurtende gheconfisqueert tot s'heeren profijt, ende moet d'officier het doodelichaem aen de galghe in een vorcke oft micke doen hanghen, ten exemplevan eenen ieghelijck.

29. Item, als eenen ghevanghene van lijve oft lede t'ontrechte is beticht,moet d'officier daerin gheduemt zijnde hem sijne costen ende schadengelden ende betalen.

30. Item, van alle kennelijcke onghevallen, ende van doodt-slagen ghe-schiet in onnooselheijd, is eene iegelijck onghelast van den heere endepartije.

31. Van ghelijcken, aengaende doodt-slaghen gheschiedende in nootwereis men vrij aen den heere ende partije, midtsgaders van doot-slaghen geschietaen moorders, branders, brandt-schatters oft af-setters, rebel int vanghen.

32. Item, alle moorders, ontschaeckers van vrouwen, ontsegghers, brandt-stichters, kerck-roovers, vrouwen-krachters, straet-schenders, oft die iemandtmet ghewelt, fortse, dreijghemente, sijn gelt, goet oft kleederen afneemt,oft die iemanden in fellen moede (oft zijnde van quaden leven ende regiment)dreijghde sijn huijs oft goet af te branden, oft die eenighe brandt oft ontsegh-brieven schreve, seijnde, wetens brenght oft erghens plackt, oft in iemandtshuijs oft hof worpt, die verbeuren allegader aen den heere lijf ende goet,ende worden metten viere ghe-executeert, indient den heere belieft, endesulcke misdadighe en ghenieten niet de muniteijten van de H. Kercke.

33. Item, indien iemandt in fellen moede op eens inghesetenen huijs, oftdeure oft venstere liepe oft staecke, om daerinne te commen tegnens desinghesetene oft sijne huijsvrouwe oft familie danck ende wille, ende dat hij ineens inghesetenen huijs oft erve quame oft liepe, om iemandt te slaen of teevelen, oft dat iemandt eenen inghesetenen binnen sijnen huijse oft begrijpevan dien, bij daghe oft bij nachte, fortse, ghewelt oft overlast dede, die ver-beurt sijn lijf ende goet; ende al worde hij alsdan van iemanden in huijs, om

p 162

hem te defenderen, ghequetst oft doodt-gheslaghen, die en zoude nietverbeuren aen den heere, midts sulcks wordt ghehouden voor noot-weire.

34. Item, wie den heer sijnen ghevanghenen ontweldight, oft de ghevanc-kenisse helpt opbreken, de ghevanghene bij practijcke uijt helpt, oft teghensden heer oft justitie opstaet ende turbeert met invasien, fortsen oft ander-sints, die verbeurt sijn lijf ende goet sonder verdrach, besondere indien hijghevanghen is gheweest voor capitale delicten.

35. Ende zijn de delicten alleenlijck arbitrael oft civile, indien hij denghevanghene alleenlijck door subtijlheijt ende niet met fortse ende ghewelten hadde buijten ghevanckenisse gheholpen, sal in dien ghevalle oock arbi-tralijck worden ghecorrigeert ter arbitragien van den rechter, ende denghe-interesseerden sijn schade goet doen, ende daervore in hachten blijven,indien hij de middelen niet en hadde.

36. Item, niemandt en magh private castres oft ghevanckenissen opsettennoch houden, noch oock niemant in 't heijmelijck oft openbaer ghevanghenhouden, oft in banden van ijsere legghen dan op oft in s'heeren ghevancke-nisse, ten ware bij oorlove van den drossaert ende schepenen, op de verbeurtevan dienaengaende gestraft te worden na ghelegentheijdt van de saecke; danwel d'ouders moghen hunne kinderen oft kintskinderen tot castijement oftbewaernisse voor eenighen tijdt in hunne huijsen ghevangen houden.

37. Item, wie in de kercke strijdt-gierich is, eenighe messen oft wapenentreckt, oft eenighe diefte oft ander misdaet aldaer committeerde, en machhem met de vrijheijt van de kercke niet behelpen.

TITEL II.

ARRESTEMENTEN ENDE APPREHENTIEN OP PERSOONEN VOOR CIVILE SAECKEN.

38. Item, die sijnen debiteur van buijten binnen dese heerlijckheijdt oftandere heerlljckheden vint, magh dien doen arresteren oft apprehenderen,indien hij hem van den persoon desselfs wilt versekeren, hem beduchtendedat bij boven arrest hem soude vertrecken, welck arrest oft opprehentieghedaen sal worden bij den stadthouder oft vorsters.

39. Item, wordt [worden] oock den stadthouder ende vorsters gheautho-

p 164

riseert in [van] soodanighe ghearresteerde persoonen den eedt af te nemenvan hen niet te absenteren ende sijn partije te rechte te staen, als partijedaerin consenteert.

40. Item, den stadthouder oft vorsters, hebbende alleenlijck last van tearresteren, en moghen niemant apprehenderen, op pene van alle costen,schaden ende interesten uijt saecke van de selve apprehentie toeghekomen,selfs te betalen.

41. Item, als eenen crediteur sijnen schuldenaer, woonende buijtens dorps,heeft doen arresteren, ende blijvende de selve in arreste, en mach hem nietdoen vanghen, noch met borghe belasten, ten ware uijt eenighe merckelijckeoorsaecke.

42. Item, moghen de apprehentien ende arresten van persoonen oftgoeden gheschieden op geoorlofde tijden ende plaetsen, oock na der sonnenonderganck, bij daghe oft bij nachte maer niet op sondaghen oft heijlighedaghen diemen ter eere Godts onderhoudt, ten ware voor criminele saecken.

43. Item, gheduerende de groote vacantien van den oost en machmengheen buijten-lieden, landt-neringhe doende, om eenighe civile saeckenarresteren noch apprehenderen.

44. Item, den arrestant, doende eenen buijten man arresteren van civilesaecken, is ghehouden den ghearresteerden oft ghevanghenen te betichten,ende hem te fonderen van den arrest oft apprehentie binnen den derdendaghe, goets tijts voor den noen, oft anderssints is 't selve arrest oft appre-hentie smiltende, ende is den ghearresteerde ipso jure ontslaghen; ten wared'arrest oft apprehentie geschiede uijt krachte van ghewesen vonnisse oftvoluntaire condemnatie binnen de jurisdictie daer 't selve gheschiedt,ghewesen oft ghepasseert.

45. Item, oft de ghearresteerde oft ghevanghene soo langhe niet en wildein arrest oft ghevanckenisse blijven, magh versoecken buijten ghenecht(sic) ghehouden te worden, midts betalende de heeren hunne rechten daertoestaende, ende den arrestant oft apprehendant daertoe insinuëren.46. Gelijck oock, indien den arrestant ten tijde van den arreste den gearres-teerde oft ghevangene dach bescheijden [bescheijdde] te compareren op 't eersteordinaris ghenecht, ende dat de ghevanghene oft ghearresteerde dien tijdtaccepteerde, oft dat d'arrestant den ghearresteerde oft gheapprehendeerdeontsloeghe onder ghelofte, ende in handen van den officier eedt doende van

p 166

ten eerstcomenden genechtdaghe wederomme in arrest oft apprehentie tecomen, oft onder eenighe cautie, soo moet alsdan dien dagh eerst op't voorschreven eerstcomende ordinaris ghenecht dienen, sonder dat danden ghevanghene oft ghearresteerde den dagh magh vervragen.

47. Ende wordende eenen ghearresteerde oft ghevanghene, oft oockeenigh ghearresteert goet van den arreste oft apprehentie met vonnisse, dooreenighe versuijmenissen van den arrestant oft apprehendant, ontslaghen, isna't selve ontslach vier-en-twintig huren vrije van den selven arrestant endeapprehendant, maer niet van een ander.

48. Item, soo wanneer twee persoonen van buijten malkanderen binnendese heerlljckheden deden [doen] arresteren oft apprehenderen, dat dan diearrestanten oft apprehendanten ghehouden zijn binnen den derden daghehem voor recht aen te spreken ende te betichten, op pene als vore.

49. Ende dede een buijten man eenen anderen buijten man arresteren oftapprehenderen, is d'arrestant oft apprehendant, des versocht zijnde, ghe-houden aen den ghearresteerde oft ghevanghene te stellen sufficiente cautievoor alle costen, schaden en interesten daerdoor bij den selven te lijden ,oft selfs in hachten te comen, ten ware uijt eenighe consideratie anders bijschepenen worde gheordineert.

50. Item, wanneer eenigh goet binnen yemandts huijse oft bewaernissebinnen dese jurisdictie gestaen ghearresteert oft beseth is, ende dat denpersoon onder wien 't selve besetsel oft arrest is ghedaen aenveert den lastvan 't selve te bewaren, ende 't selve daer-en-boven laet wegh voeren oftversteken, de selve is schuldigh't selve te verantwoorden ende inne te staenvoor de schult daervoor't selve goet is ghearresteert oft beseth.

51. Item, dat gheene inghesetenen d'een den anderen in rechte en magh[moghen] betrecken bij arreste, dan bij besetsele oft daghemente, ten wareden debiteur ware in actu fug', in welcken ghevalle hij hem ende sijnegoeden bij den officier magh doen nemen in arreste, ende alsdan daerteghenprocederen, soo hiervoor is gheseght.

52. Item, als partije aen den officier wijst eenen buijten man die hemschuldigh is, ende versoeckt dat hij hem arrestere oft aentaste, hem presen-terende sijnen salaris, dat de selve officier gehouden ende van eede weghenverplicht is 't selve in faveur van justitie te doene, ende 't selve weijgerende,oft, ghedaen zijnde, den ghearresteerde oft ['t] ghearresteert goet liet gaen oft

p 168

versteken, sonder den crediteur met sufficiente borghe of panden wettelijckte versiene ende bewaren, moet selve verantwoorden oft betalen de schuldtdaervoor d'arrest oft aentast is ghedaen.

53. Item, soo wanneer datter eeinighe haeffelijcke goeden worden ghear-resteert is den arrestant gehouden dat binnen den derden daghe te boeck tedoen teeckenen, ende daerop met drij besettinghen van ghenechte totghenechte te vervolghen, midts daervan aen den proprietaris na den eerstenbesetsele doende wete, ende ten voorschreven derden besetsele neemtalsdan conclusie, ende versoeckt dat de selve gearresteerde goeden sullenworden ghewesen verreijckt ende verhaelt voor sijne t'achterheijdt, d'welckalsdan alsoo wordt ghewesen, inghevalle die niet en worden ontseth, midtsde voorschreven sijne t'achterheijt ghewarighende bij eede.

54. Ende den voorschreven eedt ghedaen zijnde, wordt hem verleent acte,daermede hij, na voorgaende kerck-ghebodt ende teeckenen van executie, deselve metten heer ende weth rechtelijck is vercoopende, om de voorschrevensijne tachterheijdt daeraen te verhalen.

55. Item, zijnde de voorschreven goeden alsoo met den heere verkocht,dat de penninghen daeraf te procederen worden ghebrocht in s'heerenhanden, daeruijt d'arrestant die is lichtende tot concurrente somme vansijne tachterheijt, indien de selve soo verre strecken, ende midts alvorendaeraen ghedefalqueert wordende het recht van den heere ende allerechtelijcke costen.

56. Item, en salmen oock gheene inghesetene deser heerlijckheden om eeni-ghe civile saecken moghen vanghen, noch in eenigher manieren uijt heurenhuijse haelen, dan met voorgaende consent van den drossaert ende schepenen,indien door eenighe wettighe redenen sulcks bevonden werde noodigh te zijne.

57. Item, soo wie arrest oft apprehentie violeert, verbeurt t'sestichgouden realen tot behoeve van den heere.

58. Item, die oock boven eenigh rechtelijck verboth iet dede, verbeurtdaeraen eenen hooghmoedighen wille, ende moet dien beteren met t'sestighgouden realen, oock tot behoeve van den heere, ende 'tselve daer-en-bovenwederomme repareren.

59. Item, van ghelijcken, en magh oock gheen inghesetene om eenighesaecken bij den officier ghevanghen worden daer lijf noch lith aen en isverbeurt, indien bij machtigh ghenoegh is, oft cautie kan stellen van te

p 170

rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen van 't ghene dat d'officier oftpartije op hem met recht soude konnen ghewinnen.

60. Ghereserveert alleen de ghene die bij bedroghe ende met sijnewetentheijt in 't verlijden van eenighe renten oft vercoopen van eenighepanden eenighe voorgaende renten, commeren ende lasten daerop uijt-gaende verswijghen, die-men ter causen van 't selve bedrogh mach appre-benderen, om teghen hem [hen] gheprocedeert te worden, ghelijckmenteghens sulcke is ghewoon te doen.

TITEL III.

APPELLATIEN.

61. Item, die hem dunckt bij eenigh vonnisse, 't sij, diffinitijf oft interlo-cutoir, bij schepenen alhier ghewesen, beswaert oft veronghelijckt te sijn,magh daeraf binnen thien daghen na dat 't selve t'sijnder kennisse salghekomen zijn appelleren aen de hooft-bancke, ende daeraf hebbende doenblijcken, is schuldigh de appellatie binnen de dertigh daghen te verheffen,oft andersints valt de selve appellatie desert, ende vermagh partije sijnvonnisse stellen ter behoorlijcke executien, al oft de ghecondemneerde nieten hadde gheappelleert.

62. Item, vervolghende d'appellant sijne appellatie, moet binnen devoorschreven dertig daghen de gheappelleerde bij de wet-houderen van dehooft-bancke doen beschrijven, ten eijnde sij 't proces a quo over brenghen ;ende staen die van Deurne te hoofde voor commoingnemeesteren, schepenenende raedt der stadt van Mechelen oft in den leen-hove van Brabant, als henindifferent wettigh hooft, oock op pene van desertie van de voorschrevenappellatie.

63. Item, zijnde d'appellatie van die van Deurne verheven voor de voor-schreven commoingnemeesters, schepenen ende raedt van Mechelen, endede sake aldaer wederom ten diffinitiven ghe-instrueert, wordt het vonnissealsdan bij de commoingnemeesters, schepenen ende raedt gheraemt mettenprocesse a quo, ende 't ghene voor hen is bedinght wederomme besloten,ende met brieven van bevele met eenen stadt-bode overghesonden, endewordt alsdan 't selve gheraemt vonnisse bij de wethouderen van Deurne

p 172

uijtghesproken ende ghewesen, volghende de bevelen bij de voorschrevenbrieven daervan ghedaen, ende 't selve alsoo uijtgesproken zijnde, is voortsappellabel in den rade van Brabandt, oock binnen den voorschreven tijdt.

64. Item, indien eenighe partije met eenigh diffinitif vonnisse in eenigheder voorschreven jurisdictien ghewesen, oft daer executie toe staet, ghesom-meert zijnde, hem daerteghen wilde opponeren, d'welck wordt ghenoemtappellatie van executie, moet sulcks verklaren als de heeren commen omd'executie te doene, aleer die is ghedaen, ende daeroppe sijne partije teghensden eersten ghenecht-daghe te doen daghen; ende alsdan ten selven eerstenghenecht-daghe is hij ghehouden sijne redenen van oppositien oft appellatiete proponeren, oft, bij ghebreke van dien, magh den ghedaeghde met sijneexecutie voorts varen, den selve ghenecht-daghe overstreken zijnde sonderbij den opponent die in rechte gepresenteert te zijne.

65. Item, ende soo den opponent de selve saecke in rechte presenteerde,en magh hem dan teghens sulcke ghewesen vonnisse met gheene anderedefensien behelpen dan met exceptie van betalinghe na date van den vonnisseghedaen, oft van eenighe transactien, dagh-ghevinghen, liberatie oft dier-ghelijcke, in materie van executie peremptoir zijnde, die hij schuldigh isbinnen de veerthien daghen daernaer te thoonen, midts nochtans binnensonne-schijn stellende sufficiente cautie, oft, bij ghebreke van dien, maghden executant sijne goeden mette weth doen bewaren, ende niet thoonendebinnen veerthien dagen, wordt den ghe-inthimeerde ghepermitteert met sijneexecutie te moghen voort-varen.

TITEL IV.

VAN ACKERSCHADE.

66. Item, die sijne weijlanden ende besaeijde landen wilt vrij hebbenende ghebruijcken, dat hem gheene schade van de ghebueren-beesten enworde ghedaen, is schuldigh sijne erve van sijnder sijden cuijsbaerlijck teheijmen ende graven, soo dat door sijne negligentie sijne ghebueren-beestenop sijn landt niet en connen komen.

67. Item, hebbende alsoo zijn weijde oft landt van sijnder sijden ghegra-ven, soo na land-recht behoort, ende dat sijnen ghebuere niet en quamedaer teghen graven, maer sijn landt liet onghegraven ende onghegracht

p 174

ligghen, ende dat door sijne negligentie sijne beesten quaemen te gheraeckenop de weijde oft besaeijt landt van sijnen ghebuere, is de selve ghehouden debeschadigheijt van den voorschreven sijnen ghebuere goet te doen.

68. Behoudelijck nochtans dat die schade is lijdende, schuldich is dieschade, binnen de vier-en-twintigh uren dat hij die beesten op sijn landtheeft ghevonden ende doen schutten, te doen beleijden ende visiteren, 't zijmet twee schepenen oft [met] goede mannen, die hij daertoe ghereetste kanbecomen, partije daertoe gheroepen.

69. Ende alsoo beleijdt ende ghevisiteert zijnde, wordt het verclaren vande selve in rechte ghelooft, ende ten registre van den griffier aengheteeckenthoe vele die beschuldigheijt[34] is bedraeghende, die den proprietaris van deselve beesten ghehouden is promptelijck te voldoen; ende in cas van weijghe-ringhe, daertoe ghedaeght wordende, wordt terstont in de voldoeninghevan de voorschreven beschadigheijt gecondemneert, immers ten minsten bijprovisie, indien hij allegeerde eenighe redenen ter contrarien, die schenenten principalen eenige apparentie van fundamente te hebben.

70. Wordt oock een ieghelijck gheauthoriseert, vindende vremde beestenop sijn landt, die selfs, midts de absentie van den schuttere, in't schutbochtte moghen brenghen, midts daeraf nemende kennisse, indien 't selve doen-lijck sij.

71. Ende indien 't voorschreven beleije binnen de voorschreven vier-en-twintigh uren niet en werde ghedaen, maer dat de ghene die de schadepretendeert 't selve versuijmen [versuijmde], in dien ghevalle is hij van deselve sijne actie vervallen oft versteken.

TITEL V.

VAN BANNISSEMENTEN ENDE BALLINGHEN.

72. Item, moghen drossaert ende schepenen vonnisselijcken bannen alledelinquanten uijt dese jurisdictie, indien sij de saecke daertoe vinden ghedis-poneert ende datter van het misdaet anders gheen straffe toe en staet, 't zijvoor eenigen tijdt, op de gheesselinghe, brandtteecken oft op de galghe, nahunne verdiensten.

p 176

73. Item, oft ghebeurde dat eenighe soodanighe ghebannen, voor deexpiratie van den tijdt wederomme quame binnen dese jurisdictie, sonderconsent van den heere oft dispensatie, maer uijt sijn eijghen authoriteijt, dathij alsdan wederom sal worden gheapprehendeert, ende het voorgaendevonnisse binnen vier-en-twintig uren daernaer worden ter executien ghestelt,sonder eenigh ander vonnisse meer daerover derven ghegheven [te] worden.

74. Item, soo wie eenen ballinck, van dese justitie ghebannen zijnde,willens ende wetens binnen hunnen huijse, hove oft elders logeerde oft her-berghde, sonder den heere oft officier dat goets tijdts te adverteren, diewordt ghecorrigeert arbitralijcken, ter ordinantie van de weth, na ghele-gentheijt van de saecke.

TITEL VI.

VAN BESETTE ENDE BELEIJDE, MET DATTER AEN KLEEFT, AENGAENDE DE ERFGOEDEN.

75. In den-eersten, dat alle reële saecken, als van schepene-brieven,renten, chijnsen ende dierghelijcke saecken sullen worden vervolght endeghe-intenteert bij besette, ghelijckmen van oudts heeft gheploghen.

76. Behoudelijck dat voortaen, die eenighe gronden van erven sal willenbesetten voor eenighe achterstellighe verloopen, renten, chijnsen oft andereactien, schuldigh sal zijn ter eerster presentatien ter rollen te stellen sijnet'achterheijdt, waervore hij de selve besettinghe is doende, met declaratievan de somme ende lesten verschijndagh der selver.

77. Item, dat in 't doen van d'eerste besetsel de wete daeraf sal moetenghedaen worden aen den eijghenaer van den besetten pant, bewint-hebber,oft ten minsten aen de ghebruijckers der selver, ende dat bij den stadt-houder ende eenen schepenen, oft twee schepenen alleene, indien dieneijghenaer oft sijtie ghecommitteerde binnen den dorpe is vintbaer, oft [aenden gheebruijcker, indien ?] dat't selve landt wordt gecultiveert.

78. Ende hem houdende buijten s'dorps, dat hem daeraf sal de weteworden ghedaen met brieven van insinuatie, inhoudende inthimatie endedeclaratie van den eerstvolghenden recht-dagh, om de saecke te commenontsetten, oft verantwoorden, indient hem goet dunckt; ende sal den brief,toe-ghesloten ende beseghelt met des dorps segele, worden gheedraghenbij eenen ghesworenen vorster deser jurisdictie.

p 178

79. De welcke (soo oock den stadt-houder oft schepenen doende de wetebinnen dorps) schuldigh zijn ter naester rollen daeraf hun relaes te latenteeckenen, met oock hen verklaren van de antwoorde die hen is ghegeven.

80. Ende oftmen niemandt en conde becommen, om de voorschreveninsinuatie aen te doene, salmen in die stede ter kercken uijt na de hoogh-misse des sondaeghs, ter meeste vergaderinghe het kerck-ghebodt doen, datde goeden zijn beseth, ende dat oock ter rollen doen teeckenen.

81. Ende 't voorschreven eerste beseth ende de wete alsoo behoorlijckghedaen [, ende] het relaes ter eerster rollen gheteeckent zijnde, dat denbesetter dan ghehouden is op 't voorschreven beseth goet te volghen opsijnen eersten dagh van rechte ende tweede besetsele.

82. Item, ten ghenechte daernaer volght op sijnen tweeden dach vanrechte ende derde besetsele, ende den volghenden ghenechte daernae opsijnen derden daghe van rechte ende vierde besetsele ; ende wordt 't voor-schreven goet alsdan ghewesen ter dachhuedinghe totten hooghsten van dendage, om oft iemant alnoch 't selve goet wilde comen ontsetten oft verant-woorden.

83. Waernaer, het hooghste van den daghe over stier zijnde, wordt tenversoecke van partije ghewesen den dagh te recht ghehuedt, indien dattergheene stoornisse en is geschiet, ende den pandt ghewesen tot leveringheende verhueringhe in 't voor-jaer.

84. D'welck ten eersten ghenechte daernaer gheschiet; wordende tusschen't selve ghenecht den besetter 't voorschreven beset goet met rus ende rijsvoor sijn eijgen proper goet ghelevert, ende daeraf ghedaen zijnde eenkerck-gebodt, wort 't selve ten uijtganghe van de bernender keerssenmetten heer ende wet verhuert voor jaer ende dagh, sonder verbaelmondendes goets, ende soo veel langer als de uijtwinninge in 't na-jaer dueren sal,indien de voorschreven uijtwinninghe wordt voorts vervolght.

85. Item, ende hebbende iemant 't selve beseth goet van den heeregehuert, is de huere van den voorgaenden huerlinck teghens den proprie-taris van dien pant aenghegaen cesserende, ende moet die huere volgen dieden pant van den heere huert, met oock het besaeijde op 't velt, behoude-lijck den voorgaenden huerlinck sijn ploech-recht ter tauxatien van schepenendaeraf verstant hebbende.

p 180

86. Ende midts dat de voorgaende huere metten proprietaris aengegaen,mits de voorschreven evictie uijt is, ende dat dien huerlinck de huere nieten mach genieten, heeft dien aengaende sijn actie van beschadigheijdtteghens sijnen verhuerdere.

87. Item, zijnde de evictie van 't voor-jaer gepasseert jaer ende dagh, isden evincent schuldigh ten eerstvolghenden ghenechte daernaer de saecke inrechte te presenteren, ende alsdan rekeninghe van sijnen handel van denvoor-jaere te presenteren, indien iemandt daer rekeninghe af begheerde,ende voorts te volghen op sijnen eersten dagh van den ghedaeghde[ghedinghde?] in 't naer-jaer.

88. Item, ten ghenechte daernaer volght op sijnen tweeden dagh vanghedaeghede [ghedinghde ?] in 't naer-jaer, ende ten ghenechte daernaer opsijnen derden dagh van ghedaeghde [ghedinghde ?] in 't naer-jaer ; endewordt dan wederom ghewesen dat den dagh sal worden ghehuedt tot op 'thooghste van den daghe, als vore, om oft iemandt dien besetten pandt alnochwilde commen beschudden oft verantwoorden; ende niemandt comparerende,het hooghste van den daghe overstreken zijnde, wordt ghewesen den daghte rechte ghehuedt, ende ghewesen tot leveringhe, ende na drij sondaeghschekerckgheboden tot vercoopinghe.

89. Waernaer ten volghenden ghenecht-daghe oft oock tusschen middelentijde wordt den evincent den besetten pant ghelevert in 't nae-jaer met rusende met rijs, met hooghe, met leeghe, met natte, met drooghe, metclepele, met clincke, met gronde, bodeme ende allen sijnen toe-behoorten,voor sijn proper goet, behoudelijck dat hij 't selve brenghe ter chieringheende vercoopinghe, d'welck ten genechte na de drij kerckgheboden moetten uijtganghe van der bernender keerssen gheschieden; ende moet allen 'tghene voorschreven is, soo in 't voor-jaer als in 't naer-jaer, punctuëlijckvan ghenechte tot ghenechte worden achtervolght, sonder eenen ghenecht-dagh te moghen overslaen, op pene dat die procedure valt desert, alleen-lijck dat de saecke wel voor een reijse soude moghen ghecontinueert worden.

90. Item, oft de proprietaris voor alle vercoopinghe alnoch compareerdeende de besette goeden begheerde te ontsetten, sal daerinne ontfanghenworden onder sufficiente cautie, ende midts aen den uijtwindere refunde-rende de costen, soo in 't voor-als naer-jaer, tot dien daghe toe gheresen,ter tauxatie van de heeren.

p 182

91. Gelijck oock hij sijnen pant sal moghen ontsetten comende na deverhueringhe voor't expireren van den jaere, maer sal dien niet tegenstaendede huere metten heere gheschiet voor't jaer blijven stadt grijpen.

92. Item, ende als de voorschreven ghe-evinceerde goeden, bij faulte vanontsette metten heer ende weth, ten uijtganghe van der bernender keirssein der manieren voorschreven zijn verkocht, alsdan moet d'uijtwinderevooral aen de coop-penninghen vinden ende goet ghedaen worden sijn rech-telijcke costen van der evictie daeromme in't voor-ende naer-jaer ghedaen,ter tauxatien van de weth, weder dat de renthieren toecommen oft niet.

93. Item, ende oft aen de coop-penninghen eenighe renthieren aen hunnerenten quamen te snevelen, alsdan wordt den renthier, die den pandt heeftghe-evinceert, daeraen ghepasseert drij jaeren verloops, ende sijne voordereverloopen gheduerende de evictie verschenen, ende de andere persoonengheene evictie ghedaen hebbende, wordt alleenlijck gepasseert twee jarenverloops, behoudelijk hen verhael op den proprietaris dien pant besetenhebbende.

94. Item, ende den cooper voldaen hebbende sijnen coop, wordt hemalsdan verleent sijnen goedenis-brieff, midts dat den val van der keirssenhem is goedende in alsulcke uijtghewonnen goeden.

95. Item, soo wanneer datter eenighe persoonen oft inghesetenen, t' zij man oft wijf, fugitijf oft aflijvigh worde bevonden, achterlatende een becom-mert sterf-huijs, sullen de crediteuren op alsulcke goeden moghen procede-ren bij besettinghe, ende daeroppe volghen met vier besettinghen, als hier-vore noch is gheseght, onder den titel: Van arrestementen ende apprehentienop persoonen om civiele saecken[35]; ten ware [behoudelijck dat?] iemandtvan de crediteuren, vonnisse hebbende, sal vermoghen te procederen bijexecutie tot vercoopinghe der selver.

96. Ende indien niemant vonnisse en hadde, salmen de goeden mettenheer doen beschrijven, ende soo daer eenigh perijckel van verlies ware, soosal den heere die ten versoecke van partije ten hooghsten ende schoonstenna een sondaeghs kerck-ghebodt moghen doen vercoopen ad opus jushabentis, ende sullen de penninghen daeraf comende blijven ter selvernatueren al oft die niet verkocht en waren.

p 184

97. Item, ofter oock iemandt in rechte compareerde die eenighe besettegoeden wilde comen ontsetten, en is den evincent niet schuldigh hem daer-inne te ontfanghen, maer vermagh, indient hem goet dunckt, versoeckenexhibitie van sijne qualiteijt, in welcken ghevalle de ontsetter schuldigh is't selve, den rechte ghenoech zijnde, te doen blijcken, oft wordt hem gheper-mitteert met sijne besettinghe te moghen voorts varen.

98. Ende oft oock iemandt quame eenighe panden ontsetten, ende daer-inne bij den evincent ontfanghen werde, maeckt alsdan sulcken ontsetter desaecke zijn, ende is voor de schuldt condempnabel, weder hem den pant toe-comt oft niet.

99. Item, sal oock eenen ontsetter, ghethoont hebbende van sijne quali-teijt ende titule, als bij de ontsette goeden loco cautionis wilt, verbinden,schuldighe zijn uijt te steken alle de verbintenissen ende lasten daer denpandt voor is verbonden; ende indien iemandt bevonde dat den pandt daer-vore niet solvent ghenoech en ware, sal schuldigh zijn andere sufficientecautie te stellen van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoene, oftandersints wordt den evincent ghepermitteert met sijne besettinghe temoghen voorts varen.

100. Item, die op eenige nieuwe goeden wilt procederen op [om] eenigeschatschult, sal daerop moeten procederen van ghenechte tot ghenechte,met drij daghen van rechte ende vier besettinghen, in der manieren hiervoorverhaelt, ende worden die goeden ten vierden besetsele ghewesen verreijcktvoor des aenlegghers t'achterheijdt, midts de selve [te] gewarigen indieniemant dat versoeckt.

TITEL VII.

VAN BORCHTOCHTEN.

101. Item, die borghe ghebleven is als principael oft als voor sijn eijghenschult voor de betalinghe van eenighe somme, magh daervore in rechteaenghesproken worden eer den principalen debiteur ghe-excusseert isgheweest, alwaert oock soo dat de belofte oft borchtochte luijde van teblijven borghe als principael bij faulte van betalinghe, als den origineel debi-teur in faulte is van [op] den besprokenen tijde te betalen.

102. Item, soo wanneer twee oft meer persoonen beloven te betalen

p 186

sekere somme, elck een voor al, als principael, oft elck in solidum, oft oockin sulcker manieren borghe blijven, zijn dien volghende convenibel elck eenvoor al, sonder divisie, niet teghenstaende dat sij andersints het beneficievan divisie niet en hebben gerenoncieert.

103. Maer een simpel borghe sonder de voorschreve clausule als princi-pael oft als [voor] sijn eijgen schult, en magh uijt krachte van sijn eijghenborchtochte niet aenghesproken worden, ten zij dat de principael debiteurende sijne goeden eerst uijtghewonnen ende ghe-excusseert zijn.

104. Ten ware nochtans dat iemandt hem borghe hadde gheconstitueertvan te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen; de welcke, sonder voor-gaende excussie van den principalen debiteur, uijt krachte van het vonnisseteghens den principalen ghewesen, mach voor sijne voorschreven borch-tochte ghe-executeert worden, alwaer 't oock soo dat, sulcken borghe dencrediteurs goeden, ruerende oft onruerende, wese, die den originelengecondemneerden debiteur competeren, der jurisdictie van den rechter die't vonnis ghewesen heeft onderworpen.

105. Item, de ghene die borghe is van iemanden in rechte te sisterentoties quoties, is ontslagen na dien hij dien persoon eens in presentie vanpartijen oft van sijnen [procureur] heeft ghesisteert ende aldaer ghepro-testeert van sijne diligentie.

106. Item, al ist soo datmen den principalen schuldenaer daghe van beta-linghe ghegeven heeft sonder consent, wille oft wete van den borghe metclausule als principael, oft andersints, blijft des niet te min de selve borgheverbonden, behoudelijck dat hij magh ghenieten van den daghe van beta-linghe den principalen ghegunt, ten ware datter expresse innovatie van deschuldt ghebeurt ware, oft dat de borghe hem alleen voor sekeren ghelimi-teerden tijt verbonden hadde.

107. Item, eenen verweerdere, wordende uijt eene rauwe actie aenghe-sproken, en is niet ghehouden terstont cautie te stellen van te rechte testaen ende 't ghewijsde te voldoen, ten ware dat, sijn antwoorde ghehoortende ghesien zijnde, bevonden werde de saecke daertoe ghedisponeertte zijn.

108. Maer die uijt eene klare obligatie wordt aenghesproken ende eenighperemptoir feijt oft defentie antwoordende heeft gheallegeert, waerdoor datde saecke comt uijtghestelt te worden, is ghehouden, ten versoecke van

p 188

partije, borghe te stellen van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen.

109. Item, moet oock de ghene die voor den verweerdere wilt interve-niëren, borghe stellen van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen, eerhij in de interventie ontfanghen wordt, om den originelen verweerderebuijten processe te houden, indien partije daerop excipieert.

110. Item, daer, als vore, cautie valt te stellen, daervan en kan hemniemandt eximeren oft bevrijden onder 't decksel van sijne notoire solventieende possessie van vele meublen ende immeublen, hoe rijck hij soudemoghen wesen, ende mach alsulcke cautie in omni parte litis gheheijschtworden.

111. Item, zijnde in rechte ghewesen dat partijen malkanderen moetencautie stellen, d'aenlegghere voor de costen van den processe, ende deverweerdere van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen, in sulckenghevalle en kan d'een d'ander niet bedwinghen tot het stellen van de selvecautie, ten ware, die sulcks wilde doen, van sijnder sijden 't selve vonnisseeerst hadde voldaen.

112. Item, als eenen verweerdere is ghecondemneert seker somme ondercautie te namptiseren, behoudelijck hem sijne defentien ten principalen, enis d'aenlegghere niet voorder ghehouden cautie te stellen dan voor depenninghen die ghenamptiseert sullen worden, ende dien-volghende en isdien borghe oock niet voorder verbonden; dan, eenen verweerdere,willende oock hebben cautie voor de costen, schaden ende interesten, isschuldigh dat in de materie principael te versoecken.

113. Item, een borghe, 't zij met clausule als principael oft andersints, inrechte uijt krachte van sijnder borchtochte aenghesproken zijnde, en is nietghehouden borghe te stellen van te rechte te staen ende 't ghewijsde tevoldoen, maer alleen voor de costen van den processe.

114. Item, een die ghehouden is borghe te stellen ghestaet midts verbin-dende sijne erfgoeden, daervore sufficient zijnde boven alle commeren; desis hij ghehouden, daertoe versocht sijnde, de selve commeren onder eedt teverklaren.

115. Item, indien sulcken persoon onder eedt verklaerde sijn uijterstebeste ghedaen te hebben om eenen borghe te krijgen, ende niemandt enheeft konnen vinden die hij daertoe heeft konnen verwillighen, noch onrue-rende goederen te hebben die hij voor die cautie soude hebben konnen

p 190

verbinden, ghestaet alsdan met cautie juratoir, sonder dat hij ghehouden issijnen huijsraedt, geldt, obligatien oft coopmanschappen bij specificatie over.te ghevene oft specialijck te verbinden, ten ware hij suspect ware vanvoorvluchtigheijdt oft van quade trouwe, in welcken ghevalle den rechterdaerinne soude moghen versien na gheleghentheijt van de saecke.

116. Item, eenen borghe van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen,oft oock alleenlijck van iemandt te sisteren, oft voor 't lichten van eenighepenninghen iemanden by provisien aenghewesen, wordt van sijne borch-tochte ontslaghen nadien datter binnen s'jaers gheenen termijn in denprocesse ghehouden ende alsoo d'instantie ghesuranneert is.

117. Item, datmen alhier niet en sal ontfanghen eenen afghesetenen alsaenlegghere teghens eenen inghesetene, ten zij, des versocht zijnde, hijalvoren, deser hooft-bancke bedwanckelijck, sufficiente cautie ghestelthebbe voor de costen van den processe, ten ware uijt ghelegentheijdt vande saecke bij de wethouderen anders gheraden ghevonden werde.

118. Item, als iemandt voor schepenen deser heerlijckheijt hem vooreenen vremden oft buijten deser jurisdictie gheseten borge constitueert,mach de ghene tot wiens behoeve de borch-tochte is ghedaen den selvenborghe binnen deser jurisdictie aenspreken, indient hem belieft, nietteghenstaende dat den principalen debiteur solvent ende machtigh ghenoeghis te betalen.

119. Ende want datter een oft meer persoonen hen als principael vooreenen buijten-man borge hadden gheconstitueert, mach den crediteur eenvan de selve een voor al aenspreken in der manieren ende niet-teghen-staende als vore.

120. Item, twee inghesetenen teghens den anderen in 't proces zijnde,ende dat een van hen beijden geduerende den processe buijten de juris-dictie vertreckt, is ghehouden, des versocht zijnde, te stellen cautie voor dekosten van den processe, ende een verweerdere, van alhier te rechte testaen, ende 't ghewijsde te voldoen deser jurisdictie bedwanckbaer.

p 192

TITEL VIII.

VAN BASTAERT-KINDEREN.

121. De heer aenveert allen het goet dat eenen overwonnen bastaertachter laet, stervende sonder wettighe kinderen achter te laten, midtsnochtans betalende alle wettighe schulden, sonder dat sulcken overwonnenbastaert testament magh maecken, oft van sijne goeden disponeren, oft [die]bij legaten wegh maken.

122. Item, sulcke overwonnen bastaert en succedeert oock niet in sijnsmoeders goet, noch oock opwaerts in rechte linie van de moederlijcke sijde,al en waer de moeder oock niet ghehouwt geweest.

123. Item, en moghen d'ouders sulcke overwonnen bastaerden oockgheene erfghenamen instituëren, noch eenighe legaten maecken anders danheure bloote alimentatie.

124. Item, aenveert oock den heer alle de goeden achterghelaten bijeenen simpelen bastaert stervende sonder wettighe kinderen ende testa-ment te maecken, de welcke van sijne goeden bij testamente magh dispo-neren sonder consent oft octroije van den hove, midts dat sulcken testa-ment oft uijtersten wille sij gepasseert voor schepenen oft notaris endeghetuijghen.

125. Item, simple bastaerden en succederen niet in de achterghelatenegoeden heurs vaders ab intestato, al waren die oock ghelegitimeert, soolanghe alsser andere wettighe erfghenamen zijn.

126. Item, en heeft oock gheen bastaert recht van successie, 't zij in de

p 194

rechte linie oft uijter sijden van den vader, ten zij dat 't selve hem ghelatenworde bij testament oft anderen uijtersten wille.

127. Maer simple bastaerden ende heure wettighe kinderen succederenin heure moeders goeden, ende oock in den rechten opgaenden struijck oftlinie van de moederlijcke zijde, oock met de wettighe kinderen, henne broe-ders oft susters van de moederlijcke zijde, maer niet in collaterale successie.

128. Insghelijks succedeert de moeder alleene, oft heure erfghenamen, inde goeden van heur bastaert kindt, sonder wettighe kinderen ghestorvenzijnde.

129. Item, een vrouwe, ghehoudt oft onghehoudt, wordt bij heuren eedtghelooft te noemen den vader van heuren kinde, soo verre den man, dien sijhet kindt gheven wilt, bekent met heur te doen ghehadt te hebben, oft datde vrouwe 't selve bethoonen kan; d'welcke oft de vrouwe niet en condebethoonen, magh den man, ten versueeke van de vrouwe, hem alsdan daerafpurgeren bij eede, dat hij de moeder niet bekent en heeft, ende is alsdan vanden kinde ontslagen.

130. Item, de vrouwe moet heur bastaert-kinderen houden een vieren-deel jaers met heuren borsten, 't selve bij heur doenlijck zijnde, daervoreende voor haer kinderbed-gelt tsamen de man heur schuldigh is te betalendrije carolus gulden, ende na het vierendeel jaers soo moeten vader endemoeder, soo langhe sij onghebonden oft onghehout zijn, het kindt half endehalf tot ghelijcken coste onderhouden.

131. Item, indien een van beijden ghehoudt waere, oft namaels trouwde,ende d'ander niet, soo moet die ghetrouwt is 't selve kindt onderhouden totsijnen kost alleene ter tijdt toe dat d'ander oock ghehoudt is, ende alsdanmoeten sij wederomme 't selve kindt tot ghelijcken coste half ende halfonderhouden.

132. Item, een vrouwe magh altijt de naeste sijn om heur bastaert-kin-deren te houden soo verre sij 't kindt houden wilt tot heuren coste endesonder cost van den vader, ende anders niet, ten ware den vader eenighemerckelijcke redenen thoonde, waeromme de moeder 't selve kindt niet enbehoorde te houden.

133. Item, een mans-persoon die een meijsken ghedefloreert heeft moetheur gheven voor beuren maechdom sesthien gulden.

p 196

TITEL IX.

VAN BETALINGHE, BEWIJSINGHE ENDE COMPENSATIE.

134. Item, niemant en is ghehouden in betalinghe van sijne tachterheijt teaenveerden obligatien bij maniere van bewijsinghe, ten zij het hem belieft.

135. Item, de bewijsinghe aenveerdende, blijft des niet te min de eerstedebiteur verbonden soo langhe tot dat hij is metter daet betaelt oft effec-tuëlijck vernuecht van sijne schult, mits dat bewijsinghe gheene betalingheen is, ten ware nochtans den crediteur sulcken bewijs hadde in absolutebetalinghe ghenomen, ende hem daermede over dat die is hadde ghecon-tenteert.

136. Item, compensatie van schult teghens schult en wort niet verstaenipso jure gheschiet te zijne, maer moeten partijen de selve metter daethebben ghedaen ende gheaccordeert, oft die anderssints in rechte hebbengheobjicieert.

137. Item, 't ghene dat vercocht is om met ghereeden ghelde ende nietop dagh betaelt te worden, daeraf gheen obligatie en is ghegheven, wortmerckelijcken tijt daernae ter arbitragien van den rechter ghehoudenghereet betaelt te zijne, ten ware dat den debiteur corts nae den coop absentoft insolvent ware bedeghen, oft den crediteur beleth ware gheweest sijneschult te vervolghen, oft oock des hadde gheprotesteert aen den debiteurvan sijne diligentie van de maninghe, ende gheeene betalinghe en haddekonnen krijghen.

TITEL X.

VAN CALENGIERINGHE ENDE NADERSCHAP.

138. Item, van alle vercoopinghen van huijsen ende gronden van ervenbinnen dese heerlijckheijt gheleghen, mitsgaders van vercoopinghen vanrenten ende chijnsen, valt calengieringhe ende vernaerderinghe uijt ver-schelde saeken.

139. Ende eerst van bloets-weghen totten vierden graet toe inclus, vandeels weghen, van mede-pantschap weghen, van servitut van daerover teweghen, en snevende renthieren, wordende altijt gheprefereert den naesten

p 198

van bloede, den meesten deelhebber der swaersten mede-pantschap, endeswaerste servitut hebbende.

140. Item, daer alle de voorschreve actionarisschen pretenderen te calen-gieren, heeft het bloet recht van preferentie, daernaer den deel-hebber,daernae van mede-pantschap, ende de servitut de leste, alsser niemantanders calengieringhe en doet.

141. Item, die eenighe calengieringhe ende vernaederinghe wilt doen vaneenighe erf-goeden voorschreven is schuldigh dat te doen binnen den derdendaghe van de vercoopinge in respecte van gronden van erven die, naevoorgaende evictie in 't voor-ende nae-jaer daeroppe gheschiet, metten heerende weth worden vercocht, oft anderssints, den voorschreven tijt over-streken sijnde, wort een ieghelijck daeraf versteken.

142. Item, in respecte van de huijsen ende gronden van erve uijtterhandt vercocht, daeraf de drij kerck-gheboden in der kercke op drij sonda-ghen vervolghende ghedaen sijn, moet de calengieringhe gheschieden vooralle goedenissen die met het schieten van den halm moeten ghedaen worden,ghelijck hierover titulo van: Contracten, opdrachten, goedenissen, etc. [36], naer-der sal worden verklaert ; ende daer de kerck-gheboden niet en sijn ghedaenvoor de voorschreve goedenisse, maer eerst daernae worden ghedaen, machde calengieringhe noch gheschieden voor het derde oft leste kerck-ghebodt,ende daernaer niet meer.

143. Item, ende daer geene kerckgheboden gedaen en sijn oft en wordenblijven de vercochte goeden calengierbaer totter tijt toe die na het out her-commen alhier behoorlijck ghedaen sijn.

144. Item, daer eenighe calengieringhe ghedaen wort van bloets-weghenmalkanderen even nae bestaende, oock van deels-weghen, mede in ghelijckengraet ende ghelijck deel, oock van mede-pantschap weghen, ghelijcken swarenlast hebbende, oft van servitut even swaer, alsdan wort gheprefereert denghenen die sijne calengieringhe eerst intenteert ende [sijne] neerstigheijtheeft ghedaen.

145. Item, ende soo wanneer iemant eenighe erfgoeden pretendeert tecalengieren, is schuldigh in handen van den drossaert oft sijnen stadthouderte namptiseren gout ende silver, ende oock borghe te stellen, deser heerlijck-

p 200

heijt bedwanckelijck, voor 't voldoen van den coop, ende te verklaren deredenen uijt wat hoofde hij het vercocht goet wilt vernaerderen, 't zij vanbloets-weghen, deels-weghen oft gronts-weghen, d'welk den clercq salschuldigh wesen te registreren.

146. Item, de voorschreve calengieringhe ghedaen sijnde, is de calen-gierder schuldigh cooper ende vercooper daeraf wete te doen, ende hem tedoen daghen teghens den eerst-komenden ghenechte, ten eijnde sij overeedt kommen doen het verklaren van den deughdelijcken coop, Godts-pen-ninck, lijf-coop ende andere dependentien ende appendentien van dien, oppene van te vervallen van henne voorschreve calengieringhe.

147. Item, is oock de calengierdere schuldigh, des bij den cooper oftvercooper versocht sijnde, eedt te doen dat hij de voorschreve calengierin-ghe is doende ende ghedaen heeft t' zijns selfs behoef ende profijte, ende bijniemant anders daertoe en is ghesuborneert, maer dat hij 't selve jaer endedagh behouden sal, sonder argelist, oock op voorgaende pene.

148. Item, den voorschreven eedt, ende voorts bij cooper ende vercoopervan ghelijcken hen verklaren op des calengierders versoecke over eedtghedaen sijnde van den deughdelijcken coop, Godts-penninck, lijf-coopende dependentien van dien, is de calengierder schuldigh, indien de calen-gieringhe niet en wort bekent, maer daerteghens oppositie valt, binnensonne-schijn van dien daghe te namptiseren in s'heeren handen de pennin-ghen die comptant moeten voldaen worden, metten Godts-penninck endelijf-coop der selver, ende voor de penninghen die op dagh te betalen sijnende andere voorwaerden ende conditien van der coopmanschap te stellengoede sufficiente cautie ende borchtochte, oft panden goet ghenoech zijndeom te volkommen ende volbrenghen de gheheele coopmanschappe, naeruijtwijsen van de voorwaerden, oock op pene van vervallen ende verstekente zijne van sijne naderschap.

149. Item, sal insghelijckx oock de cooper, willende hem teghens decalengieringhe partije maken, ten selven daghe binnen sonne-schijn moetenconsigneren ende namptiseren onder de weth de penninghen dier ghereetmoeten ghetelt worden, ende voorts moeten doen als in den voorgaendenarticule, op pene van vervallen ende versteken te zijne van sijnder oppositie,

p 202

ende sal in dien ghevalle den calengierder, sijne calengieringhe volghen.

150. Item, ende oft de calengierder niet en begeerde te versoeckendeclaratie over eedt van den cooper ende vercooper, hoe ende in watmanieren de coopmanschap bij den palmslagh is ghemaeckt ende ghesloten,maer van meijninghe is 't selve anders te thoonen, d'welck hij sal moghendoen, sal hij evenwel ghehouden sijn de voorschreve consignatie ende andereboven verhaelde versekeringhen te doen, oock binnen den voorschrevengelimiteerden tijde ende sonne-schijn van dien daghe, van 't ghene cooperende vercooper presenteren te affirmeren, ende de cooper van gelijcken,oock op voorgaende pene.

151. Item, de vercooper begheerende ende versoeckende voldaen tewesen van sijne coopmanschappe, sal moeten terstont betaelt worden vande genamptiseerde penninghen bij den calengierder oft cooper in rechtegheconsigneert; des is hij schuldigh het vercocht goet op te draghen inhanden van den heere met het schieten van den halme, ende daeraf teverthijdene tot behoeve van den ghene daertoe gherecht sijnde.

152. Item, en salmen gheene kerck-gheboden moghen doen omme decalengieringhe metter verkortinghe des tijts te perimeren voor ende aleerden coop van de voorschreve goeden tusschen cooper ende vercooperen sij finalijck ghemaeckt ende metten palmslagh ghesloten.

153. Item, dat het recht van calengieringhe is verschenen soo haest alsden coop metten palmslagh besloten ende bevestight is, sonder dat cooperende vercooper in prejuditie van de calengieringhe dien coop moghen te nietdoen, de calengieringhe ghedaen zijnde, maer voor alle calengieringhemoghen malkanderen daeraf quijtschellen.

154. Item, soo wanneer iemant eenighe onruerende goeden permuteert,vermangelt oft transporteert teghens eenighe andere onruerlijcke goeden,oft oock eenighe goeden uijt eenighe vrientschap wech gheeft sonderbedrogh, en is daeraf gheen calengieringhe alsdan vallende, ten ware dat diegoeden op ghelt ghe-estimeert ende ghepriseert werden, in welcken ghevallecalengieringhe oock stadt-grijpt.

155. Item, ende oft iemant eenen anderen eenighe erf-gronden vercochtvoor sekeren prijs van ghelde, ende hem die onder de weerde liete uijt

p 204

respecte van eenighen dienst oft andere deughden ende vrientschappen bijden vercooper van den vercooper [cooper] ghenoten, ende dat de vercooperanders sulcken vercocht goet niemant anders voor dien prijs en soudehebben willen laten, doende de vercooper daerop sijnen eedt, in sulckenghevalle en valt daer oock gheene calengieringhe.

156. Item, indien den calengierder in sijne calengieringhe obtineert,moeten hem oock volghen de vruchten op 't ghecalengiert goet ghewassen,oft daeraf ghekommen zijnde van den tijt dat hij sijne calengieringhe heeftghe-intenteert ende de wete daeraf aen den cooper ende vercooper heeft doendoen, de welcke den cooper nae de goedenisse ghevolght souden hebben.

157. Item, heeft oock eenen eijghenaer oft proprietaris recht van calen-gieringhe soo wanneer eenen tochtenaer zijn recht van tochte vercoopt;maer eenen tochtenaer en heeft gheen recht van calengieringhe als deneijgenaer duerende de tochte sijne actie vercoopt.

158. Item, soo wanneer iemant heeft de tochte aen eenige erf-renten opgronden van erven beseth, ende dat dien tochtenaer de tochte van de rentevercochte, soo en heeft oock den proprietaris van den pant daeraen gheenrecht van calengieringhe, dan wel alleen den ghenen die de proprieteijt vande selve rente competeert.

159. Item, soo wanneer eenigh huijs, hoeve oft landt verhuert wort bijeenighe proprietarissen daer ander mede paert ende deel aen hebben, oftoock alleen verhuert sijn ghedeelte, alsdan vermach de deelhebber de huerevoor den voorschreven prijs vernaerderen ende aenveerden, ende moetd'eerste huerlinck daeraf afstandt doen, indien de selve hueringhe is ghedaensonder last oft consent van den selven deel-hebber; dies moet hij, des ver-socht zijnde, aen sijnen mede-proprietaris, als verhuerdere, borghe stellenvoor de voldoeninghe van de selve huere, voor soo vele aengaet het ghe-deelte van den voorschreven verhuerdere, ende voorder niet.

160. Item, mach oock eenen proprietaris oft deel-hebber van eenigheverhuerde huijsen, hoven oft gronden van erven calengieren de huere dieden huerlinck aen andere voorts maeckt, voor den selven prijse van de voorts-verhueringhe, om [die] voorts te moghen verhueren oft selfs behouden, tenware tusschen den proprietaris ende eersten huerlinck anders ware onder-sproken, ende dat den huerlinck den proprietaris hadde ghepresenteert dehuere over te latene voor den selven prijs hij die huere hadde overghelaten.

p 206

161. Item, ende oft oock eenen tweeden huerlinck wederomme de selvehuijsinghe, hoeve oft erve eenen derden voorts verhuerde, soo vermach deproprietaris oft deel-hebber, oft, bij ghebreke van hem, d'eerste huerlinck,sulcke leste huere oock te vernaerderen.

162. Ende omme dien aengaende alle questien te verhueden, zal de huer-linck, die sijn ghehuert huijs, hoeve oft erve voorts verhuert heeft, schuldighwesen den proprietaris 'tselve te laten weten, met declaratie van den prijsende conditien; alswanneer de proprietaris, willende de selve huere vernaer-deren, schuldich sal wesen 't selve te doen binnen acht daghen daernaer,oft daeraf wesen vervallen.

163. Item, eenen debiteur, wiens goeden, t'zij ruerende oft onruerende,bij executien vercocht sijn, en mach die niet calengieren noch vernaerderen,maer moeten den cooper blijven, sonder dat men den coop van goeden bijexecutien vercocht vermach te rescinderen uijt krachte van het remedielegis secund', Codice, De rescindenda venditione, als d'welck in desen casnae lant-rechte cesseert.

164. Item, ende van meuble goeden, rechten, actien oft obligatien uijtterhandt ende sonder executie vercocht, en valt gheene calengieringhe, soooock en doet van meublen, rechten, actien oft obligatien bij executienvercocht, noch en mach eenen debiteur die met lossen voor den prijs dat-severcocht sijn.

165. Item, soo wanneer datter diversche huijsen, hoeven oft erven bij mal-kanderen oft separaet gheleghen t'samen met eenen Godts-penninck vooreenen sekeren ghenoemden prijs vercocht worden, sonder eenighe distinctieoft onderscheet ghemaeckt te zijne hoevele elck parcheel in 't besonder wortvercocht, soo en mach niemant dien coop in deele vernaerderen, maer isschuldigh sijne calengieringhe van den gheheelen coop te doen, ten ware decooper hem daeraf een deel wilde laten volghen.

166. Item, eenen renthier , snevende sijne rente op panden metten heerevercocht, heeft oock actie van calengieringhe omme zijne rente te salverenoft aen den pant goet te maecken ; des heeft den cooper keuse van den coopte behouden, mits den renthier zijne rente daerop goet houdende.

167. Ende inghevalle sulckenen renthier hadde meer andere panden, endedaerom de calengieringhe niet en dede, maer sijiae actie op sijne mede-oftonder-panden pretendeerde te verhalen, in sulcken gheevalle heeft de proprie-

p 208

taris van sulcke mede-oft onder-panden actie van calengieringhe voor sijninterest op den vercochten principalen pant.

168. Item, inghevalle iemant, actie hebbende van calengieringhe, ware pre-sent daer de vercoopinghe gheschiede ende den lijf-coop verteert werde,ende dat hij doorginck sonder sijn aenpaert van den gelaghe te betalen, endealsoo van den lijf-coop mede ghenote, in sulcken ghevalle is hij sijne actievan calengieringhe verliesende, mits hij daerdore den coop is lauderende.

169. Item, alle calengieringhen ende naederschappen sijn in sulckervueghen stricti juris, dat den tijt daertoe staende loopt teghens meerdereende mindere van jaren, jeghenwoordighe ende absente, wetenschap van dencontracte van coopmanschap hebbende oft niet, sonder daeraf ghereleveertte moghen worden.

170. Item, naedien den calengierder sijne calengieringhe wort bekentoft aenghewesen, moet dan de selve behouden ende den coop voldoen,sonder daernaer sijne calengieringhe af te moghen gaen oft renunchieren,ten ware met consent van den coopere.

171. Item, eenen cooper, naedien hij heeft ghecocht eenighe gronden vanerven, mach, voor alle calengieringhe, daeraf houden het hout ende boomen,ende die daeraf vueren, ende behouden al dat hij heeft, eer de calengie-ringhe is ghedaen, maer daernaer niet, ende 't gheene noch op den pant leijtals de calengieringhe gheschiet, dat moet daerop blijven.

172. Item, wanneer iemant eenigh huijs oft landt bij hem ghecocht voortsterstont wederomme vercochte oft verhuerde, ende dat naderhandt binnenbehoorlijcken tijt den eersten coop-dagh werde ghecalengiert, is de tweedecooper oft huerlinck ghehouden afstant te doen, ghemerckt daerdore dentweeden coop oft huere komt te smilten ende is van onweerden.

173. Item, als de cooper selfs is portionaris, oft, uijt eenighen anderenrespecte hiervore ghedeclareert, heeft actie van calengieringhe, dien coopen can noch en mach niemant van deels [weghe] oft uijt krachte van ghe-meijnschap van chijns vernaerderen, alwaert oock dat de calengierder haddemeerder deel, oft dat sijnen chijns meerder ware dan des coopers, maer denportionaris wort gheprefereert voor de gemeijnschap van den chijnse.

174. Behoudelijck nochtans, willende eenen portionier sijnen coop oftcalengieringhe bij hem ghedaen, behouden, is schuldich den snevendenrenthier, voor oft naer hem calengieringhe binnen behoorlijcken tijde

p 210

doende, sijne rente op den pant goet te houden, ende hem sijnen achterstelte betalen.

175. Item, als eenigh landt bij uijtwinninge is vercocht, ende dat decooper ende calengierder beijde op den vercochten pant rente heffen endebeijde sneven, heeft de cooper keuse oft hij den coop begheert te behouden,mits den calengierder sijne rente goet houdende op den pant, ende beta-lende 't verloop der selver, oft de calengieringhe den snevenden renthier tebekennen, welcke renthier alsdan ghehouden is den cooper sijne rente goette houden ende 't verloop te betalene, als vore.

176. Item, wanneer een snevende renthier cooper is van sijnen pantvermach eenen portionaris, wiens deel voor de snevende rente niet verbondenen is, den selven coop vernaerderen, mits den cooper sijne rente op denselven pant goet houdende ende den achterstel betalende.

177. Item, als diversche snevende renthieren gheelijckelijck ghe-interes-seert sijn, ende den coop hebben ghecalengiert, wort in de calengieringhegheprefereert die den anderen renthieren mede-calengierderen presenteerthenne rente metten achterstelle goet te houdene.

178. Ende inghevalle sij malkanderen presenteren heure rente mettenverloopen goet te houdene, wort gheprefereert den renthier meest ghe-inte-resseert zijnde, mits den anderen sijnen mede-calengierder zijne rente mettenachterstel goet houdende ; ende oft sij beijde even ghelijck ghe-interesseertsijn, wort gheprefereert die d'eerste calengieringhe ghedaen heeft, goethoudende de rente ende achterstel van den anderen calengierder.

179. Item, ende ofter diversche renthieren quamen te snevene, ende datde jonckxste renthier, om sijne rente goet te houden ende te salveren, komptden coop calengieren, en is alsdan niet gehouden d'ander snevende renthie-ren oft hipothecarise crediteuren, gheen calengieringhe gedaen hebbende,heurlieder renten oft schulden goet te doen, als staende in de plaetse van dencooper, die daerin niet ghehouden en is.

180. Item, hoemen mach calengieren de hueren van eenighe hoeven,gronden van erven oft huijsen, bij eenighe mede-portionarissen, is hiernaeronder den titel : Van hueringhe gheseght[37].

p 212

TITEL XI.

VAN CONTRACTEN, OPDRACHTEN, HIPOTHECQUE ENDE VERBINTENISSENVAN ONRUERENDE GOEDEN ENDE RENTEN.

181. Item, niemant en kan oft en mach gheenderhande huijsen, grondenvan erven, renten oft chijnsen, binnen dese jurisdictien gheleghen, vera-liëneren, transporteren, overgheven, vermanghelen, constituëren nochbeleijden, noch oock omme eenighe somme van penninghen, 't zij als pantmetter minnen noch anderssints, verbinden, oft scheijdinghen ende deij-linghen van erf-goeden oft renten passeren, ten zij allen 't selve gheschiedeende ghepasseert worde voor drossaert oft sijnen stadt-houder ende sche-penen deser jurisdictien voorschreven, ende 't selve en worde gheschrevenende gheregistreert bij den ghesworen clercq der selver jurisdictie, endedat in deser manieren :

182. Te weten, dat voor alle goedenissen te voren daeraf sullen moetenghedaen wesen drij sondaeghsche kerck-gheboden, d'een den andereneenpaerlijck volgende, met declaratie van de selve vercochte goeden.

183. Item, de selve kerck-gheboden ghedaen sijnde, dat de vercooperede selve vercochte erfgoeden met eenen halme ende met vertijden van deselve goeden is opdraghende in s'heeren handen, [tot] de[s] coopers endesijne na-komelinghen behoeve, ende met allen den rechte dat hij daeraenhadde ende houdende was, worpende den halm uijtte handt, daermede hijuijtte selve goeden wort onterft.

184. Item, de selve verthijenisse ende opdracht in der manieren voor-schreven gedaen wesende, dat d'officier den vercooper is afvraghendeconsent omme den cooper daerinne te moghen goeden ende erven.

185. Nae welcke consent d'officier voor schepenen, ende nae manisse endewijsen van de voorschreve schepenen, den voorschreven halm wederommeaenveert, ende dien ghevende den cooper in de handt, is hem daerinnegoedende ende ervende voor hem ende sijne na-komelingen, op de condi-tien, commeren ende lasten van de voorwaerde daeraf ghemaeckt, endemits bij de cooper belovende te betalen des hertoghen bede, ende schothende loth, ende alle ghebuerlijcken rechten; ende allen 't selve in der

p 214

manieren voorschreven ghedaen ende gheobserveert sijnde, en is daernaedaeraf gheene calengieringhe meer vallende.

186. Item, alsoo voor wet-houderen van Antwerpen oock vele goeijenissengheschieden ten respecte van erf-goeden onder het marck-graefschap oftquartier der selver gheleghen, alwaer gheenen halm en wort gheschoten,noch dickmael oock gheene kerck-gheboden en gheschieden, de welcke nietghedaen zijnde, blijft de calengieringhe altijt open staende soo langhe dieniet en sijn ghedaen, noch oock en is betaelt het recht den heere alhier vansoodanighe veranderinghen oft alienatien competerende.

187. Item, ende soo dickmael vele questien rijsen door bedrogh van hetverswijghen van de commeren daer sulcke erf-goeden mede sijn belast, datde cooperen die hen binnen de stadt van Antwerpen willen laten goeden, diegoedenissen ende uijtstekende lasten alhier oock sullen moeten doen regis-treren, omme daer af notitie ghehouden te worden, ten eijnde soodanighenbedrogh daerdore des te beter mocht in 't licht kommen, ende dat de heerevan sijnen rechte, die de goedenis-brieven van Antwerpen uijtsteken, oockmocht betaelt worden.

188. Item, dat oversulckx, alle de ghene die eenighe huijsen, grondenvan erven oft andere onruerende goeden binnen dese voorschreve heer-lijckheden gheleghen sullen willen vercoopen, oft met renten oft chijnsenbelasten, schuldigh sullen sijn in de goedenisse te specificeren ende uijt testeken alle chijnsen, renten oft lasten daervoren uijtgaende, ende te belovenewaerantschap van alle andere niet uijtghesteken commeren, indien namaelsbevonden werde daer-oppe meer uijt te gaen, onder verbintenisse van sijnenpersoon ende alle ende ieghelijck sijne goeden, have ende erve, jeghen-woordighe ende toekomende, daer-oppe eenen crediteur voor alle andereschat-schulden gheene speciale verbintenisse hebbende, gheprefereert salwesen, soo langhe die blijven in den eijghendomme van den debiteur oftbelovere.

189. Item, al dat aen een huijs oft erve nagelvast oft eert-vast is behoortende moet volghen den ghenen die tselve huijs oft erve coopt, indien datden vercooper daerinne vast ghemaeckt hadde; maer indien dat hij[38] denhuerlinck tot sijne commoditeijt daerinne iet hadde ghemaeckt ende tselve

p 216

hem competeerde. in alsulcken ghevalle moet dat den huerlinck volghen,ten ware in den coop anders ware ondersproken.

190. Item, bij erfghevinghe mach-men constituëren soo vele onquijtbarerenten ende grontchijnsen alst den erf-ghevere ende erf-nemere belieft,die-men dan niet en mach afquijten dan bij wille ende consente van denerf-gevere oft sijns actie hebbende, al waren 't oock lijf-renten.

191. Item, alle renten bij erfghevinghe gheconstitueert, oft oock bijscheijdinghe ende deijlinghe, om malkanderen te verghelijcken, zijn onquijt-baer, ten ware dat schepenen-brieven sulckx mede brochten.

192. Item, men mach oock bij erfghevinghe bespreken, dat-men derenten daeruijt spruijtende mach quijten teghen den penninck sesthien,achthien, vier-en-twintigh oft meer, soo die contrahenten in de erfghevinghedat belieft te bespreken, maer niet min dan den penninck sesthien; enderenten met ghelde ghecocht staen te quijten den penninck sesthien, altijtalst den uijtreijckere believen sal.

193. Item, in't constituëren van de selve ghecochte renten sal de verlij-dere ghehouden sijn pertinentelijck uijt te moeten steken alle de voorgaendechijnsen ende renten op den selven pant uijtgaende.

194. Item, dat oock den vercooper van eenighe huijsen oft gronden vanerven den cooper sal ghehouden sijn uijt te steken oft de renten daeropuijtgaende sijn quijtbaer oft niet, ende tot wat prijse die sijn losbaer, oftanderssins ghehouden wesen dat den cooper af te draghen oft daeraf tehebben sijn ghemoet.

195. Sal oock den vercooper moeten uijtsteken wat renten vrij sijn vanalle honderste, twintighste, thiende, vijfde oft dierghelijcke penninghen,oft anderssints daeraf te moeten hebben des coopers ghemoet, als voren.

196. Insghelijckx sal oock den vercooper ghehouden wesen uijt te moetensteken alle mede-pantschap ende servituten, oock op voorgaende pene.

197. Item, die in vercoopinghen, op-drachten oft verbintenissen vanhuijsen oft gronden van erven binnen dese heerlijckheijt gheleghen rentenoft commeren bedrieghelijck verswijght, wort ghehouden voor eenen dief,ende sal voor sulckx oock mogen ghestraft worden na de gheleghentheijtvan de saecken.

198. Item, die eenighe ghelt-rente afquijten wilt, moet boven de capitale

p 218

penninghen ende achterstel oock betalen den constitutie-brief ende voorderniet, ende ghestaet oock mits betalende het verloop der selver nae rate vanden tijde ende totten dagh van de lossinghe verschenen.

199. Item, willende iemant sijnen pant van de renten suijveren, dielosbaer sijn, indien de renthier hem des t'soecke maeckt, is ghehouden denrenthier daervore in rechte te interpelleren, ende presenterende ten eerstendienenden daghe in rechte, klinckende ende blinckende, de hooftpenninghenmette verloopen, ende recht van de goedenisse, met protest inghevalle vanweijgheringhe; ende alsdan en is hij in gheen voorder verloop meer ghe-houden, indien de rente wort bevonden losbaer te wesen; ende is derenthier daeraf ghehouden, [tot] des rent-ghelders coste, schepenen quictan-tien te passeren.

200. Item, men en mach gheene renten afquijten die aen andere sijnverbonden, indien 't selve den uijtreijcker [niet en] is ghewaerschout; maermach evenwel den rent-ghelder de capitale penninghen consigneren ins'heeren handen tot behoeve [des genen] daertoe gherecht sijnde, mitsdoende daeraf insinuatie aen den rent-heffere ende den ghenen die de renteis verbonden, soo wanneer die quijtbaer is.

201. Item, den proprietaris van eenighe huijsen ende gronden van ervendie met chijnsen ende renten sijn belast, daeraf hij gheen verlijder en isnoch [die hij] t' sijnen last en heeft ghenomen, mach die verbonden pandenverlaten, ende die voor schepenen alhier renunchieren tot behoeve van derenthieren oft hipothecarise crediteuren, sonder aen hem voorder daerafghehouden te zijne dan de verloopen totte voorschreve renunchiatie ver-schenen, niet teghenstaende hem die in sijnen coop sijn uijtghesteken ghe-weest; d'welck oock stadt-grijpt als den pant bij executien wort vercocht,behoudelijck den renthier sijne actie op sijnen verlijdere oft erf-ghenamen.

202. Item, eenen verlijdere die den pant niet meer en heeft en is nietghehouden 't verloop van de rente jaerlijckx te betalen, ten ware dat denpant, gheproeft sijnde, bevonden werde niet sufficient te wesen.

203. Item, ende al ist soo dat den pant, met renten belast zijnde, bij denproprietaris in vele deelen wort ghespleten oft aen diversche persoonen vera-liëneert, soo blijft nochtans de rente onghespleten ende ghehipothequeert opalle de deelen ghelijck te voren, ende mach den renthier elck deel-hebbervan sijnen pant de verloopen van sijne rente in solidum heijsschen.

p 220

204. Item, indien eenen portionier de renten op sijnen ende meer anderepanden gheconstitueert wilde quijten, mach dat doen, ende het surplus boven't ghene hij uijt sijnen pant moet ghelden verhalen op andere panden, alsdaermede verkrijghende d'actie van den renthier in respecte van de restedaerin hij niet en is ghehouden, ende is sijnen pandt van de reste daermedeonghelast ende ghesuijvert.

TITEL XII.

VAN COMPAGNIE ENDE GHEMEIJNSCHAP VAN GOEDEN.

205. Die t' samen staen in compagnie van coopmanschap sijn een voor alghehouden voor de schulden van de compagnie, ende moghen elck in solidumdaervore aenghesproken worden, behoudelijck hem sijn verhael op sijnenmede-compaignion.

206. Daerteghens mach een ieghelijck van de compaignie gheduerende deselve in solidum voor de inkomende schulden te ageren.

207. Item, ghelaechs-ghenoten mogen een voor al bij den weert oft weer-dinne aenghesproken worden tot betalinge van den geheelen gheborchdenghelaghe, behoudelijck hem sijn verhael op sijne andere ghelaechs-ghenoten;ten ware , dat den weert oft weerdinne, in 't borghen van den ghelaghe,iemants gheloove in 't besundere ghevolght hadde, oft dat iemant in 't scheij-den zijn aenpaert betaelde, daermede hij dan van 't resterende ghelachwort ontslaghen.

208. Item, wanneer iemant in een gheselschap wort ghequetst, denghequetsten mach voor sijne beternisse een van den gheselschappe, die medestrijtbaer ende twistigh is gheweest, uijtkiesen ende sijne actie op den selvenintenteren, behoudelijck [desen] sijn verhael op sijne mede-ghesellen; maerdie niet mede strijtbaer en sijn gheweest en is [sijn] daerinne niet ghehouden.

209. Item, niemant en is ghehouden langher in ghemeijnschap vaneenighe goeden oft in compaignie te blijven dan het hem en belieft, maermach t'allen tijden daeruijt te scheijdene alst hem belieft, ende rekeninghe,bewijs ende reliqua te versueckene van den genen die de administratie heeftghehadt, ten ware datter eenen sekeren tijt-verbont ware ghemaeckt.

p 222

TITEL XIII.

DAGEMENTEN.

210. Alle daghementen van schat-schulden worden ghedaen bij den stadt-houder met eenen schepene deser hooft-bancke, oft bij twee schepenenalleen, ende alomme in ander dorpen bij de meijers oft vorsters.

211. Item, alle daghementen om thoon te leijdenen, oft in cas van inju-rien, mede als de wet-houderen ghedaeght worden om buijten-ghenecht tehouden, ende des criem civile aengaet[39], mede alle sommatien ende kerck-geboden, worden bij, de vorsters van Deurne ghedaen, ende oock bij demeijers oft vorsters in andere bancken.

212. Item, moeten alle daghementen gheschieden vier-en-twintigh urenvoor den beteeckenden recht-dagh, ten ware in respecte van de ghevan-ghenen oft ghearresteerde persoonen, die moghen geschieden als-men hem[hen] kan bekommen, oock nae sonneschijn.

213. Item, indien iemant eenen anderen dede daghen ende selfs niet encompareerde, noch hem daeraf en fundeerde vermach den ghedaeghde de sakeselfs in rechte presenteren ende zijne partije voorts doen roepen, ende nietcomparerende, doende blijcken van den daghemente, versoecken van den sel-ven daghement ontslaghen te worden, ende oorlof van den hove ende costen,d'welck ter manissen des drossaerts bij de schepenen alsoo wort ghewesen.

214. Item, men en mach om gheene schat-schulden dagen eenen bruijde-gom oft bruijt, oock niet arresteren, apprehenderen, panden, beschrijvennoch sijne goeden uijthalen ofte executeren op den dagh dat zij ghetrouwtsijn, noch als sij eerstmael sullen slapen gaen.

215. Noch oock niet daer een vrouwe in't kinder-bedde leght, soo langhehet kinder-bedde duert.

216. Item, en moghen oock niet ghearresteert, gheapprehendeert nochbekommert worden die beschreven sijn ende inne-kommen om hunnekennelijckheijt ende ghetuijghenisse te gheven.

217. Item, een weduwe oft andere, die de naeste erfghenamen sijn ablntestato van den aflijvigen, en moghen oock voor de schulden van den

p 224

overledenen niet ghedaeght, ghearresteert, bekommert noch gheapprehen-deert worden binnen de ses weken nae de doodt van den aflijvigen, maersijn dien tijt vrij, om hen te delibereren oft sij het sterf-huijs begeeren teaenveerden ofte renunchieren; ten ware binnen den selven tijde het sterf-huijs ware bevonden insolvent, ende dat d'erf-ghenamen t'selve verlieten;in welcken ghevalle den crediteuren gheoorloft is bij arreste ende besettin-ghe daerop te procederen, ende die vonnisse hebben, nae voorgaendesommatie, die te executeren.

218. Item, kinderen en moghen hunnen vader oft moeder, groot-vadernoch groot-moeder niet in rechte betrecken sonder voorgaende consent vanden drossaert, of stadt-houder in sijne absentie, ende schepenen.

219. Item, daghementen, sommatien, wettelijcke weten ende executienop sondagen ende heijligh-daghen, die-men ter eeren Godts is houdende,ghedaen, sijn nul ende van onweerden.

220. Item, alle schat-schulden van liquide obligatien, schepenen-beken-tenissen, verloop van chijnsen, renten, huijs-huere, huijs-ruijminghe, ver-teerde costen, ghedroncken ghelaghen, backers, brouwers, vette-wariersende andere schat-schulden tusschen den inghesetenen, is-men ghewoon teinstitueren bij daghemente met den stadt-houder ende eenen schepenen, ofttwee schepenen alleen onder Deurne, ende alomme elders bij meijer oftvorster.

221. Item, indien iemant eenen anderen dede dagen op obligatie inhou-dende : "brengher s'briefs," moet dat den ghedaeghde, in't doen van dendaghemente, adverteren, oft anderssints wort den ghedaeghde gheaccordeertdagh sonder prejuditie.

222. Ende doende iemant eenen anderen daghen uijt krachte van trans-port, daerteghen heeft de ghedaeghde dagh ende visie van den bescheede.

TITEL XIV.

DESISTERINGHEN ENDE VERJARINGHEN VAN INSTANTIEN.

223. Alle instantien worden nae d'jaer gheperimeert ende ghesmolten,alsmen de saeke heeft laten verjaren sonder termijn daerinne ghehouden tehebben, ten ware dat waer gheseght te furneren, ende dat daermede in desaeke ware ghesloten.

p 226

224. Ende willende eenen verweerdere in sulcken ghevalle hem met desurannatie behelpen, om de costen van dien processe te heijsschen, is ghe-houden conclusie in materie van surannatie te nemen, ende dien aengaendevonnisse te obtineren.

225. Item, als een andere [aenleggere] bevint sijne actie qualijck te hebbenghe-institueert, vermach van die instantie te desisteren, mits den verweer-dere offererende sijne costen, ende dan sijne saecke de novo te beginnen.

226. Maer eens hebbende ghedesisteert, is dan ghehouden voor detweede reijse de saecke ten eijnde te vervolghen, indien de verweerderet'selve versoeckt, oft anderssints soude van de instantie ende actie moetendesisteren.

TITEL XV.

VAN DE ERF-SCHEIJDINGHEN, SERVITUTEN ENDE RECHTEN DEN PAELDERS AENGAENDE.

227. Item, ghebueren, hebbende heure erve bij malkanderen ligghende,moeten malkanderen heure erve helpen bevrijen met thuijnen, ghelinten oftmueren, soo sij dat t'samen overdraghen, half ende half, soo verre henneerven strecken ; maer niemant en kan met recht bedwonghen wordeneenighe scheij-mueren te moeten helpen maecken, ten ware dat hem beliefde,maer ghestaet mits bevrijende sijne ghebueren, voor soo vele als hen [hem]toebehoort in den thuijn oft heijmsel te onderhouden, met eenen tamelijckenthuijn oft schutsele.

228. Item, moeten ghebueren malkanderen bevrijen van achter tot vore,soo verre henne erven aen malkanderen strecken, ende wiens huijs oftedificie langher streckt ende voorder bevrijdinghe oft heijminghe van doenheeft, dat moet hij alleene draghen.

229. Item, moeten alle heijmselen ten ghelijken coste ghestelt endeghemaeckt worden op de gherechtige palen van twee erven, ende soo voortsonderhouden, ten ware dat bleke van eenighe servitut ter contrarien bijeenighe schepenen-brieven van goedenisse tusschen partijen oft henne voor-saten daeraf voor schepenen ghepasseert; ende sijn alle heijmselen endethuijnen alsoo op heure rechte palen gheseth ende ten ghelijcken costeghemaeckt, ghemeijn.

p 228

230. Item, aengaende de winnende landen oft weijlanden neffens tweeghebueren ghelegen, moeten die oock graven ten ghelijcken coste, op hennegherechtighe palen van malkanders erve, ende die grachten ende waterlatenmede tot ghelijcken costen onderhouden.

231. Item, die eerst is klaghende ende op sijn landt vrij wilt wesen, isghehouden voren te graven 't ghene hij te graven heeft, ende soo verre hijheeft ghegraven alsdan de roede te steken ende sijnen ghebuere daeraf tewete te doen.

232. Item, als iemant teghen d'landt van sijnen ghebuere alleene graeft,moet de eerde ende het gheheulte legghen over sijn zijde, als wesende eenteecken dat hem d'erve van de grachte toekompt, ende moet tusschen de dieptevan de grachte ende d'erve van sijnen ghebuere laten twee voeten erve.

233. Item, ende oft iemant hem 't soecke maeckte ende in ghebreke vielevan te heijmene met sijnen ghebuere daerinne hij is ghehouden, vermachd'officier, des bij partije aensocht zijnde, 't selve te doen ten dobbelen twee-schat, nae vier-en-twintigh uren dat partije den ghebreckelijcke de wette-lijcke wete sal ghedaen hebben, sonder eenige voordere rechtvoorderinghedaeromme te derven doen, ende mach de ghebreckelijcke partije voor denselven dobbelen twee-schat rechtelijck af panden.

234. Item, boomen staende in ghemeijne heijmselen oft thuijnen, die ophenne gherechte palen staen oft in ghemeijne erve, sijn ghemeijn, sonderaenschouw te nemen wie die gheplant heeft.

235. Item, als paelders, om erf-scheijdinghe tusschen ghebueren te doen,gheen pael-steenen en vinden, soo moeten sij derven scheijden nae d'oudemetselrije daerontrent staende, oft na ghetuijghenisse van goeden luijdendie over langhe jaeren daer verkeert hebben, ende dien achtervolghendedaer eenen pael-steen doen setten, boven ghekerft, ende den kerf settenlinie-recht, op 't scheijden van sulken erven, ende soo verre men binnendertigh jaren daernae [eenen] anderen pael-steen vint, soo behoort menden nieuwen pael-steen uijt te doen, ende d'erve te scheijden nae uijtwijsenvan den ouden pael-steen.

236. Item, die eenighe palen versette oft uijtdede, bij hem selven oftiemanden anders, heijmelijck oft openbaer, om iemant in sijne erve oft ghe-rechtigheijt te verminderen oft frauderen, wort ghecorrigeert als een dief,ende alle de ghene die met hem daertoe behulpigh sijn gheweest.

p 230

237. Item, haghen, thuijnen, schutsels, noch oock mueren die onderd'aerde staen, en onterven niemanden, hoe langhe dat-se ghestaen hebben,noch en prejuditieren den palen niet daermede de erven ghescheijdenhebben gheweest.

238. Item, niemant en mach tusschen verscheijden partijen erven eenighepalen steken oft setten, dan in de jeghenwoordigheijt, met consent endewete van den proprietaris van der erven ten beijden sijden, oft mettenrechte bij ghesworen erfscheijders, partijen daertoe gheroepen, op pene vanarbitralijck daeraf ghecorrigeert te worden.

239. Item, soo wie eenighe heijmsels, t'zij van houte oft van leem, bovenghedeckt met riet oft anderssints, maeckt, is 'schuldigh tusschen beijdeneenen voet van sijne erve te laten, oft t' selve soo verre van sijns ghebuerenerve te setten dat den oosendrup ende water van dien dacke op sijns ghe-bueren erve niet en valt, noch [hij] daeraf eenigh letsel en lijde, sonderexpres consent van sijnen naebuere.

240. Item, indien iemant, in plaetse van eenen thuijn, gelint oft want,wilde maeken eenen muer tusschen sijns gebueren erve, mach dien maeckenop sijne eijghen erve ende tot sijnen cost alleene, sonder consent van sijnenghebuere, ende naedien dat den selven muer is volmaeckt, soo blijft hemdie alleen toebehoorende, ende en heeft den ghebuere daerinne gheen recht,ten ware dat hij t'selve van hem verkreghe.

241. Item, ende soo wie sijns selfs muer heeft staende eenen halven voetvan sijns gebueren erve, die en mach daerinne tot sijns ghebueren ervewaertsgeen gaten oft vensteren maecken oft houden, staende beneden reijckx, maerwel boven reijckx, d'welck ten minsten seven voet hooghe is onder denondersten dorpel van de selve gaten oft vensteren, alsoo boven reijckx, endemoet die sluijten ende toemaecken met ijsere geerden vast, soo nae malkan-deren dat men daer niet door en kan ghesteken.

242. Item, soo wanneer eenen ghebuere recht heeft in oft tot eenenghemeijnen muere ende bij den selven soude willen oprijsen ende hooghen,vermach met sijnen huijse oft metselerije in den selven varen, sonderdaervan aen sijnen ghebuere voor 't hooghen iet te betalen; behoudelijckindien op den ghemeijnen muer eenighe gote lage, is schuldigh de selve totsijnen coste alleen te doen legghen, wel ende loffelijck vast aen den ghemeij-nen muer op sijns ghebueren erve, ende wederom op te maecken ende te

p 232

repareren 't ghene des bij d'oprijsen van den muer oft verlegghen van degote ghebroken ende verargert sal wezen, ende van dan voortaen wel endedeughdelijck de selve gote te onderhouden tot zijnen coste, soo datter gheenghebueren schade af en hebben; ten ware de ghebuere daernae sijn huijsoock soo hooghe timmerde als d'ander; alswanneer datmen de gote wede-romme moet legghen op den ghemeijnen muer, ende die dan voorts onder-houden ten ghelijcken coste.

243. Item, mach een ieghelijck timmeren ende metsen op 't uijtterste vansijne erve, mits latende buijten sijnen muer oft want eenen halven voeterve, indien 't met schalien oft tichelen wort ghedeckt, ende eenen voeterve buijten sijnen muer oft want, indien dat met riet oft stroij ghedecktwort, sonder meer, om het vallen van den oisendrup, soodat bij sijns selfswater op sijns selfs erve is leijdende; ende alle huijsen alsoo ghemaeckt, endehebbende buijten sijnen muer erve van eenen halven oft gheheelen voet,daerop sijnen oisendrup valt, die erve behoort toe totten selven huijse.

244. Item, als in eenen muer staen freijten oft mosiergaten, noten ofthoofden van eerstmael daerin ghemaeckt over beijde sijden, oft dat tenbeijden sijden balcken ligghen in den muer, daerin oft dore gheanckertzijnde, dien muer is ende blijft ghemeijn; ende daer de mosiergaten oftfreijten alleen staen over d'een zijde, alsdan competeert dien muer alleenedien huijse daer de mosiergaten ende freijten bevonden worden, ended'ander ghebuere daernaest en heeft daer gheen recht inne, ten ware hijschepene-brieven oft wettigh bescheet hadde, dat hij daerinne gherechtware; ende t'selve niet hebbende, vermach dien muer niet ghebruijckenoft daerin eenighe haecken oft naghelen slaen; maer oft hij dat haddeghedaen, moet die wederomme uitdoen alst den proprietaris van den muerbelieft.

245. Item, een ieghelijck mach in oft op eenen ghemeijnen muer, soo welstaende tusschen ghemeijne hoven, plaetsen, erven als huijsinghen, varen,metsen, anckeren ende timmeren, ende dien soo hooghe oprijsen als hemgoet-dunckt, ten ware datter bescheet af ware ter contrarien.

246. Item, niemant en mach nochtans in eenen gemeijnen muer gaten oftvensteren maecken, noch oock licht daerdore scheppen tot eens anders erve-waerts, ten ware bij consent ende ghedoochsaemheijt van sijnen ghebuere,

p 234

mede-proprietaris van dien muere; d'welck oft hij ghedaen hadde, diepossessie en gheeft hem gheen recht, hoe langhe die heeft gheduert, maermoet tallen tijden, alst den ghebuere belieft, t'selve wederomme stoppen, alhaddet oock over hondert jaer ghestaen, ten waer hij daeraf hadde wettighbescheet.

247. Item, van ghelijcken, oock niet teghenstaende iemant eenigh lichtdoor sijns selfs muer hem alleen toe-behoorende over hondert jaren endemeer ghehadt ende gheschepen [gheschept] heeft tot eens anders mans erve-waert, die possessie en prescribeert oock niet, noch en kan den ghebruijckervan dien lichte hem daerdore, in cas van prescriptie, niet behelpen, maermoet dat wederom stoppen alst den gebuere belieft.

248. Item, niemant van de inghesetenen, t'zij backers, brouwers, ver-wers, herbergiers oft ander, hem met hout gheneerende, en moghen eenighehoutmijten stellen dan op hen-lieden erve, ende dat vier voeten van henneghebueren erve; ende indien iemant ter contrarien dede, ende uijt saeckenvan dien de ghebueren eenighe schade leden,'t ware van brandt oft anders-sints, dat sulcke arbitralijck wort ghecorrigeert, ende de schade daerdoreghekommen sijnde moet die sijnen ghebuere oprechten ende betalen, bovende pene daertoe staende.

249. Item, soo wanneer iemant eenighe fruijt-boomen staende heeft opsijne eijghen erve, ende dat de tacken hanghen over sijns ghebueren erve,soo moet hij die doen snoeijen ende corten, oft moet andersints ghedooghendat sijnen ghebuere, over wiens erve de voorschreven tacken hanghen,gheniete de helft van de vruchten op de tacken over sijne erve hanghende,staende, indient den voorschreven ghebuere belieft.

250. Item, ghemeijne particulier borne-putten moeten bij de proprieta-rissen, oft die daerin deel oft acces toe hebben, om water te halen oft teputten, ghelijckelijck, huijs voor huijs, onderhouden, ende alle oncostenvan koorden, ketenen, eemers, rollen, schoon-maecken ende diergelijcke,betaelt worden elck huijs even vele, 't zij d'een huijs de helft, d'ander maereen vierendeel, oft oock niet dan sijnen toe-ganck ende ghebruijck daertoeen heeft, alwaert oock dat dien borne-put stont op iemandts erve alleen;ende moet elck sijn water leijden op sijne erve, ten ware datter bescheet oftprescriptie ter contrarien af ware.

251. Item, ende in 't maecken, onderhouden oft repareren van eenen

p 236

ghemeijnen borne-put oft wijck-put, zijn allen de selve ghebueren, die denselven moghen ghebruijcken, schuldigh ende gehouden te contribueren naadvenant de grootte van heurlieder erve; behoudelijck dat de ghene dieeenen borne-put binnen sijne huijse heeft, ghestaet midts ghevende de helftvant ghene dat hij soude gheven indien hij gheenen borne-put in sijnenhuijse en hadde.

252. Item, een ieghelijck moet alle sijn water, hoedanigh het zij, oockurine oft water comende van sijne messie, selve leijden op oft over sijne erve,daer gheen contrarie bescheet af en is, soo dat daeraf niemant vuijligheijdtoft letsel en hebbe; ende aengaende d'water comende van boven sijnen huijseoft vallende op der straten, moet daertoe buijten sijnen huijse uijt-stekeneene gote die ter straeten-waert uijtcomt, ten minsten vier voeten lanck.

253. Item, soo wie eenighen ghemeijnen muer, gote oft edificie afbreeckt,opneemt ende vermaecken wilt, d'welcke eenen iegelijcken wel gheoorloftis, die moet dat weder loffelijck doen repareren tot sijnen coste; maer alsdat wederom cuijsbaerlijck ghemaeckt is, dan moet 't selve wederom voor-daen onderhouden worden ten ghelijcken coste.

254. Item, alsmen tusschen eenighe huijsen oft erven op ghemeijnemueren eenighe gote maeckt oft leght, daer te voren gheene gheleghen enheeft, ende daer het water mette selve gote niet ter straeten uijt en loopt,moeten alsdan de proprietaris ende ghebueren, die den muer toe-behoort,dat water van dier gote leijden ghelijckelijck over heure erven.

255. Item, wanneer twee ghebueren tusschen hunne beijder huijsen endemueren hebben beneden ligghende een gote oft water-loop daer hun beijderoijsendrup oft water is in vallende ende gheleijdt wordt, die moeten sulckegote met goeden claren goot-steen legghen, maecken ende onderhouden,ende als des noot zij doen ruijmen, soodat het water ghevoeghelijck daeruijtloope ende sijnen scheut hebben magh, al ten ghelijcken koste, behoude-lijck dat soo wanneer d'een van hen beijden aen hen [sijn] sijde alleen heeftghetimmert, ghedeckt, ghemetst oft eenighe reparatie gedaen, daernaer hijeenighe vuijligheijdt in de selve gote gheworpen oft laten vallen heeft,waerdoor dit vervuijlt oft ghestopt soude moghen wesen, alsdan moet deghene, door wien de vuijligheijdt oft verstoptheijdt ghecomen is, de selvegote tot sijnen kost alleen voor die reijse wederom doen ruijmen, reijnighenende schoon maecken.

p 238

256. Item, door eene ghemeijne gote ligghende tusschen ghemeijne huijsenoft erven, en mach niemant anders leijden noch laten loopen dan schoonwater alleene; ende hebbende iemant sijnen waterloop door sijns ghebuerenerve oft huijs, die moet op sijn sijde daervoor setten een staende ijsere traillie,daervan de geirden ten minsten moeten staen twee duijmen bij den anderen.

257. Item, als eenigh ghebuer eenen anderen vercoopt sijnen halvenmuer, alsdan heeft ende behout den cooper van dien halven muer oock d'ervevan den oijsendrup, ancker-hoofden, noten ende andere gherechtigheijt,die den vercooper buijten sijnen muer voor den voorschreven coop hadde,alsoo dat den cooper dien muer magh ghebruijcken als of hij te voren ghe-meijn gheweest hadde, niet teghenstaende dat in den coop daeraf gheenvermaen ghedaen en is, ten sij dat andersints tusschen de contrahenten sijondersproken.

258. Item, oft eenighe ovenen, schouwen oft andere plaetsen daer vierghestoockt wordt stonden te naer sijns ghebueren huijsinghe, schuere oftstallinghe, daeraf gheschapen ware ongheval van brandt te comen, doorwindt oft andersints, magh den gebuere daeraf sijne klachten doen aendrossaert ende schepenen, ende is de weth ghehouden 't selve te visiterenoft doen visiteren bij de wijck-meesters oft andere daertoe ghequalificeertoft te committeren, ende daerinne bevindende perijckel gheleghen te zijne,'t selve den eijgenaer te doen remedieren binnen sekeren bequamen tijde,oft dat, bij ghebreke van dien, de heer 'tselve sal doen te dobbelentwee-schat.

259. Item, die eenen ghemeijnen ouden muer staende heeft tusschensijne ende sijns ghebueren erve, magh dien wel gheheel afbreken ende vannieuws opmaecken; des oft hij den selven muer wilde dicker maecken dante voren, dat moet hij doen op sijns selfs erve, ten waere dat sijnen ghebuerconsenteerde datmen het dicken van den muer soude moghen stellen opghemeijne erve.

260. Item, eenen blooten scheij-muer staende tusschen twee erven daer-men egheene huijsen, logien oft edificien op en maeckt, dien machmendecken met vorsten, steenen oft tichelen, ende machmen alsdan het waterdaeraf laten vallen aen beijde sijden.

261. Item, niemant en magh oock eenen gemeijnen muer onder noch

p 240

boven verargheren, berooven, minderen oft daerinne houden oft maeckentot sijnder erve-waerts, sonder consent van sijnen ghebuer, op pene van't selve tot sijnen coste in sijnen eersten staet te moeten doen repareren,ende daer-en-boven van soodanighe onheusheijdt ghecorrigeert te wordenter arbitragien van de heeren.

262. Item, niemant en magh vast aen sijns ghebueren erve teghens dengemeijnen muer eenighe regenbacken, privaten, back-bovenen, oft dierge-lijcke dinghen, daer perijckel, vuijligheijt oft stanck af soude moghen komen,maecken noch stellen, noch oock asch-hoopen, messien, moijer-slijck oftdierghelijcke vuijligheden daerteghens legghen, ten sij dat hij tusschenbeijden maecke eenen goeden dicken muer, anderhalven steen dicke, endedien muer alsoo onderhouden ende bewaren op sijnen kost, datter egheenschade af en komme, oft dat sijnen ghebuer egeen inconvenient oft onghe-rief daerbij en lijde; ende bovendien moet hij zijn privaet alsoo met thirasdoen metsen oft besetten dat [t'] sijnen ghebuere ervewaerts egheene nat-tigheijt oft vochtigheijdt daerdoor oft uijt en comme oft en traine.

263. Item, en magh oock niemandt teghens de erve ven sijnen ghebuerstellen eenige verckens-coten oft andere diergelijcke onbehoorlijcke werc-ken, maer moet daeraf blijven, indien daer egheenen muer en staet, sevenvoeten, ende drij voeten indien daer eenen muer stonde, ende alsoo sijnenghebuer bevrijden van stanck.

264. Item, die een nieuw heijmelijck oft privaet-put oft voute op sijneeijgene erve wilde maecken oft setten wilt, die moet 't selve oock setten drijvoeten verre van sijns ghebueren muer oft erve, ende soo dicht dat sijnenghebuer daer egheenen stanck oft ghebreck bij en hebbe; ende hadde sijnghebuer op sijns selfs erve te voren eenen borne-put staende, die door t'voorschreven privaet soude moghen worden bedorven, soo moet de ghenedie dat privaet doet maecken 't selve alsoo versien dat sijnen ghebuer insijnen borneput ende water daeraf gheen hinder oft ghebreck en krijghe,oft andersints moet hij sijn privaet ende voute wederom te niet doen.

265. Item, soo wie in sijn privaet oft privaet-huijs, eenigh locht-gat doorsijns selfs muer maken wilt, comende tot eens anders mans erve-waert, diemoet dat locht-gat stellen ten minsten vijfthien voeten hoogh boven deraerden.

266. Item, als een ghemeijn privaet oft voute onder de aerde gheruijmt

p 242

ende schoon ghemaeckt is, dan magh de ghene die 't belieft 't selve privaetonder in de voute half toe doen metsen ende afschutten met eenen dickenmuer, ende de voute separeren ende van den anderen splijten, alsoo datelckerlijck sijn privaet behouden magh op sijn selven alleene; ende 't selveghedaen wesende, moet een iegelijck van hun beijden van dan voortaent'sijnen coste alleen sijn privaet onderhouden, ruijmen ende reijnighen, alstvan noode is, door ende over sijns selfs huijs ende erve, sonder cost oft lastvan sijnen ghebuere, ten waere datter bescheet af ware ter contrarien.

267. Item, wanneer partijen of twee ghebueren tsamen ghebruijcken henghemeijn privaet dat onder de aerde light, moeten dat ten ghemeijnencoste ruijmen, ende over-handt d'een reijse over oft door des eens, ended'ander reijse over des anders erve oft huijse, ten ware bij eenighe voor-waerde oft contracte anders ware ondersproken.

268. Item, een ieghelijck moet oock sijne schouwen soo hooghe maeckendat sijne ghebueren van den roock oft gensteren noch andersints daerbijegheen perijckel, schade noch ghebreck en lijden; ende al en hadde daerniemandt ghebreck bij, altijt moet hij sijn schouwen maecken ende metsenten minsten vier voeten hooghe boven den daecke.

269. Item, wanneer eenigen muer, ghelint oft heijmsel uijt den loodestaet, ende over eens anders erve hanghende, oft dat het dack van sijnenhuijse soo lanck is dat het water valt op eens anders muer oft erve, dienmuer oft ghelint moet terstont gherecht ende in sijn loodt gestelt wordenende het dack alsoo ghekort, dat het water valle op gijns selfs erve, al tencoste van den ghenen die den muer, heijmsel oft dack toe-behoort ; maerwaer den muer ghemeijn, soo soude dat ghedaen moeten worden totghelijcken coste.

270. Item, niemandt en magh sijn huijs oft [erve] boven den ouden grondthooghen dat sijn ghebuere daeraf hebbe eenigh ghebreck oft schade bijlijden soude moghen; ende soo wie sijnen gront hooght, die eens anderswater daerdoor oft over leijden moet, die moet 't selve terstont wederomnederen ende op sijnen eersten ende ouden grondt brenghen, alsoo dat hetwater ghevoeghelijck uijtloope ende sijnen scheut behouden magh ghelijckte vooren.

271. Item, in ghemeijne ganghen, oft daer iemandt servituijt aen heeft,om uijt- ende inne te gaen, daer en magh niemant ijet inlegghen, setten oft

p 244

stellen, dat de passanten, huerlinghen oft den bequamen deurganck eenigh-sints soude moghen beletten.

272. Item, een ieghelijck die door eenighen ganck heeft sijnen uijt- endeinganck, magh daer uijt ende in gaen ende rijden, nacht ende dagh, vroeghende spade, met huijsvrouwe, boden, familie, [ende] peerden, ossen endeandere beesten daerdoor uijt ende in stouwen ende leijden, oock alderhandegoeden, waren ende coopmanschappen, berringe ende dierghelijcke uijtende inne doen, te waghen oft andersints, insgelijcks oock daerdoor priva-ten doen ruijmen, ten waere datter bescheet ware ter contrarien, datmen't selve niet doen en mochte.

273. Item, soo wie recht heeft door eens anders erve sijnen wegh tehebben, die moet den selven ghebruijcken met ghetijdiger vromen, tennaesten kante ende ter minster schaden van dier erven, ende is schuldighgoede toesicht te nemen over sijne beesten, om die alleen daerover oft doorgheseelt te leijden.

274. Item, soo wie eenighe bempden, weijden, landt oft bosschen heeftligghende van der straeten, die moet weghen ende sijnen wegh hebbenover d'erve van de ghene die voor ligghen, om daerover te gaen, te rijdente stouwen ende sijne vruchten te halen; maer dien wegh moet ghenomenworden oock ter minster schaeden, ten naesten cante ende ter naesterstraeten, ten waere sij [hij] costumelijck ware gheweest elders te weghen,in welcken ghevalle hij sijnen ouden wegh schuldigh is te houden.

275. Item, oft iemandt, door negligentie van den ghene die sijnen weghheeft over ander lieden erve, merckelijcke schade lede van de beesten diedaerover ghestouwt worden, anders dan ghelijck passerende beesten ghe-meijnlijck doen, die schade soude den meester van de beesten moetenbetalen, de selve beleijt wesende binnen vier en twintigh uren, als hiervooronder den titel : Van acker-schade[40] is verhaelt.

276. Item, ende hebbende iemandt servituijt van weghe over oft door deerve van sijnen ghebuer voor hem ter straten-waert ligghende, moet dienproprietaris van de voor-landen hem dien wegh in alle manieren [ende] terplaetsen daer hij dien heeft ghehadt, taten ghebruijcken, sonder hem diente moghen benemen, ten ware hij hem dien leijde naerder ende bequamerdan dien te voren gheleghen heeft.

p 246

277. Item, niemant en magh oock het water van sijne verckens-coten oftmessien laten loopen opter straten, oft in golen oft grachten aen de stratecomende, maer moet die leijden ende bedwingen te blijven op sijns selfserve, ten ware met oorlove van den heere, oft consent van den ghenen diende grachte competeert, ende dat daer niemandt anders schade noch stanckaf en hadde.

278. Item, niemant en magh oock eenigh huijs oft edificie af-breken oftruijmen in prejuditie oft achterdeele van de rentieren oft chijnsenaers, rentenoft chijnsen daerop heffende.

279. Item, van alle questien raeckende de erf-scheijdinghe, hebben alleende kennisse drossaert ende schepenen deser juridictie, die tot hun moghennemen de ghesworen erf-scheijders, om alleen hun met de selve te adviseren,ende alsdan voorts te wijsen soo hun duncken sal te behooren.

280. Item, daer de ghebueren winnende landt neffens malkanderen heb-ben ligghende, d'welck alleene scheijt metten steenen-pael daer tusschenbeijden staende, dat die ghebueren, besaeijende hun landt, elck sal moetenblijven ende komen tot den pael om dat om te doen ende te besaeijen; endeoft iemandt daerover quaem ende eenigh deel van den lande van sijnenghebuere incorporeerde met te winnen, saeijen ende de vruchten af te doen,dat dien daeraf arbitralijck sal worden ghecorrigeert, ende den anderensijne schade moeten goet doen.

281. Item, oft den ghebuer wien sijn landt waer afghenomen 't selveghewaer werde eer sulcke besaeijde vruchten bij den besaeijer waren aen-veert, sal 't voorschreven besaeijde moghen t'hemwaerts aenveerden als sijneijgen goet.

TITEL XVI.

FORME ENDE MANIERE VAN PROCEDEREN IN ORDINARISCHE CIVILE SAECKEN BIJDAGHEMENTE GHE-INSTITUEERT WORDENDE.

282. In den eersten, dat van alle saecken die bedinght zullen worden voordrossaert ende schepenen zal ghemaeckt worden eene rolle, om bij ordrepartijen voor recht gheroepen te worden, soomen naer ouder costumen isghewoon gheweest te doene, de nieuwe saecken voor ende de oude daernaer,

p 248

alle in behoorlijcke ordre ghestelt, ende met ghenoeghsaem spatie tusschenelcke presentatie, ten eijnde daer tusschen beijden ghevoeghelijck maghworden ghestelt de acte die in elcke sake sal ghehouden worden.

283. Item, dat uijtter rollen oft registre oock sal ghemaeckt worden eenkleijn rolle oft lijste, d'welck sal gheplackt worden voor de dore daermenhet ghenecht is houdende, daerbij een iegehck sal sien sijnen tour wanneersijne saecke sal dienen, d'welck sal accorderen mette presentatien soo die opde rolle staen.

284. Item, dat de partijen bij ordre t'elcken bij de vorsters sullen ghe-roepen worden, als elck sijne saecke sal dienen, om binnen in de besloteneding-camer te comen ende huijne saecke te hooren bedinghen, de welckealdaer voor recht sal staen neffens sijnen procureur, met ontdeckten hoofde,sonder eenighe onghemaniertheijt te moghen thoonen, ende sijne saeckebedinght zijnde, dat hij wederom sal moeten vertrecken met behoorlijckereverentie.

285. Dat oock de advokaeten, taelsprekers oft procureurs partijen saeckensullen bedinghen met alle reverentie ende stilte, sonder dat d'een in d'andersplaidoije sal moghen vaeren of't selve interrumperen; dan, 't selve ghe-eijndtzijnde, sal de teghen-partije dan daerteghens sijn teghen-plaidoije doen,sonder malkanderen te stooren.

286. Item, dat de vorsters elck ghctieelite bij tour sullen ghehouden zijnde kamer te moeten gade slaen, datter egheene andere partijen en sulleninnecomen, dan die gheroepen sullen worden als hunne saecke sal dienen.op pene van t'elcken te verbeuren, van elcken persoon die hij sal onghe-roepen laten inne-comen, eenen stuijver tot behoef van de busse; ende sal deselve vorster, die de camer gade slaet, hebben van elcke saecke, van denghenen die de selve is presenterende, een oort.

287. Item, sal den greffier aen de taelsprekers oft procureurs ghevenacces totte rolle, om hunne saecken daeruijt te teeckenen, ten eijnde sijgoets tijdts moghen weten wat hun in der saecken staet te doene.

288. Item, dat de procureurs oft taelsprekers, egeene saecken en sullenmoghen intenteren noch defenderen voor dat sij hebben behoorlijcke procu-ratie, oft partije en come selfs voor recht.

289. Sal niet te min een procureur voor eenen verweerdere sonder procu-ratie moghen dagh van berade nemen, midts exhiberende procuratie als hij

p 250

sijne antwoorde sal dienen, oft eenighe andere versoecken oft sustenuen salwillen doen.

290. Item, wie sijne partije heeft doen dagen, sal ten dage dienendeschuldigh wesen sijne conclusie oft libel, met goede specificatie ende allecircumstantien ende declaratie totte saecken dienende, ghelijck naer rechtbehoort, ghehouden zijn[41] over te gheven, op pene dat de gedaeghdeegheenen tijdt en sal loopen om daerteghens te antwoorden.

291. Item, ende soo wanneer een aenlegghere iemant voor recht wilt doendaghen, sal ghehouden zijn 't selve te doen doen bij den stadthouder endeeenen schepene, oft twee schepenen alleene, de welcke 't selve daghementsullen moeten doen aen den persoon, oft die van sijne familie, bequaemzijnde om dagementen te ontfanghen, met declaratie ende insinuatie, om watoorsake hij gedaeght wordt, den dagh wanneer ende tot wiens versuecke,in der manieren als hiervore titel : Van daghementen[42] is verhaelt.

292. Item, partije in der manieren voorschreven gedaeght zijnde, isgehouden ten eersten daghe van rechte te compareren ende sijne saecke tedefenderen, oft, bij faulte van dien inghevalle de saecke staet tot nampti-satie, als van obligatie voor schepenen oft voor notaris ghepasseert, oft oockonder sijn handt-teecken, verschenen huijs-huere, lant-pacht, verloop vanrenten, chijnsen, schulden op kerven gemaeckt, geborghde gelaeghen, bier,broot, ghehaelt vleesch, vette-warije daer kerven af zijn, arbeijts loon endedierghelijcke schulden, staende tot namptisatie oft provisie, wordt denaenleggere sijnen heijsch bij provisie ende onder cautie aenghewesen,behoudelijck den ghecondemneerde sijne defensien ten principalen.

293. Item, van soodanige schulden en wort oock den gedaeghde egeenendagh gegheven maer is schuldigh, de wijle de heeren te rechte sitten, teantwoorden, soo hiernaer naerder wort verhaelt, ten ware dat de obligatieoft andere bescheeden, daeruijt de namptisatie wordt versocht, waren overde drij jaren oudt, in welcken gevalle den gedaeghde wort gegunt daghsonder prejuditie, salva cautione.

294. Item, ende oft iemandt ghedaeght wierde voor andere schulden dierouwe ende illiquide zijn, oft in feijten consisteren, soo wanneer den

p 252

gedaeghde d'eerste reijse niet en compareerde, vervalt in d'eerste defaultende [is] versteken van alle exceptien declinatoir; ten tweeden ghenechteoock niet comparerende, wordt vervallen van alle exceptien declinatoir endedilatoir ; ende niet comparerende voor de derde reijse, wordt vervallen inderde default, ende versteken van alle exceptien declinatoir, dilatoir endeperemptoir, ende wordt den aenlegghere voorts voor 't profijt van diensijnen heijsch aenghewesen.

295. Item, oft eenen ghedaeghde, die d'eerste oft tweede reijse is vervallenin default, compareerde, ende alsdan in sijne defentien wilde ghehoortworden, deselve sal alvoren moeten purgeren de oncosten van de voorgaendedefaulten, eer hij in rechte sal moghen ghehoort worden.

296. Item, ende ofte iemandt aenghesproken werde ter causen vaninjurien, oft ex delicto daertoe eenighe amende stonde, ende achter bleve inder manieren voorschreven, wordt de anlegghere ter derder reijsen vansijne feijten ghewesen ten thoone, ende den selven gheleijt zijnde, dandaeroppe vonnisse ghegheven naer behooren,

297. Item, partije ghedaeght zijnde op schepene-brieven, obligatien oftandere instrumenten staende tot namptisatie, is [d'aenlegghere][43] schul-digh, ten daeghe dienende, willende funderen de provisie, de selve inrechte te exbiberen ende daeruijt de provisie te versoecken, oft andersintsende bij ghebreke van dien, wordt den ghedaeghde oock gheaccordeertdagh ende visie van den bedinghden bescheede.

298. Item, ende exhiberende d'aenlegghere sijn bescheedt daeruijt hij deprovisie oft namptisatie is funderende, is de ghedaeghde alsdan schuldighdaerteghens te antwoorden de wijle de heeren te rechte sitten; indien noch-tans sulcke bescheeden maer drij jaeren oudt en zijn; midts andersins,indien die ouder waeren, de verweerdere daertegens sal geaccordeert wor-den dagh sonder prejudicie ; ende jongher wesende, is schuldigh, als voor,te antwoorden, ende, [indien hij] alsdan eenighe peremptoire feijten [alle-geert][44], als van betalinghe, transactie, innovatie oft dierghelijcke, wordtghewesen die te moeten thoonen ten naesten recht-dagh oft, bij ghebrekevan dien, den selven heijsch onder cautie te moeten namptiseren; des is hij

p 254

schuldigh, soo wanneer den aenleggere sulcks versoeckt, binnen sonne-schijn cautie te stellen van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen.

299. Item, tegens alle schulden over de drij guldens bedragende, is dengedaeghde oock schuldigh te antwoorden de wijle de heeren te rechte sitten,oft andersints, mits bij den aenleggere de selve gewarigende bij eede, worthem sijne t'achterheijt aengewesen.

300. Item, vermagh een renthier oft chijns-heffer sijne verloopen rentenoft chijnsen te eijschen bij acte reële ten gronde, in der manieren als hiervore is gheseght, als hebbende sijne keuse de selve sijne actie te instituerensoo hem dunckt den ghereetsten middel te wesen om tot sijne betalinghe tekomen.

301. Item, soo wanneer partijen ten beijden zijden compareren voorrecht, moet den aenlegghere hem terstont funderen, 't sij ter rollen oft bijgheschrifte, soo 't hem goet dunckt, ende terstont daermede overgheven allesijne documenten, daermede hij de selve sijne aensprake wilt verificeren ;ende ingevalle den heijsch niet en staet tot namtisatie, soo wort alsdanden verweerdere ghegunt dagh van vierthien daghen, om daerteghens teantwoorden.

302. Item, ende soo't ware een rouwe saecke, wordt ten genecht-daghedaernaer gheappoincteert, dat de verweerdere ten naesten ghenecht-daghesal schuldigh zijn t'antwoorden, oft dat, bij gebreke va d'een[45], d'aenleg-gere sal obtineren in sijne conclusie.

303. Item, salmen van gelijcken in 't dienen van alle schrifturen, soo vanantwoorden, replicquen, duplicquen als andere, partije accorderen, eerstten daghe dienende, copije ende dagh, daernaer dagh peremptorie, endevoor 't leste dilaeij versteken, salvo ten naesten; ende ten genechte daer-naer, is partije schuldigh te dienen van sijne schrifture, oft andersints exci-pieert de wederpartije op de voorgaende appoinctementen, ende wortgheseght te furneren, oft partije gheadmitteert ten thoone, indien de saeckein feijte consisteert.

304. Item, in alle saecken wordt partije in den uijtersten noodt naerlitiscontestatie eens ghegunt eenen heerlijcken dagh ex officio, daervore denheer comt eenen stuijver.

p 256

305. Item, in saken geschreven tot duplicque incluijs magh den aenleg-gere designeren de nieuwigheden der selver duplicque, ende daertegensversoecken te tripliceren; van gelijcken oock teghens de quadrupliquedesigneren novitates der selver, ende daertegens versoecken te quintupti-ceren; op welck versoecken de saecke sal moeten ghesloten ende gefur-neert worden, sonder voorder schrijvens, om, in 't ramen van den vonnissedaerop regard ghenomen zijnde, recht gedaen te worden, 't zij tot admissievan triplique, quintuplique oft ten principalen, soo de scepenen dat sullenvinden te behooren; ten waere met de duplique oft quadruplique eenighenieuwe bescheeden werden bedinght ende overgegeven, oft dat int monde-lingh bedinghen van der saecken bewesen werde daerinne geposeert tewesene nieuwe feijten, die moesten beantwoort worden; in welcken ghevalle,soo partije hem opposeert teghens het voorgaende schrijven, gheappoinc-teert sal worden uijt het bedinghde van partije soo de wethouderen sullenvinden te behooren, 't zij van de stucken te colligeren , oft het voorderschrijven te admitteren.

306. Item, ende oft een verweerdere voor alle antwoorde proponeerdeeenighe exceptie van litispendentie, van ghewijsde dinghen, declinatoir oftincompetentie van den rechter, die den intendit van den processe soudebeletten soo verre 't selve heeft schijnsel van fondamente, sal daeropworden geleth naer behooren, ende proponerende eenige andere exceptien,sal hem geordonneert worden ad omnes fines te moeten antwoorden.

307. Item, indien oock eenen verweerdere den aenlegger wilde reconve-nieren, magh dat doen voor alle antwoorde, oft in een volumen, ende daer-naer niet ; ende zijn alsdan partijen gehouden, soo wel in materie vanreconventien als conventien, simul et semel voorts te procederen, ende alsoobeijde de saecken gelijckelijck totten diffinitiven toe te instrueren; ten waredat in de procedure bevonden werde de eene pretensie liquider dan d'anderte wesen, oft dat de eene consisteerde in feijte, in welcken gevalle men eerstmet vonnisse sal beslissen het liquitste, oft andersints partijen admitterenten thoone.

308. Item, partije ten thoon geadmitteert zijnde, is gehouden dien af teleijden na thien weken, ghenietende, op 't genecht nadien hij is ghewesenten thoone, sijnen tweeden dagh, het ghenechte daernaer sijnen derdendagh van thoone, daernaer peremptorie, ende daernaer versteken, salvo

p 258

ten naesten, sonder meer, ten ware met consent van sijne partije, oft dat,midts de gheleghentheijdt van der saecke, hen bij vonnisse voorschreventijdt werde ghegundt, zonder datmen in den intendit oft billet van produc-tien eenighe andere feijten sal moghen stellen dan die in den processe enzijn gheposeert, op pene van rejectie, ende dat daerop in 't raemen vanden vonnisse niet en sal worden gheleth.

309. Item, partijen hunnen thoon gheleijt ende van voorderen thoon gerenunchieert hebbende, wort partije daeraf gheaccordeert copije ende,dagh om daerteghens te reprocheren, waerinne egeen andere redenen enmoghen ghebracht worden, dan die dienen tot wederlegginghe van thoon;daernaer wordt hem ghegunt dagh peremptorie, ende daernaer verstekenvan reproche, salvo ten naesten, alias dat partes sullen furneren, etc.;insghelijcks alsser is ghereprocheert in cas van salvatien ende furnissement.

310. Item, wort daernaer het proces onder behoorlijcken inventaris ghe-instrueert, ghesloten ende ghefurneert, ende 't selve alsoo ghedaen wesende,wordt 't selve bij den griffier den schepenen in handen ghelevert, omme,ter manisse des drossaerts oft van sijnen stadt-houder, bij schepenen daeroprecht ghedaen te worden, soo sij uijt de merite van de saecke sullen vindente behooren, daeraf de ghesuccumbeerde, 't zij van incidentale oft van diffi-nitijve vonnissen, magh appelleren indien hij hem daerbij bevindende[46] beswaert, in der manieren als hiervoor onder den titel : Van appellatien[47] is gheseght.

TITEL XVII.

VAN FUGITIVE ENDE INSOLVENTE PERSOONEN OFT STERF-HUIJSEN.

311. Item, is een ijegelijck gheoorloft te procederen bij arreste endeevictie op goeden van fugitive oft ghefaelgeerde persoonen, al waer hij oockeen inghesetene deser juridictie.

312. Item, wordt een inghesetene voor fugitief ende insolvent ghehouden,als hij uijt den dorpe vertreckt sonder sijne crediteuren te betaelen; oock

p 260

soo haest men bevindt dat hij eenighe goeden versteeckt oft verborght, endeoock als hij voor sijn schult zijn huijs abandonneert, vliedt oft latiteert.

313. Item, wort oock eenen debiteur verstaen ghefaelgeert te zijne, alshij hem in oft buijten sijnen huijse verborgen hout, oft de strate schout;oock als hij te hove eenighe provisie heeft verworven, 't zij van brieven vaninductien, van respijt, van cessie oft dierghelijcke, al ist oock soo dat hij dienoch niet en heeft ter executien ghestelt, oft oock dat hij hem met eenighenvonnisse laet executeren ; wanneer sulcken persoon sijne goeden niet enmagh aen iemanden transporteren noch verbinden, sijne haeffelijcke goedenals erffelijcke goeden, waer die oock gheleghen zijn, om den eenen sijnencrediteur daermede te beneficieren ende den anderen te prejudicieren, maerworden alle sulcke verbintenissen oft transporten ghehouden voor nul endevan onweerden.

314. Item, eenen ghefaelgeerden debiteur, hem houdende in sijn huijsende egheene sijne goeden verstekende noch vluchtende, maer die laetendebij executie vercoopen, en magh uijt [in] sijnen huijse voor sijne schat-schulden oft reële schulden niet ghevanghen, noch daeruijt gevangen geleijtworden, maer is binnen sijnen huijse vrij, ten ware hij waer in actu fugae.

315. Item, soo wie hem vervoordert te salveren ende verborgen eenighegoeden van fugitive oft insolvente persoonen tot defraudatie oft achterdeelvan de crediteuren, ende daermede den insolventen assisteerde, dat hijhem met die verborghen goeden absenteerde, sulcx dat daerdoor de credi-teuren het hunne te buijten bleven, is sulcken persoon oft persoonen ghe-houden selver de schulden van alsulcken gefaelgeerden debiteur te betalen,ten waer nochtans dat den debiteur iemandt van sijne crediteuren eenigegoeden in handen gave tot versekerheijt van sijne schult, in welcken ghe-valle sulcken crediteur gestaet mits die te voorschijn brenghende endeleverende in handen van den heere, om tot profijte van de ghemeijne cre-diteuren verkocht te worden, alsoo terstont na het faillissement de goedenaen de crediteuren worden geaffecteert ende verbonden, om de selve hunnecrediten die vervallen zijn daerop te verhalen, ende die niet vervallen enzijn, daerop te procederen tot versekerheijt van sulcken schult, elck naerhet recht dat hij daeraen heeft, in cas van preferentie oft concurrentie, soodat hiernaer sal worden verklaert.

316. Item, moeten alle crediteuren, wie sij zijn, gheen vonnisse noch

p 262

kracht van vonnisse hebbende op de goeden van hunneli ghefaelgeerdendebiteur oft becommerde sterf-huijsen, procederen bij besette, ende diebehoorlijck evinceren, om soo tot voldoeninge van hunne t'achterheijt temogen geraken, ende dewijle die noch in wesen zijn; oft indien de selvezijn verkocht ende ghelicht uijt de handen van den heere, vervalt daeropvan sijne actie; ten ware hijpothecarise crediteuren, die hadden eenighehijpoteque van erfgoeden, de welcke daervoor blijven gheaffecteert, endedaerop sij blijven behouden hunne actie van preferentie.

317. Item, is den drossaert oft hooft-officier, oft wel in sijne absentiesijnen stadt-houdere, ter presentien van twee schepenen, bij den secretarisvan den dorpe schuldigh te inventariseren ende als ordinaris sequester tebewaren alle de goeden van fugitive oft insolvente persoonen, oft vanbecommerde sterf-huijsen, ruerende ende onruerende, hoedanigh die zijn,binnen sijne jurisdictie gheleghen, om bij de ghemeijne crediteuren respectiveuijtghewonnen, verkocht ende voorts tusschen de selve ghedistribueert teworden, naer advenant van elckx t'achterheijt, behoudelijck de geprivile-gieerde crediteuren hun recht van preferentie, daervoor d'oflicier heeft dent'sestighsten penninck.

318. Item, de kleederen ende cleijnodien van de vrouwe oft kinderen bijvader ende moeder hun gegeven ende naer hunnen respectiven staetgemaeckt, en worden onder de goeden van den man oft ouders niet gerekentnoch ghe-inventarieert, 't zij den man oft ouders insolvent zijn oft niet; oockniet de boecken voor den sone ghekocht oft ghegheven t'zijnder studie.

319. Item, en magh den eenen crediteur den anderen niet beletten sijneuijtwinninge oft procedure teghens eenen insolventen persoon oft insolventsterf-huijs; maer alles volcomen zijnde, wort dan gheprocedeert tusschenhenlieden : wie heeft de preferentie, oft wie moet komen in concur-rentie.

320. Item, als eenigh sterf-huijs wordt aenveert onder beneficie vaninventaris, is sulcken erfghenaem onder beneficie van inventaris schuldighdaervore borghe te stellen, ende dan terstont alle de goeden te doen inven-tarieren, ende de nieuwe goeden rechtelijck te vercoopen, omme daermedede crediteuren te voldoene; ende daermede niet toecomende, is oockghehouden binnen s'jaers de immeuble goeden te vercoopen, ten eijnde alsboven; d'welck ghedaen zijnde, willende dan het sterf-huijs renunchieren,

p 264

is schuldigh van sijne administratie te doen behoorlijcke rekeninghebewijs ende reliqua, ende daertoe de crediteuren te doen daghen, opdat sijdaeraf moghen kennisse hebben.

321. Item, en moghen sulcke erfghenamen onder beneficie van inventarisegheene crediteuren betalen, dan midts bij de selve stellende cautie van soosij ijet te vele oft t'onrechte ontfonghen, dat sij 't selve sullen restitueren totbehoeve van de andere crediteuren.

322. Soo oock soodanige erfgenamen moeten toesien dat sij eerst betalende geprivilegieerde crediteuren; noch en moghen de goeden des sterf-huijsin niemants prejudicie belasten, al op pene dat sulcken erfghenaem, oftsijnen borghe, daervoor moeten innestaen ende 't selve moeten goetdoen, aloft sij selfs daeraf debiteurs waren.

TITEL XVIII.

VAN GUARANDT.

323. Item, naerdien eenen aenleggere sijne conclusie genomen salhebben, ende de verweerdere ghefundeert is van guarandt te versoecken,'t selve voor de litiscontestatie versoeckende, sal hem ghegunt worden daertoetijdt van veerthien daghen, ende hem gheaccordeert worden brieven vandaghemente, indien de partije daerop hij zijn garandt versoeckt woontbuijtens dorps, om hem tot garandt te sommeren, ten eijnde hij comeverklaren oft hij wil garanderen oft niet, oft alsulcken voorderen tijdt vangarandt als des noodigh sal bevonden worden.

324. Ende wordende sulcken garandt na de litiscontestatie versocht, ensal alsdan 't selve de saeck principael niet retarderen.

325. Item, indien de ghesommeerde, in cas van garande ghesommeert oftghedaeght zijnde, voor de litiscontestatie compareert, sal alsdan moghenversoecken copije van de aenspraecke ende schriftelijcken bescheede daertoede selve is relatief, om hem daermede te beraden, die hem sal wordengheaccordeert indien den dagh is ghefundeert.

326. Welcken dagh genoten hebbende, sal ten genachte daerna moetenverclaren oft hij voor den originalen verweerdere 't garandt wilt aenveerdenende intervenieren oft niet, sonder voorder dilaij oft heerlijcken dagh temoghen ghenieten.

p 266

327. Ende verclarende jae, sal schuldigh zijn alvoren cautie sufficient temoeten stellen tot contentemente van den aenleggere, eer hij sal moghenontfanghen worden, oft eer den originelen verweerdere sal uijt den rechtemoghen blijven; ende'tselve gedaen zijnde, wort den originelen verweer-dere uijt den rechte ontslaghen.

328. Ten ware nochtans dat d'actie ware reële, oft dat in der saeckesouden gheproponeert worden eenighe feijten die den originelen verweer-dere raecken, daerop hij selve soude moeten antwoorden onder eedt decalumnia.

329. Item, comparerende oock den gesommeerde in cas van garande,verklarende niet te willen garanderen, sal daermede ghestaen aengaende deselve materie van sommatie, om de materie principael daermede niet teretarderen, als wesende voluntair; maer sal d'origineel verweerdere moghenprotesteren van sijne diligentie, costen, schaden ende interesten, ende voortsin de materie principael moeten voorts procederen.

330. De welcke ten eijnde ghedefendeert wesende, soo verre de verweer-dere werde gecondemneert, alsdan gefundeert is allen 't selve daerin hijgecondemneert is ten laste van den voorschreven gesommeerde te moetenverhalen, midts hem daervoor in rechte compellerende, ten waere de gesom-meerde conde bewijsen in 't selve garandt niet ghehouden te zijn.

331. Item, oft de gesommeerde in cas van garandt gedaeght oft beschre-ven zijnde, niet en compareerde, gebleken zijnde van den dagemente oftbeschrijvinge, wort de selve ghecontumaceert, ende daermede verstaen niette willen garanderen, in welcken gevalle de verweerdere protesteert als vore.

332. Item, in saken die geheijscht worden uijt personele bescheeden oftverbintenissen, niet spruijtende uijt eenighe coopen van gronden van erven,renten, verstervenissen oft diergelijcke saken, en heeft een aenlegger hetgarand niet t'admitteren; maer een verweerdere hebbende eenighe actievan garandt, wort hem sijne actie dien aengaende op den selven gereser-veert, ende moet den aenleggere van 't ghene hem sal aenghewesen wordenpresenteren cessie ende transport te doen.

p 268

TITEL XIX.

VAN GHEWESEN VONNISSEN, SOMMATIEN ENDE EXECUTIEN.

333. Item, soo wanneer iemant bij vonnisse is gecondemneert, wortdaeraf ghelicht eene acte, ende ingevalle van egeene voldoeninge, moet deghecondemneerde eerst daermede worden ghesommeert metten vorster oftmeijer, die dat schuldigh is de selve sommatie achter op den rugghe van deacte te teeckenen, inhoudende den dagh, met d'antwoorde van partije.

334. Ende ingevalle't selve is een vonnisse provisioneel, is den aenleggeregehouden, voor alle executie, te stellen cautie voor de namptisatie.

335. 't Selve ghedaen zijnde, inghevalle van egeene voldoeninghe, wortde executie op d'acte geteeckent in deser manieren : "Executie versochtende geconsenteert;" ende binnen vier-en-twintigh uren na de voorschrevesommatie, wort den gecondemneerde, ten versoecke van den aenlegghere,metten stadt-houder oft vorster, ter presentien van schepenen, ghe-executeert,ende neemt d'officier aldaer kleijnen pandt; den welcken gheproeft zijnde,wordt den eerstcomenden sondagh daernae bij den vorster ter kercken uijt-gheboden den coop-dagh, datmen op sekeren dagh van de weke, alsdan tenoemen, sal vercoopen de goeden van sulcken ghecondemneerde, endeworden dan op den selven ghedesigneerden dagh de goeden bij openbarenuijtroepe verkocht bij den officier, in de teghenwoordigheijt van den heerdrossaert oft sijnen stadthouder ende twee schepenen, totter sommen toein de acte begrepen, met de sommatie ende rechten van der executien; deswort den ghecondemneerden tijdt ghegheven van drij daghen, om sulckeverkochte goeden te moghen lossen.

336. Item, heeft eenen aenlegghere keuse, indien den gecondemneerdenheeft in rechte borghe ghestelt van te rechte te staen ende 't gewijsde tevoldoene oft voor de costen van den processe, om, voor 't gewijsde, teexecuteren 't zij den borge oft den principalen ghecondemneerde, behoude-lijck dat den borghe met de selve acte oock magh voorts vaeren ten lastevan den originelen gecondemneerde, hebbende quitantie ende transport dathij de selve schult heeft voldaen.

337. Item, vonnissen bij borgemeesteren ende schepenen der stadt vanAntwerpen gewesen, daermede de lange-roede der selver stadt comt executie

p 270

doen, moet alvoren sommatie geschieden met eenen sommatie-brief van deselve stadt, die eenen stadt-bode is brenghende aen den stadt-houder, teneijnde hij daermede den ghecondemneerde sommere, onder sijnen behoor-lijcken salaris, ende is den stadt-houder onder den selven sommatie-briefsijn verclaren teeckenende, ende dan dien den stadt-bode restituerende.

338. Item, de voorschreve sommatie gedaen zijnde, als de langhe-roedecomt in executie, moet daertoe t'zijnder assistentie nemen den officier endetwee schepenen, die dan eerst den cleijnen pandt halen, ende naer het son-daeghs kerck-ghebodt de goeden in der manieren voorschreven vercoopen.

339. Maer met vonnissen op andere plaetsen oft dorpen buijten desejurisdictie ghewesen, en magh egeen inghesetene alhier ghe-executeert wor-den, ten ware 't selve bij de weth alhier wierde verklaert executabel, daer-toe partije alvore sal moeten gedaeght worden, oft wel met brieven vanrequisitorien van de wethouderen daer het vonnisse gewesen is aen dewethouderen alhier.

340. Item, soo wie in eenighe saecke, 't zij ten, principalen oft in casvan provisien, de nederlaghe heeft, wordt oock tacite verstaen in de costengheduemt te zijne, niet tegenstaende 't selve vonnisse egeene condemnatievan costen in en hiele.

341. Item, als bij vonnisse de costen worden ghecompenseert, moet hetrapport-geldt bij partijen ghedraghen worden half ende half, ende staen dekosten, dier [die er] t'zedert de uijtinghe van den vonnisse rijsen, ten lastevan den gecondemneerde alleene, door wiens oorsaecke die geschieden.

342. Item, soo wanneer datter in rechte mede gheheijscht zijn schadenende interesten, ende dat bij het vonnisse daeraf niet en wordt vermaent,dan wordt verstaen dat de teghen-partije daeraf word ontslaghen.

343. Maer inghevalle partije in de costen is geduemt, ende dat de schadenende interesten niet mede en zijn gheheijscht gheweest, alsdan vermogendie bij nieuwe instantie gheheijscht worden, indien partije meijnt daerinnegherecht te zijn.

344. Item, vonnissen alhier in judicio contradictorio, in contumaciam, oftsommarie op meuble goeden gewesen, en verjaren niet, maer wordengheprescribeert na dertigh jaeren; wel verstaende dat de sommatien endeteeckenen van executie verjaeren, ende t'elcken moeten vernieuwt worden.

345. Item, vonnissen teghens eenighe persoonen gegheven die comen te

p 272

sterven, sijn tegens sijne weduwe ende erfgenamen executabel in solidum,indien de selve het sterf-huijs hebben aenveert, met voorgaende sommatieende teeckeninghe van executie.

346. Item, eenen universelen erfghenaem, oft andere erfgenamen gelijc-kelijck, oft oock die van hun procuratie oft transport heeft, magh oft moghenoock ter executien doen stellen de vonnissen bij den overledene tot laste,van eenen anderen geobtineert, ende hebbende[48] 't selve recht dat denoverledene hadde.

347. Item, eenen erfgenaem, hebbende eenigh sterf-huijs aenveert onderbeneficie van inventaris, 't zij ab intestato oft ex testamento, gecondemneertzijnde tot betalinghe van eenige schulden van den sterf-huijse, is in sijneeijgen goeden executabel totdat hij de goeden van den sterf-huijse bewijstdaerop men 't selve vonnisse soude moghen stellen ter behoorlijcker execu-tien, oft andersints in rechte overgeeft sijne rekeninge, ende daerbij doetbewijs ende reliqua, dat hij hem heeft gereguleert sulcks dat niemant daerbijen is beschadight.

348. Zijn oock alle executeurs van testamenten, momboiren oft cura-teuren, oft oock rent-meesters ende administrateurs van ander liedengoeden executabel uijt krachte van de vonnissen teghens hunlieden in deselve qualiteijt gewesen, totdat sij goeden bewesen hebben hunne weesenoft meesters toe-behoorende, oft andersins rechtelijcke presentatie vanrekeninge, bewijs ende reliqua gedaen hebben.

349. Item, moeten eerst ghe-executeert worden de meuble goeden eermenmagh comen tot vercoopinghe van de erfgoeden.

350. Item, indien iemant in handen heeft eenen pant metter minnen,moet dien eerst proeven, eer hij aen d'andere meublen des debiteursvermagh te comen, ende is daeraen voor alle andere geprefereert.

351. Item, soo wanneer een aenleggere, 't zij in criem oft in civile saken,wort verclaert om gheageert te hebben in vuegen ende maeten niet ontfang-baer te zijne, met expresse absolutie des verweerders van de impetitie oftheijsch te hemwaerts ghenomen, wort de selve verweerdere daerbij verstaengeheel ende al van de actie des aenleggers geabsolveert te zijn.

352. Item, wie eenige meuble goeden in eenige sterfhuijsen coopt, oft

p 274

oock die bij executie worden vercocht, is gehouden 't selve te voldoentot alsulcken termijn als in den vercoop-boeck is gestelt, oft andersinsmagh de heer, oft secretaris die de coopdagen ophaelt ende goet moet do n,sulcke coopers daervoor sommeren, ende naer een sondaeghs kerck-gebotteghen hun procederen tot vercoopinge van sijne meuble goeden, tottevoorschreven somme toe, ende mede voor de oncosten van de executieende vercoopinghe, sonder daerom eenige andere procedure te dervendoen.

353. Item, moet oock den secretaris den vercoop-boeck voldoenbinnen den voorschreven gestelden tijt in den vercoop-boeck vermelt,alwaert oock soo dat eenighe coopers ende hunne borghen tot insol-ventie waren bedeghen, daervoor sij hebben van elcken gulden eenenstuijver.

354. Item, als iemant executie wilt doen uijt krachte van eenigh vonnisseprovisionneel, is gehouden te stellen cautie voor de somme daerinnebegrepen.

355. Item, vonnissen geobtineert bij besetsel ende evictie tegens eenigemeuble goeden van eenen insolventen ende fugitiven, daervan de debiteurslatiteren, hun absent ende verborghen houden, soo datmen hun niet en weette becomen, mogen, sonder voorgaende sommatie, naer een voorgaendesondaeghs kerck-gebodt, bij den officier ter executien gestelt worden, bijvercoopinge van de selve uijtgewonnen goeden.

356. Item, een renthier oft hijpothecaris-crediteur, die bij besetsele endeuijtwininnghe is volcomen ende vonnisse heeft geobtineert, moet die ghe-evinceerde goeden alleenlijck vercoopen ende sijn uijtgewonnen pandenexecuteren, ende voorder niet; ten ware hij mede hadde geprocedeert opalle sijns debiteurs andere goeden, uijt krachte van eenighe generale verbin-tenisse, in welcken gevalle hij, comende aen sijnen uijtgewonnen pandt tesneven, ende vindende onder dese jurisdictie andere goeden, 't gene bevon-den sal worden te sneven, sal hij sijne acte van evictie daerop mogen terexecutie stellen.

357. Item, soo wanneer iemant ware gecondemneert ad factum pr'stan-dum, ende dat hij daervoor waere gesommeert, salmen hem de vorsters intgoet seijnden, die daer sullen t' sijnen coste blijven teiren, totdat hij 't selvevonnisse sal hebben voldaen; ende sal de ghecondemneerde mede daer-en-

p 276

boven de selve vorsters moeten betalen hunne vacatien, soo hiernaer onderden titel : Van salarissen[49] wordt gheseijt; ende egeen huijs houdende,noch middel hebbende, salmen hem houden in apprehentie, totdat hij't voorschreven vonnisse hebbe voldaen, naerdien d'executie op sijnen per-soon bij den officier sal zijn gheteeckent.

358. Ende oft het niet en waere in de macht van den debiteur 't selvevonnisse te voldoen, sal dat in rechte moghen bewijsen in cas van oppositie,in welcken ghevalle daerinne bij de weth sal worden versien soo naerrechte sal bevonden worden te behooren.

359. Item, en moghen oock niet ghe-executeert worden de peerden endealle andere ghereetschappen dienende totte agriculture ende bouwinghevan landen, oft daer iemant sijnen cost mede wint, oft neringhe oft ambachtmede doet, ten ware, alle d'andere meuble goeden vercocht sijnde, denexecutant daermede niet toe en quame.

360. Item, wie hem beklaeght van eenighe executie, mach sijne partijebij maniere van appellatie ende materie van oppositie doen daghen, ende isalsdan ghehouden ten eersten daghe van rechte te proponeren sijne redenenvan oppositie, welcke saecke men sal moeten sommarie oft verbalijck bedin-ghen, ende bij schepenen ten eersten daghe, indien het doenlijck is, bijvonnisse worden ghedetermineert[50].

361. Item, wie hem eens teghens de executie beklaeght heeft, ende daeraf,t'zij door sijn achterblijven oft bij vonnisse, vervalt, en sal andermael niettoeghelaten worden, om de selve executie te beletten, maer sal teghens hemworden gheprocedeert tot vercoopinghe van sijne goeden, als vore.

362. Item, sal [sullen] eerst van de ghe-executeerde goeden betaelt wordende rechtelijcke costen van de executie, daernaer den debiteur sijn volleschult ende ten lesten de boete, indien de ghecondemneerde hem t'onrechteteghens d'executie hadde gheopponeert.

TITEL XX.

HANTSCHRIFTEN ENDE OBLIGATIEN.

363. Item, alle hantschriften, t'sij van obligatien, recipissen oft quijt-

p 278

scheidinghen van schatschulden bij een privaet persoon onderteeckent, hoegroot dat de somme oock is, sijn van weerden, ende mach uijt sulcke obli-gatien gheageert worden teghens den ghenen die-se heeft onderteeckent, oftteghens sijne erf-ghenamen, tot betalinghe, ende bij provisie tot namtisatievan de somme in de selve obligatie begrepen, niet teghenstaende die bijghetuijghen niet en sijn onderteeckent, noch in en hout [houden] eenigheoorsaecke waeruijt die spruijt [spruijtenl.

364. Item, transporten ende verbintenissen van actien personel endecrediten van verschoten renten, pachten oft hueren, hoe groot die oock sijn,voor notaris ende getuijghen oft onder privaet hantschrift sonder frauldegheschiet, sijn van weerden, mits nochtans, des noot sijnde, de ghene diesoodanighe transporten heeft onder privaet hantschrift van den cessionant,ghehouden is te moeten thoonen dat den datum, daerinne ghestelt, isoprecht ende waerachtich.

365. Item, aengaende transporten van meuble goeden voor notaris endeghetuijghen oft onder privaet hantschrift ghedaen, daeraf gheene overleve-ringhe ghedaen en is, oft iet anders dat effect van leveringhe heeft, en sijnniemant eenigh recht ghevende.

366. Item, uijt krachte van obligatien inhoudende clausule van "brenghers'briefs," vermach den brengher oft hebber der selver de selve betalingheoft voldoeninghe te heijsschen, al en is hij in de selve obligatie niet ghenoemt,sonder ghehouden te sijn van eenighen titel te doen blijcken, oft te verklarenvan wien hij de selve obligatie ghekreghen heeft, oft tot wiens behoeve hijageert, ten ware den rechter, uijt eenighe merckelijcke redene, die hij be-vonde teghens den selven brengher te militeren, bevonde anders te behooren.

367. Item, soo wanneer eenen crediteur heeft eenighe obligatie inhou-dende "brengher s'briefs", die voor schepenen is ghepasseert, daerinne ver-bonden sijn eenighe meuble ende immeuble oft erf-goeden, met clausule vanparate executie, 't selve recht heeft oock den brengher s'briefs op de selveverbonden goeden, ende oock om den executeur[51] ende de verbonden goedendaervoor te mogen executeren, sonder eenigh ander transport te dervenhebben.

368. Item, sijnde eenen crediteur verleent eene obligatie met clausule

p 280

van "brengher s'briefs," onder liet privaet hantschrift van den debiteur,ende dat hem tot sijne versekerheijt, als pant metter minnen, sijn ghegheveneenighe ruerende goeden, 't selve recht heeft oock de ghene die is hebbervan de voorschreve obligatie aen de voorschreve goeden, ende is daeraenvoor alle andere hebbende recht van preferentie.

369. Item, oft iemant sijne obligatie quame te verliesen, die mach bij denofficier doen proclameren dat, die [de] selve ghevonden heeft, de selve vanstonden aen brenghe in s'heeren handen, op alsulcke pene als de weth salordonneren, ende wort alsdan eenen ieghelijcken verboden sulcke verlorenobligatie te coopen, vercoopen oft vermanghelen, oft anderen in handen tegheven, sonder dat den debiteur, naer de selve proclamatie, die obligatieaen andere vermach te betalen, dan aen den ghenen die de selve heeft doenproclameren oft sijns last hebbende, maer sal sulcke betalinghe ghehoudenworden voor nul ende van onweerden.

TITEL XXI.

HUERINGHEN VAN HUIJSEN, HOEVEN ENDE LANDEN.

370. Huere gaet voor coop, als den coop niet en gheschiet uijt krachtevan eenigh evictie, maer dat de proprietaris de vercoopinghe doet uijtterhandt, oft dat die bij scheijdinghe ende deijlinghe tusschen de erf-ghenamenoft deelhebbers, oft oock bij executie uijt krachte van eenigh personelvonnisse gheschiet.

371. Item, wanneer iemant eenigh huijs, hoeve oft landt heeft, mettenval van de bernende keersse, van den heere inne-ghehuert, d'welck in't voor-jaer is uijtghewonnen, ende bij den uijtwinner is verhuert, willendeden proprietaris daernaer 't selve goet kommen ontsetten oft verantwoorden,moet des niet teghenstaende de huere stadt-grijpen voor eenen jare endeden huerlinck 't selve goet voor den tijt van eenen jare blijven ghebruijcken,ten ware den ontsetter daeraf hadde sijn ghemoet.

372. Item, als iemant van den heere, uijt krachte van evictie, eenigh huijsoft landt metten val van de bernende keersse heeft inne-ghehuert, moet denvoorgaenden huerlinck daerop laten al dat eert-vast ende naghel-vast is, mits

p 282

de besaeijtheijt toekomt den ghenen die 't selve goet van den heere heeftghehuert, behoudelijck hem sijn ploech-recht ende actie van beschadigheijtteghens sijnen verhuerder, als voor.

373. Item, ende oft den huerlinck niet en ruijmde, sal den officier, uijtkrachte sijnder officie, mette bevonniste huercedulle, des bij den huerlinck(teghen den heere aenghegheven) versocht sijnde, den voorgaenden huerlinckvan s'heeren weghen belasten terstont te ruijmen, op de pene van t'sestighgouden realen s'heeren behoeve, mits sulcke weijgeringhe is eenen moet-wille; ende 't selve noch niet willende doen, sal de heere met sijne dienaershet goet doen op de straete setten, ende alsoo den ghenen die t'huijs, hoeveoft landt bij evictie heeft ghehuert daerin setten.

374. Item, wanneer iemant eenigh huijs oft erve, bij hem ghecocht sijnde,verhuert oft vercoopt, ende dat daernaer bij eenen anderen dien coop wortghecalengiert oft vernadert, soo is die huere ende[52] tweeden coop in respectevan den calengierder nul ende van onweerden, ten sij dat den calengierderbeliefde die van weerden te houden, soodat hiervoor, onder den titel : Vancalengieriringhe ende naderschap[53], naerder is gheseijt.

375. Item, waert soo dat eenen huerlick binnen een tijt sijnder huere't selve sijn ghehuert huijs, hoeve oft landt cochte, oft t'sijnen behoeve dedecoopen, ende dat dien coop werde ghecalengiert, soo moet, in dien ghevalle,sijne voorgaende huere blijven stadt-grijpen, ende den huerlinck sijnevoorgaende huere ghenieten, ten ware bleke dat de huere eerst in frauldevan het recht des calengierders ware gheschiet, in welcken ghevalle sulckehuere soude nul ende van onweerden wesen, alwaert oock soo dat eenenanderen persoon als den cooper sulcke hueringhe hadde aenghegaen.

376. Item, den cooper ghegoeijt sijnde in eenighe huijsen, hoeven oft lan-den, heeft actie teghens den huerlinck, om hem van de huere t'sedert sijnegoedenisse ghevallen te doen betalen, sonder dat hij van doen heeft eenighander transport van den vercooper. ten ware tusschen partijen anders waregheconditionneert.

377. Item, een verhuerder is ghehouden den huerlinck het verhuert huijs,hoeve oft erve, preciselijck te leveren, ende hem te doen ende laeten

p 284

ghebruijcken volghende sijne huere, indien 't selve is in sijne macht, ende nietwesende in sijne macht, moet daeraf hebben des huerlincx ghemoet, endehem sijnen interest goet doen.

378. Item, soo wanneer de proprietarissen hunne huijsen, hoeven oftlanden voorts verhueren naerdien de huere van den ouden huerlinck is ghe-expireert, alsdan moet den ouden huerlinck 't selve verhuert goet terexpiratien van den tijt leveren ende ledigh maken, sonder dat den oudenhuerlinck eenigh recht heeft om die tweede huerlinck[54] te vernaderen oftmoghen aenveerden voor den selven prijs alst verhuert is, maer moet, soovoorschreven is, terstont ruijmen ende den nieuwen huerlinck leveren.

379. Item, eenen proprietaris en mach eenen huerlinck gheduerendesijne huere niet doen verhuijsen, al woude bij selfs in't huijs, op de hoeveoft stede, kommen woonen, oft het landt ghebruijcken, oft al woude hij dehuijsinghe afworpen om nieuwe wooninghen op te maken.

380. Item, moghen alle huerlinghen henne huijsen, hoeven ende landenvoorts verhueren den tijt hender huere, maer blijven dien niet teghen-staende aen henne meester voor de selve huere verbonden, ende mach denmeester oft verhuerder hem dien niet teghenstaende daervore maenen endemet rechte totte voldoeninghe der selver compelleren, al oft hij 't selve goetselve ghebruijckte; maer cesseert de selve voorts-verhueringhe als bijhuercedulle sulckx is verboden; ende vermach den verhuerdere die voorts-verhueringhe vernaderen ende calengieren, in der manieren als hiervoreonder den titel : Van calengieringhe ende naderschap[55] is verhaelt.

381. Item, is oock eenen huerlinck ghehouden de huijsingheen, schuerenende stallinghen van een landt-huijs oft hoeve gheduerende den tijt sijnderhuere te onderhouden in goeden reke [van] wanten ende reparatien, medeoock van daecke, deuren, vensteren, sloten ende greijndels, soo hem diehoeve ende wooninghen sijn ghelevert, ende ter expiratie sijnder huere endeafscheijt van den pande 't selve alsoo te leveren, ten ware anders tusschenpartijen, in't aengaen van de huere, ware besproken.

382. Item, sal oock den huerlinck, nae landt-recht, op de hoeve moetenlaten allen het mest dat op 't landt oft in de messie sal ligghen, ter expiratie

p 286

van de huere, ende dat daerop bij de beesten ghemaeckt sal wesen, oock hetderdendeel van den stroo, ende een derdendeel van den landen 't sijnderafscheijt ledigh te moeten laten, sonder eenigh mest oft stroo van den voor-schreven derden ghedeelte te moghen afvueren, ten ware anders bij dehuercedulle ware ondersproken, oft, als den huerlinck de hoeve ende landtledigh vinde als bij daerop kompt, sal hij dant selve oock soo moeten ledighlaten ligghen, indien bij de huercedulle daeraf gheen andere conditie en isghemaeckt.

383. Item, als nae den overstrijck van den besprokenen tijde van dehuere beijde partijen swijghen, ende dat den huerlinck daeroppe is gheble-ven, wort verstaen 't selve voor den ouden prijs ende conditien te blijvenvoor dat saisoene van den jare, om de besaeijtheijt wille, ende alsdan, wil-lende de proprietaris den pachter t' eijnden van den selven jare doenverhuijsen, oft willende den pachter selfs dan verhuijsen, moeten dat mal-kanderen ses maenden te voren op-segghen, om deen des anders schadete verhueden.

384. Item, grijpt 't selve oock plaetse in respecte van alle ghehuerdehuijsen die ghebruijckt worden alleen tot eenighe neiringhe, mits alsdand'een den anderen t'selve drij maenden van te voren op-segghende.

385. Item, vermach sulcken huerlinck 't selve huijs te approprieren endete stellen nae sijne neiringhe die hij doende is, op sijnen coste, behoudelijckdat 't selve gheschiede sonder bederffenisse, schade oft verargernisse vandien huijse ende erve, ende oock dat hij tsijnen af-scheijden 't selve stellein sulcken staet ghelijck hij 't selve aenveert heeft, daervore hij oockghehouden is te stellen cautie, indien 't den verhuerder versoeckt.

386. Item, die eenighe woon-huijsen[56] verhuert is ghehouden 't selve teonderhouden van wanden ende daecken, teghens wint ende watere, privatente doen ruijmen, schouwen te doen vaghen, van vaste deuren ende vensteren,ende mede 't selve van andere reparatien te versien, oft, bij ghebreke vandien, mach den huerlinck, nae dien hij 'tselve aen den proprietaris heeftaensocht, selfs soodanighe nootsaeckelijcke reparatien doen doen, endedaeraf leverende behoorlijcke specificatie ende acquicten, dat aen sijnehuere te corten.

p 288

387. Item, soo wanneer eenen huerlinck op sijn ghehuert goet gheplantheeft eenighe boomen ende plantagien. oock aen het huijs oft op d'erve ietop sijnen cost ghetimmert oft ghemetst heeft, mach ter expiratien van dehuere allen 't selve nae hem nemen ende af-breken, mits stellende 't selvehuijs ende erve in alsulcken staet als hij 't ghevonden heeft, ten ware datden proprietaris allen 't selve beliefde te betalen, ten segghen van liedenhen des verstaende, oft dat in 't maken van de huere tusschen partijenanders besproken ware.

388. Item, mach eenen verhuerdere sijnen huerlinck van eenighe huijsen,hoeven[57] oft landt doen afstant doen van de huere, soo wanneer hij 'tghehuert huijs, hoeve oft landt misbruijckt, 't zij met oneerlijck huijs tehoudene, oft d'lant niet en cultiveert met mesten ende weijden [wieden ?],ghelijck nae den ploech-rechte behoort; oock als in de huercedulle isbesproken dat hij alle jaer sijne huere ende pacht moet betalen, op privatievan sijne voorder huere soo wanneer hij des in ghebreke blijft te doen,ende 't selve laet overstier gaen drij maenden sonder 't selve te doen.

389. Item, dat alle de haeffelijcke goeden van eenen huerlinck, soo weldie hem toebehooren als die hem sijn verhuert oft gheleent tot het huijs-houden ende exercitie sijnder neiringhe, uijtghenomen brouketels, terstontnaedien hij de selve in sijn huijs ghehuert heeft oft pant ghebrocht heeft[58],staen ende sijn verbonden aen den proprietaris oft verhuerdere voor devoldoeningh van sijne huere ende voor de deterioratien ende verargernissenvan den huijse oft gronde, soo langhe die op den pant berusten, de welcke,bij den proprietaris oft verhuerdere daerop ghearresteert oft beseth sijnde,en mach den huerlinck die daeraf niet amoveren noch doen amoveren voorende aleer den proprietaris en is van alles voldaen ende betaelt; ende indiende selve in als oft in deele, in fraude van den proprietaris oft verhuerder vanden pande waren ghedaen, moeten die wederomme op den pant oft inhanden van de justitie ghebrocht worden; ende vermach den verhuerdere't selve met rechte op den pant doen brenghen, waeraen den verhuerderevoor alle andere crediteuren alsdan wort gheprefereert; maer soo wanneer

p 290

sulcke goeden sijn van den pant ghedaen sonder beleth van den arrest oftbesette, alsdan en heeft den verhuerdere daeraen gheen recht van preferentie.

390. Item, en heeft oock den verhuerdere gheen actie aen de goeden vanandere persoonen, die eenighe kelders, kamers, pack-huijsen oft anderedeelen van de ghehuerde huijsen in hueren hebben van den huerlinck vanden selven huijse, maer sijn alleenlijck verbonden voor de selve particulierhuere, ende voor de voordere huere en sijn niet convenibel noch arrestabel.

391. Item, vermach eenen verhuerdere op de meublen van sijnen huer-linck, berustende op zijnen pant, voor sijne t'achterheijt procederen bijuijtwinninghe met vier besettinghen, ende dan versoecken dat die sullenworden ghewesen verreijct voor de selve sijne conclusie; oft vermach oockte procederen bij daghemente teghens den huerlinck, soo 't hem goetdunckt ende inghevalle van suspicie van insolventie, voorvluchtigheijt oftverstekinghe van de goeden, vermach, nae voorgaende consent van de weth,terstont de voorschreve ghearresteerde oft besette goeden te doen beschrij-ven metten griffier, ter presentie van twee schepenen.

392. Item, is huijs-huere, hoef-paaht ende landt-pacht staende tot namp-tisatie, niet teghenstaende eenighe reconventie oft exceptie die den huerlincksoude willen proponeren van oft ter causen van reparatien bij hem aen hetghehuert huijs oft erve ghedaen; ten ware hij den proprietaris dede blijckendat hij, hebbende gheprotesteert dat hem gheene nootelijcke reparatien enwaren ghedaen, die heeft moeten verschieten; ende soo hij sulckx niet endede blijcken, is dien volghende den huerlinck ghehouden de gheheijschtehuere te namptiseren; ende aengaende de reparatien, worden partijendaeraf versonden voor goede mannen, om die te liquideren ende partijen tevereenighen, oft, inghevalle van gheenen accorde, partijen geschil met hetadvis aen de weth overbrenghen, om daerop recht ghedaen te worden naerbehooren.

393. Item, soo wie eenigh beseth oft bejaeght goet aenveert ende in fraudevan den crediteur versteckt, ende men 't selve goet onder hem bevonde, oftmetter waerheijt bethoonen conste dat hij 't selve hadde gheamoveert ofthelpen amoveren, de selve is, ten versoecke van den crediteur, ghehoudendie goeden wederom te brenghen ter plaetsen daer hij die ghehaelt oft helpenhalen heeft, oft, bij ghebreke van dien, is ghehouden den crediteur van sijnet' achterheijt te voldoen.

p 292

394. Item, soo wat boden hen verhueren, sijn schuldigh in hennen dienstte kommen, ende dien te moeten voldoen aen den ghenen zij hen hebbenverhuert, ten ware zij bleven in den dienst daer sij hadden willen uijtscheij-den, d'welck sij hennen nieuwen meester goets tijdts sullen moeten opseg-ghen, oft anderssints den voorschreven hennen dienst te moeten komenvoldoen voor den tijt dat sij hen sullen hebben verhuert.

395. Item, wanneer iemant deser werelt kompt aflijvigh te worden, dieeenigh huijs oft landt heeft verhuert, blijft dien niet teghenstaende de huerevan weerden, ten ware sulcken verhuerdere alleenlijck daeraf ware gheweesteenen tochtenaer, in welcken ghevalle de selve huere, mits sijne aflijvigheijt,expireert.

396. Item, die deel heeft in eenigh huijs, hoeve oft erve die bij sijnemede-deelhebbers wort verhuert sonder sijnen last oft consente, mach oockde naeste sijn om die huere bij vernaderinghe te aenveerden voor denselven prijs, mits daervore stellende sufficiente cautie; ende de voorschrevevernaderinghe doende binnen acht daghen dat hij daeraf sal sijn gheadver-teert, d'welck den mede-portionaris oft huerlinck ghehouden is te moetenlaten weten, ende nae de expiratie van den voorschreven tijt is daerafvervallen.

TITEL XXII[59].

VAN KEUREN ENDE BREUCKEN.

397. Eerst, soo wie voor den rechter in't ghedinghde quame ende als[60] ghecalengiert werde omdat hij teghens het vonnisse seijde oft dede, verbeurtaen den heere twee gulden.

398. Item, wie voor recht eenighe onghebonden oft injurieuse woordensprake, verbeurt aen den heere ses gulden, ende noch ghecorrigeert teworden naer ghelegentheijt van der saken, ter ordinantie van schepenen.

399. Item, soo wie van 't ghewijsde van schepenen appelleerde, endedaer en t'eijnden dat niet en verhief, verbeurt t'elcker reijsen drij gulden.

400. Item, soo wie eenighe haghen afhiele oft snede, liet zij willighen oft

p 294

bercken, oft eenen thuijn afbreeckt, die sal verbeuren ses gulden tot behoeveals vore, oft anderssints ghecorrigeert worden nae gheleghentheijt van desake, soo menighmael als 't selve sal ghebeuren, ende den proprietaris sijnschade repareren.

Van ongherechtighe weghen.

401. Item, soo wie gaet op eenighe ongherechtighe weghen oft verstekenweghen daer den ghemeijnen wegh ghebruijckbaer is, die sal t'elcke reijseverbeuren ses stuijvers.

402. Item, die bevonden wort nieuwe weghen te maken ende kanten oftgrachten deursteckt, sal verbeuren twee gulden, voor d'eerste reijse, endevoor de tweede reijse dobbel; ende dede 't eenen buijten-man, noch eenssoo vele, ende de derde reijse staen tot arbitrale correctie.

Van waterlaeijen ende straeten.

403. Item, soo wie ter ordinantie van den drossaert ende schepenen, naed'overstrijcken van den tijde bij het kerck-ghebodt ghedeclareert, hemteghens sijnen ghebuere niet en beheijmde, t'zij met graven oft anderebehoorlijcke heijmselen, noch oock en graefde noch en ruijmde de bekenende waterganghen, noch oock en maeckte de vaer-weghen ende voet-weghen, elck teghens sijne erve, sal verbeuren van elcke calengieringheende stuck bempts oft landts, oft weijde, daer de beken, water-loopen oftweghen neffens loopen ende ligghen, twee-en-veertigh stuijvers; ende soowanneer de heer voor de tweede reijse omgaet, sullen verbeuren het dobbelvan dien, ende sal dan de heere allen 't selve doen maken ten dobbelen lastvan den huerlinck, pachter oft ghebruijcker van sulcke goeden.

Van houte metten wortel.

404. Item, soo wie iemants vrucht-boomen, doornen oft eenigherhandehout metten wortel uijtstake oft afhiele, ende men dat bevonde, die sal ghe-levert worden in handen van den heere om ghecorrigeert te worden naegheleghentheijdt van der saken.

p 296

Van de bosschen.

405. Item, soo wat persoonen men bevint in iemants bosschen oft elderste houdene, kerven oft snijden, die sal verbeuren ses gulden tot behoevevan den heere, oft anderssints daeraf worden ghecorrigeert nae gheleghent-heijt van de saken, ende den eijghenaer zijn schade repareren.

Van teenen te snijden.

406. Item, soo wie op iemants boomen teenen snijt oft mutsaert-banden,die sal verbeuren eenen gulden, tot behoeve als vore, ende de schaderepareren als vore.

407. Item, dat oock niemant en zal moghen scheuren eenighe tacken vanfruijt-boomen staende in eenighe boomgaerden oft haghen, oft oock eenighfruijt plucken dat hem niet toe en kompt, op de verbeurte van sesse gulden,oft ghestraft te worden nae gheleghentheijt van de sake; ende oft sulckxghebeurde by eenighe jonghers, salmen de voorschreve pene verhalen opd'ouders oft meesters, ende sullen die den proprietaris sijn schade moetenrepareren.

Van gras te snijden.

408. Item, soo wie gras op de voren, grachten oft kanten van ander-lieden erve snijt, sal t'elcken verbeuren eenen gulden ende den sack; endesoo wie op ander lieden landt, erven, bempden oft welden gras snijt, diesal verbeuren vier gulden; ende en hout hij gheen beesten, sal verbeurenacht gulden bij daghe, ende bij nachte dobbel; ende woonde hij buijtendorps, noch eens soo vele.

Van verckenen.

409. Item, soo wie sijne verckenen onghekenneft oft ongheringht laetgaen acht daghen naedat het kerck-ghebodt daeraf sal wesen ghedaen, datalsdan den vorster die sal moghen schutten, ende hem reguleren volghended'ordonnantie op 't schutten ghemaeckt.

p 298

Van den Langhen-velde.

410. Item, en mach niemant op 't Lanck-veld sijne beesten stouwen ofthueden, indien hij daerop gheen bunder landts en heeft, op pene van datdie daeraf sullen gheschut worden.

411. Item, die daer raepen op saeijt ende die bevrijen wilde, indieniemant daerop bevonden werde met eenighe beesten, sal-men de selveinsghelijckx daeraf schutten.

412. Ende oft iemant daer landt op hadde, dat hij niet voorder huedenen sal dan op 't sijne, oock op de pene van te vervallen in de breuckenvermelt in de ordinantie op 't stuck van 't schutten ghemaeckt.Van brantstichters, oft die ander ghewelt doen.

413. Item, waert dat eenighe brandt-stichters oft transeneerders binnenden dorpe in iemants huijse quamen, om ghelt oft ander goet te hebben,bij dreijghemente oft bedwanghe, wort een ieghelijck toeghelaten die tevanghen, ende om daertoe te kommen, inghevalle sulcke hem te sterckwaren, van metten becken te moghen slaen, om hulpe van volck te krijghen,ende alsoo bij dien middele hem in s'heeren handen te leveren.

Doode beesten.

414. Item, dat niemant binnen den dorpe en sal moghen brengheneenighe doode beesten, oft hij en salse graven ses voet diep in d'aerde, opde verbuerte van vier gulden.

Meij-draghers ende fruijt-pluckers.

415. Item, oft iemant quame in iemants hove bij daghe oft bij nachte, omsavie oft ander kruijt te nemen ende weghe te draghen, die sal, t'elcke reijsehij daerop bevonden wort, verbeuren twee gulden.

416. Item, soo wie in iemants hoven, ackers oft velden gaet plucken, t'zijrapen, p‚en, coolen oft ander eert-vruchten, oft mispelen, appelen, peeren,pruijmen oft diergheijjcke fruijten ende boom-vruchten met corven, [oft]

p 300

sacken wegh draeght, sal den heere ghelevert worden, om ghestraft teworden nae gheleghentheijt van de saken.

Van de gansen.

417. Item, waert dat iemants gansen ginghen in iemants coren, bempdenoft aerde, van half meerte tot Bamis, dat die sal verbeuren, soo menichmael't selve gheschiede, elcke reijse twelf stuijvers.

Van leem te graven.

418. Item, dat niemant van buijtens dorps eenigh leem halen noch gravenen sal op de vroente oft eenighe laren, op de verbeurte t'elcke reijse vanvier gulden; ende als die van binnens dorps daer eenigh leem halen endeuijtgraven, die sullen ghebouden sijn die putten wederomme te vullen, opde verbeurte van twee-en-veertigh stuijvers; ende hieraf mach een ieghe-lijck die laerghelt betalen, de calengieringhe doen soo wel als den heere.Van de russchen.

419. Item, soo wie russchen steeckt, die zal t'elcker reijsen verbeurentwee reijsen[61].

Van laeren onder Deurne ende andere jurisdictien.

420. Item, soo wie van binnens dorps met opsetten wille henne beestenstouwen in eenighe laeren, daer sij niet kommen en moghen, sal den schut-ter moghen schutten, op d'ordinantie op het schutten ghemaeckt vermelt,ende van buijtens dorps van twintigh stuijvers.Van vercken-drijvers, gans- ende schaep-drijvers.

421. Item, waert dat eenighe vercken-drijvers, schaep-drijvers oft ganse-

p 302

drijvers quamen te mercktwaert met henne schapen, vercken oft gansen,ende dat sij die hueden oft daermede stille hielden op eenighe vroente,laeren oft elders, sal elcken persoon met sijne beesten verbeuren tweegulden.Van op de kercke te worpen.

422. Item, waert dat iemant schote met boghen, bussen, oft sloeghe metballen, oft wirpe met steenen op de kercke, oft in de ghelasen, die salt'elcken verbeuren thien stuijvers; ende ist dat hij ghelasen oft schalienbreeckt, sal die schade moeten repareren ; ende indien dat iemantskinderen oft boden deden, sal 't selve bij den ouders oft meesters moetengoet ghedaen worden.Van vorsters-coren.

423. Item, dat de vorsters oft schutters hen coren halen noch doenhalen en sullen van eenighe inghesetene voorder noch breeder danmen hendat bij de inghesetenen bewijsen sal; ende dat sij insghelijckx op 't veltnoch onder iemants coren noch kommen noch varen en sullen voor ende nader sonnen, op de verbeurte t'elcken van eenen gulden.Van de herbergiers.

424. Item, dat oock alle herbergiers sullen meten met der stadt matenvan Antwerpen, ende sullen moeten metter stadt iecker ghe-ieckt sijn, op deverbeurte van de potten, pinten ende maten, ende daer-en-boven te betalenvoor amende t'elcke reijse t'sestigh goude realen als de potten te kleijn sijn.

425. Item, sullen oock ghehouden sijn henne tenne ende steene potten,pinten ende maten alle jaer te doen iecken, tusschen Paesschen endeSincxen, op de verbeurte van twee gulden van elcken pot, pinte oft mate.

426. Item, en sal oock niemant moghen herberghe houden oft tappensonder voorgaende consent van den heere, op pene volghende den placcatevan Sijne Majesteijt van den jare 1585[62].

p 304

[van arrest-brake.]

427. Item, en sal eenen ghevanghene oft ghearresteerde hem niet moghenuijtter heerlijckheijt vertrecken sonder consent van den ghenen die hemheeft doen apprehenderen oft arresteren, oft metten rechte ontslaghen tezijn, op de pene van t'sestigh gouden realen tot behoeve van den heere.

Van stormen.

428. Item, soo wanneer den heere de klocke doet trecken oft stormen,dat een ieghelijck manspersoon die huijs hout kommen sal met sijne wapeneende gheweer aen de kercke, ende vandaer niet scheijden voor den tijdt dathem sal worden gheconsenteert bij den heere; oft iemant hierinne gebrecke-lijck ware, dat die t'elcken sal verbeuren, tot behoeve van den heere, drijgulden, ten ware hij bij eede derfde affirmeren de klocke niet ghehoortghehadt te hebben, noch daeraf en hadde gheweten.Van brandt.

429. Item, oft ghebeurde dat in eenighe herberghen oft elders soo groo-ten vieren ghemaeckt werden datse boven ter schouwen uijt-branden, diesal verbeuren t'elcken maele thien gulden bij daghe, ende bij nachtetwintigh gulden.Van schouwen te doen vaghen.

430. Item, dat alle inghesetene sullen henne schouwen moeten vaghenoft doen vaghen binnen veerthien daghen naedat sulckx ter kercken salworden ghecondight, op de pene van twintigh stuijvers.Van vekens oft heckens.

431. Item, dat alle vekens staende aen de ghemeijn heirstraten sullenworden onderhouden [door] vier de naeste erf-ghenoten, ende op de sij-weghen oock [door] vier de naeste erf-ghenoten, op pene dat de heer 't selvesal moghen doen ten dobbelen coste.

p 306

432. Item, soo wie vekenen oft draij-boomen laet openstaen sal verbeurenvier stuijvers eens.Van heijminghen.

433. Item, als iemant van de inghesetene begheert beheijmt ende bevrijtte sijn van heuren ghebuere, dat sij dan aen heur sijde hen sullen doenheijmen ende bevrijen, sulckx dat de naeste ghebuere daerbij gheen schadeen lijde; ende soo wie hierinne contrarie dede, dat die verbeurt, soomenichmael hij 't selve dede, thien stuijvers eens.

434. Item, wanneer eenige landt-bouwers oft hoevenaers henne dilvenoft slooten begheeren te graven ligghende tusschen twee ghebueren bemp-den, weijden oft landen, sullen de naeste gheleghen bedrijvers schuldighsijn mede te graven, op de pene van drij gulden; ende inghevalle sij 't selveniet en deden acht daghen nae de insinuatie van den officier, sullen vervallenin dobbele penen, ende sal de heere 't selve ten dobbelen twee-schatghemaeckt worden[63], ten laste van den ghenen die des in ghebreke isghebleven te doen.

435. Ende die van sijnen ghebuere wilt ghevrijt sijn moet eerst teghenssijne erve graven ende de roede steken, alswanneer de ghebuere moetvolghen, oft mach de heer dat voor hem ten dobbelen twee-schat, als vore,doen.

Van de weghen.

436. Item, sal een ieghelijck schuldigh sijn te maken de voet-weghen vande kercken, merckt-weghen, meulen-weghen ende andere, mede oock debrugghen ende goten, stappen, lenen ende vonders, naer ouder costumen, oppene van twelf stuijvers, ende ter tweeder reijse dobbel, ende van alsdanbij den heere ghemaeckt te worden ten dobbelen twee-schat, ten lastevan den ghenen die sulckx is ghehouden te doen.Van den bal te staen

437. Item, soo wie den bal staet op velden daer iemant coren oft andere

p 308

vruchten ghesaeijt heeft, sal elcken persoon verbeuren sesse stuijvers, endemede oock de naer-loopers der selver.Van palen uijt te doen.

438. Item, wat landt-winder oft hoevenaer eenighe palen uijt erret[64] oft uijt-werpt op eenighe landen, sal schuldigh sijn ['t selve] den heere oftproprietaris, oft den hoevenaer, in absentie van den proprietaris binnenvier-en-twintighe uren te kennen te gheven, op de pene van t'sestigh goudenrealen; ende inghevalle 't selve ghedaen ware bij den knecht van den hoeve-naer oft landt-winder, oft iemant van sijnen t'weghen, sullen de selve hennedienaers in dien houden van hen 't selve strackx te adverteren, opdat 't selvebinnen de uren aen den heere ende proprietaris mach worden gheadver-teert, op pene van des vallende in faulte, van evenwel te vallen in de voor-screve pene, al oft sij selfs 't selve hadden ghedaen, oft soo vele min oftmeer alsmen nae de gheleghentheijt van de sake sal bevinden te behooren.

439. Item, wie willens ende wetens heijmelijck eenighe palen versette oftuijtdede, om iemant in sijne erve oft gherechtigheijt te verminderen oftfrauderen, dat die sal worden ghestraft aen den lijve als eenen erf-dief.

Van landt te nae af te eeren.

440. Item, wie iemants landt te nae af erret, oft met schuppen iemantsgrachten, kanten oft elders sijne erve afneempt, 't zij eenen voet min oftmeer hem niet toe-behoorende, sal staen ter correctie van den heere, endeinghevalle dattet gheschieden bij eenighe boden ofte knechts van denpachter, sal de voorschreve pachter ghehouden sijn sijne boden in dien tehebbende[65], inghevalle sulckx bij abuse gheschiede, haren meester datterstont te kennen te gheven, om den heer daeraf binnen vier-en-twintighuren te adverteren; ende inghevalle sij des in ghebreke bleven, sullenvervallen, als vore, in de amende van t'sestigh gonden realen, oft soo velemin oft meer als de heeren sullen bevinden, nae de gheleghentheijt van desake, te behooren.

p 310

Stoppen van eenighe beken ende roijten [ruijen] derselver.

441. Van gelijcken, die eenighe s'heeren beken stopt oft doet stoppen, salvallen in de voorschreve pene.

442. Item, soo wie [in] eenighe roijten [ruijen] oft elders in eenighewaterloopen oft grachten eenighe penssen oft dermen schoon maeckte, oftdaerin eenighe vuijligheijt werpt, die sal t'elcken verbeuren twelf stuijvers.Van de velt-vaert oft ploech-ghetouwe.

443. Item, soo wie eenighe velt-vaert naeme, als ploeghen, egghen,strenghen, eir-linden, swinghen, kenneven, hout-slinghen, waghen, kerreoft dierghelijcke den velt-vaert aengaende, sal den heere ghelevert worden,om nae gheleghentheijt van de sake ghestraft te worden.Van de bien.

444. Item, en sal niemant moghen houden staende bien van buijten dandaer hen [sijn] eijghen staen, op pene van te verbeuren twintigh schellinghenBrabants bij den ghenen die-se aenghenomen heeft, ende sullen daer-en-boven de selve binnen vier-en-twintigh uren moeten wegh doen ; endeindien de selve daernae alnoch bevonden worden, sullen verbeuren ander-mael twintigh, schellinghen Brabandts, ende sullen de bien tot behoeve vanden heere verbeurt wesen, ende en sal niemant, soo van binnen als vanbuijtens dorps, eenighe bien oft stocken moghen setten sonder voorgaendeconsent van den drossaert, op de verbeurte van de selve bien.Van iemant te heeten lieghen.

445. Item, soo wie eenen anderen injurieert oft loghenstreept, sal t'elckenverbeuren thien stuijvers.Van vloecken ende bannen.

446. Item, soo-men daghelijckx bevint dat de inghesetene seer onghe-

p 312

vreesselijck vloecken ende bannen van het hooghweerdigh woort Godts,ende dierghelijcke, [ende de selve?] met sweeren seer onredelijck endelichtveerdelijck misbruijcken. die sulckx doet ende daerop ghecalengiertwort, sal t'elcken verbeuren twintigh stuijvers; ende soo 't gheschiedeteghens den officier oft wet-houderen, sal verbeuren het dobbel; endegheschiede 't selve bij eenen van buijtens dorps, sal verbeuren noch soovele, ende dat hij 't aen den heere sal staen s'heeren wille.

447. Item, soo wie den drossaert, schepenen oft clercq om hen officieinjurieerde, sal t'elcken als 't selve gheschiet verbeuren ses gulden, endedaer-en-boven noch staen tot correctie van den heere, nae gheleghentheijdtvan den saken, ter ordinantie van schepenen.

448. Item, so wie iemant dreijght te evelen aen lijf oft litb, sonder daet,verbeurt thien stuijvers.

449. Item, soo wie in fellen oft graven moede[66] iemant sloegh sonderwapenen oft bloedt-rijsen, oft ter aerden sloegh, verbeurt vier-en-twintighstuijvers, ende indien hij den selven bloedt-laette sonder wapene, oft dat deselve ter aerden viele, verbeurt twee gulden.

450. Item, soo wie in fellen oft grammen moede op iemanden wapentreckt om hem te evelen aen lijf oft aen lith, ende hem niet en raeckt nochbloedt en laet, verbeurt twee gulden; ende indien hij den selven bloedt-reijsde sonder vermincken, verbeurt drij gulden; ende indien hij den selvenverminckte, sonder ooghen, neuse, handen oft voeten te benemen, verbeurt,boven den voorschreven breuck, noch ses gulden; ende indien hij hemeenigh van dien bename, verbeurt, boven de voorschreve breucken, nochvier-en-twintigh gulden, ende den beschadighde sijne schade.

451. Item, soo wie eenighe verboden wapenen draeght, als brandereelenende andere dierghelijcke, oft die op iemant draeght gheladen bussen oftghespannen boghen, om die te evelen aen lijf ende lith, verbeurt denhooghsten wille, tot t'sestigh gouden realen; ende soo wie nae iemant meteender busse oft boghe schiet, om hem aen lijf oft lith te evelen, weder bijdien raeckt oft niet, verbeurt sijn lijf.

452. Item, wie op iemants deure oft venster liepe, sloeghe oft stake ingrammen ende fellen moede, oft om iemanden te evelen aen lijf oft lith,

p 314

weder hij daerin komt oft niet, verbeurt oock den hooghsten wille; endeindien hij daerin komt ende den man van den huijse kracht ende gheweltdede oft misdede, verbeurt sijn lijf.

453. Item, soo wie iemanden wonde oft quetste in evelen moede, oftanderssints met wercken misdede, ende aen den drossaert oft sijnen stadt-houder binnen vier-en-twintigh uren gheen vrede en versochte, verbeurtden hooghsten wille van t'sestigh gouden realen.

454. Item, soo wie iemant quetste oft wonde is schuldigh hem denchirurgijn ende medecijn van den halse te houden, ende den ghequetstennoch eens soo vele voor sijne smerte te gheven, ende voor sijn verleth tebetalen ter ordinantie van schepenen.

455. Item, soo wie bevonden wort op eens anders mans goet oft anders-sins af te houdene een eijcken heester hout, verbeurt t'sestigh gouden realen,ende indien hij bevonden wort een weeck opgaende wassende hout afghe-houden te hebben, verbeurt drij gulden, ende moet dan den man sijn schaderepareren.

456. Item, soo wie iemants anders thuijnen afbreeckt, oft eenigherhandehout aldaer neempt, oft de jonghe scheuten van de heesters met sijnebeesten laet af-weijden, oft selver af-pluckt oft snijt, verbeurt, soo dickmaelhij dat doet, twee gulden, ende daertoe den sack ende wapene daer hij't selve mede doende is, ende van daer-en-boven nae den delicte oft feijteter ordonnantie van schepenen ghecorrigeert ende ghestraft te worden.

457. Item, oftmen bevonde den ghenen die de voorschreven quaet-doenders 't selve ghestolen goet afcochte, ende hen alsoo daermede in hennedieverije hiele, die verbeurt oock drij gulden, ende noch ghecorrigeert teworden nae gheleghentheijdt van de sake ter ordinantie van schepenen.

458. Item, een ieghelijck is schuldigh vrede te gheven daertoe versochtsijnde; ende soo wie vrede weijgert zal soo langhe in hachten moeten gaentot dat hij vrede gheeft, ende totten dien betalen de costen daerommegheresen.

459. Item, soo wie, rechtelijck ghearresteert sijnde, 't zij in persoone oftgoeden, daer-en-boven vertrocke oft verporde in versmadenisse van denselven arreste, oft oock aftrocke eenighe billetten van s'heeren weghen doenplacken ter plaetsen daermen die is ghewoon te placken, dienende tot

p 316

verkondinghe van eenighe ghemeijne saken, daerdore den heere oft ghe-meijnte schade lede, ende dat 't selve tendeerde in versmadenisse van dejustitie, de selve verbeurt eenen hooftmoedighen wille, ende is ghehoudenallen 't selve respective te beteren met t'sestigh gouden realen, oft wortanderssints arbitralijck ghecorrigeert.

460. Item, een ghehout persoon, t'zij man ofte vrouwe, die bij nachtbevonden wort in eenich bordeel oft openbare oneerlijcke huijsen , t'zijghekleet oft onghekleet, verbeurt aen den heere sijn opperste deckxsel,oft twelf gulden daervore, ende die niet en heeft te betalen , wort arbitra-lijck ghecorrigeert; ende die bij daghe naeckt bevonden wort, verbeurt deselve pene.

461. Item, soo wat persoonen overspel gedaen hebben, ende bevondenworden nochtans niet in openbaren overspele met malkanderen sittende ofthuijs houdende, verbeuren voor d'eerste reijse vier-en-twintigh gulden,voor de tweede reijse acht-en-veertigh gulden, ende voor de derde reijsetwee-en-seventigh gulden, ende sullen daer-en-boven t'elcker reijse arbi-tralijck worden ghecorrigeert, soo de heeren nae de ghelegentheijt van dendelicte ende qualiteijt van de persoonen sullen bevinden te behooren.

462. Item, die eens anders wijf ontleijde verbeurt hondert gulden, endestaet daer-en-boven tot arbitrale correctie; ende ontdroegh het wijf heurenman eenigh goet, daeraf soude den verleijder ghestraft worden als een dief.

463. Item, die in overspel sit met eenen anderen persoone verbeurt alledaghen thien schellingen Brabants, ende staet daer-en-boven tot correctievan den heere.

464. Item, persoonen 't zij mans oft vrouwen, die op ledighe vrouwenleven, salmen buijten den dorpe bannen op lijf-Straffinghe.

465. Item, die iemandts anders hoenderen, gansen, duijven, eijnden endedierghelijck ghevoghelte schote oft afhendigh maeckte, verbeurt elcke reijsethien schellinghen Brabants, ende den eijgenaer sijn schade te repareren.

466. Item, die eenen anderen dreijghde omdat hij over hem aen den heereklaeghde, verbeurt drij pont Brabandts.

p 318

Van haestighe sieckte.

467. Item, dat niemandt binnen den dorpe en sal moghen huijsen,herberghen, logeren oft binnen sijnen bijvanghe laten woonen oft herbergeverleenen iemandt uijt eenighe sterf-huijsen comende, weder hij sieck oftghesont [is], oft dat hij van binnen s'dorps quame, op de verbeurte vantwintigh gulden.

468. Item, indien de haestighe sieckte in iemandts huijs quame, endedaer iemandt sieck ende uijt den huijse ghedaen werde, soodat hij aldaer inhuijs niet en storve, soo sullen alle die van den huijsghesinne moetendraghen een witte roede, lanck zijnde vier voeten, voor den tijt van veer-thien daghen, ende eenen stroo-wisch uijtsteken boven sijn deure, lanckzijnde onderhalven voet, ende soo dick als een fasseel-hout, op de verbeurteelck van twaelf gulden.

469. Item, dat oock daer de haestighe sieckte is, 't zij hij 't selve waer-schouwe oft niet, niemandt en sal moghen logeren, bier tappen, vercoopenoft in sijn huijs laten commen, in wat manieren dat het waere, op deverbeurte van twintigh gulden. 1

470. Insghelijcks en sal oock hem niemandt vervoorderen, soo langheden ghestelden oft gheordineerden tijdt niet en is ghe-eijnt, hem generendemet landtwinninghe oft ander hant-werck oft neeringhe, te wercken voorhem selven oft iemant anders, op de pene van thien gulden.

471. Item, ofter iemandt in eenigh huijs binnen den dorpe storve, 't zijjonck oft oudt, sullen die van den gheheelen huijse de voorschreven roedemoeten draghen ses weken lanck, ende den selven tijdt gheduerende eenenwisch moeten uijtsteken als vore, ende sullen moeten blijven op hunne erveende binnen hunnen bij-vanghe, sonder op iemandts erve ende binnenhunnen bij-vanghe oft huijs te moghen comen, op de verbeurte van twelfgulden.

472. Item, dat alle [geene] schrobbers, schrobsters ende andere, uijt eenighesoodanighe sterf-huijsen komende, t zij van binnen oft van buijten s'dorps,en sullen moghen komen in eenige vette-warijen, backerijen, herberghen oftandere huijsen, dan, metter witter roeden moeten blijven staen thien voetenvan den huijse, ende aldaer halen ende begheeren 't ghene hem [hen] vannoode ende behoeffelijck is, op de verbeurte t'elcke reijse van thien gulden.

p 320

473. Item, dat de schrobbers, schrobsters oft andere de doode lijcken nietgraven en sullen dan voor ende na der sonnen op- ende onder-ganck, endedat die oock van haren bij-vanghe, niet gaen en sullen na acht uren voorende vier uren naer noene, op de pene van drij gulden.

474. Item, sullen voortaen alle de ghene die uijt eenighe sterf-huijsencomen, des wercken-daeghs moghen in de kerke komen op alsulcken plaetseals de coster hen designeren sat, mette witte roede in de handt, om misse tehooren ende hunne offerhande te doene, ende dat sij alsdan terstont sullenmoeten vertrecken na hunne huijsinghe, ende anders niet, oock op pene vanthien gulden die contrarie dede.

TITEL XXIII.

VAN NAMPTISATIE.

475. Alle klare obligatien, wissel-brieven, schepene-bekentenissen, saec-ken van achterstellighe huijs-huere, hoeff- ende landt-pacht, verloop vanrente daer den debiteur verlijder af is, pueren arbeijts-loon, salarisen vanadvocaten, procureurs, apothecarisen, medecijnen, chirurgijnen, backers-,brouwers-, vleesch-houwers- ende taverniers-kerven, midtsgaders schuldenmin bedraghende dan drij gulden eens, die den heijscher onder eedt pre-senteert te ghewarighen, staen tot namptisatie onder cautie, ten ware datpartije, comparerende, allegeerde eenighe peremptoire defendentien, alsvan betalinghe, transactie, innovatie oft dierghelijke, die hij ghecondem-neert wordt binnen acht daghen te thoonen, oft onder cautie te namptisse-ren, ten ware, uijt eenighe merckelijcke redenen, hem eenighen voorderentijdt werde gheaccordeert.

476. Item, eenen aenleggere conventionael, oft oock reconventionael,agerende uijt eene klare ende liquide obligatie, schepene brieven oft anderbescheet, willende ten eersten daghe comen tot namptisatie, is schuldighsijne partije daeroppe te daghen, oft andersints wordt hem ghegunt dagh,sonder prejuditie, ende visie van den bescheede.

477. Item, magh ten daghe dienende eenen ghedaeghde proponeren sijneexceptie declinatoir, indien hij eenighe heeft, ende soo die wordt bevondenliquide te wesen, moet daerop eerst recht gedaen worden.

p 322

478. Item, soo wanneer dat d'obligatie oft schuldt staende tot namptisatiedrij, vier oft meer jaeren vervallen is, oft dat de ghedaeghde selve d'obli-gatie oft schult niet ghemaeckt en heeft, maer daervore als erfghenaem desdebiteurs oft in een andere qualiteijt dan in sijnen eijgenen naem [aenges-proken is, wordt][67] hem voor d'eerste reijse ghegunt dagh van berade,sonder prejuditie van de versochte namptisatie.

479. Item, eenen aenlegghere de namptisatie gheobtineert hebbende, isghehouden de saecke niet meer op de rolle ten principalen te presenteren.

480. Dan, mnagh den ghecondemneerden binnen s'jaers den aenlegghereten principalen te doen funderen, ende de saecke te doen vervolgen, endegheensints niet als 'tjaer is ghe-expireert, alswanneer de ghenamptiseerdepenninghen blijven in absente betalinghe[68] ende den borghe ontslaghen.

481. Item, en magh eenen debiteur, in materie van namptisatie ghecon-demneert zijnde, ten principalen niet ghehoort worden, hij en hebbe alvorende gheheijschte somme ende kosten ghenamptiseert.

482. Item, indien men ten principalen bevonde, ende ghewesen werde,dat d'aenlegghere hadde t'onrechte de ghenamptiseerde penninghen ontfan-gen, is dan ghehouden die te restitueren, metten interest oft verloop,rentsghewijse, mette costen van beijde de instantien.

483. Item, exceptien van valscheijt, vreese, extorsie, nulliteijt, relievementende dierghelijcke, voorder ondersoeck van saecken verheijsschende, enworden tegens liquide obligatien in materie van provisie niet toe-ghelaten.

TITEL XXIV.

VAN ONBEJAERDE KINDEREN ENDE VERMOMBOIRDE PERSOONEN.

484. Item, de wethouderen deser jurisdictie zijn oppermomboiren vanalle weesen der selver heerlijckheijdt.

485. Item, naede doodt van man oft vrouwe en is de lanckst-levendevan hunne onbejaerde oft simple kinderen gheen momboir, ten ware staendeden houwelijcke sulcks bij hunnen testamente ware gheordineert.

p 324

486. Item, zijnde het houwelijck ghescheijden sonder testament ghe-maeckt te zijn, moeten alsdan twee van de naeste bloedt-vrienden vans'vaders ende twee van s'moeders weghen ghestelt worden als momboirsover de selve onbejaerde kinderen, die ghehouden zijn den behoorlijckeneedt daertoe staende te doen; des moeten sij onder hen vijf-en-twintighjaren oudt wesen, ende oock persoonen staende tot goeden name, fameende regimente.

487. Item, den voorschreven eedt ghedaen wesende, zijn de voorschrevenmomboirs schuldigh terstont te gaene in 't sterf-huijs van den aflijvighen,ende aldaer metten lanckstlevenden te maecken eenen behoorlijcken staetende inventaris van alle ende ieghelijcke goeden, soo wel haeffelijcke alserffelijcke, actien, credieten ende uijtstaende schulden die in den voor-schreven sterf-huijse worden bevonden, ende moeten dien in handen van deschepenen over-brenghen om wettelijck ghepasseert te worden, ten lanckstenbinnen een maendt nadien sij den eedt sullen hebben ghedaen.

488. Item, ende aleer den voorschreven staet ende inventaris maghworden ghemaeckt, moeten alvoren de haeffelijcke goeden in den sterf-huijse bevonden ende den selven sterf-huijse competerende, bij openbarenuijtroepe worden verkocht, met voorgaende consent van de weth; daeraf devorsters zijn roepende, ende den griffier ende schepenen-clerck den boeckis houdende, die oock den boeck onder sijnen behoorlijcken salaris ophaeltende moet goet doen.

489. Item, zijn voorts de momboiren, soo metten rechte ghelevert alstestamentelijck, alle jaer oft uijterlijck ten twee jaren, oft als sij des van deweth worden versocht, schuldigh van heure administratie te doene, voor deweth, goede wettighe rekeninghe, bewijs, ende reliqua, op de pene vanthien gulden, tot behoeve van den heere.

490. Item, en vermoghen gheene momboiren eenige erffelijcke goedenvan hunne weesen belasten noch vercoopen, ten zij bij consente van deweth ende de naeste vrienden, ende midts onder eedt verklarende dat deselve belastinghe oft vercoopinghe tot profijt van hunne weesen beter gedaenis dan ghelaten, ende verthoonende den nootsake van sulcke belastinghenende verkoopinghen, andersints ende bij ghebreke van dien, zijn sulckecontrarie belastinghen ende vercoopinghen nul ende van onweerden.

491. Item, zijn de voorschreven momboiren schuldigh van de pennin-

p 326

ghen comende van de voorschreven belastinghen oft vercoopinghen ternaester rekeninghe te verantwoorden ende te bethoonen waer die tenoorboire van hunne weesen sijn ghe-employeert, oft andersints moeten diegoet doen.

492. Item, blijven alle weesen onder hunne momboirdije tot hunne vijfen twintigh jaren, ten ware sij eer quamen tot eenighen gheestelijcken ofthouwelijcken staete, oft andersints dat de weth, door attestatie van heurenaeste vrienden ende maeghen, bevonden worden[69], dat sij wijs genoeghwaren hunne goeden te administreren.

493. Item, als de voorschreven weesen zijn ghecomen tot hunnen ghe-qualificeerden ouderdom, zijn de momboiren ghehouden hen te doenrekeninghe, bewijs ende reliqua van hunne administratie gehadt t'sederthunne leste ghepasseerde wettighe rekeninghe, ende sijn de weesen danoock ghehouden hunne momboiren daeraf te gheven wetthighe quitantie,ende hunne momboiren van hunne momboirdije te ontslaghen voorschepenen.

494. Item, van twee oft meer persoonen den kinderen bestaende al evennae, ende al even bequaem sijnde totte momboirdije, kiest men den outsten.

495. Maer moeten totte voorschreve momboirdije ghecosen worden dealdernaeste van bloedts-weghen de weesen bestaende; des, oft de wet-hou-deren bevonden oft bemerckten eenighe redenen waerdore de naeste vrien-den den kinderen oft weesen niet nut oft profijtelijck en souden wesen,sullen, uijt die consideratie, andere van den bloede den weesen bestaende,ende daertoe nutter ende bequamer wesende, daertoe te moghen kiesenende stellen.

496. Item, de ghene die met de weesen staen in onverscheijden goeden,oft sijn boven henne t'seventigh jaren, en sijn niet ghehouden over sulckeweesen momboirs te worden, soo langhe de voorschreve ghemeijnschap vangoeden duert ende sij van den anderen niet en sijn ghescheijden.

497. Item, inghevalle iemant weijgherde de momboirdije te aenveerdenoft den eedt te doen, daertoe ghedaeght ende ghecondempneert sijnde,moghen daertoe bij reële executie ende aentastinghe hunder persoonenbedwonghen worden, ten ware sij wettighe redenen hadden ter contrarien

(1)

p 328

om hen daeraf te excuseren, als dat sij belast waren van drijder-leij mom-boirdijen, wanneer sij niet ghehouden en sijn eenighe voordere te aenveerden,d'welck sij de wet-houderen sullen schuldigh sijn te kennen te gheven.Den eedt.

498. Item, den eedt die de momboiren sijn schuldigh te doen luijt aldus:"Hier sweer ick, daer ick toe gheordineert ben, dat is momboir te zijn vanA, B, C, etc., alle onmondighe kinderen van wijlen N. N., die in mijnemomboirdije ghestelt sijn, dat ick de selve ende henne goeden sal regerenende hanteren nae mijne conscientie, wel ende rechtveerdelijck, ende datick in alle saecken der kinderen profijt sal voorstaen ende heure schadebeletten, ende gheenderhande van heure onruerende goeden oft renten ensal belasten, vercoopen, veranderen oft verthieren sonder merckelijckenootsaecke, ende dat bij voorgaende consent van de weth, ende dat ick denstaet van de goeden der voorschreve kinderen niet en sal openbaren nochlaten openbaren, bij mij selven oft bij iemanden anders, in gheendermanieren, maer sal dien secreet houden ter tijdt toe dat mij dat bij drossaertende schepenen gheordineert ende gheconsenteert sal wesen te moghendoen, ende voorts al sal doen dat een goet momboir schuldigh is te doen; soomoet mij Godt helpen ende alle sijne heijlighen !"

499. Item, soo wanneer de kinderen hebben vader oft moeder in 't sterf-huijs sittende, alsdan moet de selve lanckst-levende den staet ende inventarisvan de goeden van den gheheelen sterfhuijse maecken, hem ende de wees-kinderen onverscheijden ende onverdeijlt toekomende, ende dien aen deweth overbrenghen ende ghewarighen bij eede, des versocht sijnde; denwelcken ghedaen sijnde, moeten de momboiren voor henne weesen teghensden lanckst-levende, in de teghenwoordigheijt van de voorschreve wet-hou-deren, verstaen tot cavelinghe ende lotinghe ende tot scheijdinghe endedeijlinghe van de ghemeijne goeden, ende daernae die scheijdinghe endedeijlinghe voor schepenen passeren, ten ware de momboiren bevondenprofijtelijcker metten lanckst-levende van de selve ghemeijne goeden aen tegaen eenen uijt-coop, dat sij alsdan 't selve met consente van de weth sullenmoghen doen.

500. Item, soo wanneer de selve lanckst-levende, man oft vrouwe, de selve

p 330

wees-kinderen met consent van de weth heeft uijtghecocht met last van deselve kinderen te alimenteren ende te onderhouden, enz., ende dat de selvelanckst-levende, daernae ghekommen sijnde tot eenen anderen houwelijck,aflijvigh werde, heeft d'achterghelaten weduwer oft weduwe van den twee-den bedde de keuse, t'zij den voorschreven uijt-coop te voldoen, oft denweesen te laten volghen de goeden oft ghedeelten die hen, cesserende denuijt-coop, waren competerende.

501. Item, soomen naderhant bevonde dat de lanckst-levende, oft oockde momboirs iet frauduleuselijck hadden versweghen ende uijtten staet endeinventaris ghelaten, salmen sulcke verswijghers corrigeren als meijneedigh,ende sullen daer-en-boven van heure eijghene goeden verbeuren de rechteestimatie van de versweghene goeden, te bekeeren ten profijte van deweesen.

502. Item, sijn alle momboiren, soo wel metten rechte ghelevert alstestamentelijcke momboirs, schuldigh de penninghen dier worden bevondenvoor henne weesen, boven de schulden ende lasten van den sterf-huijse, tecompeteren, binnen drij maenden naeden ontfanck aen te legghen inrenten aen goede vaste panden, oft anderssints te begeeren aen grondenvan erven, ten meesten oirboire van de weesen oft andere vermomboirdepersoonen, ter ordinantie van de weth, oft, bij ghebreke van dien, souden depenninghen metten verloope van dien rents-ghewijse teghens den pennincksesthien staen ten laste van de momboiren oft curateuren, indien de sommesoo notabel ware dat die meriteerden aengheleijt te worden.

503. Des, indien de momboiren voor de hant daertoe gheene bequameende profijtelijcke middelen en vonden, 't selve de weth aendienen oft tekennen ghevende, sullen daeraf worden ghehouden voor ghe-excuseert,nae de ghelegentheijt van der saken.

504. Item, momboiren consent hebbende van de weth om eenighe onrue-rende goeden henne weesen competerende te vercoopen, vermoghen diewel uijtter handt te vercoopen, met reserve nochtans van dat die andermaelna drij sondaeghsche kerck-gheboden, ten uijtgaen van der bernenderkeerssen, met verdieren sullen worden vercocht ende gheproeft oft die nietmeer weerdigh en sijn, ende met onderspreck: wes dat sulcke cooper dievoor den selven prijs sal innesetten, ende wes die naderhandt meer sullengheraken te ghelden, dat d'een-helft sal wesen voor de weesen ende d'ander

p 332

helft voor den eersten cooper die den palmslagh sal hebben ontfanghen,welck consent van de weth den griffier sal ghehouden wesen altijt in degoedenis-brieven te narreren.

505. Item, en moghen de momboiren gheene van hunne weesen goedenin-coopen noch doen in-coopen bij middele van eenen derden, op pene vannulliteijt van den voorschreven in-coop.

506. Item, en zijn de momboiren niet ghehouden cautie te stellen voorhunne ghetrouwe administratie, ten ware tusschen de selve momboirenquestie rese, wie van hunlieden alleen de administratie behoorde te hebben,ende dat d'een den anderen niet en betrouwde, in welcken ghevalle deghene die de administratie aenveert ghehouden is de voorschreven cautie testellen, oft ghedoogen dat sijnen mede-momboir, die de cautie presenteert,hebbe de administratie.

507. Item, soo wanneer de momboiren doen hunne rekeninghe voor deweth, staende tot goeden naem ende faem, worden alsdan ghepasseert deparcheelen van sijn [hun] uijtgheven bedraghende onder de twintigh schel-linghen Brabandts, midts die alleenlijck bij eede verificerende, sonder daerafeenighe andere oft naerdere verificatie te derven doen, ten ware datmen con-trarie thoonde, oft dat 't selve uijtgheven procedeerde van verloop van rente.

508. Item, wordt de rekeninghe van de administratie van de momboirsghedaen ten coste van de weesen oft vermomboirde persoonen, ende wordtden momboiren oock sonder hunnen kost quitantie gegheven soo wanneersij van hunne momboirdijen worden ontslaghen.

509. Item, hebben oock de momboirs, ter causen van hunnen ontfanckprocederende van de bladinghe van de [,rl weesen incomende goeden, dentwintighsten penninck, ende voorder niet, indien sij 'tselve begheeren;ende indien sij elders buijten s'dorps reijsden in de affairen van hunne wee-sen, wort hen 't selve verleth ende vacatie oock in rekeninghe ghepasseert,ter tauxatie van de weth.

510. Item, ende oft de saecken van de weesen sulcks vereijschten door demoeijelijckheijdt van de administratie, alsdan moghen de momboiren, bijadvijse van de weth, stellen eenen rentmeester, die voor den loon hem bijde weth toe te vueghen ende[70] d'affairen van de weesen oft vermomboirde

p 334

persoonen sal helpen administreren, tot perijckel nochtans van de momboirs.

511. Item, oft iemandt van de voorschreven momboiren, 't zij testamen-telijck oft metten rechte ghelevert, quame te sterven, oft oock quame totinsolventie van den quaden regiment, onbequaem, oft langen tijdt absentwerde, moet den anderen momboir, oft momboiren, de weth eenen anderendaertoe bequaem zijnde noemen ende in stede van dien metten rechte doensurrogeren[71].

512. Item indien eenighe weesen oft innocente persoonen gheene maghenen hebben bequaem om 't selve officie van momboirdije te bedienen, moetend'ander vrienden, aen het maeghschap ghehoudt zijnde, de momboirdijeaenveerden, ende bij ghebreke van dien, worden van s'heeren weghenversien van vremde momboiren.

513. Item, een vrouw die bij haers mans testament momboiresse overheurer beijder kinderen ghestelt is, comende tot heuren tweeden houwe-lijcke, oft eenen momboir, 't zij testamentelijcke oft ander, trouwende demoeder van sijne weesen, sal heure oft sijne momboirdije ende administratieover de voorschreven kinderen verliesen, ende ghehouden wesen binnenses weken voor de weth eenen anderen momboir in heure oft sijne plaetsete doen stellen, op de pene van thien gulden.

514. Item, soo wanneer eenen momboir metten rechte ghegheven nader-handt iemandt naerder vanden bloede weet te beewijsen binnen den dorpewoonachtigh, bequaem om de momboirdije te aenveerden ende bedienen,magh dien doen daghen ende rechtelijck bedwinghen in sijn plaetsecomen de momboirdije te aenveerden ende den eedt daertoe staende tedoen; ende den voorschreven eedt ghedaen zijnde, is den eersten momboirvan de momboirdije ende voorder administratie ontslaghen, midts van sijneadministratie, tot dien tijde ghehadt doende rekeninghe, bewijs endereliqua; des niet en is in respecte, van eenen testamenelijcken momboir,die de selve moinboirdije moet blijven bedienen, als hij die eens heeftaenveert

515. Item, vermomboirde persoonen en moghen,in rechte niet staen, nochin aenleggher[s] noch in verweerder[s] stede, dan bij authorisatie van hunneopper-momboirs, oft ten minsten van eenen van hen, oft andersints, indien sij

p 336

de nederlaghe [hadden] oft eenighe acte van prejudicie ghedaen hadden,soude met allent ghene des daeraen cleeft wesen nut ende als niet gheschiet,alwaert oock in materie van injurien, mulcten, breucken ende dierghelijcke.

516. Maer soo wanneer die tot hunnen verstande waren ghecomen endeter causen van eenigh delict worden aenghesproken, magh teghens hem[hen] gheprocedeert worden sonder overstaen van hunne momboirs.

517. Item, costen van processen bij de momboiren, 't zij als aenleggherenoft verweerderen in eenige saecken ghedaen, daerin sij de nederlage krijgen,en worden hen in rekeninge met ghepasseert ten ware sij de selve proces-sen met consent van drossaert ende schepenen vervolght hadden.

518. Item, elck momboir is een voor al ende in solidum ghehouden teverantwoorden ende goet te doen allen 't ghene dat binnen den tijde [dat] hijmomboir is geweest geschiet is, ende hebben de weesen de keuse, wien sijvan henlieden aenspreken willen, behoudelijck hem sijn verhael teghenssijnen mede-momboir, indien de faulte hem werde ghe-imputeert, ten warede administratie, 't zij bij den overleden oft rechter, ware ghespleten.

519. Oock gereserveert, dat die de weese goeden niet en hadde gheadmi-nistreert, maer dat 't selve ware gheschiet bij sijnen mede-momboir alleene,niet anders en is convenibel noch ghehouden dan in subsidium, den ghenendie alleene geadministreert heeft eerst gheproeft zijnde, ten ware hij deadministratie hadde ghedooght de wijle sijnen mede-momboir ware totinsolventie ghecomen, die een iegelijck notoir ware, voor den tijt oockalleene hij met sulcken is momboir gheweest.

TITEL XXV.

VAN ONGHEHOUDE VROUWEN.

520. Onghehoude vrouw-persoonen, geene coopvrouwen ende over henvijf-en-twintigh jaren wesende, oft weduwe zijnde, en moghen geene scha-delijcke obligatien, contracten ofte andere acten doen oft aengaen, nochprocuratie gheven om voor schepenen te verlijden ofte passeren dan voorschepenen, oft, bij ghebreke van dien, moghen alsulcke contracten, obligatienoft acten afgaen ende renunchieren.

521. Item, alsulcke vrouw-persoonen, willende eenighe contracten voor

p 338

schepenen passeren moeten alvoren daertoe sijn versien van eenen momboir.

522. Maer aengaende de contracten van houwelijcken ende van houwe-lijcksche voorwaerden, testamenten, codicillen ende ghiften ter causen desdoodts, bij vrouwe-persoonen, boven heure twaelf jaeren oudt wesende,anders dan voor schepenen ghedaen, zijn des niet-te-min van onweerden.

523. Item, magh een onghehouwde vrouwe, meerder van jaeren oftweduwe zijnde, heur eijghen saecken in rechte vervolghen, soo in aenleg-ghers als in verweerders plaetse, sonder van momboir versien te zijn, endesoo[72] heure procuratie ad lites bij heur te passeren moet ghepasseertworden, wordt hiernaer onder den titule van Procuratien[73] gheseght.

TITEL XXVI.

VAN PREFERENTIEN VAN CREDITEUREN.

524. Item, soo wanneer eenige crediteuren hebben gheprocedeert bijevictie in 't voor- ende naerjaer, 't zij voor eenige verloopen chijnsen, ren-ten, oft personele schulden, oft oock hebben uijtghewonnen eenighe meublegoeden van becommerde sterf-huijsen oft insolvente persoonen, ende datsulcke uijtghewonnen goeden metten heere worden verkocht, soo wordtaen den coop eerst ende alvoren gheprefereert ende moet van den prijs vanden selven coop vooral gaen ende betaelt worden de costen van de selveuijtwinningen, alwaert 't oock alsoo dat de renthieren aen hunne renthenoft chijnsen, soo in capitale als verloopen, quamen te sneven.

525. Item, wordt voorts alle andere gheprefereert, op huijsen oft grondenvan erven, den oudtsten chijns-heffere renthier oft ander hypothecariscrediteur, elck na rate van sijnen ouderdomme, midts dien dat den cooper,die de selve bij evictie heeft in-ghekocht, ghestaet voldoende den prijs vansijnen coop.

526. Item, wort oock gheprefereert den ghenen die [n], tot versekerheijdtvan sijne schult, eenighe panden zijn, als pant metter minnen, in handengegheven, ende dat alleen aen de selve panden, ende voorder niet; de

p 340

welcke oock gehouden is de selve uijt te winnen, inghevalle hij van sijneschult gheen vonnisse oft voluntaire condemnatie en hadde, ende dan voortsmetten heere te vercoopen.

527. Item, indien eenen insolventen persoon, tot insolventie gekomenzijnde, eenighe crediteuren in handen gave eenighen pant metter minnen,oft eenighe goeden, 't zij haeffelijck oft erffelijck, voor heer ende wethopdroeghe, transporteerde oft verbonde, ende sal sulcke verbintenisse nochtransport sijnen crediteur dien niet teghenstaende daer aen gheen rechtvan preferentie hebben[74], maer wordt sulcke verbintenisse oft transportgehouden voor nul ende van onweerden.

528. Item, generale verbintenissen oft hypotecquen van alle goeden, 'tzij tacite oft expresse, al waren die oock voor schepenen bekent, en gevengeen recht van preferentie oft affectatie.

529. Item, oock niet overleveringhe van rent-brieven, goedenis-brievenende andere concernerende onruerende goeden oft renten, ghestelt oftgheleveert in handen van eenen derden voor pant metter minnen oft t'sijneversekerheijt, d'welck niet voor schepenen en is ghepasseert, noch oocktransporten oft verbintenissen voor notaris ghedaen van sulcke erfgoeden,en gheven gheen recht van hypothecque noch van preferentie in oft aen deselve erfgoeden, dan als die voor schepenen zijn ghepasseert daer dieerfgoeden oft renten zijn gheleghen.

530. Item, wordt vooral gheprefereert den ghenen die sijn eijghen goetonder den ghefailgeerden oft fugitiven, oft in eenighe becommerde sterf-huijsen vindende, die aldaer is vendicerende.

531. Item, daernaer, alle de oncosten van der evictien ende executien,met oock het recht van den t'sestighsten penninck den officier competerendevoor de bewaernisse ende distributie van de penninghen die den coopervolghende den coopceele oft overbate schuldigh is op te legghen wordenvoor alle crediteuren, soo wel renthieren als andere hypothecarise credi-teuren, gheprefereert in respecte van de goeden die bij executien wordenverkocht, 't zij datter bate is oft niet.

532. Voorts wordt voor alle andere gheprefereert de huijs-huere, hoef- oft

p 342

landt-huere, ende deterioratie van den huijse, alleenlijck aen de goeden dieop den pandt bevonden worden, den huerlinck toe-behoorende, oft hen[hem] verhuert oft gheleent tot het huijs-houwen oft exercitie van sijneneiringhe, ende voorder niet, behoudeljck dat daeronder niet en wordengherekent de brouwketels.

533. Maer andere persoonen, die eenighe kelders, cameren, solders, oftdeel van eenighe huijsen teghens den huerlinck hebben ghehuert, endehebbende hunne goeden daerinne, ghestaen midts oplegghende ende beta-lende 't ghene sij van hunne huere schuldigh ende ten achteren zijn, sonderdat heure goeden executabel zijn voor de huere van den gheheelen huijse.

534. Item, daernae, de tamelijcke oncosten van de begravinghe endekerckelijcke rechten; maer in respecte van legaten, voordere costen vand'uijtvaert ende exequien, worden de crediteuren van den aflijvighen ghe-prefereert.

535. Item, worden voor alle andere crediteuren geprefereert s'princenende s'dorps penningen, ende schulden van accijsen ende impost.

536. Item, hebben de kinderen oft kindts-kinderen op de goederen vanden lanckstlevenden van hunnen vader, moeder, groot-vader oft groot-moeder voorts recht van preferentie voor heure vaderlijcke of moederlijckegoeden, oft grootvaderlijcke oft grootmoederlijcke goeden, diemen, terafflijvigheijt van den eersten afflijvigen, bij den staet bevonden heeft dathem zijn competerende, wanneer den lanckstlevende hem [hen] daeraf nieten heeft voldaen ende een insolvent sterf-huijs achter laet.

537. Item, daernae, enckele knapen- ende maerten-bodeloon, salarissenvan advocaten, procureurs, medecijns, chirurgijns, bier, broodt, spijseende dranck, oorboorlijck, nootelijck ende niet voluptueus, ende diergelijckeschulden, die mede zijn in heuren oorboore gheconverteert.

538. Item, daerna hebben de weesen recht van preferentie op de goedenvan hunne momboiren , ter causen van 't ghene de selve momboirs henliedenuijt saecken hunder administratie schuldich zijn.

539. Item, daernaer, hebben de crediteuren recht van preferentie die,tegens hunnen debiteur oft insolvent sterf-huijs vonnisse hebbende, heeft[75]

p 344

eerst de executie op d'acte doen teeckenen bij den drossaert oft sijnen stadt-houder, ende alsoo die heeft de oudtste executie.

540. Item, daerna, alle andere vonnissen [van de ghene] die gheeneexecutie en hebben doen teeckenen, ende alle obligatien van schat-schuldenvoor schepenen ghepasseert, behoudelijck dat altijt doutste vonnisse ,ghelofte oft schepene-obligatien voorgaen ende gheprefereert worden voorjongere van date.

541. Wel verstaende nochtans dat de renthieren ende alle andere specialehypothecque oft pant metter minnen hebbende, mede alle gheprivilegieerdepersoon hiervoren ghenoemt, blijven behoudende hen recht van preferentie,ende voor de voorschreven vonnissen, spruijtende van schatschulden endegheene verbintenisse hebbende, blijven gheprefereert ende op heure gherech-tigheijt.

542. Item, leveraers van stoffe ende materialen, weder daerinne is arbeijdtghemenght oft niet, mede oock de werck-lieden, worden aen den pandt daerde stoffe oft arbeijt aen is ge-employeert, worden[76] ghehouden als hebbendespeciale hypothecque, ende worden aen den selven pandt gheprefereertvoor de renthieren, na de selve leveringhe oft arbeijdt op den selven pandtghehypotequeert zijnde, ende moghen alsoo daervore op hunne pandenprocederen tot evictie, ghelijck andere renthieren.

TITEL XX

VII.VAN PRESCRIPTIE ENDE VERLOOP VAN TIJDE.

543. Alle continuële ende vredelijcke possessien oft prescriptien vangoeden, ruerende oft onruerende, oft actien reële, personele oft mixte zijnghelijckformigh de prescriptie van dertigh jaeren, 't zij dat het ['t zij dat er]troubel is oft niet, alwaert oock ter saecken van misrekeninghe.

544. Uijtghenomen prescriptien bij eenighe speciale statuten gheordineert,als de prescriptie van twee jaren in respecte van goeden te slete ghelevert,arbeijts-loon ende dierghelijcke, daer geen obligatie af en is, ende vanthien jaren daer van sulcken saecken obligatie af is, volghende de keijserlijcke

p 346

ordonnantie van den jaere 1540[77] ende d'interpretatie van den 14en fe-bruarij 1549[78], te rekenen na de leste leveringhe ende dienste; des sullende debiteurs ghehouden zijn eedt te doene dat sij hen ter goeder trouwenmet die prescriptie behelpen, ende dat sij die schuldt hebben betaelt, welckeneedt hen sal strecken voor quitantie.

545. Uijtghenomen oock appellatien, die oock prescriberen naer hetoverstrijck van thien ende dertigh daghen respective hiervore onder dentitel Van appellatien[79] vermelt.

546. Item, dat oock de servituten niet en worden active noch passivegheprescribeert, maer moeten expresselijck oft tacite voor schepenen bijtestamente oft houwelijcksche voorwaerde worden gheconstitueert, ghelijckdat hiervore onder den titel Van-erfscheijdinghe, articulis ... naerder wordtgheseijt[80].

547. Item, vonnissen hier gewesen en verjaren niet, noch en verliesenoock niet haer effect van parate executie, dan als die dertigh jaren oudtzijn, als-wanneer die oock prescriberen.

548. Maer sommatien ende teeckeninghe van executie moeten alle jaervernieuwt worden.

TITEL XXVIII.

VAN PROCURATIEN.

549. Procuratie ad lites van mans-persoonen voor den greffier gepasseertworden gehouden van weerden, maer borch-tochten niet, daerover tenminsten moet staen eenen schepenen.

550. Item, alle procuratien ad lites bij vrouwen, 't zij ghehoude, als denman ghefailgeert is, oft ongehoude, moeten voor twee schepenen ghepasseertworden, met eenen momboir heur daertoe metten rechte ghegheven.

551. Item, magh een man de saecke sijnder huijsvrouwe in aenlegghersende verweerders plaetse rechtelijck vervolghen ende verweeren, sonderprocuratie van sijnder huijsvrouwe.

p 348

552. Item, moghen man ende vrouwe voor notaris ende ghetuijghent'samen procuratie ad lites passeren, maer niet om transporten, opdrachtenoft alienatie van eenighe erfgoeden te doen bij hunlieden te voren aen eenenderden verkocht, maer moet dat gheschieden voor twee schepenen, endewordt de vrouwe, met consent haers mans, alsdan daertoe eenen momboirghegheven.

553. Item, eenen procureur in eenighe saecke litem ghecontesteerthebbende, is ghehouden in de selve saecke totten eijnde toe ende oock tottertauxatie van costen toe incluijs, te occuperen, ten ware sijne procuratiewerde gherevoceert, sijnen constituant afflijvigh, ghefailgeert, of voorvluch-tigh ware, oft dat hij in 't beleijden van de saecke klaerlijck bevonde endeonder eedt dorste verclaren na sijne conscientie sijn meester onghelijck tehebben, alswanneer verstaen wordt sijne procuratie ad lites ghe-eijnt tezijne.

554. Item, worden insghelijcks alle andere procuratien ghehouden voorghe-eijnt ende gherevoceert nadien dat de geconstitueerde insolvent oftvoorvluchtigh is gheworden.

555. Item, soo wanneer in de saecke ghesloten, ghefurneert ende rechtversocht is voor de aflijvigheijt van partije, is 't vonnis daerna ghewesen vanweerden, niet teghenstaende datter gheen resumptie bij de erfghenamen enis ghedaen, noch procureur van nieuws ghestelt.

556. Item, soo wanneer den constituant ad lites is aflijvigh gheworden,moeten d'erfghenamen 't proces komen resumeren, ende moghen dan stellen't zij den selven oft eenen anderen procureur.

557. Item, eenen procureur ad lites en vermagh, sonder specialen last vansijnen meester, van der instantie niet desisteren.

TITEL XXIX.

VAN PUBLICATIEN ENDE PROCLAMATIEN.

558. En moghen gheene publicatien noch proclamatien gheschieden, dieen zijn eerst in 't collegio ghelesen, ende aldaer ghearresteert ende behoor-nck te boeck gheregistreert.

559. Oock en moghen gheene publicatien bij den officier noch deurweer-

p 350

ders van den hove gheschieden, de brieven oft placcaten, diemen publicerenwilt, en zijn eerst in de vergaderinghe van de weth bij de selve weth ghevi-siteert, ende daerna toegelaten die te moghen publiceren; ende indien desnoot bevonden werde, sullen die consenten oock worden gheregistreert.

560. Item, moeten alle publicatien gheschieden in de presentie van dendrossaert, oft sijnen stadt-houder, in duijtscher talen, ter plaetsen daermenis ghewoon 't ghenecht te houden, oft voor de kercke.

TITEL XXX.

VAN REIVENDICATIE ENDE VERLOREN GOEDEN.

561. Soo wie sijn gelt ende goet, dat hem ghestolen oft af-hendigh ghe-maeckt is, bevindt binnen den dorpe oft jurisdictie, magh dat terstont bijden officier doen arresteren oft in bewaerder hant doen saiseren, endeindien hij bewijsen kan dat 't selve gelt oft goet hem selven ende niemantanders toe-behoort, oft, is hij een man oft vrouwe van eeren, staende totgoeden reputatie, naeme ende fame, derf sweiren dat't selve goet teghenssijnen danck hem is af-hendigh ghemaeckt, ende dat het is sijn gelt endegoet, hem-selven onverlooft ende onverkocht toe-behoorende, moet datgoet hem volghen ende gherestitueert worden, al los ende vrij sonder ietdaervore te derven betalen, dan den heere sijn recht, niet-teghenstaendedatter iemandt ijet voor hadde ghegheven, oft dat het in eenighe uijtroepenopenbaerlijck ware verkocht, oft van s'heeren weghen ware aenveert; tenware dat iemandt thoonen wilde, oft datter inditien waren ter contrarien,die den rechter moveerden om alsulcken heijschere niet te ghelooven.

562. Item, alle goeden daermen den proprietaris niet af en kent, oft diehem niemant aen en draeght, die men noemt bona vacantia oft, ledighegoeden, volghen den officier, tot behoeve van den hertoghe van Brabandt.

563. Item, die eenigh verloren goet oft gelt ghevonden heeft, is 't selveschuldigh den officier binnen vier-en-twintigh uren te kennen te ghevennae dat 't selve ghevonden is, ende moet d'officier dat bewaren tot behoefvan den ghenen die dat sijn maecken kan; ende indien de heer dat nietlangher bewaren en wilde, magh openbaerlijck ter kercken uijt doen kondi-ghen, dat hij seker gelt oft goet in handen heeft; ende indien niemandt

p 352

binnen ses weken daernaer en komt, die daeraf bescheet brenghe ende 'tselve zijn maecken kan, soo blijft 't selve goet den heere; des moet d'eerstenvinder daeraf hebben de eene helft; ende indien iemandt 't selve kan sijnghemaecken, alsdan heeft den heere voor sijne bewaernisse den twintighstenpenninck van de weerde desselfs goets, ende den eersten vinder oock dentwintighsten penninck, maeckende t' samen den thiensten penninck, endemoet daer-en-boven de ghene die bethoonen kan dat 't voorschreven goetzijn is, betalen d'oncosten van de publicatie ende andere daerop gheloopenende ghedaen.

564. Item, soo wanneer iemandt een obligatie oft schult-brief inhoudendeclausule van "brengher 's briefs," oft niet, verloren heeft, daeraf hijheeft bekent van den debiteur betaelt te zijne, om d'inconvenienten diedaeruijt in toe-comende tijden souden moghen rijsen, ismen ghewoon vanwegen ende bij ordonnantie van den drossaert ende schepenen, ten ver-soecke van den ghe-interesseerde, voor de kercke na de hooghmisse af tecondighen : dat soo wie sulcken obligatie ghevonden heeft, schuldigh salzijn de selve binnen veerthien daghen, oft andere daertoe bij de weth teordineren, te voorschijn te brenghen in handen van den drossaert, oft griffierin sijne absentie, op pene van dat de selve obligatie, den voorschreven tijdtoverstreken zijnde, altijdt ende alomme sal ghehouden worden voor ghecas-seert, doodt ende betaelt, ende datmen daerop gheen recht meer en saldoen, waervan hiervore onder den titel Van handt-schriften[81] naerderdeclaratie is ghedaen.

565. Item, soo wie sijn goet verkocht ende ghelevert heeft, 't zij om metghereeden gelde oft op dagh betaelt te worden, indien den cooper kortsdaernaer failgeert, wegh loopt oft hem versteeckt sonder te betalen, sulcksdat den rechter daeruijt de quade trouwe ende bedrogh des koopers kanbemercken, magh den vercooper alsdan sijn goet vervolghen, arresteren,vendiceren ende sijn maecken.

566. Item, soo wie eijgendomme oft oock de possessie van eenighe erf-goeden oft andere binnen de heerlijckeijt gheleghen heijschen wilt, oft inde possessie begheert ghehouden ende teghens eenighe stoornisse oft tur-batie begheert versien te wordene, is schuldigh sijne teghen-partije voor

p 354

drossaert ende schepenen te doen daghen, ende bij ordinarise weghen hemvan sijnen heijsch oft klachten, 't zij van turbatie van sijne possessie oftandere, te funderen, om, partije ghehoort, recht gedaen te worden naerbehooren, sonder datmen andersints iemanden, partije onghehoort, in depossessie van eenighe goeden wederom stelt oft oock mainteneert, ghelijckonder den titel Van versterffenisse, scheijdinghe ende deijlinge[82] breederis gedeclareert.

TITEL XXXI.

VAN DEN SOENE.

567. Item, dat van alle soenen moet bij den griffier boeck ghehoud en wor-den, diemen alhier ter causen van eenighe doot-slaghen is doende, ende datde selve soenen moeten gheschieden voor drossaert ende schepenen alhier.

568. Item, nadien dat bij de vrienden ende maghen ter wedersijden, metconsent van de weth, de communicatie dienende tot accorde soo verre isgecomen dat de arbiters oft vrienden nopende den soene, voet-val endesoen-penninghen sijn vereenight, soo salmen onderlinghe met malkanderensluijten waer ende wanneer men den voet-val doen sal, daerin de doodesijde heeft de keuse; daervan men den drossaert ende schepenen moet dewete doen, om goets tijdts 't selve te volbrenghen.

569. Ende ten bestemden tijde comt den misdadighen uijt een andercamer daernaest bequaem, in sijn lijnen, barvoets ende bloots hoofts, meteen stroijken in sijne ghevoude handen, oft in sulcker manieren als dat in 'taengaen van den accorde is besproken, gheaccompaigneert met een van desheeren officiers hebbende de roede van justitie in de handt, ende over beij-den sijden een van de goede mannen 't voorschreven accoordt gemaeckthebbende, blijvende stille staen, ende daerteghenover, soo verre datmenden griffier gevueghelijck kan hooren spreeken, staet den montsoender endevrienden van der dooder sijde, in den rouwe gekleet, ende tusschen deselve partijen staet den griffier teghenover den misdadighen, die de vrien-den beghint aen te spreken, ligghende alsdan den misdadighen op sijneknien, ende bidt alsdan den vrienden van den aflijvighen verghiffenisse;

p 356

ende het teecken ghesien hebbende, comt den oflicier metten misdadighennaerder, ende wordt dan wederomme bij den griffier ghebeden om verghif-fenisse, alsdan komt den misdadighen, nae het teecken van bermhertigheijdt,met oorlove van de vrienden, ende kust den montsoender aen sijnenmondt, ende alsdan wordt bij den griffier uijtghelesen het soen-stuck, daer-van hij moet houden een registre.

570. D'welck alsoo volbracht zijnde, soo bant den drossaert oft sijnenstadt-houder den voorschreven soene met eenen soen-vrede, als volght"Hoort goede mannen, hoort wat ick hier ghebiede van onsen ghenadi-ghen heere den hertoghe van Brabant ende van sheeren weghen:

571. "Soo ghebiede ick hier ban ende vrede van uws vaders, moeders,ooms, moeijen, neven ende nichten weghen, ende van allen de ghenen diervan bloedts weghen aenkleven moghen, 't zij geboren oft ongheboren, diegheboren souden moghen worden, alsoo verre den windt waeijt ende denreghen spreijt, soo ghebiede ick ban ende vrede eenwerf, anderwerf, der-dewerf, vierdewerf over recht, dat ghij d'een den anderen hier en bovenniet en misdoet, noch doet misdoen, in woorden noch in wercken, heijme-lijck noch openbaerlijck, bij u selven noch bij iemanden anders; ende oftghij hier-en-boven iet misdedet oft doet[83] misdoen, dat soude zijn opsoen-brake ende vrede-brake, ende daerover soudemen van weghen onsghenadighen heeren, des hertoghs van Brabandt, rechten oft doen rechten,ghelijckmen over eenen soen-breker ende vrede-breker schuldigh ware terechten, na den ouden landt-rechten. Aen de ommestaenderen ghedragheick mij dat ick den vrede aldus ghedaen ende gheboden hebbe."

572. Item, d'outsten sone is mont-soender van den vader alleen, ende desoen-penninghen hooren hem alleene toe.

573. Item, alsser gheenen sone van den dooden en is, alsdan is d'outstedochter de mont-soendersse.

574. Item, gheen kinderen zijnde, is den oudtsten broeder van denaflijvighen alleen den mondt-soender.

575. Item, als den aflijvighen gheenen broeder en heeft, soo is den vaderden mont-soender.

576. Ende wanneer den dooden gheenen sone en heeft, broeder noch

p 358

vader levende, dan is de mont-soender des mans-persooa [sl, het sij jonckoft oudt, die hem aldernaest bestaet van bloedts-weghen van de vaderlijckesijde ende die d'outste is van vele in ghelijcken grade, is den mondt-soenderende heeft de soen-penninghen alleene.

577. Item, een mondt-soender en is niet ghehouden mette soen-pennin-ghen de schulden van den dooden te betalen, dan alleenlijck d'meester-gheldt van den medecijn ende chirurgijn, ten waere hij hem oock droegheals erfghenaem van den dooden.

TITEL XXXII[84].

SALARISSEN VAN DEN DROSSAERT, SCHEPENEN, GRIFFIER, VORSTERS, ADVOCATENENDE PROCUREURS.

578. Item, datmen voortaen van elcken besetsele ende voorts-besetselen,soo in 't voor als in 't najaer sal betalen aen den drossaert ende schepenen vier stuijvers, te weten aen den drossaert 2 st., ende schepenen 2 st.,maeckt 4 st.

579. Item, voor 't recht van de dachuedinghen, 48 st. : voor den dros-saert 18 st., den schepenen 18 st., den griffier 8 st., ende den vorsters 4 st., maeckt 48 st.

580. Item, voor elcke leveringhe in 't voor- ende naejaer 53 st. : den drossaert 21 st., den schepenen 18 st., den griffier 8 st., ende den vorsters 6 st., maeckt 53 st.

581. Item, voor 't recht van de keers-berringhen, soo in 't verhueren alsvercoopen van eenighe erf-goeden, 48 st. : den drossaert 18 st., den schepenen 16 st., den griffier 8 st., ende den vorsters 6 st., maeckt 48 st.

582. Item, voor't teekenen van executie, wesende het consent die op deacten gheteekent worden[85] 53 st. : den drossaert 21 st., den schepenen 18 st., den griffier 8 st., ende den vorsters 6 stuijvers, maeckt 53 st.

p 360

Particulier salarisen van den drossaert oft sijnen stadthouder endeschepenen.

583. Item, voor 't maenen van elck vonnis interlocutoir 4 st.: d'een helftvoor den drossaert ende d'ander voor de schepenen, is 4 st.

584. Item, voor 't maenen ende wijsen van de vonnissen diffinitif: dendrossaert 3 st., ende schepenen 3 st., is 6 st.

585. Item, voor 't staven aen[86] alle eeden, competeert den dros-saert 2 st.

586. Item, voor alle passeringen van momboirdijen, borchtochten oftprocuratien, kompt den schepenen 4 st.

587. Item, voor 't gheven van de heerelijcke daghen die elcke partijeeens in sijne sake mach ghenieten, kompt den drossaert 2 st.

588. Item, van alle schepenen-gheloften, den drossaert 4 st., ende sche-penen 4 st., maeckt 8 st.

589. Item, voor alle goedenissen van erf-goeden, ghelijck eene leveringhe,53 st. : den drossaert 23 [21] st., den schepenen 24 st., ende den griffier 8 st., maeckt 53 st.

590. Item, voor alle passeringhen van renten, 24 st. : den drossaert 8 st.,den schepenen 8 st., den griffier 8 st., kompt 24 st.

591. Item, van alle coop-dagen te bevonnissen, voor den drossaert 4 st.,voor de schepenen 8 st., ende griffier 2 st., is 14 st.

592. Item, van alle calengieringhen sal den calengierder gheven goutende silver, het gout voor [den] drossaert ende het silver voor de schepenen.

593. Item, soo wanneer iemant buijten genecht versoeckt ghehouden teworden, sal den drossaert hebben 24 st. ,elcken wet-houder met hennen griffier 16 st.

594. Den vorsters, van den drossaert, schepenen ende griffier de wete tedoen met de partije, van elck daghement 2 st.

595. Item, sal de ghene die extraordinaris ghenecht begheert ghehoudente hebben de weth oock alsdan ghehouden sijn te gheven de noen-maeltijt,nae ouder costume.

596. Item, die hem beklaeght van eenighe executie ende in cas van

p 362

oppositie wilt ghehoort worden, inghevalle hij wort bevonden hem t'on-rechte gheopponeert te hebben, verbeurt twee gouden realen, den eenentot behoef van den drossaert, ende den anderen van de schepenen.

597. Item, salmen in materie van oppositie moeten somntarie procederenende de sake uijtdinghen, ende indien het doenlijck sij daeraf ten eerstendaghe vonnisse wijsen.

598. Item, voor alle acten die in rechte gheschieden, daer de schepenenkennisse af nemen, sal hen betaelt worden 4 st.

599. Item, [van] alle apprehentien, als die gheschieden bij den drossaertoft sijnen stadt-houder met de vorsters, sal den drossaert oft sijnen stadt-houder hebben 32 st.

600. Ende elcken vorster 16 st.,soo wel van den aentast als van te ontslaen.

601. Item, van den ghevanghenen te bewaren sal den vorster s' daeghshebben [?]

602. Des sal de vorster schuldigh sijn den ghevanghenen wel te bewaren,oft anderssints, indien de ghevanghenen door sijne, negligentie oft quadetoesichte uijtbrake, sal de vorster den apprehendant sijne schade endeghebreck selfs moeten goet doen.

603. Item, van alle arresten sal den drossaert, sijnen stadt-houder oftvorsters, hebben 4 st.

604. Item, in de coop-daghen dier gheschieden uijt krachte van vonnissebij executien, sal den drossaert, schepenen ende griffier hebben [?]

605. Item, sal den vorster oock hebben voor sijn roepen 12 st.

606. Item, sal den vorster oock hebben in andere coop-daghen van sterf-huijsen, boven den cost, s'daeghs 12 st.

607. Item, sal den vorster oock betaelt worden voor alle insinuatien endesommatien binnen dorps 4 st.

608. Item, van buijtens dorps eenighe brieven van insinuatie te draghen,voor elcke mijle gaens ende keerens 8 st.

609. Item, van de ghetuijghen te daghen, van elcken persoon 2 st.

610. Item, voor elck kerck-ghebodt 2 st.

p 364

Salarisen van den griffier in particulier.

611. Item, sal den griffier hebben van elcke presentatie 1«st.Voor elcke signature 1 st.

612. Voor elcke exhibitie 1« st.

613. Voor 't teekenen van elcke communicatie van stucken 2 st.

614. Voor de copijen van de schrifturen, van elck bladt 1 «st.

615. Item, voor 't schrijven van de insinuatie-brieven . 10 st.

616. Item, voor de copijen van alle andere stucken diemen van hem salversoecken, van elcken blade compres 4 st.

617. Item, van alle acten soo in contumaciam als met kennisse van sakenghewesen, voor elck bladt 10 st. ; dies sal hij schuldigh sijn alle de selveacten te registreren.

618. Item, voor de specie van de tauxatie van costen, den schepenen vanelcken gulden eenen stuijver, ende den griffier eenen halven stuijver. 1« st.

619. Item, voor een acte van borchtochte 5 st.

620. Item, voor 't overhooren van de ghetuijgen, den schepenen, vanelcke examinatie 8 st.

621. Den griffier 6 st.

622. Item, voor elcke copije van den thoon sal den griffier van elckenblade betaelt worden 2 st.

623. Item, voor elck extract uijtter rolle, alst niet omme en gaet 3 st.

624. Item, alst over beijden sijden beschreven is 8 st.

625. Item, voor 't maken van alle huercedullen van goeden die bij evictieworden verhuert 8 st.

626. Item, voor 't maken van de coop-cedullen 16 st.Ten ware daerinne eenige extraordinarisse conditien moesten kommen diede selve meerderden, in welcken ghevalle salmen daer oock meer moghenvoor stellen.

627. Item, voor het beworpen van alle goedenissen 10 st.

628. Item, heeft den griffier voor 't ophalen van de vercochte goeden inde sterf-huijsen, van elcken gulden 1 st.

629. Item, voor het dictum van den vonnisse 4 st.

630. Item, van elcke pronunchiatie van vonnissen 2 st.

p 366

631. Voor 't colligeren ende distribueren van de stucken, met densack 12 st.

632. Item, voor 't furnissement van elck proces, van elck extract, alsvore, 3 oft 5 st., alst omgaet.

633. Item, voor elcke appostille op de requesten, den schepenen 4 st.,ende den greffier 3 st., is 7 st.

634. Voor elcke copije van de requeste 5 st.

635. Item, voor 't maken van de rekeninghen, t'zij van evictien oftandere, van elcken blade 4 st.

636. Item, voor 't overhooren van de rekeninghen, den schepenen, vanelcken blade eenen stuijver, ende den greffier eenen stuijver, is. . 2 st.

637. Item, voor 't passeren ende schrijven van elcke procuratie adlites 12. st.

638. Item, voor elcke attestatie excederende een sijde gheschrifts minutein 't prothocol, mette copije auetenticq 24 st.  Ende wesende twee sijden minute gheschrifts oft meer, nae advenant.

639. Item, voor eene schepenen-quitantie 18 st.

640. Item, voor eenen simplen transport-brief 24 st.

641. Item, voor goedenis-brieven van renten, die van nieuws op eenigheerf-gronden worden verleden 28 st.

642. Item, voor goedenis-brieven van gronden van erven 36 st.

643. Item, voor eenen schult-brief oft voluntaire condempnatie 24 st.

644. Item, van alle brieven van evictien 48 st.

645. Item, van scheijdinghen ende deijlinghen daer maer drij cluchtenen sijn 36 st.Daer meer sijn, nae advenant.

646. Item, procuratien tenderende tot eenighe administratie oft ghe-machtighschap iemanden te goeijene 2 st.

647. Item, van brieven van requisitorien 12 st.Salarisen van de taelsprekers oft procureurs.

648. In saecken onder de 50 gulden, voor arras..................... 5 st.

649. Boven de 50 gulden, arras 10 st.

p 368

650. Voor hennen termijn 4« st.

651. Voor 't extraheren van henne notulen, voor elcke notule . 2 st.

652. Voor 't maken van de schrifturen, van elcken blade, met de gros-sure 5« st.

653. Item, voor 't houden van de copijen, van elcken blade 1 st.

654. Voor henne vacatien op de dachuedinghen, leveringhe ende keers-berringhen 10 st.

655. Voor 't maeken van de billetten van productien 8 st.

656. Voor 't beworp van de huercelen 4 st.

657. Voor 't beworp van de coop-cedullen 10 st.

658. Voor de instructie, onder de 50 gulden . 1 gulden.

659. Boven de 50 gulden 2 gulden.

660. Voor 't maeken van henne inventarissen 1 gulden 4 st.

661. Van de copije daeraf te houden 6 st.

662. Voor henne vacatien op extraordinarische genechten, boven dencost ende dranck................................................. 1 gulden 10 st.

663. Als partijen eenige advocaten willen emploijeren, sullen voor arrashebben dobbel, ende oock op extraordinarische ghenechten henne vacatie van 2 gulden 10 st.

664. Item voor 't maken van de schrifturen als hiervoren verhaelt is.

TITEL XXXIII.

VAN TOCHTENAERS.

665. Item, eenen tochtenaer, wien bij houwelijcke voorwaerde, testa-mente, codicille oft andere dispositie eenighe tocht van goeden gheconsti-tueert oft ghegunt wort, sonder cautie te derven stellen voor de weerde vanhet betocht goet, en is in dien ghevalle niet ghehouden cautie daervore testellen, maer wel inventaris van de betochte goeden te maken, alwaer 'tselve bij den testamente oft ander dispositie oock gheremitteert.

666. Item, eenen tochtenaer moet alle de commeren ende chijnsen, dieuijt de voorschreven betochte goeden gaende waren voor date van de tochte,eensamentlijck de honderste, thiende ende dierghelijcke penninghen, ghe-consenteert oft opgheseth naerdat de tocht begonst heeft te loopen, jaerlijckx

p 370

betalen, sonder cost oft last van den proprietaris, ten ware dat de tocht hemop andere conditien ware toeghelaten oft ghemaeckt; ende oft de tochtenaer't selve niet en dede, maer de renten oft chijnsen liet oploopen sonder tebetalen, sulckx dat de renthieren daeroppe procedeerden bij besette endeevictie voor hennen achterstel, alsdan mach de proprietaris de betochte goe-den beschudden ende die aenveerden, ende sijn profijt daermede doen, totdat[hij] van de achterstellighe renten ende lasten, die hij betaelt sal hebben,metten costen, schaden ende interesten van dien gherembourseert sal wesen.

667. Item, eenen tochtenaer en vermach de betochte goeden niet lan-gher verhueren dan soo langhe hij en leeft.

668. Item, indien nochtans het betocht goet oft huijs ten tijde van deaflijvigheijt van den tochtenaer bij eenen anderen in huere ghebruijcktwerde, en is dien huerlinck niet ghehouden terstont nae de aflijvigheijt vanden tochtenaer 't selve goet, hoeve oft huijs te ruijmen, dan ten naestenbequamen tijde van den jare ende nae costume van den landt-rechte.

669. Item, eenen tochtenaer en mach gheene oeft-boomen oft vrucht-boomen, noch oock ander opgaende hout oft boomen af-houwen nochvercoopen, noch oock bossen, stroncken, boomen noch dierghelijckeerven [?] oft kanten houwen dan daer aecx ende houmes ghegaen heeft, opsijnen gherechtighen tijt ende sij en sijn ten minsten ses jaren out, nochoock de selve opgaende boomen voorder rueren oft daeraen kommen nochsleuven [sleunen] dan den fasseelmes toe en behoort ende met ghetij-digher vromen, te weten het winter-werck ende het meij-werck elck opsijnen tijt.

670. Item, als eenen tochtenaer aflijvigh wort naedat de vruchten vanden velde die hij in tochte besit afghedaen ende in sijne schuere sijn, soobehooren de vruchten te volghen den erf-genamen van den sterf-huijse vanden tochtenaer alleene, indien die ter halver winninghe uijtghegheven waren.oft bij den tochtenaer selve bedreven, gebouwen, besaeijt oft ghewonuenwaren ; van ghelijcken oock den af-gehouwen brant van den velde in huijsghedaen sijnde.

671. Maer de vruchten ende hout-wassen die noch staen in d'eerde, oftoock die ghepickt, ghemaeijt oft af-ghehouwen sijn ende noch op den grontliggen, sonder in huijs ghedaen oft in mijten ghestelt oft anderssints van dengront ghedaen te wesen, behooren den proprietaris oft eijghenaer toe; dies

p 372

moet de selve proprietaris oft eijghenaer alsdan den erf-ghenamen van dentochtenaer betalen de costen die van ploeghen, saijen, picken, maeijen ofthouwen van de vruchten oft hout noch op 't velt ligghende betaelt sijn, oftdiemen alnoch onbetaelt sijnde schuldigh is.

672. Item, ende als een tochtenaer het betocht huijs, hoeve, landt oft hofheeft verhuert ende in pachtinghe uijtghegheven, ende dat 't selve alsoobij pachters oft huerlinghen wort ghebruijckt, alsdan volghen de erf-ghe-namen van den tochtenaer alle de verschenen hueren ende pachten endeachterstellen die voor den sterfdagh des tochtenaers, t'zij metten halven jareoft anderssints, ghevallen sijn.

673. Maer de pachten oft achterstellen die vallen op den dagh als dentochtenaer sterft, soo verre hij aflijvigh is voor d'ondergaen van der sonnen,oft die nae sijn doodt eerst vallen, sullen gheheelijck ende al volghen denproprietarissen, sonder dat d'erf-ghenamen des tochtenaers nae rate vanden tijde daerin moghen mede paerten ende deijlen.

674. Item, eenen proprietaris mach d'actie van proprieteijt van sijnehuijsen ende erven wel vercoopen, veralieneren ende verbinden sonderconsent oft wete van den tochtenaer, ende oock teghens des selfs wille oftdancke.

675. Desghelijckx vermach oock eenen tochtenaer de profijten, vruchtenende emolumenten van de betochte goeden becommeren, verbinden,cederen, transporteren ende in al oft in deele verhueren, soo 't voorschrevenis, sonder, wete oft consent van den proprietaris, allen d'welck assopieertende smilt als den tochtenaer aflijvigh wort.

676. Item, alle lijftocht-renten, oock bij maniere van duwarie ghelaten,moeten betaelt worden van halven tot halven jare, al en maeckten de con-stitutie-brieven daeraf gheen mentie; maer [van] het half jaer daer den toch-tenaer oft pensionaris in sterft op den selven dagh als het half jaer van delijftocht rente vallende is, en is men niet schuldigh iet te betalen, ten wareden tochtenaer, noch leefde nae der sonnen onderganck van dien daghe,in welcken ghevalle soudemen sijne erf-ghenamen dat half oock moetenbetalen.

677. Item, is eenen tochtenaer gehouden sijne lijftocht-renten selfs inpersoone te innen, oft bij iemanden bij hem daertoe ghemachtight, mede-brengende sufficiente attestatie dat den tochtenaer, ten tijde als ’t gheheijscht

p 374

jaer oft termijn verschenen is ende men hem schuldigh was te betalen,noch leefde.

678. Item, alle quijtbare lijftocht-renten op een lijf staende, sijn losbaerteghens den penninck acht, ende op twee lijven teghen den penninck thien,ten ware die bij speciale octroij tot minderen prijs waren gheconstitueert.

TITEL XXXIV.

VAN REPARATIEN DIE EEN TOCHTENAER SCHULDIGH IS TE DOEN.

679. Een tochtenaer oft tochtenaersse is schuldigh de goeden die hij intochte besith te onderhouden in goede reke ende reparatie van wanden endedaecken, dichte ende drooghe van vensteren, deuren, borneput ende anderenootelijcke reparatien; ende indien hij daeraf in ghebreke valt oft bleve,moghen de proprietarissen dat hem met rechte doen doen; ende indien bijfaulte der selver eenighe schade ghebeurde, dat moet de tochtenaer oft sijnenerf-ghename goet doen ende de betochte goeden den proprietaris leverenende laten volghen in goeden tamelijcke reke.

680. Item, indien de voorschreve goeden behoefden eenighe nieuwereparatien ende gront-werck, soo soude de erf-man oft proprietaris schul-digh wesen op de plaetse te leveren de stoffe van steen, calck, hout, alverhouwen ende bereijt, sonder des tochtenaers cost oft last, om [die] intwerck te legghen.

681. Item, nadien den eijghenaer, daertoe versocht sijnde, dat weijgherdete doen, soo vermach den tochtenaer, bij consente van de weth, denbetochten gront daervore belasten soo vele als de voorschreve materialenende stoffe costen souden.

682. Item, moet den tochtenaer oft tochtenaersse de werck-luijden endevoorts alle de dagh-huren om d'werck te volmaeken betalen, sonder deseijghenaers coste.

683. Ende oft de tochtenaer 't selve niet doen en wilde, soo mach deneijghenaer dat werck selfs doen maken, ende de voorschreve huijsinghemetter erven aenveerden ende voorts verhueren, mits ghevende dentochtenaer jaerlijckx de helft van de huere ofte profijten, die daeraf sullenkommen, boven de nootelijcke reparatien.

p 376

684. Item, ende indien den eijghenaer oft proprietaris den betochten pantselve alsdan ghebruijckte, moet bij den tochtenaer jaerlijckx betalen, sijnleefdaghe lanck, de helft van dat de goeden oft huijsinghe voor d'afbrekenvan den ouden huijse, oft, inghevalle 't selve ware af-ghebrant oft gherui-neert, voor het af-branden oft ruine, te huere hadde ghegout oft soudehebben moghen gelden, daeraf alsdan de keuse competeert den eijghenaer.

685. Wel verstaende dat d'oude commeren ende chijnsen, die voor detochte uijtte voorschreve goeden gaende waren, altijt eerst aen de weerdevan de voorschreve betochte goeden afghetrocken moeten worden.

686. Item, oft eenigh betocht waterlant oft dijcklant inundeerde, endegrontgaten vielen, daeraf moet den eijghenaer oft proprietaris d'een helft,ende den tochtenaer d'ander helft betalen van den dijck op te maken totverschen toe ende tot dat hij is in sijne behoorlijcke hooghde; ende indiende tochtenaer dat niet doen en wilde, moet de proprietaris dat dan alleenbetalen, ende blijft alsdan de tochtenaer versteken van voorder tochte aen't selve landt te houden; maer indien aen den dijck niet te repareren enis, dan buijten [breecksemen[87]], overvallen sluijsen, hoofden oft sluijs-vlieten te graven metten brugghen, alwaert datter een nieuwe behoefde,dat moet de tochtenaer, willende sijn tochte behouden, selver betalen.

TITEL XXXV.

VAN TESTAMENTEN.

687. In den eersten, testamenten voor notaris oft pastoor, in presentievan twee ghetuijghen ghepasseert ende bij de testateuren oft ghetuijghenmede onderteekent, sijn van weerden, oock sonder ander solemniteijten naede gheschreven rechten gherequireert.

688. Item, van gelijcken, oock testamenten bij den testateur oft testa-teurs gheschreven oft onderteekent ende besloten, soo wanneer dat detestateur in presentatie[88] van eenen notaris oft pastoor ende twee ghetuij-ghen verklaert 't selve sijnen uijttersten wille te wesen.

p 378

689. Item, eenen ieghelijck mach van sijne eijghene goeden, hem metvollen rechte toebehoorende, disponeren, ende die gheven, laten, makenende erfgenamen institueren, bij testamente oft codicille, den ghenen die'them belieft, soo verre de gene diese ghegeven ghelaten ende ghemaecktsijn habil sijn om 't selve goet te ontfanghen .

690. Behoudelijck dat d'ouders, die wettighe kinderen hebben, den selvenoft bij hennen ghebreke heuren kints-kinderen moeten heur legitime vrijlaten, ten ware sij redenen ghenoech hadden om die t'onterven.

691. Item, jonghers, het sij knapen over veerthien jaren, ende vrouwe-lijcke persoonen over haer twelf jaren out, heure sinnen machtigh wesende,moghen maken ende ordineren haer testament ende uijttersten wille sonderbijsijn oft auctoriteijt van hare ouders oft momboirs, in respecte van hennehaeffelijcke oft ruerende goeden ende voorder niet, maer niet van eenighehenne onruerende goeden.

692. Item, en mogen oock sulcke persoonen henne onruerende goedenniet belasten tot behoeve van henne momboiren, curateurs, bewaerdersnoch andere administrateurs, noch van henne kinderen, noch oock totprofijte van heuren stiefvader ofte stiefmoeder, oft van hare concubinen,ende oft sij anders deden is nul ende van onweerden.

693. Item, bastaert-kinderen en moghen gheen testamenten maken,anders dan bij octroij van den hove.

694. Item, niemant en mach bij testamente disponeren van leen-goeden,dan oock met voorgaende octroij van den hove.

695. Item, ab intestato, oft bij testamente ende anderen uijttersten wille,wort op den erf-ghenamen de proprieteijt ende eijghendomme ghetransfe-reert van de erf-goeden die hem achterghelaten sijn, al ist dat het testamentvoor schepenen niet en is ghepasseert.

696. Desghelijcx oock, soo wanneer in spetie eenige ruerende oft onrue-rende goeden bij testamente oft codicille worden ghelegateert, de proprie-teijt van dien wort geacquireert den legatatis, t'zij dat de brieven ende 'tbescheet van de onruerende goeden bij den erfgenamen oft executeren [exe-cuteuren], den legataris overgelevert is oft niet.

697. Item, alle executeurs van testamenten oft momboirs, hebbendeadministratie van de goeden van den sterf-huijse, moeten de kercken-rechten, legaten ende schat-schulden betalen, ende moghen daervore nae

p 380

de doodt van den afflijvighen gheconvenieert werden tot dat sij rekeningheghedaen hebben van heurder executeurschap oft administratie.

698. Item, eenen persoon die executeur oft testamentelijck momboir vankinderen gemaeckt ende gheordineert wort, mach den last van de executiewel aenveerden sonder de testamentelijcke mombardije mede te moetenaenveerden, maer wanneer hij de testamentelijcke momboirdije eens heeftaenveert, moet die voortaen blijven executeren sonder daeraf te mogenrenuncieren.

699. Item, d'executeurs ende testamentelijcke momboirs sijn ghehoudenden tijt van sesse weken naer d'aflijvigheijt van den testateur te makeneenen behoorlijcken inventaris ende staet van allen de goeden bij denaflijvigen achterghelaten, niet teghenstaende dat ter contrarien iet ghedis-poneert ware.

700. Sullen oock de executeurs ende testamentelijcke momboirs voortaenschuldigh sijn, alst versocht wort, van alle sterf-huijsen daerinne eenigewees-kinderen gerecht sijn, te doen wettighe rekeninge voor drossaert endeschepenen, alwaert oock anders bij den testamente gheordineert.

701. Item, mach een ieghelijck sijn testament te weder-roepen endecasseren sonder anderssints bij testamente van sijne goeden te disponeren.

702. Ende soo wanneer iemant verscheijde testamenten hadde ghemaeckt,daerbij hij van alle sijne goeden disponeert, soo is alsdan d'leste testamentalle de voorgaende doodende ende te niet doende, ende wort alleen hetleste achtervolght.

703. Item, man ende vrouwe, kinderen hebbende en moghen malkan-deren henne goeden in 't gheheele niet maken, maer moeten hennekinderen hen legitime vrij laten.

704. Item, man oft vrouwe, voor-kinderen hebbende, en mach de selvesijne huijs-vrouwe noch de vrouwe heuren man bij hennen testamente ofthouwelijcke voorwaerde, oft in sijn oft heur goet niet meer maken dan eenkints ghedeelte.

705. Item, man ende vrouwe, gheen kinderen hebbende, moghen malkan-deren institueren henne erf-ghenamen bij hennen testamente.

p 382

TITEL XXXVI.

VAN VERSTERFFENISSEN, SCHEIJDINGHE ENDE DEIJLINGHEN.

706. Item, soo haest iemant aflijvigh is gheworden, soo worden sijneerf-ghenamen ab intestato ghehouden ende ghesaiseert in alle de goeden bijden aflijvighen achterghelaten, haeffelijcke ende erffelijcke, ruerende endeonruerende, hoedanighe die sijn, gheleghen binnen dese jurisdictie, endein alle crediten ende personele actien, waer die gheleghen sijn, ende dat soowel in de collaterale successien als in de rechte linie, na dat sij ab intestatodaerin gherecht moghen sijn, ende blijven in de possessie sonder eenigheinterruptie al oft sij rechtelijck daerinne waren ghemainteneert, sonder datvan noode is dat sij eenighe andere actuele possessie daeraf nemen, nietteghenstaende dat bij testamente, codicille, donatie ter causen van de doodtoft dierghelijcke ordinantien anders ware ghedisponeert, ende dat de execu-teurs, de ghe-institueerde erf-ghenamen oft legatarisen, wie dat ware, vier,vijf oft sesse maenden ofte meer daeraf contrarie possessie ghenomen endede achterghelaten goeden oft renten ghepossideert hadden ; maer sooWanneer bij houwelijcke voorwaerde de goederen andere dan den erf-ghenamen ab intestato toekomenen, soo soude de saisine cesseren.

707. Item, man ende wijf hebben van alle gemeijne goeden ghelijckepossessie, gkelijck elck van hen heeft besonder possessie van sijn eijghengoeden, niet teghenstaende dat d'een van hen beijden besundere actepossessoir ghe-useert oft de goeden ghehandelt heeft ghehadt.

708. Item, een erfgename in sijne possessie gheturbeert zijnde, machsijne teghen-partije ende turbateur doen daghen, ende sustineren dat hij bijde weth in sijne possessie sal worden gemainteneert.

709. Item, indien de lanckst-levende oft geinstitueerde erf-genamen datversoecken, moeten d'erf-genamen ab intestato, die hen willen doen saiserenende stellen in de possessie van de achterghelaten goeden, stellen cautievoor de selve goeden, van die te restitueren metten costen ende schaden,indien sulckx bevonden wort te behooren.

710. Item, soo wie uijt kracht van eenigh testament oft codicille rechtvan proprieteijt ghekreghen heeft, mach terstont sijne teghenpartije de pos-sessie bekennen ende overlaten onder de voorschreve cautie, ende daernae

p 384

terstont intenteren sijne actie, ende concluderen tot afstant, oft anderssintstot voldoeninge van de testamente ofte codicille, gelijck men uijt een anderklare ende liquide obligatien ageren mach.

711. Item, dat in de successie in de rechte linie de kinderen altijt kom-men in de plaetse van heure ouders ende representeren hennen persoon,ghelijck sij oock doen in successie van de goederen hen aenkomen uijttersijden, als te weten van ooms, moeijen, nichten ende neven.

712. Item, dat nae de doodt van vader ende moeder alle de kinderen bijde selve twee gehuijsde achterghelaten succederen even ende hooft endehoofts ghelijcke (sic) in alle de goeden, soo wel patrimoniale als matrimonialeende geconquesteerde bij de selve henne ouders achterghelaten.

713. Item, dat alle erffelijcke goeden gaen ten struijcke-waerts vandaersij ghekommen sijn, ten ware dat, bij dispositie testamentaire van den pro-prietaris, de selve achtergelaten hebbende, anders ware ghedisponeert.

714. Item, dat nae de doodt van den eersten aflijvigen van man endewijf, kinderen oft erf-ghenamen achterlatende, alle de haeffelijcke goeden,ende oock alle onruerende verkreghene erffelijcke goeden staende denhouwelijcke geconquesteert, worden ghedeijlt tusschen den lanckst-levendenende de erf-genamen van den eersten aflijvighen, half ende half, behou-delijck de lanckst-levende sijn voordeel in de haeffelijcke goeden, welckvoordeel hem gheoorloft is te kiesen in huijs oft in den stal van de beesten,soo verre daer eenighe sijn, ende oock sijne tocht in de helft van de helftvan de erf-goeden bij den eersten aflijvighen achtergelaten, staende denhouwelijcke geconquesteert, blijvende d'ander helft den lanckst-levendenals gheconquesteert goet.

715. Item, alle andere onruerende ende patrimoniale goeden bij deneersten aflijvighen ten houwelijcke ghebrocht, oft staende den houwelijckhem eenighssints toekomen oft verstorven ende bij den selven achter-ghelaten, succederen met vollen rechte op d'erf-ghenamen van deneersten aflijvighen, behoudelijcke den lanckst-levende sijne tochte in'tvierendeel van de selve goeden; ten ware staende den houwelijck tus-schen man ende wijf bij testamente van allen 't selve anders waren ghedis-poneert.

716. Item,, wanneer het bedde komt te scheijden daeraf het sterf-huijsonder Deurne gheleghen is, daer wettige kinderen sijn, alsdan soo blijft de

p 386

lanckst-levende een erf-tochtenaer of tochtenersse van allen de erf-goedenende renten van des lanckst-levende sijde ghekommen.

717. Item, ende alle welcke goeden die de lanckst-levende t'zij in erftocht oft in simpel tocht besit, de selve en mach bij tochtenaer oft tochte-nersse versetten, bekommeren noch vercoopen.

718. Item, ende oft de voorschreve tochtenaer oft tochtenersse quame teherhouwen, ende bij den tweeden bedde eenige kinderen krege, kommendede selve tochtenaer oft tochtenersse alsdan aflijvigh te worden, sijn alsdande voor-kinderen paertende ende deijlende alle de erf goeden ende rentendie de tochtenaer alsoo in erf-tochte ende simple tochte beseten heeft,sonder dat de na-kinderen daerinne eenigh recht hebben.

719. Item, ende oft de kinderen van den eersten bedde alle jonckquamen te sterven sonder kinderen oft kints-kinderen achter te laten, soowort de lanckst-levende alsdan wederomme eijgenaer ende vrij meester oftvrouwe van sijne oft heure erf-goeden, bij hen in erf-tochten als vorebeseten, ende volghen die alsdan sijne oft heure erf-ghenamen; oft soo hijoft sij dan gheene na-kinderen en hadden, moghen daeraf nae hun goet-duncken disponeren.Ende dit wort onder Berchem oock alsoo ghe-useert.

720. Maer niet onder Wilrijck, Oustruweel, Oorderen ende Santvliet,alwaer ten scheijden van den bedde de haeffelijcke ende gheconquesteerdeerffelijcke goeden worden gedeijlt half bij den lanckst-levenden ende halfbij de kinderen oft erf-genamen van den eersten aflijvighen.

721. Ende aengaende de erffelijcke goeden te weder sijden ten houwelijckghebrocht, die gaen, ten scheijden van den bedde, ter sijden vandaer dierespective ghekommen sijn.

722. Item, indien eene weduwe oft weduwaer, wettigh kint oft kinderenhebbende, quame te herhouwen eer hij of sij van heur kindt oft kinderenghescheijden oft ghedeijlt waren, ende daernae aflijvigh werde, soo vermo-ghen de voorschreve kinderen oft kint, boven de erffelijcke goeden ghe-kommen van der sijden van den overledene, t'aenveerden d'een helft van dergheheelder haven, ende oock van de erffelijcke goeden staende den tweedenhouwelijcke verkregen, als [van] heuren eersten aflijvigen ouder op hen

p 388

gesuccedeert sijnde, ende daertoe noch d'ander helft van de helft van devoorschreve have ende verkreghen erf-goeden, als van heuren lesten over-leden ouders weghen op hen oft hem ghedevolveert wesende, sulckx dat't selve kint oft kinderen moet of moeten hebben de drij deelen van derhaven ende verkregen erffelijcke goeden, sonder respect te nemen vanwien die haeffelijcke goeden ghekommen sijn, oft met wiens penninghend'ander erffelijcke goeden vercregen mochten wesen.

723. Item, soo wanneer een weduwer ende weduwe tsamen in houwe-lijck kommende, ende beijde kinderen hebbende van hennen eersten bedde,ende van de selve kinderen gescheijden ende ghedeijlt sijnde, ende kinderent'samen in den tweeden bedde krijghende, ende dat daernae een van henbeijde komt aflijvig te worden, soo deijlen de voor-kinderen van beijdesijden d'een helft van alle de have, ende oock van alle erf-goeden staende hettweede houwelijcke verkreghen ende in des selfs eerste aflijvighe sterf-huijs bevonden, soodat de voor-kinderen van s'mans weghen hebben d'eenhelft, dat is een geheel vieren-deel van de have ende verkreghen goeden,ende de voor-kinderen van de vrouwe d'ander vier-en-deel, ende blijftde resterende helft den lanckst-levende metten nae-kinderen.

724. Item, soo wanneer man ende wijf, in houwelijcken staet sittende,ende d'een van hen aflijvigh wort, soo moeten alle legaten ende kerckelijckerechten voldaen worden bij de erf-genamen van den eersten aflijvighen,maer andere oncosten van de uijtvaert, t'sij van maeltijt oft anderssints,ende andere schat-schulden ende lasten den sterfhuijse aengaende, moet delanckst-levende ende d'erf-ghenamen van den eersten aflijvighen half endehalf betalen, ten ware datter ware eenighe dispositie bij testamente oftehouwelijcke voorwaerde ter contrarien.

725. Item, eenen crediteur van eenen overledene oft van eenigh sterf-huijs, daer meer erf-ghenamen sijn dan een, vermach sijn gheheele schultte heijschen van een van de selve erfghenamen, oft van den lanckst-levende,diet hem belieft, die oock ghehouden is de selve schult te betalen, sonder temoghen ghestaen met presenterende sijn deel van de schult te gheven, maermoet sijn verhael voorts hebben op sijne mede erf-ghenamen, om een ieghe-lijck sijn contingent daeraf te doen betalen.

726. Item, als een weduwer oft weduwe in 't sterfhuijs blijft ende 'tselveaenveert, is ghehouden, ten versuecke van de erfghenamen van den eersten

p 390

aflijvigen, den selven te geven behoorlijcken staet ende inventaris, alwaertoock soo dat de eerste aflijvighe de contrarie van dien bij testamente haddegheordineert.

727. Item, en is eenen erf-ghename van eenen aflijvighen niet ghehoudenmet sijne mede-erf-ghenamen langher in ghemeijnschap van goeden teblijven, t'zij met eenighe weesen oft anderssints, dan hem en belieft, endevermach t'allen tijden van de selve sijne mede-erf-ghenamen, voorversoecken behoorlijcke scheijdinghe ende deijlinge, soo na der banckenrecht behoort; die oock ghehouden sijn hen daertoe te moeten verstaen,ende vermach d'officier de selve scheijdinge ende deijlinghe met hem aen tegaen soo verre sijne mede-erf-ghenamen hen daertoe niet en willen verstaenoft [hen] absenteren.

728. Item, soo wanneer twee broeders oft twee susters beijde kinderenhebben, ende dat de kinderen van den eenen broeder oft suster alle jonckkommen te sterven eer sij van henne goeden hebben vermoghen te dispo-neren , alsdan versterft [versterven] hen-lieden achterghelaten goeden op denanderen oom oft moeije, ende niet op sijne oft hare kinderen.

729. Item, in successie heeft plaetse de representatie ende succedeertmenstroncx-ghewijse ende niet hooft-ghelijcke, soodat d'erf-ghenamen endedescendenten uijtter sijden, soo wel in collaterale successien als in denrechten tronck, altijdt staen moeten in de plaetse van henne ouders oftpredecesseurs, hoe verre dat se oock sijn ghedescendeert, ende dienachtervolghende broeders oft susters kinderen, deijlen in henne ooms oftmoeijen goeden staeckx-oft tronckx-ghewijse, t'zij datter oom oft moeijemede deijlen oft niet.

730. Item, vader ende moeder succederen henne kinderen ab intestatovan heurder sijden, ten ware dat de kinderen hadden broeders oft susters,oft broeders-oft susters-kinderen, oft voordere descendenten van hen ghe-komen sijnde, ende d'erf-goeden ende erf-renten in wesen sijnde onveran-dert volgen altijts ter sijden alleen daerse af ghekommen sijn.

731. Item, ouders en succederen niet henne kinderen sonder oir ghestor-ven sijnde, indien t'kint ander persoonen heeft ghe-institueert, ten ware sijdes behoefden, in welcken ghevalle souden sij van heurs kints achterghe-laten goeden hebben hen legitime, ghelijck het kint in sijns ouders goedensoude moeten ghehadt hebben.

p 392

732. Item, indien datter ten scheijden van den bedde eenighe kinderenwaren ghehout die hen houwelijck goet hadden ghenoten, ende datter nochandere ongehoude kinderen waren, sullen de gehoude kinderen moetenstille staen tot dat d'onghehouden daerteghens zijn verleken; ende t'selveghedaen sijnde, sullen dan wesen ghelijcke kinderen ende deijlen evendiep, als vore.

733. Item, ende oft de ouders eenige heure kinderen soo vele ten houwe-lijck gaven dat d'ander kinderen luttel of niet vele en souden van heureouders behouden ofte hen succederen, alsdan moghen d'ander kinderen degehoude kinderen bedwinghen met rechte, alwaert, dat sij met hen, houwe-lijck goet uijtbleven ende het sterf-huijs van henne ouders wilden renun-chieren, dat sij, in respecte van d'ander kinderen, moeten inbrenghen henhouwelijck goet bij 't ghene dat d'ouders achterghelaten hebben, oock allieten d'ouders gheen goet achter boven henne schulden ende lastenoverschietende, ende uijt de houwelijcke ende achtergehelatene goeden vande ouders ghesamentlijck moghen de onbestede kinderen nemen en behou-den hen legitime, al en waerder oock niet anders overgheschoten dant' houwelijck goet; maer de vrempde crediteuren en hebben teghens de ghehoude kinderen haren ouders sterf-huijs repudierende gheen actie,noch teghens d'ander kinderen die alleenlijck in de selve in-officieuse dotewillen participeren, sonder heurs ouders sterf-huijs oft achterghelatenegoeden te aenveerden, ten ware dat bleke dat d'ouders in fraude van decrediteuren hen 't selve goet gegeven hadden.

TITRE XXXVII.

Van het voordeel in den stal

734. Eerst, het beste peert met sijn ghetuijch, met eenen langhen waghenoft kerre, daer maer een peert aen treckt.

Item, de beste koe, met een kennewe daertoe.

Item, dat beste calff.

Item, het beste vercken.

Item, het beste schaep.

De beste ganse.

Eenen haen mette hinne.

p 394

Eenen eijnt-voghel.

Eenen mesrieck.

Een houten gaffele.

Eenen mes-haeck.

Den besten ploech met sijn gereetschap.

Een egge met sledde.

Een boon- oft ert-sette.

De beste seijsene met haer gereetschap.

De beste picke met haer gereetschap.

De beste spaeije.

Een ijseren schuppe om mede te delven ende planten.

De beste slachroede.

Een wanne.

Eenen vlegel.

Eenen stroijen meet-corf [merct-korf].

Een coren-veertele.

Eenen strijck-stock.

Den besten koeketel.

Het beste forneijs.

Een boterstande met haer ghereetschap.

Eenen metalen melck-stoop, oft van aerde.

Eenen melck-eemer van metael oft van aerde.

Eenen room-pot.

Een houten schotel daermen in botert, metten houten lepel.

Een houten coren-schuppe.

Den besten coren-sack.

De beste aecxe, met eenen houten hamer ende eenen ijseren klief-beijtel.

Een mael-huijsele.

Eenen clief-block.

Eenen corde-waghen oft pijpegael.

Een hoij-gaffel.

Eenen pendere.

Een berie.

Een rijve.

Een sickele.

p 396

Het voordeel in huijs.

735. Een braet-panne metten ijser daervore.

Eenen spit metten wender daervore ende't ghewicht.

Eenen droop-lepel.

Een cap-mes.

Een ijseren latte met eenen hanghel.

Eenen ijseren pot-heijs.

Een ijseren heusken.

Eenen treft oft hangh-ijser.

Eenen rooster.

Een ijseren ronde panne met eenen stele.

Een vier-schuppe.

Een waeffel-ijser.

Een riecxken.

Een brant-ijser van metael oft van ijser.

Een tanghe.

Een pot-decxsele van metael oft van ijser.

Een ijseren schuppe met eenen houten steel.

Een scheere.

Een raspe.

Een balance metter schalen, met een pont-ghewicht, oft eenen huijsel.

Eenen keerssnutter.

Een spijckel-boor.

Eenen urinael-pot.

Eenen blaesbalck.

Eenen dwelier.

Een cruyt-busse.

Eenen blouwel.

Eenen houten hamer.

Een ghelaesbert.

Een houten sout-vat.

Eenen preeck-stoel.

p 398

Een schuerbert.

Eenen spinrock met eenen haspele.

Een hellebaerde, oft eenen anderen waeck-stock[89].

Eenen cloet-stock.

Een paleijseel.Eenen vleesch-block.

Eenen vleesch-boom metten seele ende ijsere spillen.

Eenen den besten stoel.

Eenen keers-corf.

Een keeshorde.

Eenen spieghel.

Eenen mostaert-meulen.

Een queerne.

Een scherfbert.

Eenen steenen olie-pot.

Een leere.

Een rechtbancke sonder slot.

Een bijle.

Eenen ijseren hamer.

Een saghe.

Eenen cleerbessem.

Eenen cladder.

Eenen aentrecker.

Een wedtberdeken.

Een wint-ijsere.

Een scherf-mes.

Een elle.

Een becken.

Een den besten ketel, sonder brouw-ketel oft back-ketel.

Een bedtpanneEen den besten metalen oft ijseren pot.

Eenen metalen, coperen oft houten eemer.

p 400

Een vier-clocke van metael oft van aerde.

Een coffoir van metael, ijser oft aerde.

Een metalen croon-candelaer oft ermken

Eenen metalen schepper oft schepbecxken.

Een merct-eemercken van metael oft hout.

Een vischspaen van metael oft ijser.

Een vierslagh, teijle van metael, tenne oft aerde.

Een tennen becken.

Eenen vijser van metael, steen oft houten mortier metten stamper.

Een wij-watervaetken van ten oft metael.

Eenen wijn-stoop, pot oft pinte, getoot oft onget [oot].

Een tennen becke met een lampet, oft van metael, oft cavoir[90], tennenoft loten fonteijne, met een bacxken daerover [daeronder].

Een tennen oft houten telioor.

Een tennen sout-vat.

Een tennen com oft metalen aker.

Een treseerbecken van ten oft metael.

Een spouw-baxken van ten oft metael.

Een olie-commeken oft een com om uijt te eten.

Een mostaert-pot van ten oft steen.

Eenen tennen oft steenen pispot

Een lampe van tenne, metael oft steen.

Eenen tennen croes, op datter geenen silveren en is.

Een tennen boter-schotel.

Een beddeleet[91] van lijnen, wullen oft tirenteijn

Dat beste paer slaep-laeckenen.

Een doot-cleet, de weergaeije daer de aflijvighe in ghelijckt is.

Een d'beste ammelaken.

Een de beste servette.

Een den besten handt-doeck.

Een flouwijne.

p 402

Een langhe ghebeelde dweele.

Eenen droogh-doeck.

Eenen blauwen oft witten lijnen voorschoot.

Eenen brandt-sack.

Eenen meel-sack.

Eenen torf-sack.

Een dat beste hemde, 't zij mans oft vrouwe.

Een den besten hals-doeck oft craghe.

Een den besten hooft-doeck oft slaep-huijve.

Een de beste huijve, haer-snoer, bandeken, spansel ende dierghelijcke.

Van de kleederen den man competerende.

736. Den besten pant-rock oft casiack.

Dat beste wambeijs.

Dat beste rocxken.

Dat beste paer caussens.

De beste caussebanden.

De beste schoenen ende pantoffelen.

Den besten hoet.

Den besten riem.

De beste tesse.

Den besten paternoster die hij ghebruijckt.

Sijnen schiet-boghe metten koker ende pijlen, indien hij in de gulde is

De vrouwe-kleederen ende juweelen.

737. Den besten tabbaert oft bouwen.

Den besten kuers.

De beste siele.

Dat beste paer caussens.

De beste schoenen oft pantoffelen.

De peste paer mouwen.

Den besten silveren riem.

Den besten pater-noster.

p 404

De beste borsse oft hertteken.

Dat beste paer messen sonder silver.

Den besten kerck-boeck.

Eenen voorschoot.

Van het silver-werck.

738. Een silveren drinck-stuck, t'zij cop, schael oft croes, wegendeacht oncen silvers oft vergult, inghevalle die daer bevonden wordt, endewes 't selve meer weert is, sal de lanckst-levende moeten goet doen.

Eenen silveren lepel tot een once, ende niet daerover.Van het hout-werck.

739. Een coetse oft ledicant met de gordijnen ende toe-behoorten.

Een kiste oft schrijne van houte met een slot.

De beste tafel sonder slot.

Dat beste schouw-kleet.

Dat beste tresoor-kleet oft dwele.

Dat beste tafel-kleedt.

De beste schilderije met sijne lijsten.

De beste sargie.

Een sitte-kussen.

Een oor-kussen metten flouwijne.

Dat beste bedde met den hooft-peulinck.

Een matrasse oft stroij-sack onder 't bedde.

Eene lanteerne.

Eene wanne.

Een houten coren-schuppe.

Een coren-meuken, maer daerover niet.

Eenen stroijen coren-corf.

Een meel-tonne.

Een keers-kiste.

Een hoender-renne.

Een cleer-mande.

Een torf-mande.

p 406

Een schotel-vat.

Een berdeken oft teljoor-corfken.

Eenen cordewaghen oft pijpegael.

Een berrie.

Een vleesch-stande.

Een wasch-tobbe.

Een moelie metten back ende ghereetschap.

Een ijseren hoven-scheel.

Een bier-halfvat oft vierendeel.

Een bierschrage.

Een kruijcke sonder tennen scheel.

Eenen houten kack-stoel metter teijlen oft becken daerinne, soo 't bevon-den sal worden.

Een schrijflaeij metten gout-ghewicht.

Een houten boter-bacxken.

Eenen pollepel.

Een cleer-male om te reijsen.

Een bier-buijse.

Een metalen craen oft houten buijse om in 't vat te steken.

Een ratte ende muijsevalle.

Een caterolle metten paleij-seel.

TITEL XXXVIII.

VAN DEN VREDE.

740. Soo wie twist oft gheschil heeft teghens eenen anderen, endegedreijght oft uijtgeheijscht wort, hem beduchtende van gequetst, geslagenoft overlast te worden, magh den ghenen daervore hij hem beducht in eenenvrede doen legghen, ende dat in recht versoecken; waervan hem wort ghe-gunt acte, de welcke hij metten Stadthouder ende eenen schepenen, oftmet twee schepenen alleen doet insinueren , die hem segghen dat hij totsulcks versoecke wordt geleijt in eenen vrede, ende hem verbodt doen, vans'hertogen-wegen, dat sij malkanderen niet en vermogen missegghen oftmisdoen, op arbitrale ende alsulcke andere correctie als de heeren sullen

p 408

vinden te behooren, d'welck den griffier oft schepenen-clerck is ghehoudente registreren.

741. Item, wie vrede weijgerde, als van s'heeren wegen, die ten versoeckevan partije wort geheijscht, die verbeurt soo dickmael hij dat weijgherde sesgulden, ende bovendien moet d'officier den wedersegger in hachten houdenter tijdt hij vrede sal ghegheven hebben ende den breuck betaelt.

742. Item, die vrede heijscht ende begheert, is oock schuldigh vrede tegheven ende te houden, op de selve pene.

743. Item, die t'sijnen onschulde is geslagen, gewont oft ghequetst, heeftna den selven delicte vrede onghestaeft den tijt van vier-en-twintigh urenlanck, soodat, in ghevalle hem de misdoender binnen de voorschreve vier-en-twintigh uren misdede, met woorden oft met wercken, [de selve] wortghestraft als vrede-breker.

744. Item, partijen staende teghens malkanderen in proces na de litiscon-testatie in de saecke, worden ghehouden al oftse in vrede laghen, soo langhe't selve proces niet en is gheslist met recht of metter minnen.

745. Item, wie den anderen boven vrede qualijck toe-sprake oft metwoorden injurieerde, verbeurt twee-en-dertigh gulden.

746. Item, die boven vrede iemant dreijghde te slaen oft te steken, bijhem selven oft anderen, verbeurt viertigh ponden swert oft ses-en-vijftighgulden.

747. Item, die boven vrede den anderen sloeghe oft quetste, verbeurtsijn lijf, sonder verdragh.

748. Item, door het dagelijcks met malkanderen eten ende drincken, oftdie malkanderen den dranck toe-brenghen ende wacht [wachten], wordtdaermede den vrede ghehouden voor gheremitteert ende quijtgescholden;maer met in respecte van man ende vrouwe, die tsamen wel moghen woonen,eten, drincken ende bij een slapen sonder prejudicie van den vrede.



[1] D'aprŠs le manusscrit no 15388 de la bibliothŠque de Bourgogne.

[2] Notre manuscrit ne porte pas d'indication de titres ni d'articles.

[3] La fin de cette pbrase est défectueuse ; nous croyons qu'il faut lire: ende voorts partijenrecht teadministreren als den meijer, ende in sijnder presentien heeft de stadthouder geen macht.

[4] Ces seigneuries furent engag‚es ... la ville d'Anvers par lettres du 20 novembre 1559.

[5] Au lieu de: indicidenten, lisez: incidenten.

[6] Au lieu de: laethove, "cour censale," lisez: leenhove, "cour f‚odale."

[7] V. la note 1, p. 20.

[8] Le manuscrit porte: Van belette, mais nous croyons que c'est une erreur; d'ailleurs, le titreV de lacoutume imprim‚e dit aussi: Van besette ende beleijde, met datter aenkleeft, aengaende deerfgoeden.

[9] Bij den greffier "par le greffier," ne faut-il pas lire : bij den officier, "par l'officier?"

[10] Au lieu de : vuijtwinninghe, lisez : huijsruijminghe, comme dans la coutume imprim‚e,titre XIII,art. 220.

[11] La coutume imprim‚e dit, au titre XIII, art. 220 : ofte bij twee schepenen alleen.

[12] Au lieu: compareerde, lisez: comparerende.

[13] Au lieu de: vuijtgaende, lisez: vuijtgane.

[14] Au lieu de: doet, lisez: doen.

[15] Lisez: quant et quant.

[16] Au lieu de: door, lisez : voor.

[17] Au lieu de: ...van Mechelen, etc., lisez, comme dans la coutume imprim‚e: ... van Mechelen, oftin den leenhove van Brabant, als hen indifferent wettich hooft.

[18] Il y a une erreur dans cette derniere phrase nous l'avons lue et traduite comme elle estformulée ...l'art. 65 de la coutume postérieure.

[19] Au lieu de: sijnde, il faut lire is.

[20] Au lieu de: wordende, lisez: worden.

[21] Au lieu de beseten, lisez: beseth.

[22] Au lieu de: verhueren, "louer," lisez: verthieren, "aliéner."

[23] Au lieu de: ofte, lisez: op.

[24] Au lieu de: versocht, lisez: vercocht.

[25] Le mot: nochtans est ici de trop.

[26] Au lieu de: aldijen, lisez: dijen.

[27] Au lieu de: moeten, lisez: moet.

[28] Au lieu de: reijcke, lisez: recke.

[29] Au lieu de: thouwens recht, lisez: t'houwmes recht.

[30] Le deuxième mot wesende est de trop.

[31] Cet ende doit être supprimé.

[32] Brabandts recht, tome II, p. 1271. V. le rapport de M. le conseiller de Cuyper dans les Procès-verbaux des s‚ances de la Commission, 4e vol., p. 62. Ce texte a été conféré avec celui d'une‚dition in-18,parue ... Anvers, sans date, chez Michel Knobbaert, et que M. C.-J. Hansen, bibliothécaire dela ville d'Anvers,a bien voulu nous communiquer.

[33] Cette coutume ne porte pas d'indication de titres dans le recueil de Christyn.

[34] Au lieu de: beschuldigheijt, lisez : beschadigheijt, comme dans l'‚dition in-18.

[35] Titre II, p. 162.

[36] Titre XI.

[37] Titre XXI.

[38] Le mot hij nous paraît être ici de trop.

[39] Nous croyons qu'il faut lire ende des criem oft civiel aengaet.

[40] Titre IV, p. 172.

[41] Les mots ghehouden zijn font double emploi avec schuldigh wesen.

[42] Titre XIII, p. 222.

[43] Il faut n‚cessairement intercaler ici le mot d'aenleggere, sans lequel l'article n'a pas desens.

[44] I1 faut également, pour l'intelligence de l'article, intercaler ici les mots: indien hij allegeert.

[45] Au lieu de : van d'een, lisez: van dien.

[46] Au lieu de: bevindende, lisez: bevindt ou bevonde.

[47] Titre III, p. 170.

[48] Au lieu de: hebbende, lisez : hebben.

[49] Titre XXXII.

[50] Au lieu de: ghedetermineert, nous croyons qu'il faut lire: ghetermineert.

[51] Au lieu de: executeur, nous croyons qu'il faut lire: debiteur.

[52] Au lieu de: ende, lisez: ofte.

[53] Titre X, p.196

[54] Au lieu de: huerlinck, lisez: huerinck ou hueringhe.

[55] Titre X, p. 196.

[56] Au lieu de: eenighe woon-huijsen, au pluriel, il faudrait lire: eenich woon-huijs, au singulier.

[57] L'accord du nombre manque dans cet article comme en divers autres.

[58] Nous croyons qu'il faut lire: terstond naedien hij de selve in sijn ghehuert huijs oft pantghebrochtheeft.

[59] Les art. 397 ... 474 constituent le keurboeck, et nous en avons, par conséquent, compris les diverses rubriques sous un même titre.

[60] Au lieu de: als, ne faut-il pas lire: aldaer?

[61] Nous croyons qu'au lieu de twee reijsen, "deux fois", il faut lire twee gulden, "deuxflorins".

[62] Ordonnance du 18 novembre 1585, Placards de Brabant, tome II, p. 446.

[63] Au lieu de: ghemacckt worden, comme portent les deux textes, lisez: laten maecken.

[64] Au lieu de: uijt erret, l'édition in-18 porte: uijttreckt.

[65] Au lieu de: hebbende, lisez: te hebben.

[66] Au lieu de: oft graven moede, lisez, comme dans l'article suivant: oft grammen moede.

[67] Edition in-18.

[68] Au lieu de: absente betalinghe, lisez, comme dans l'édition in-18: absolute betalinghe.

[69] Au lieu de: bevonden worden, lisez: bevonde, comme dans l'‚dition in-18.

[70] Ce mot ende est ici de trop.

[71] Il y a quelque chose d'irrégulier dans la fin de cet article.

[72] Au lieu de: soo, lisez: hoe, comme dans l'‚dition in-18.

[73] Titre XXVIII.

[74] Nous croyons qu'il faudrait lire: en sal dien crediteur, niet tegenstaende sulcke verbintenisse ofttransport, daeraen gheen recht van preferentie hebben (ou geven).

[75] Au lieu de: heeft, il faut lire: hebben.

[76] Le mot worden paraît être ici de trop, et ne se trouve pas non plus dans l'édition'in-18.

[77] Du 4 octobre ; Placards de Flandre, tome I, p. 767.

[78] Placards de Flandre, tome I, p. 787.

[79] Titre III, p. 170, art. 61 et 62.(4) Titre XV, p. 226, art. 246 et 247.

[80] Titre XV,p. 226, art. 246 et 247.

[81] Titre XX, p. 276.

[82] Titre XXXVI.

[83] Au lieu de: doet, lisez: dedet.

[84] Nous avons compris sous un mˆme titre les articies 578 ... 664, qui, sous diverses rubriques, traŒtenttous des salaires.

[85] Au lieu de: worden, lisez: wordt.

[86] Au lieu de: aen, lisez: van.

[87] Coutumes d'Anvers, Compilat', t.III. p. 430.

[88] Au lieu de presentatie, lisez: presentie.

[89] L'édition in-18 dit, abusivement, werck-stock.

[90] Au lieu de: oft van metael oft cavoir, lisez, comme dans les Compilat' de la ville d'Anvers, t. IV,p. 182 : oft eenen metalen oft tennen lavoir.

[91] Au lieu de : beddeleet, comme portent les deux ‚ditions, lisez: beddecleet.