COUTUMES DE DEURNE.
p 86
TEXTE[1].
I
COSTUIJMEN VAN
DEURNE, OVERGESONDEN IN 'TJAER 1577.
Dit sijn
alsulcke costuijmen, usantie ende maniere van procederen, alsmenonderhoudende
is binnen der jurisdictie ende vrijheijt van Deurne endeBorgerhout, der stadt van
Antwerpen, nu ter tijd bij bepantschap aen onsengenadigen heere den Coninck
gedaen, toebehoorende ende daer neffens gelegen, de meijer ende schepenen der
selver heerlijckheijt van Deurne aenU Edelen overgevende sijn, achtervolgende
den bevele vande voorschrevenSijne Majesteijt, ende den placcaete daerop geëxpedieert
in date l3 meert 1569,naer schrijven s'hooffs van Brabant [1570, n.s.], ende
aen ons gedirigeertden vierden meij ende dijen volgende ten selven dage
gepubliceert.
TITEL I [2].VAN
OFFICIEN, JURISDICTIE ENDE ADMINISTRATIE VAN JUSTITIE, 1577.
1. In den
eersten, dat binnen der voorschreven heerlijckheijt, bij borger-meesteren,
schepenen ende raede der voorschreven stadt van Antwerpen, stadt
varX--.Antwerpen,worden gestelt eenen meijer [die] nu ter tijdt genoempt wordt
drossaert,ende seven schepenen, die elck gehouden sijn eedt te doene in sijnen
respectedaer toe staende.
2. Item, dat
de selve officier, schepenen ende clerck moeten sijn inwoon-ders der selver
jurisdictie, ofte emmers aldaer gegoeijt, ende geborenBrabanders, die kennisse
hebben van alle saecken, reële, personele, mixteende civile, ende allen anderen
dijen aengaende den ordinarisen rechtetoochoorende.
3. Item, dat
de voorschreven meijer ende schepenen schuldich sijn alleveerthien daghen eens
vierschaere te houden, om alle partijen recht endejustitie te administreren.
4. Item, dat
in d'absentie vanden meijer, d'outste schepene van eede isstadthouder, die
vermach soo wel als den meijer vierschare te bannen;
p 88
welcke
banninghe gedaen wordt vuijten naeme van borgermeestere, sche-penen ende raede
der voorschreven stadt, ende voorts partijen recht teadministreren, als den
meijer ende in sijnder presentien, ende den stadt-houder geen maght[3].
TITEL II.VAN
CRIMINELE SAECKEN.
Item, is te
weten, dat alsoo t'anderen tijde desen aengaende de kennissehier aff heeft
gecompeteert den schouteth epde mannen van leene vandenleenhove, d'welck bij
naem deser jurisdictie gehouden wordt, gelijck hieronder verclaert sal worden,
de welcke nu ter tijdt hebben drossaert endeschepenen vande vijff... (sic) ende
bepande dorpen ende heerlijckheijden,naementlijcken Deurne, Wilrijck,
Austreweel, Wilmerdonck ende Oor-deren[4],
bij borgermeesteren, schepenen ende raedt der stadt van Antwerpenvoorts daertoe
gecommitteert, soo ist dat wij U Edele dijen aengaende geenecostuijmen en
connen overgeven.
TITEL III.VAN
CIVILE BOETEN, AMENDEN, KEUREN ENDE BREUCKEN ENDE DIERGELIJCKE, 1577.
1. Item, in
den eersten is te weten, dat de kennisse van desen ende deprocedueren daer vuijt
spruijtende, nu ter tijdt hebben (sic) ende bedinghtworden voor de selve
schepenen ende den schouteth, nu, als vooren, genoemptwordende drossaert, in
stede van schouteth ende mannen van leene van denleenhove, d'welck alhier plach
te sijn, ende vuijtten name vanden hertochvan Brabant gehouden wordt, hoe wel
wij nijet en weten eenich leen onderdese jurisdictie te sijn oft resorteren.
2. Item, dat
soo wanneer d' officier oft oock eenich ingesetene d'een denanderen, oft oock
buijtenlieden tegens malkanderen, off oock eenigen ingese-tenen ter cause als
boven wilt convenieren, dat die gehouden is partije met
p 90
s'heeren
dienaer, die alhier genoempt wordt vorster, te doen dagen tegensde eerste
genechtdagen (sic) dan daer naestcomende, die daer aff onder eedtgehouden is
verclaeren te doen, welck verclaren oock bijden greffier terrollen oock
opgeleeckent wordt.
3. Item, ende
partije gedaeght sijnde, nijet comparerende, eerst rechtelijckvoortsgeroepen,
wordt de selve bij vonnisse van schepenen gecondempneertin d'eerste deffault,
ende voor t'proffijt van dijen versteken van sijnexceptie declinatoir, ende
voorts geordonneert dat men hem andermael saldagen ; ende procedeert men voorts
sulcx totten derden dage, ende drijedeffaulten mette proffijten van dijen, ten
welcken daege d'aenleggeregehouden is sijne aenspraecke te doene, t' sij bij
geschrifte oft ter rollen.
4. Item, soo
verre schepenen bevinden de saecke daertoe gedisponeert tesijne, soo wijsen sij
den aenlegger de selve conclusie ane; maer soo verre desaecke consisteert in
feijte, ende ander ondersoeck requireert, soo admit-teert men partije ten,
thoon ; den welcken sij oock gchouden wordt aff teleijden binnen de drije
naestcommende genechten, ende den selven bij sche-penen gesien, wijsen sij
alsdan t' gene sij nae recht bevinden te behooren.
5. Item, een
partije gedaeght sijnde, comparerende naer dat sij in eenighefaulten is
gecondemneert, en mach in rechte nijet gehoort worden, ten sijhij, als voren,
de selve faulten en hebbe gepurgeert ; ende d' welck gedaensijnde, is
d'aenleggere alsdan gehouden, als vooren, hem te fonderen, t' sijschriftelijck
oft ter rollen, daer aff de verweerdere alsdan wordt geaccor-deert copije ende
dach totten eersten genachte; ende procederen dan voortsbij antwoorde,
replicque, duplicque, sonder meer schrijvens, ten waer datde saecke verheijste,
en dat bij schepenen geordonneert worde.
6. Item, dat
partije, te voldoen hebbende, telcken genechtdage gereetmoet sijn van t'ghene
hij te doen heeft, op pene van te vervallen inde costenvan dijen daghe.
7. Item, ende
dat partijen henne saecke behoorlijck ge‹nstrueert ende bijinventaris
geformeert [gefourneert] hebbende, d'welck sij alsoo gehoudensijn te doene, ende
de saecke alsoo sijnde matuer om wijsen, soo wordt bijschepenen gewesen t'ghene
des sij vuijtten beleijde van dijen bevinden tebehooren naer recht; ende
partijen int principael gesuccombeert hebbende,vervallen oock inde costen
vander instantien, alwaert oock soo [dat daervan]int vonnissen geen vermaen
gedaen en werde.
p 92
8. Item, ende
partije gesuccombeert hebbende, ['tl waer van eenige indici-denten[5]
oft ten principaelen, vermach van dijen vonnisse te appellerenaen mijne
Eerweerde Heeren stadthouder ende mannen van leene onsgenadichs heeren des
Conincx in sijnen laethove[6]
van Brabant, binnenthien dagen naer de prononciatie van dijen, ofte emmers
binnen thien daghendat hij kennisse vanden selven vonnisse sal hebben gekregen;
ende is gehou-den den selven binnen twintig dagen daer naer, bij ende met
behoorlijckebeschrijff brieven te verheffen, op pene dat de selve appellatie
valt desert,ende daer toe d'appellant in drije carolus guldens, soo verre het
vonnisseis interlocutoir, ende in sesse guldens, soo verre tselve diffinitieff
is geweest.
9. Item, dat
soo wanneer iemandt eenen binnen der jurisdictien bevindtmet eenighe goeden,
t'sij wat sij sijn, hem ontvrempt ofte gestolen sijnde, deselve dat te kennen
moet geven den officier, die gehouden is tselve goet incustodien te nemen; ende
soo verre de selve bethoonen kan tselve goet hemtoebehoort te hebben, ende ten
heijligen sweerende met volgheeden hemtselve gestolen ende tegen sijnen danck
affhendich gemaeckt te sijne, endealsoo hem t' selve alnoch onverloeft ende
onverkocht toe te behooren, datin dijen gevalle tselve goet hem behoort te
volgene ende gerestitueert teworden los ende vrij, nijettegenstaende dat
t'selve op eenige vrij merckt tevooren verkocht mocht sijn geweest.
10. Item, is
voorts te weten, dat wij, dese ende dijergelijcke saecken aen-gaende, daer aff
hier boven eensdeels mentie gemaeckt is, ons regulerenvolgens den lantcharter
bij wijlen hooger memorien hertoch Jan, hertochvan Brabant, desen lande
verleent in date 1512 in mayo[7],
behalvens hetkeurboeck mentie maeckende van policie, d'welck alhier bij
consente vandegemeijnte ende authoriteijt van onse voorsaten is gesloten, ende
de articu-len der selver, bij voorgaende proclamatien ter kercke, bevonnist
sijn, opparate ende reële executie; ende.voorts sijn wij ons regulerende
volgendeden placcate [n] ende mandementen van Sijne Majesteijt.
p 94
TITEL IV.VAN
BESETTE[8]
ENDE BELEIJDE, MET DATTER AENKLEEFT.
1. Item, dat
geen ingesetenen der voorschreven heerlijckheijt ommeeenighe saecken bij den
greffier[9]
en mach gevangen worden daer lijffnoch leth aen verbeurt en es, ofte cautie kan
gestellen van te rechte testaene ende t'ghewijsde te voldoen van t'gene dat
d'officier oft partije ophem met rechte soude connen gewinnen, vuijtgenomen de
gene die gevan-gen worden om bedroch van verswegen warantschap, ofte voldoen
vandeschepenen vonnisse[n] gegaen in crachte van gewijsde.
2. Item, dat
soo wanneer iemandt eenen anderen alhier in rechte wilt conveniëren ter causen
van pijne ende arbeijt, liquide obligatien, wissel-brieven, schepene
bekentenisse[n], verloopen renthe[n] ende chijnsen, huijs-huere der stadts
accijse[n], vonnisse[n] bij andere rechters gewesen gegaenin crachte van
gewijsde, vuijtwinninninghe[10],
van verteerde costen, ver-droncen gelagen, backers-, brouwers-, vleeschouwers-,
vettewariers endetaverniers-kerven, datmen den selven schuldich is bij den
meijer ende eenenschepen, ofte bij schepenen alleen[11]
sonder den officier, te doen dagentegens den eersten dinghdage dan
naestkomende; welcke officier of schepengehouden is partije int dagement te
verclaren die [reden?] oft oorsaeckewaeromme hij gedaeght wordt.
3. Item, ende
partije in sulcker vuegen gedaecht sijnde is gehouden teneersten daghe van
rechte te compareren ende sijne saecke te deffenderen 7oft, in dijen gebrecke,
wordt d'aenleggere aengewesen sijnen heijsch bijprovisie ende onder cautie
voldaen te moeten worden, behoudelijcken dengecondempneerden sijne defensie ten
principaelen, sonder dat de gedaegde,oft procureur vuijt sijnen naem, in
eenighe van de voorschreven saeckenvermach te genieten eenen heerlijcken dach,
welck is te seggen alhier
p 96
absentie van
raede, ten waere partije compareerde[12]
allegeert eenighefeijten peremptoir, als van betaelinghe, transactie, ofte
voorder huere tehebben, ofte dijergelijcke; in welcken gevalle men hem wijst de
selve feijtenad primam te moeten thoonen, op pene van namptisatie; behalvens
oockdat de selve partije schuldich is binnen sonnen schijn van dijen dage
voorden heijsche des aenleggers borge te stellen, op pene als voren.
4. Item, ende
partije geconvenieert sijnde vuijt eenige vande saeckenboven verclaert, ende
daer aff de schult min waer bedragende dan drijeguldens, dat d'aenlegger daer
aff schuldich is sijne tachterheijt bij eede tegewaerigen, ende den selven
gedaen sijnde, wordt de selve verweerderegedoempt den aenleggere den
voorschreven heijsch te moeten voldoen;ingevalle van non compareren de
verweerder als vooren.
5. Item, dat
soo wanneer iemandt eenen anderen in rechte betreckenwilt ter causen van
eenighe andere actien hier vooren nijet verclaert, oftoock dat hij vuijt
saecken van eenige verloopen rente ofte chijns sijne actie reëlijck wilt
institueren, dat die gehouden is sijne partije de wete te doen,ende den grondt
daer op hij procederen wilt te doen besetten, te weten eenofte twee dagen voor
den genecht dach dan toekoemende, ende daer aff hemwete te doen als vooren
(sic); van welcke wete d'officier oft schepepen, de selve wete gedaen hebbende,
ten daghe dienende gehouden sijn onder eedt henverclaren te doen, welck
verclaren ten rollen opgeteeckent [wordt]; maer sooverre de proprietaris van
eenighe gronden van erven bij sijnen crediteurenbeset sijnde ter causen als
vooren, woonachtich is buijten der voorschrevenheerlijckheijt ende jurisdictie,
dat men hem alsdan wettelijcken insinueertende beschrijft bij brieven vander
weth, daer d'officier, den selven brieffaen partije gedragen hebbende, sijn
verclaren moet doen als vooren,ende d'welck oock opgeteeckent wordt ter rollen
metter antwoorde vanpartije.
6. Item, ende
soo verre de gedaegde ten daghe dienende nijet en compa-reert, soo volght
d'aenleggere, die gedaegde eerst rechtelijcken voortsgeroepen sijnde ende niet
comparerende, op sijnen eersten dach van rechteende tweede besetsele, ende soo
voorts totten derden genechte toe endevierde besetsele, ten welcken dage men
den gedaegde verreijckt ende
p 98
verhaelt, ende
alsoo condempneert inde conclusie bijden aenlegger alsdangenomen indien dactie
is personeel; dijes is d'aenleggere altijdt gehoudensijne schult te gewaerigen
bij eede als voore.
7. Item, ende
indien de saecke is ter causen van verloopen renten, achter-stel van chijns,
ende alsoo reël, oft oock dat iemandt aen eenen anderentachter sijnde van
eenighe personele schult, ende geene andere goedensijnen debiteuren
toebehoorende en bevindt, binnen der voorschreven juris-dictie, dan gronden van
erven, ende alsoo sijns debiteurs gronden van ervenwilt convenieren ende alsoo
sijne actie oock reëlijck vervolgen, soo wordtden evinceerder ten derden
genechtdage gewesen, dat hij den dach moethouden [hueden] met heeren ende weth,
tot dat thoochsten vanden dageoverstreken is.
8. Item, ende
het hoochsten vanden dage overstreken sijnde, soo wordtals dan bij vonnisse
gewesen den dach te rechte gehoudt [gehuedt], midts datnijemant de selve goeden
en heeft ontset noch verantwoordt, ende voortsgewesen dat men hem de gronden
van erven bij hem beset sal leveren binnenden genechten, d'welck hem dijen
volgende alsoo oock bij vonnisse ende inmanniere hier naer in de procedueren
van den naejaer verclaert gedaenwordt, omme die te moghen gebruijcken jaer ende
dach, sonder verbaelmon-den des goets, behoudelijck dat hij de selve met eenen
sondaechsen kerck-gebode ende metten heeren ende weth, ende metter berrende
keerse eeneniegelijcken even naer moet verhueren, ende ten eijnden vanden jaere
weder-omme brenghen ter vierscharen ende ter wettiger rekeninghe, indieniemandt
rekeninge begeert, ende wordt alsoo t'goet bijden vuijtwinderinder manieren
voorschreven verhuert.
9. Item, jaer ende
dach overstreken sijnde, soo is de vuijtwinder gehou-den de voorschreve gronden
van erven wederomme te brengen ter vierschare,ende dat ten eersten genechten
daer naer, op pene van nulliteijt van sijnderprocedueren int voorjaer gedaen,
ende daer op te procederen voorts opsijnen eersten, tweeden, derden daege van
gedaeghene [genechte] int naejaer,de proprietaris van dijen eerst rechtelijcken
voortsgeroepen sijnde, ende nijetcomparerende, oft gemechtichde voor hem, soo
wordt alsdan wederom bijvonnisse den dach gehuedt, als vooren, ende wordt met
vonnisse alsdan,t'hoochste vanden daege overstreken sijnde., gewesen den dach
te rechtegehuedt, ende dat men hem de leveringhe vanden selven gronden van
p 100
erffven alsdan
[sal doen] binnen den genechte, ende worden de selve hemdijen volgende gelevert
met rusch ende rijse, met hooge met leege, metnatte met drooge, met clepel met
clinck, met gronde, bodeme ende allenden toebehoorten, om de selve te mogen
houden voor hem ende sijn naer-comelinghen, van dien daege ten eeuwigen daege,
behoudelijck dat hij deselve goeden naer drije sondaegsche kerkgeboden d'een
den anderen een-paerlijck volgende schuldich is te brengene ter cieringe metter
berrenderkeersen, eenen iegelijcken even naer, ten waere dat de proprietaris van
diennoch quame voor d'vuijtgaen van de berrende keersse de selve gronden
vanerven beschudden ende ontsetten, d'welck hij noch mach doen, midts eerstden
vuijtwinder opleggende ende betaelende de costen van de vuijtwinninge,soo wel
int voor als int naer jaer gedaen, ende daer toe stellende cautiesuffisante
vanden vuijtwinder te rechte te staen ende t'ghewijsde te voldoen,in welcken
gevalle de selve vuijtwinder gehouden is terstondt hem tefunderen van zijne
procedueren.
10. Item,
indijen de proprietaris noch procureur voor hem en compareertende de selve
gronden van erffven ontseth, soo doet d'vuijtwinder de selvegronden van erffven
drijmael ende op drije sondaghen d'een den andereneenpaerlijck volgende ter
kercken vuijtgebieden om te vercoopen, met heerenende weth, metter beernende
keerssen, eenen iegelijcken even naer, tegensalsulcken dach ende plaetse alsmen
aldaer dan designeert ende ter kerckenvuijtroept, ter welcker plaetsen ende
tijde de selve gronden van erven als-dan bij openbaeren vuijtroep metter bernende
keerssen den meesten daervoor biedende worden verkocht, ende de gene die, als
meest daer voor bie-dende, den val ende vuijtgaende[13]
vander bernende keerssen heeft, diewordt ende blijft daerdeur proprietaris
vande selve gronden van erffven,ende worden hem daer aff geëxpedieert t'sijnen
coste brieven van onsengemeijnen segele.
11. Item, ende
indijen iemandt, eenen anderen doet[14]
besetten ende ver-dachvaerden hebbende ter causen van eenighe personele schult,
ende tendaeghe dienende selver nijet comparerende, ofte procureur vuijt
sijnennaeme, d'welck soo wel van wegen des aenleggers als verweerders mach
p 102
geschieden,
midts doende blijcken van sijne procuratien, soo wordt degedaegde, t'selve
versueckende, bij vonnisse van schepenen ontslagen vandeinstantien costeloos
ende schadeloos.
12. Item, ende
soo wanneer partijen ten daege dienende van beijde sijdencompareren, soo moet
de gedaegde sijne goeden doen ontsetten, endecautie stellen van te rechte te
staen ende t'ghewijsde te voldoen, ende oockrefunderende de voorgaende costen
tot dijen daege toe, aleer hij in rechteofte sijne defentien mach gehoort
werden.
13. Item,
tselve alsoo gedaen sijnde, soo is d'aenlegger terstondt gehou-den sijne
aenspraecke te doen, t'sij ter rollen ofte bij geschrifte, soo hemdat
goetdunckt, ende oock kant a kant[15]
overleggen alle sijn schriftelijckbescheet daer mede hij sijne aenspraecke
pretendeert te verifieren endedaer vuijt hij de selve wilt funderen; ende wordt
den selven verweerderealsdan daer aff gegunt copije ende dach van veerthien
daegen.
14. Item, de
selve overstreken sijnde, soo procederen partijen voorts bijantwoorde,
replicque ende duplicque, t'sij ter rollen ofte bij geschrifte, son-der meer te
schrijven, ten waer dat de saecke [sulcx] heijste ende partije bijvonnisse van
schepenen daer toe geadmitteert waer; ende moet oock partijetelcken dage
dienende van t'gene des hij te doen heeft gereedt wesen, oppene van daer aff
versteken te blijven, ten sij partije adverse hemanderen tijdt daer toe en
consenteert, ofte bij vontnsse van schepenendien en crijge.
15. Item, ende
soo wanneer iemandt, in rechte betrocken sijnde, denaenleggere wilt
reconvenieren mach t'selve doen door[16]
alle antwoordeofte in een volumen; ende sijn partijen alsdan gehouden, goo wel
in materievan reconventie als conventie simul et semel voorts te procederen,
ende alsoobeijde saecken gelijckelijck totten diffinitiven toe te instrueren,
ten waeredat men int procederen d'een saecke liquider dan d'ander vonde te
sijne,ofte dat de selve waere consisterende in feijte, in welcken gevalle men
eerstbeslicht bij vonnisse het liquitste, ofte an(lerssints partijen admitteert
tenthoone.
16. Item, ende
partije ten thoone geadmitteert sijnde, is gehouden den
p 104
selven aff te
leijden binnen sesse weken, ten waere partije adverse hemlangere dilaij en
gave, off anderssints hij tselve bij vonnisse en crege.
17. Item, ende
partijen hennen thoon affgeleijt ende van voorderengerenuncieert hebbende, soo
wordt partije geaccordeert copije vandenselven thoon, ofte vande munimenten bij
hem in forme van thoon overge-geven, ende dach van veerthien dagen, ende voorts
daer naer veerthiendagen om salveren ende fourneren, ten waere partijen
malkanderen langerdilaij gaven, oft dat anderssints bij vonnisse gewesen worde.
18. Item, ende
partijen daer naer hen proces ge‹nstrueert ende bij endemet behoorlijcken
inventaris gefourneert hebbende, d'welck sij oock alsvooren gehouden sijn te
doene, soo sijn schepenen gehouden, ter manissendes meijers, partijen goet,
cort ende onvertegen recht te doen, ten minstenbinnen sesse weeken daer naer,
ende wijsen schepenen alsdan voor rechtet'gene des sij vuijten beleijden vanden
processe nae rechte bevinden tebehooren.
19. Item, ende
partije gesuccombeert hebbende, t'waere in eenige inci-denten oft ten
principaelen, mach vanden selven vonnisse t'sijnen lastegegeven appelleren
binnen thien daegen nae de prononciatie van dijen, ofteemmers binnen thien
dagen nae dien hij kennisse vanden selven vonnissegecregen sal hebben, als
voore, ende de selve gedaen hebbende, is gehoudenbinnen dertich dagen daer naer
bij ende met behoorlijcke beschrijffbrievenaen mijne heeren commoingmeesters,
schepenen ende raedt der stede vanMechelen, oft alhier indifferentelijck
wettich hooft van deser bancken[17],de
selve te verheffen, op pene respective als vooren, ende voorts dat deselve
appellatie valt desert, ende dat partije getriumpheert hebbende
dijenniettegenstaende metter acte vanden vonnisse den appellant mach
doensommeren ende voorts executeren soo hem dat goet dunckt.
20. Item, ende
is te weten, dat partije gesuccumbeert hebbende, t'waereint incident ofte ten
principaelen, als vooren, ende daer aff hij sijne appel-latie hadde verheven
voor commoingmeesteren, schepenen ende raedt derstadt van Mechelen voorseijt,
ende partijen henne saecken aldaer wederomter diffinitiven toe ge‹nstrueert
hebbende, dat alsdan t'vonnisse bijde selve
p 106
commouignmeesteren
ende schepenen daer oppe geraempt, metten processea quo ende t'gene des voor
hen bedinght is wederom alhier besloten endemet brieven van bevele met eenen
stadtbode wordt overgesonden, endewort tselve geraempt vonnisse alsoo bij ons
lieden vuijtgelesen volgendeden bevele bijde voorschreven brieven ons gedaen,
ende is het selve von-nisse alsoo bij ons vuijtgelesen dan voorts appellabel
alhier te hove, oockbinnen den tijdt volgende den stijl vanden hove daer toe
gestelt.
21. Item, ende
indijen dat partije, in mannieren voorschreven gesom-meert ende geëxecuteert
sijnde, soo verre het vonnisse, daer mede executieversocht is, is diffinitiff
ende executie daer toe staet, hem vander selverexecutie wilt dragen opponent
(d'welck alhier genoempt wordt appellant),d'welck hij verclaren moet als hij geëxecuteert
wordt, is gehouden teneersten genechtdage dan naestcomende te proponeren de
redenen van sijnderappellatie oft oppositie, ofte bij gebrecke van dijen
vermach de gedaegdemet sijnder begonste executie voorts te vaeren, midts den
opponent heb-bende doen voorts roepen, ende de selve nijet comparerende,
tselvehebbende doen opteeckenen ter rollen.
22. Item, dat
nijemant, in materie van executie geëxecuteert sijnde, vuijtcrachte van eenighe
vonnisse bij ons gewesen, gegaen sijnde in crachte vangewijsde, ongeappeleert
ende ongereformeert, en mach niet (sic) ontfangenworden, ten sij hij t'selve
vonnisse als vooren onder cautie sufficient en haddevoldaen, ten waere dat de
selve geëxecuteerde en wilde proponeren eenigheexceptien, t'waer van betaelinge
naer date vanden vonnisse gedaen, oftevan eenighe transactien, dachgevinge,
liberatie ofte dijergelijcke inmaterie van executie peremtoir sijnde, in
welcken gevalle hij schuldich isde selve feijten tot sijnder deffentien
geallegeert binnen veerthien dagendan toekoemende te thoonen, oft anderssints dat
de gedaegde met sijnderexecutien mach voortsvaren; des is d'opponent gehouden
binnen sonne-schijn van dien dage, als hij sijne appellatie voor de schepenen
alhier heeftgedaen, cautie sufficiente te stellen, op pene als vooren, ende
vermach deinthimeerde van executien van sufficiente cautie te doen bewaeren
mettenheer ofte sijnen officier[18].
totter tijdt dat t'voorschreve vonnisse isvoldaen.
p 108
23. Item, soo
wanneer iemandt alhier bij vonnis gecondempneertsijnde[19],
wordt alsdan bijden officier metter acte van dijen vonnisse (desversocht
sijnde) voor de voldoeninge van dien gesommeert, ende de selvesommatie metten
verclaren van partijen opden rugge vander selver actegeteeckent, ende bij faute
van voldoeninghe binnen vier en twintich urendaer naer, ten versuecke als
vooren, ter presentie van schepenen geëxecu-teert, nemende alsdan d'officier
aldaer eenen pandt; ende wordt de selveexecutie opde selve acte oock
geteeckent, ende worden dijen naervolgendedes geëxecuteerdens goeden ten
eersten sondage daer naer bij den officierter kercken vuijtgeboden om te
vercoopen, op alsulcken dach als partijebegeert de selve verkocht te hebben,
ende worden alsoo de selve goeden bijopenbaeren vuytroepe feijtelijck verkocht,
ter presentien als vooren, endedat tot voldoeninghe vander sommen daer vooren
d'executie versocht endegedaen is.
24. Item, dat
de ghene die eenich vonnis ten laste van iemanden geob-tineert heeft vermach
den borge vanden principalen debiteur (hem tercausen van dijer proceduren borge
voor recht geconstitueert hebbende)metter selver acten bij den officier doen
sommeren, ende bij faute vanbetaelinge naer d'expiratie vande vierentwintich
uren executeren, ende sijnegoeden, als vooren, doen vercoopen, soo verre de
principalen absent is oftbuijten der jurisdictie geseten waere.
25. Item, waer
het vonnis gewesen buijten de jurisdictie, en mach egeeningesetene geëxecuteert
worden ten waer de selve alhier bij vonnisse vanschepenen en werde verclaert
executabel, behalven vonnissen bij borger-meesteren ende schepenen der stadt
van Antwerpen gewesen, die bij denofficier vande lange oft corte roede der
selver stadt bij ende met assistentievanden officier alhier ter presentie van
twee schepenen mogen alhier (sic)ter executien gestelt worden.
p 110
TITEL V.VAN
ARRESTEMENTEN.
1. Inden
eersten, dat soo wanneer eenen ingesetene der voorschrevenheerlijckheijt,
bevindende binnen der selver sijnen debiteur, ofte sijnsdebiteurs goeden van
buijten, mach de selve alhier bij den officier doenarresteren, ende alsoo voor
sijn crediet in rechte betrecken; ende envermach de gearresteerde buijten der
heerlijckheijt hem noch sijne goedennijet te absenteren, ten waer hij als
vooren [alvoren] den arrestant voorsijn crediet alhier cautie sufficient hadde
gestelt van hem te rechte testaen ende t'ghewijsde te voldoen, oft dat
anderssints schepenen, conside-rerende de gelegentheijt vander saecken,
ordineren dat hij gestaen soudemet cautie juratoir ende sijnen eedt.
2. Item, dat
een arrestant, sijnen debiteure oft sijns debiteurs goedenalhier hebbende doen
arresteren, gehouden is binnen den derden dage naert'voorschreven arrest ticht
ende aenspraecke te doen, ofte anderssints valthet voorschreven arrest desert,
ende is de gearresteerde ende oock sijnegoeden dijen volgende ontslegen; ten
waere dat d'arrestant, alleenelijckvindende goeden van sijnen debiteur, hij ten
tijde van den arreste, ofteemmers binnen den derden dage daer naer, en dede
daer op besetsel, inwelcken gevalle d'arrestant gestaet volgende voorts sijne
saecke, gelijck hiervooren nopende de proceduren van besetsel breeder verhaelt
is.
3. Item, dat
geene ingesetene d'een den anderen in rechte nijet (sic) enmach betrecken met
eenich arrest dan bij besetsele oft dagement, in saeckenals voore, ten waere
dat iemandts debiteur en waere op wege om met sijnegoeden, t'waer bij daege oft
bij nachte, vuijtter heerlijckheijt te vertrecken,in welcken gevalle hij hem
ende sijne goeden bij den officier mach doennemen in arrest, ende soo voorts
tegens hem procederen soo hier bovengeseijt is.
4. Item, dat
soo wanneer eenich goet binnen iemants huijse oft bewaer-nisse alhier gearresteert
oft beset is, ende de persoon onder wien t'voor-schreven arrest oft besetsele
gedaen wordt den last van tselve te bewaerenaenveert, ende daer en boven wech
laet vueren oft versteken, dat die
p 112
schuldich is
te verantwoorden ende inne te staen voor de schult daer vooretselve goet
gearresteert ende beseth is geweest.
5. Item, dat
soo wanneer twee buijten persoonen binnen der voorschrevenheerlijckheijt d'een
den anderen doen arresteren, dat d'arrestant den gear-resteerde oock gehouden
is binnen den derden dage te betichten, op peneals voore ; ende is oock
d'arrestant, soo verre t'selve vanden gearresteerdeversocht wordt, gehouden den
gearresteerden alhier te stellen cautiesufficiente voor alle costen, schaden
ende intresten die de gearresteerdedeur t'selve arrest soude mogen aencomen
ende lijden, oft ten waer datschepenen, de saecke considererende, met vonnisse
partijen anders ordon-neerden.
TITEL Vl.VAN
CONTRACTEN, VOORWAERDEN ENDE BORCHTOCHTEN.
1. Item, dat nijemant
en kan ofte en mach valide bij eenighe voorwaerden,contracten, coopmanschappe
ofte conventien verkrijgen eenige erffelijckheijtvan onruerende ofte
erffe[ijcke goeden, huijsen, chijnsen ofte renten, ingeenderhande mannieren,
gelegen binnen der voorscreven heerlijckheijt,ofte die belasten met eenighe
renten oft somme van penninghen, ten sij datde selve voorwaerden, contracten,
coopmanschappen ofte conventiengepasseert ofte bekendt worden voor schepenen
der voorscreven heerlijck-heijt ofte der voorscreven stadt, voldoende alsdan
den heere alhier sijnrechten van oudts daer toe staende, vuijtgenomen
alleenelijck houwelijckxevoorwaerden, testamenten ofte andere simpele
contracten, obligatien endediergelijcke, geen erffelijckheijt smaeckende.
2. Item, dat aleer
alhier iemandt in eenige gronden van erffven endehuijsen bij hem van eenen
anderen gecocht mach voor schepenen daer innegegoeijt ende geërft worden, dat
daer aff te vooren ter kercken vuijt moetengedaen worden drije sondaegsche
kerckgeboden d'een den anderen eenpaer-lijck volgende, met declaratie van wat
goeden oft gronden van erffven datdaer gekocht sijn, ende wordt de cooper van
dijen alsdan metten schietenvanden halm, die den vercooper in handen vanden
officier met vertijdene isovergevende, daer inne bij schepenen, ter maenissen
vanden officier, geërftende gevesticht, naer welcke goedenisse alsoo geschiet
alhier egeene calen-gieringe plaetse en heeft.
p 114
3. Item, die
eenige gronden van erffven, huijsen ofte andere onruerelijckegoeden binnen der
voorscreven heerlijckheijt gelegen vercoopen, ofte deselve met renten ofte
chijnsen belasten wilt, is schuldich inde goedenisse tespecificeren ende vuijt
te steken alle chijnsen, renten ofte lasten daer voorenvuijtgaende, ende daer
aff te beloven warantschap; midts welcke beloeftealle de goederen vanden
belover, die hij alsdan heeft ende noch naermaelsmach verkrijgen, worden
generaelijck verbonden ende gehipothyceert,midtsgaders sijnen persoon, voort
voldoen vander selver warantschap.
4. Item, dat
oock, als een schuldenaer ofte debiteur generaelijck ver-bindt, verobligeert
ende hypoticeert sijne goeden aen sijnen crediteur, datalsulcke generaele
hypotheque ende verbondt streckt huer ende begrijptalle de goeden vandien
selven schuldenaer ende debiteur, midtsgaders sijnenpersoone, ende sijnde doot,
sijn erffgenamen.
5. Item, dat
haeffelijcke goeden niet langer en blijven verbonden alspandt dan sij sijn ende
blijven in den eijgendom vanden schuldenaer.
6. Item, al
dat aen een huijs ofte erffve nagelvast ofte eertvast is behoortende moet
volgen den genen die het selve huijs ofte erve volght oftetoebehoort.
7. Item, die
in houwelijckxe voorwaerde beloeft eenighe penningen tebetaelen ofte doen
betaelen naer sijn doot, is schuldich te versueckenvanden genen tot wiens behoeff
de geloefte gedaen is goede sufficiente cautiete stellen, om nae sijn doot de
selve somme daer aen te verhaelen, hoe welinde voorwaerde daer aff niet en is
geseght.
8. Item, als
iemandt voor schepenen der heerlijckheijt voorseijt hem vooreenen anderen
buijten der voorscreven heerlijckheijt ende jurisdictienwoonende borge
verobligeert, soo mach de gene tot wijens behoeff de voor-screven borchtochte
is gedaen binnen der selver heerlijckheijt den selvenaensprecken, indijent hem
belieft, nijettegenstaende dat den principaelensolvent ende machtich genoech is
te betaelen.
9. Item, ende
waert datter een ofte meer persoonen hen als borgeprincipael voor iemanden
verbonden hadden, dat alsdan den heijsschervermach een vande selve een voor al
aen te sprecken, niettegenstaende datden principaelen debiteur sufficient ende
machtich genoech waere tebetaelen.
p 116
10. Item, dat
oock eenen crediteur, hebbende voor sijn credijt (die optermijnen te betaelen
staen) borge, ende bij den selven sijnen principaelendebiteur oft schuldenaer
anderen oft langeren dach geeft van betaelinge danint stipuleren vander selver
borchtochte gecauseert was, sonder consentevanden selven borge, soo wordt
alsulcken borge vander selver borchtochtedaer naer ontslagen.
TITEL VII.VAN
HUERINGHE.
1. Item, dat
iemandt, deser werelt overleden sijnde, ende binnen sijnleven eenich huijs,
erve ofte diergelijcke gehuert heeft oft hadde, dat alsdande huerder van dien
gebruijckt de huere van dijen (sic), niettegenstaende dedoot vanden verhuerder,
ten waere de verhuerder vande selve goeden maereen tochteneer en hadde geweest,
in welcken gevalle de huere, midtssijnder afflijvicheijt, expireert, ende dat
oock de huere gaet voor eenighencoop.
2. Item, soo wanneer
eenich huijs, erve oft andere goeden bij iemandenmet recht vuijtgewonnen
wordende[20], soo
expireert de huere die denhuerlinck metten proprietaris hadde gemaeckt, ende
moet het huijs ofteerve van stonden aen ruijmen, hem sijne actie van interest
tegens sijnenproprietaris ende verhuerder gereserveert.
3. Item, dat
soo wanneer eenich huijs, hove oft landt verhuerdt wordtbij eenighe
proprietarissen, daer andere mede paert ende deel in sijn heb-bende, soo
vermach de selve deelhebbere de huere voor den selven prijsaenveerden, ende
moet oock d'eerste huerlinck hem de selve laten volgen,soo verre de voorscreven
verhueringe gedaen is sonder last oft consentvanden selven deelhebbere; dies is
de selve deelhebbere gehouden (desversocht sijnde) aen sijne mede proprietarissen
als verhuerders borge testellen voor de voldoeninghe vander selver hueren in
hennen respecte.
4. Item, ende
soo wanneer eenich huerlinck van eenige huijsen, hove,lande oft andere, sijne
huere overlaet eenen derden ofte anderen persoon,sonder wete ofte consente van
sijnen proprietaris ende verhuerder, soo
p 118
mach de selve
proprietaris de huere ende soo sijne goeden nae hem nemen,ten waere dat den
eersten huerlinck de selve voorts verhueringhe bij sijnderconsente vander
eerster hueren t'selve gepermitteert en waere.
5. Item, ende
een huerlinck, seker huijs, hove landt oft anderssints inhueringe gehadt
hebbende, ende de jaerscharen vander selver huerengeëxpireert wesende, ende de
proprietaris de selve goeden aen een anderenvoorts verhuert hebbende, soo en
heeft de eerste huerlinck geen recht omdie selve huere te mogen ofte willen
aenveerden voor den selven prijs alstselve alsdan verhuert is, maer moet
terstondt t'selve goet ruijmen endet'selve den nijeuwen huerlinck laeten
gebruijcken.
6. Item, dat
een verhuerder van eenighe huijsen, schueren oft hoevengehouden is de selve te
onderhouden in goeder reparatien van want endedaecken, deuren, vensters metten
slooten ende grendels van dien, ten waeredat anderssints int contracteren
vander hueren tusschen partijen onder-sproecken waere; dijes en vermach de
huerlinck t'selve huijs tot geeneandere neringhe gebruijcken dan daer toe hem
t'selve verhuert is.
7. Item, dat
een huerlinck van eenige huijsen ofte erve mach t'selve huijsofte erve maecken
ende stellen naer sijne neringhe die bij doende is, endedat op sijnen cost,
behoudelijck dat t'selve geschiede sonder bederffe-nisse oft schade vanden
erven ofte huijse, ende oock dat hij tot sijnenaffscheijde t'selve huijse wederomme
stelle in sulcken staet als hij t'selveaenveert heeft.
8. Item, dat
soo wanneer eenich huerlinck op sijn ghehuert goet geplantheeft eenige boomen,
dat hij de selve tot sijnen scheijden mach vuijtdoenende naer hem nemen, ten
waere dat anderssints tusschen partijen intcontracteren vander hueren
ondersproecken waere.
9. Item, dat
alle de haeffelijcke goeden van eenen huerlinck, terstondtnaer dijen hij de
selve in sijn gehuert huijs oft goet gebrocht heeft, geaffec-teert sijn den
proprietaris voor t'voldoen van sijnder hueren; ende de selve,bijden
proprietaris aldaer gearresteert ofte beseten[21]
sijnde, soo en machde huerlinck de selve goeden van daer nijet amoveren ofte
doen amoverenvoor ende aleer hij sijnen verhuerder van sijnder hueren en hebbe
voldaenende betaelt; ende soo verre hij ter contrarien doet, soo vermach de
p 120
verhuerder hem
met rechte de selve goeden aldaer opden selven pandtwederom te doen brenghen,
ter plaetsen daer hij die gehaelt ofte helpenhaelen heeft, ende wordt de
verhuerder alsdan aen de selve goeden vooralle andere crediteuren voor sijne
tachterheijt geprefereert.
10. Item, soo
wie eenich beseth ofte behaelt goet aenveert ende in fraudevande crediteuren
versteeckt, ende men t'selve goet onder hem bevinde,ofte metter waerheijt
bethoonen conste dat Iiij t'selve hadde geamoveert oftehelpen amoveren, dat die
ten versuecke vanden crediteur, gehouden is deselve goeden wederomme te brengen
ter plaetsen daer hij die gehaelt oftehelpen haelen heeft, ofte bij gebrecke
van dijen is gehouden den crediteurvan sijne tachterheijt [te voldoen].
TITEL VIII.VANDE
RECHTEN GEHOUDE PERSOONEN AENGAENDE.
1. Item, dat
een man altijdt is mamboir van sijne huijsvrouwe, ende dathij vermach alle
huere cedullen, actien ende crediten met rechte te heijs-schen ende te
vervolgen, sonder authorisatie ofte consent van sijnder huijs-vrouwen ; ten
waere dat de selve man insolvent en waere bedegen ende voorsulcx hem voor sijne
schuldenaers hadde verborgen, ofte dat [hij] anderssintsin prodigaliteijt en
waere gestelt.
2. Item, dat
een manspersoon eenige vrouwe persoon ofte weduwegetrouwt hebbende, dat de
selve vermach alle de haeffelijcke goeden die hijende sijne huijsvrouwe
besittende sijn, met oock de gene die de selve sijnehuijsvrouwe aen hem ten
houwelijcke mach hebben gebracht, ende oock allede erffelijcke goeden staende
den houwelijcke bij hem verkregen ende daerinne hij alleenlijck gegoeijt is
ende nijet de vrouwe, dat hij alle de selve,sonder consente, wille, wete ofte bijsijne
vande selve sijne huijsvrouwemach vercoopen, transporteren, belasten ofte
verhueren[22] naer
sijnebeliefte,.
3. Item, maer
alle de erffelijcke goeden die hij met sijnder huijsvrouwestaende den
houwelijcke heeft geconquesteert ende verkregen, ende daer
p 122
inne sijne
huijsvrouwe soo wel als hij gegoeijt ende geërft is, ende oock allede
erffelijcke goeden die sijne huijsvrouwe aen hem te houwelijcke heeftgebracht,
ofte die gene die heur staende den houwelijcke van heure vrindenofte van
iemanden anders mogen sijn verstorven ofte gegeven, dat de mans-persoon alle
die goeden nijet en mach vercoopen, belasten noch verthieren,ten waere hij van
sijnder huijsvrouwe met eenen vrempden momboir, heurbij consente desselffs
heurs mans gegeven, daer toe wettelijck geconstitueerten waere, ende alsoo daer
inne consenteerde, ofte mede de goedenisse endeerffenisse selver dede.
4. Item, dat
soo wanneer een vrouwe gehoudt is ende met heuren manhuijs is houdende, ende
geen coopvrouwe wesende, soo en vermach dieheure erffelijcke goeden, t'sij dat
de selve bij heur te houwelijcke verstorvenofte andersints gegeven sijn, ofte
bij heur met heuren man geconquesteert,nijet vercoopen, verminderen ofte
belasten, noch oock eenige acten in rechtenoch daer buijten doen, ofte oock
procureur daer toe machtigen, sonderconsent ofte authorisatie van haeren man
daer toe te hebben; alsoo oockgeen vrouwe heur valide en kan verobligeren,
alwaert oock voor schepenenalhier, dan bij consente ende authorisatie als
voore.
TITEL IX.VAN
CALENGIERINGHE ENDE NADERSCHAP.
1. Item, int
vercoopen van onruerelijcke goeden gelegen binnen der voor-screven
heerlijckheijt valt naederschap ende calengieringe van bloets weghen.
2. Item, dat
soo wanneer iemandt eenige goeden calengieren wilt, isschuldich in handen
vanden officier te namptiseren silver ende goudt, metoock terstond borge te
stellen binnen der selver heerlijckheijt voor t'voldoenvanden selven coop,
dijen onder eed verclaert sijnde, metten goedtspen-ninck, lijffcoop ende
appendentien van dijen, op pene van te vervallen vansijnder naederschap, ende
daer aff wete te doen aende coopers ende vercoopers, om tegens den eersten
dinghdach te comen verclaren onder eedt dendeuchdelijcken coop.
3. Item, dat
een iegelijck den vercooper van bloetswegen bestaende tottenvierden graet toe
inclus sijne calengieringe van alle vercochte onruerelijckegoeden binnen deser
jurisdictie gelegen mach intenteren, soo verre hij int
p 124
vercoopen
vande selve goeden nijet geconsenteert, noch vanden lijffcoopgedronken ende
geten en heeft, oft anderssints nijet.
4. Item, maer
daer meer persoonen den vercooper bestaende ende deselvegoeden oock calengieren
(sic), soo wordt daer inne geprefereert de gene dieden vercooper naest
bestaedt, nijettegenstaende dat de andere hunne calen-gieringe eerst gedaen
hadden; maer daer se beijde den vercooper al even naerbestaen, soo volght de
naederschap ende calengieringe [den gene die de selve]eerst intenteert, ende
alsoo sijne neersticheijt [eerst] daer inne gedaen heeft.
5. Item, dat
oock een iegelijck, eenige vercochte goeden willende vernaer-deren ofte
calengieren, dat die gehouden is de selve sijne calengieringe teintenteren, op
privatie der selver, voor ende aleer de cooper, nae drijesondaechse
kerckgeboden, die daer aff d'een den anderen eenpaerlijck vol-gende gedaen
moeten worden, in t'selve goet met het schieten vanden halmgegoeijt ende geërft
is, opde privatie van dijen.
6. Item, dat
men geene kerckgeboden van eenige goeden en vermach tedoene, omme den
calengierder van sijne calengiernige te priveren, ten sijden coop vande selve
goeden tusschen den cooper ende vercooper eerstfinalijck gemaeckt ende metten
palmslach gesloten en sij.
7. Item, dat
oock een calengierder gehouden is onder eedt te verclaeren,dat hij sijne
calengieringe gedaen heeft tot sijns selffs behoeff ende [van]nijemandt anders,
ende oock sonder daer toe bij iemanden gesuborneert tesijn, ende dat hij t'gecalengiert
goet in meijninge is te houden jaer endedach, sonder argelist, ende dat soo
verre t'selve van hem bij cooper endevercooper versocht wordt.
8. Item, dat
oock, ten versuecke vanden calengierder, de cooper endevercooper schuldich ende
gehouden sijn, in sijns calengierders presentie,onder hueren eedt te verclaren
den deuchdelijcken coop, metten goedtspen-ninck, lijffcoop ende appendentien,
ende hoe ende in wat manieren den selvenmetten palmslach gemaeckt ende gesloten
is, sonder fraude ofte argelist, endesonder eenich toeseggen d'welck den
calengierder soude mogen graveren.
9. Item, dat
den cooper ende vercooper, t'voorschreven verclaren gedaenhebbende, de
calengierder oock schuldich is binnen sonneschijn van dijen
p 126
dage in rechte
te consigneren ende namptiseren de penningen die vandencoop geseet sijn gereet
gegeven te moeten worden, metten goetspenninckende lijffcoop vandijen, op de
pene van vervallen ende versteken van sijnecalengieringhe ende naederschap.
10. Item, dat
oock insgelijckx de cooper gehouden ende schuldich is, sooverre hij hem tegens
de calengieringe opponeren wilt, ten selven daege endebinnen sonneschijn oock
onder de weth te consigneren ende namptiseren depenningen die, als vooren,
gereet gegeven moeten worden, ende voor depeninngen die op dage te betalen
staen ende [de] voorwaerden ende conditieninde coopmanschappe ondersproken,
borge sufficiente te stellen binnen dervoorscreven heerlijckheijt, ende dat
opde pene van versteken ende vervallente blijven van sijne oppositie, ende dat
dijen volgende de calengierder sijnenaederschap sal moeten volgen.
11. Item, ende
dat oock een calengierder, willende thoonen den coop endeconditien van dijen,
sonder hem dijen aengaende te willen gedragen oftgestaen totten verclaren
vanden cooper ende vercooper, dat hij t'selve machdoen, maer is desnijettemin
gehouden te consigneren binnen sonneschijnvan dijen daege tgene dat cooper ende
vercooper onder eedt verclaerthebben gereed gegeven te moeten worden, metten
goedtspenninck endelijffcoop, op pene ende privatie als boven; ende moet
insgelijcx oock decooper (indijen hij hem tegens de calengieringe opponeren
wilt) vangelijcken namptiseren ende cautie stellen binnen sonneschijn als
boven, oppene ende privatie als vooren.
12. Item, ende
soo verre cooper ende calengierder int proces treden,ende den vercooper
begerende van sijnen coop voldaen te wesen, soe moetenhem sijne penningen
getelt worden (voor soo vele die gereet gegeven moetenworden) vande
genamptiseerde penningen bij den calengierder in rechtegeconsigneert; dies is
hij gehouden het verkocht goet metten halm op tedragen in handen vanden
officier, tot behoeve vanden gene diemen terdiffinitiven vanden processe
bevinden sal daer toe gerecht te sijn.
13. Item, dat
oock trecht vander calengieringhe ende naederschap ver-schenen is soo saen als
den coop metten palmslach gesloten ende gevestichtis ; ende mogen nochtans,
dies nijettegenstaende, cooper ende vercoopermalkanderen vanden coop der selver
quijtschelden, in soo verre iemandt [nie-mandt] den selven coop alnoch en heeft
gecalengiert, ende anderssints nijet.
p 128
14. Item, dat
int vercoopen van goeden die bij subhastatien metten heere,weth ende bernende
keerssen verkocht worden, dat daer inne oock calen-gieringhe plaetse heeft, soo
verre die binnen den derden dage naer datevande verschieringe ende vercoopinghe
bij den calengierder ge‹ntenteert wordt, ende daer naer nkjet.
15. Item, dat
soo wanneer iemandt eenighe onruerelijcke goeden permut-teert ofte
transporteert tegens eenige andere onruerelijcke goeden, ofte oockeenighe
goeden ewech geeft, sonder bedroch, dat int t'selve geene calen-gieringhe en
valt, ten waere dat daer gelt gegeven, ofte dat de selve goedengeëstimeert ende
gepriseert worden, in welcken gevalle calengieringe aldaeroock plaetse heeft.
16. Item, soo
verre den calengierder in sijne calengieringe obtineert, dathem volgen de
vruchten ofte[23]
t'gecalengiert goet gewassen, ofte daer affgecomen sijnde vanden tijdt dat hij
sijne calengieringhe heeft ge‹ntenteertende [dat hij] daer aff de wete [heeft]
doen doen aenden cooper ende ver-cooper, ende welcke vruchten den cooper naer
de goedenisse souden hebbenmoeten volgen.
TITEL X.VAN
CHIJNSEN, RENTEN ENDE ERFFPACHTEN.
1. Item, dat
alle chijnsen, renten ende erffpachten geconstitueert bijerffgevinge ende
anderssints, oft oock tot behoeve van wijen dat het sij,ende alsoo ontquijtbaer
sijnde, ende daer aff de constitutie geene quijtingein en houdt, ende daer naer
versocht[24] sijnde om
een somme gelts, datalle de selve renten, chijnsen ende erffpachten daer naer
zijn losbaer voorsulcken prijs ende gelt als die verkocht sijn.
2. Item, dat
soo wanneer iemandt eenigen chijns oft rente is heffende opeenigen pandt
gehipoticeert sijnde binnen der voorschreven jurisdictiegelegen, dat den selven
pandt daer naer in diversche deelen wordt gespleten,dat nochtans de chijnsbeer
oft renthier nijet gehouden is sijnen chijns ofterente te splijten, maer moet
gelijck betaelt worden, ofte vermach anders-
p 130
sints alle den
geheelen pandt, hem als vooren verbonden, te doene besetten,vuijtwinnen ende
bij chieringe als voore te doen vercoopen.
TITEL XI.VAN
ERFFSCHEIJDINGE ENDE SERVITUIJTEN, 1577.
1. Item, dat
alle heijmselen ende thuijnen tusschen twee gebueren ervestaende sijn gemeijn
ende moeten ten gelijken coste opde gerechtige paelenvande twee erven gemaeckt
ende onderhouden worden, ten waere dat bleekevan eenige servituijt ter
contrarien geconstitueert bij eenige schepene brievenvan goedenisse ofte
anderssints tusschen hen partijen ende [ofte] henne voor-saten daer aff voor
schepenen gepasseert.
2. Item, ende
dat soo verre iemandt van dijen partijen van heijminge intgene des voorseijt is
in gebrecke waere, ende hem daer toe nijet en wildeverstaen soo vermach
d'officier (indijen partije advers t'selve aen hemversueckt) de selve heijminge
selver te doen maecken op dobbelen tweeschadt,sonder eenighe rechtvoorderinge
daeromme te derven doene, ende mach derselver partije, in gebrecke bevonden,
voor den selven tweeschadt rechte-tijcken affpanden.
3. Item, dat
alle boomen staende in gemeijne heijmselen, als boven, endedie op hen gerechte
paelen staen oft in gemeijnen erve, dat die tusschen denselven twee partijen
sijn gemeijn, sonder aenschouw te nemen wie denboom ofte boomen geplant mach
hebben.
4. Item, soo
wie eenighe heijmsels, t'sij van houdt oft van leem, bovengedeckt sijnde met
riet ofte anderssints, maeckt, is schuldich t'selve sooverre van sijns gebueren
erve te setten datten neusedrup en water van dijendaecke op sijns gebueren erve
nijet en valt, noch daer aff eenich letsel enlijde, sonder expres consent van
sijnen naegebuer.
5. Item, soo
verre iemandt. in plaetse van eenen thuijn, gelint oftewandt, maecken wilt
eenen muer tusschen [sijne ende] sijns gebueren erve,mach den selven maecken op
sijn erve ende op sijnen cost alleen, sondersijns medegebuer consent; ende naer
dijen dat den voorscreven muervolmaeckt is, soo blijft den selven hem alleen
toebehoorende, ende en heeftden gebuere daer inne geen recht, ten waere hij
[sulcx] van hem vercrege.
p 132
6. Item, dat
oock nijemandt en vermach eenen gemeijnen muer alsoogebruijcken dat den selven
daer door eenich merckelijck hinder ofte bescha-dicheijt is lijdende, als
hovens, werderibbens, forneijsen, messieputtenmaecken, ofte mes te leggen; maer
indien hij t'selve in ofte bijden gemeijnenmuer wilt maecken ofte doen maecken,
moet den selven soo bewaeren datden selven daer deur geen letsel aff en lijde.
7. Item, dat
oock nijemandt tegens sulcken muer en mach eenige verkens-coten te stellen,
ofte andere diergelijcke onbehoorlijcke wercken; maerindijen hij t'selve in
ofte bijden gemeijnen muer wilt maecken ofte doenmaecken, moet vanden selven
blijven drije voeten; ende ingevalle daergeenen muer en staet moet de selve
daer aff blijven seven voeten, ende alsoosijnen gebuere bevrijen van stancke.
8. Item, dat
eenigen gebuere, rechthebbende in eenigen gemeijnen muer,ende hij den selven in
tijden ende wijlen soude willen oprijsen ende hoogen,soo mach de selve met
sijnen huijse ofte metselrije inden selven vaeren,sonder daervan sijnen gebuere
iet te betaelen voor t'hoogen van dijen;behoudelijck indijen daer eenige gote
laege opden selven gemeijnen muer,dat hij schuldich [is] de selve te sijnen
coste wel ende loffelijck te doenleggen op sijn gebueren erffve, vast aenden
gemeijnen muer, ende wede-romme op te maecken ende repareren tgene des bij
d'oprijsen vanden muerofte verleggen vander selver goten gebroken ende
verargert sal wesen, endevan dan voordane de selve gote wel ende deuchdelijck
te onderhouden totsijnen coste, soo datter sijn gebuere geen schade aff en
hebbe, ten waere degebuere sijn huijs soo hooch timmerde als d'andere, soo moet
men de gootewederomme leggen opden gemeijnen muer, ende de selve alsdan
voortsonderhouden ten gelijcken coste.
9. Item, twee
gebueren hebbende toeganck tot een weerdribbe ofte vouteonder d'eerde wesende,
sijn schuldich [de selve] tot gemeijnen costete onderhouden ende te ruijmen;
ende bij dijen d'een vande gebueren(naedien de weerdribbe gereijnicht is)
begeert vande selve te scheijden ende[die] nijet meer en begeert te
gebruijcken, mach t'selve doen, ende enis alsdan nijet meer gehouden in eenige
costen daer ane te moeten doene;oft indien iemandt van hen begeert alsdan de selve
weerdribbe te doen
p 134
scheijden,
mach t'selve doen tot sijnen costen, ende van dan voortaen moetelck sijn helft
onderhouden.
10. Item, als
iemandt buijten sijnen muer heeft oesedrup, ende het dackvanden huijse gedeckt
sij met schalien oft tichelen, dan behoort den selvenerve tot eenen halven voet
buijtens s'muers ; maer indien thuijs met riet oftestroij gedeckt is, alsdan
heeft [hij] eenen voet erve buijten sijnen muer oftwant, sonder meer.
11. Item, die
sijne erffve met opgesette grachten wilt beheijmen, moettusschen de diepte
vanden gracht ende d'erve van sijnen gebuer laten tenminsten onder halven voet
erve.
12. Item, dat
nijemandt vande ingesetene der voorscreven heerlijckheijt,t'sij backers,
brouwers, verwers, herbergiers oft andere hem met houdtgenerende, en mogen
eenige houdtmijten stellen dan op henlieden erve, endedat vier voeten van
hennen gebueren erve, ende indijen dat iemandt tercontrarien dede , ende vuijt
saecke vande welcke houdtmijten de gebuereneenighe schade leden, t'waere van
brande ofte anderssints, dat de selvewordt arbitraelijck gecorrigeert, ende de
schade daer deur gekoemen sijndesijnen gebueren oprechten ende betaelen moet,
boven de pene daer toestaende.
13. Item, als
iemandts boomen, op sijn eijgen [erve] staende, hangen oversijns gebueren erve,
soo moet hij de selve doen snoeijen ende corten, oftanderssints moet gedoogen
dat sijn gebuere (over wiens erve de selveboomen sijn hangende) de helft vande
vruchten daer aff comende geniete,daer aff nochtans de gebuere (over wijens erve
nochtans[25] de
boomenhangen) de keuse heeft.
14. Item, int
maecken ofte repareren van eenen gemeijnen borneput sijnalle de gebueren die
den selven mogen gebruijcken schuldich ende gehoudente contribueren naer
advenant de groote van heurlieden erve, behoudelijckdat de gene die eenen
borneput binnen sijnen huijse heeft, gestaet midtsgevende de helft van tgene
dat hij geven soude indijen hij geenen borneputbinnen sijnen huijse en hadde.
15. Item, soo
wie recht heeft door eens andermans erve sijnen wech tehebben, die moet den
selven gebruijcken met getijdigen vrome, ten naesten
p 136
cante ende ter
minster schade vander erven, met goeden toesicht te hebbenover sijne beesten,
omme de selve alleenelijck geseelt daer duer te leijden.
16. Item, soo
wanneer iemandt eenich landt, bempden oft bosschen heeftliggende onder de
voorschreven heerlijckheijt, ende dat vander straten, soosijn de
proprietarissen vander erven voor hem totter straten gelegen schul-dich te
doogen dat de selve sijnen wech hebbe over huerlieder erve, terminster schade,
ten naesten cante ende ter naester straten, om daer vuijtende in te mogen gaen
ende rijden, met wagen ende peerden, ende sijnevruchten daer vuijt te haelen,
ende dat elck tot sijnen bequaempsten tijde.
17. Item, dat
iemandt alsulcken servituijt van wege hebbende over endedoor de erve van sijnen
gebuere voor hem ter strate waerts liggende, dat deselve proprietaris van dijen
erven hem den selven wech in mannieren voor-screven ter plaetsen aldaer hij
aldijen[26]
heeft gehadt moeten[27]
laetengebruijcken, sonder hem den selven te mogen benemen, ten waere datsehem
dijen en leijden naeder ende bequaemer dan die te vooren gelegenheeft.
TITEL XII.VAN
REPARATIEN DIE EEN TOCHTENAER SCHULDICH IS TE DOEN.
1. Item, soo
wanneer iemandt onder de heerlijckheijt van Deurne, t'sijman oft vrouwe, besit
eenige goeden in tocht, is schuldich de selve te houdenin goeden reijcke[28]
ende reparatie, gelijck een goet ende neerstich vaderdes huijsgesins over sijne
goeden gewoonelijck is te doene; ende indijendaer inne eenich gebreck bevonden
werde, soo mach de proprietaris hetgebreck ofte schade verhaelen aende
erffgenamen vanden tochtenaer.
2. Item, soo
wanneer man ende wijff eenige tocht ofte bijleven malkan-deren maecken aen haer
onruerende goeden, have oft erffgoeden, dat alsdande lancxtlevende, die de
tochte hebbende is, verkocht eenighe vande voor-screven goeden, dat alsdan de
selve verbeurt sijne tocht ende bijleven aendeerffgenaemen vanden eersten
afflijvigen ende tot proffijte vande selve.3. Item, een tochtenaer off
tochtenaersse is schuldich te betaelen alle
p 138
lasten, als chijnsen,
renten ende andere commeren vuijt de goeden (diesij lieden in tochte sijn
besittende) gaende, ende en vermach ofte en vermogende selve lasten nijet te
laeten verloopen den tijdt van vier jaeren, op deverbeurte van vervallen te
sijn van henne tochte.
4. Item, een
tochtenaer oft tochteneersse en mach geen opgaende houdthouden ofte doen houwen
dan nac thouwens recht[29],
noch oock eenigebossen dan ten minsten ten sesse jaeren, ende oock nijet
voorder danthouwmes gegaen en heeft, ende oock met getijdige vrome, als te
wetenbleckwerck in sijnen sesoene, ende d'winterwerck in sijnen tijdt.
5. Item, als
een tochtenaer oft tochtenersse afflijvich wordt, soo expi-reert daer mede de
selve tocht, ende en volgen sijn oft heure erffgenaemengeen vruchten ofte proffijten
vande goeden die hij oft sij in tochte besetenheeft, dan alleenelijck de gene
die voor henne afflijvicheijt daer aff vervallenende verschenen sijn geweest.
TITEL XIII.VAN
VERSTERFFENISSE ENDE SUCCESSIE.
1. Item, dat
in successie in rechte linie de kinderen altijdt koemen indeplaetse van hen
ouders ende representeren hennen persoon, gelijck sij oockdoen in successie
vande goeden hen aencomende vuijter sijden, als te wetenvan ooms, moeijen,
nichten ende neven.
2. Item, dat
nae de doot van vader ende moeder alle de kinderen bijdeselve twee gehuijsde
achtergelaten succederen even gelijck ende hooft endehooft (sic) gelijck in
alle de goeden, soo wel patrimoniale als geconquesteerde,bijde selve
achtergelaten.
3. Item, dat
alle erffelijcke goeden gaen ten struijcke waerts van daer sijgekoemen sijn,
ten waer dat, bij dispositie testamentaire vanden proprietarisde selve achter
gelaten hebbende', [anders] en waere gedisponeert.
4. Item, dat
naer de doot vanden eersten afflijvigen van twee gehuijsde,kinderen ofte
erffgenamen achterlatende, alle haeffelijcke goeden, ende oock
p 140
alle
onruerelijcke verkregen staende hennen houwelijcke ende geconques-teert, worden
gedeijlt tusschen de lancxtlevende ende de erffgenamenvanden eersten
afflijvigen halff ende halff, behoudelijck den lancxtlevendesijn voordeel inde
haeffelijcke goeden; welck voordeel hem geoorlooft is tekiesen in huijs oft
inden stal vande beesten, in soo verre daer eenige sijn,ende oock sijn tocht
inde helft vande helft bijden eersten afflijvigen sijnerffgenamen achter
gelaten.
5. Item, alle
andere onruerende goeden ende patrimoniale bijden eerstenafflijvigen ten
houwelijcke gebrocht, ofte staende den houwelijcke hemeenichsints toecomen ofte
verstorven, ende bijden selven achtergelaeten,succederen met vollen rechte opde
erffgenamen vanden eersten afflijvigen,behoudelijck den lancxtlevende sijne
tochte in t'vierendeel vande selvegoeden.
6. Item, dat
soo wanneer een weduwe oft weduwer wettich kindt offkinderen hebbende, quame te
houwelijck eer hij oft sij van heure kindt oftkinderen gescheijden ofte
gedeijlt waeren, ende daer naer afflijvich werde,soo vermogen de voorscreven
kinderen oft kindt de erffelijcke goedengecomen vander sijden vanden overledene
te aenveerden, d'een helft vandegeheelderen haven, ende oock vande erffelijcke
goeden staende ['t] tweedehouwelijck vercregen, als van heuren eersten
afflijvigen ouders op hengesuccedeert sijnde, ende daer toe noch dander helft
vande helft vandenvoorscreven haven ende vercregen goeden, als van heuren
lesten overledenouders wegen op hen oft hem gedevolveert wesende, wesende[30]
sulcx datt'selve kindt ofte kinderen moet oft moeten hebben de drije deelen
vandehaeven ende verkregen erffelijcke goeden, sonder respect te nemen van
wiende haeffelijcke goeden gecomen sijn, ofte met wiens penningen d'ander
erffe-lijcke goeden vercregen mochten wesen.
7. Item, soo
wanneer een weduwer oft weduwe t'saemen in houwelijckcomende ende beijde
kinderen hebbende van hennen eersten bedde, endevande selve kinderen
gescheijden ende gedeijlt sijnde, ende kinderent'saemen inden tweeden bedde
krijgende, ende daer een van hen beijdenafflijvich wordende, soo deijlen de
voorkinderen van beijden sijden d'eenhelft van allen de have ende oock van alle
erffelijcke goeden staende t'selve
p 142
tweede
houwelijck verkregen ende in desselffs eerst afflijvigen sterffhuijsbevonden,
soo dat de voorkinderen van s'manswegen hebben d'een helft (datis een geheel
vierendeel vande have ende verkregen goeden), ende de voor-kinderen vande
vrouwe dander vierendeel, ende dander resterende helftblijft den lancxtlevenden
metten naekinderen.
8. Item, dat
soo wanneer man ende wijff in houwelijcke staet sittende,ende d'een van hen
afflijvich wordende (sic), soo moeten alle legaten endekerckelijcke rechten
voldaen worden vande erffgenamen vanden eerstenafflijvigen ; maer ander costen
van vuijtvaert, t'sij van maeltijdt ofte anders-sints, ende andere
schadtschulden ende lasten den sterffhuijse aengaendemoeten den lancxtlevenden
ende d'erffgenamen vanden eersten afflijvigenhalff ende halff betaelen, ten
waere datter dispositie, testamente oft houwe-lijcxe voorwaerde waere ter
contrarien.
9. Item, een
crediteur van eenige overledene ofte van eenigen sterffhuijsedaer meer
erffgenamen sijn dan een , vermach sijne geheele schult teeijsschen van een
vande selve erffgenamen die them belieft, die oockgehouden is de selve schult
te betaelen, sonder te mogen gestaen midtspresenterende sijn deel vande schult
te geven ; maer mach sijn verhaelvoorts hebben op sijn mede erffgenamen, om
eenen iegelijcken sijn contin-gent daer aff te doen betaelen.
10. Item, dat
een weduwe, int sterffhuijs blijvende ende t'selve aenvee-rende, is gehouden,
ten versuecke vande erffgenamen vanden eerstenafflijvigen, den selven te geven
behoorlijcken staet ende inventaris, alwaertoock soo dat de eerste afflijvige
de contrarie van dijen bij sijnen testamentehadde gecaveert.
11. Item, dat
een erffgenaem van eenigen afflijvigen [nijet] gehouden enis met sijne mede
erffgenamen langer in gemeijnschap van goeden te blijffven(besunder met eenighe
weesen) dan hem en belieft, ende vermach t'allentijden vande selve sijne mede
erffgenaemen voor recht dat versuecken,behoudelijck scheijdinge ende deijlinge,
soo dat naerder bancken rechtbehoort, die oock gehouden is hem daer toe te
verstaen; ende vermachd'officier de selve scheijdinge ende deijlinge met hem
aen te gaen, soo verresijne mede erffgenamen daer toe nijet en willen verstaen
ende absent blijffven.
p 144
TITEL XIV.VAN
TESTAMENTEN.
Item, dat
eenen iegelijcken is geoorlooft te disponeren van sijne goedenonder dese
jurisdictie gelegen, bij maniere van testamenten oft vuijtterstenwille, t'sij
voor schepenen alhier, oft voor notaris ende getuijgen, ten waeredat de selve
testateur ofte testatrice en waere bastaert, in welcken gevallede selve
[t'selve] nijet en soude vermogen te doen sonder octroij van SijneMajesteijt.
TITEL XV.VAN
ONBEJAERDE KINDEREN.
1. Item, de wethouders
vande voorscreven heerlijckheijt sijn oppermom-boiren van alle weesen der
selver heerlijckheijt.
2. Item, naer
d'afflijvicheijt van twee gehuijsde, ofte een van de selve,kindt oft kinderen
achtergelaetende, dat alsdan twee van s'vaders ende tweevan smoeders wegen
moeten gestelt worden als momboiren over de selvekindt ofte kinderen, die
gehouden sijn den behoorlijcken eedt daer toestaende te doen.
3. Item, ende
t'selve gedaen sijnde, sijn de selve momboirs schuldich ter-stondt te gaen int
sterffhuijs vanden afflijvigen, ende aldaer met den lancxt-levenden te maecken
behoorlijcken staet ende inventaris van alle endeiegelijcke de goeden, soo wel
haeffelijcke als erffelijcke, actien, crediten oftvuijtstaende schulden inden
selven sterffhuijse bevonden, ende den selvenover te brengen in handen vande
weth.
4. Item, dat
deselve momboirs gehouden sijn van heurder administratiealle jaere ende soo
dickmaels als sij daer aff van wegen der jurisdictie sullenvermaent sijn te
doen goede wettighe rekeninghe, bewijs ende reliqua.
5. Item, dat
geene momboirs en vermogen eenighe haeffelijcke goedenvan henne weesen te
vercoopen dan bij openbaere vuijtroepinge ende bijconsente vande weth.
6. Item, dat
oock geen momboir eenige erffelijcke goeden van sijneweesen en mach belasten
noch vercoopen, ten sij bij consente vande weth
p 146
ende naeste
vrinden, ende dat hij onder eedt vercleert dat de selve belas-tinge ofte
vercoopinge tot proffijte vande weese beter gedaen is dan gelaten,ende dat
anderssints alle andere belastingen ende vercoopingen sijn nul,machteloos ende
van onweerden.
7. Item, dat
alle weesen staende onder momboirdije, dat sij gehouden sijndaer inne te
blijven tot dat sij vijffentwintich jaeren oudt sijn, ten waeredat sij eer tot
eenigen geestelijcken oft houwelijcken staete gecommenwaeren, oft anderssints
dat [bij] de weth, deur attestatie van henne naestevrinden ende magen, bevonden
werde ende[31]
grootelijckx hen proffijt tewesen henne goeden selver te administreren.
8. Item,
vercleeren voorts, dat van alle andere saecken ende questien daeraff int
particulier hier boven geen mentie gemaeckt en is, wij ons soudenreguleren, soo
verre voor ons daer aff questie quame gemoveert te worden,volgende tghene des
ons bij geleerde ofte onsen hooffden dien aengaendesoude worden geleert, oft
anderssints des wij in onse conscientie soudenbevinden te behooren.
p 148
TEXTE[32]
II.Costumen
der dorpe ende hooft-bancke van Deurne.
(GEDRUKTE
COSTUMEN.)
Alsoo binnen
den dorpe ende hooft-bancke van Deurne ende ander heer-lijckheden ende
jurisdictien der selver over langhe groote desordre isgeresen in verscheijde
materien ende geschillen dier daghelijckx rijsen, bijghebrecke van dat tot noch
toe niet en sijn in gheschrifte ghe-erigeert noch gestelt de costumen ende oude
usantien die-men nae den landt-rechte isghewoon te onderhoudene, soo uijt dien
de selve worden bij eenighe ghe-interpreteert nae henne fantasie ende alsoo
dickmael verandert, soo dat tenlesten de selve oude landt-rechten souden kommen
te verduijsteren; oock datin de processen worden ghehouden vele noodeloose
termijnen, waerdoor departijen dickmael worden beschadight ende van hen goet
recht ghehouden,tot hennen grooten achterdeele, ongherieve ende schade: omme
waerinne teversien, ende de goede ghemeijnte te helpen dat sij voordaen ten
kortstendoenlijck wesende moechten henne processen, gheschillen ende
differentienbe-eijnden ende weten waernaer hen te reguleren, soo hebben de heer
dros-saert generael ende schepenen goet ghevonden alle de selve costumen
endeusantien, ende oock de maniere van procederen, soo vele doenlijck
is,ordentlijck in't gheschrift te stellen, ende die aen haere
DoorluchtighsteHoogheden, als hertoghen van Brabant, achtervolghende henne
bevelen daer-oppe ghe-expedieert op den........... te presenteren, ten eijnde
de selve HeureHoogheden ghelieve die te approberen ende decreteren, omme
voortaenachtervolght te moghen worden; ende sijn soo ende ghelijck die
hiernaervolghen, ghemaeckt vervolghens elck capittel op de letteren A. B. C.,
ommeeenen voet ende reghel te hebben, ende weten waernaer een ieghelijck hemsal
reguleren.
p 150
TITEL 1[33].
EERST VAN DE
ADMINISTRATIE VAN JUSTITIE, APPREHENTIEN VAN PERSOONEN VANCRIMINELE SAEKEN,
POINCTEN VAN DELICTEN ENDE DES DAERAEN CLEEFT.
1. In den
eersten, dat de voorschreve heerlijckheden moeten wesen versienvan eenen
drossaert ende seven schepenen, staende tot goeden naeme endefame, met oock
eenen schepenen clercq, die alle eedt moeten doen denhertoghe van Brabant.
2. Item, dat
de selve officier, schepenen ende clercq moeten wesen inne-woonders oft
ghegoeijde der voorschreve heerlijckheden, ende gheborenBrabanders, die
kennisse hebben van alle criminele, reële, personele, mixteende civile saeken.
3. Item, dat
de voorschreve drossaert ende schepenen schuldigh sijn allevierthien daghen
eene vierschare te houden, om allen partijen recht endejustitie te
administreren.
4. Item, dat
den heer drossaert in sijne stede mach stellen eenen stadt-houder, die in zijne
absentie sijnen persoon sal representeren; d'welck oockwesen moet een gheboren
Brabander; ende onder Deurne vier vorsters,ende op alle andere dorpen twee
vorsters oft meer, na den heijsch der selverdorpen.
5. Item, dat
den voorschreven heer drossaert, sijnen stadthouder endevorsters, toestaet te
doen den aentast van alle apprehentien van misdadighepersoonen.
6. Wel
verstaende nochtans dat den inghesetenen, in absentie van denheere, wort
toeghelaten de misdadighe persoonen op 't feijt bevondenwordende, oft die selfs
overlast binnen sijnen huijse geschiede, aen te tastenende die in s'heeren
handen te leveren.
7. Item,
indien d'officier over sulcken ghevanghene vonde eenighe goedenoft ghereet
ghelt, is ghebouden allen t'selve bij den griffier oft schepenenclercq te doen
beschrijven ende inventariëren, daeraen de crediteuren voorde confiscatie
worden gheprefereert.
p 152
8. Item, is
den heer drossaert oft sijnen stadthouder ghehouden [over]sulcken misdadighen
ghevanghen persoon in de teghenwoordigheijdt vantwee schepenen terstont
informatie preparatoir te nemen van de feijtendaermede hij wort geaccuseert,
ende sijn verklaren bij den greffier ingheschrifte te doen stellen, omme
daernae, daeruijt ten laste van den selvenghevanghene te nemen alsulcken
conclusie, t'zij ter scherper examinatie oftten principalen, soo hij te rade
sal vinden te behooren.
9. Item, is de
heer drossaert ofte sijnen stadthouder ghehouden sulckenmisdadighen ghevanghen
persoon binnen, den derden daghe van de appre-hentie, goets-tijdts voor noene
ende eer de clock twelf is gheslaghen, tichtende aensprake te doen; ten ware
hij den ghevanghene met sijnen consentehadde onverleth ghestelt oft
anderssints, ende bij ghebreke vandien, dat denghevanghene van der hachten wort
ontslaghen costeloos ende schadeloos,ende heeft [de selve] alsdan veijligheijdt
van vier-en-twintigh uren binnende heerlijckheijdt daer hij is ghaepprehendeert
gheweest.
10. Item, als
de voorschreve drossaert oft stadthouder ten laste van eenenghevanghene wilt
nemen sijne conclusie uijt krachte van criminele saeken,'t zij tot scherpe
examinatie oft verbeurte van den lijve, moet dat doen onderden blauwen hemel in
volle vierschare, den ghevanghene ongheacht[onghehacht] onghehouden ende
buijten alle banden van ijsere.
11. Item, ende
eer de drossaert sijne conclusie nempt moet den ghevan-ghene in der manieren
voorschreven ghestelt worden voor de justitie, endealdaer in sijne presentie de
vierschare worden ghebannen; d'welck ghedaensijnde, dan moet den drossaert oft
stadthouder segghen : "Ick verthoone mijvoor desen knape;" alswanneer
den tael-spreker des ghevanghene antwoort:"Heer drossaert, den ghevanghene
hout hem voor verthoont;" ende alsdanwort teghens den ghevanghene van
weghen des drossaerts oft stadt-houdersconclusie ghenomen, ende de feijten die
men hem opleedt worden verbalijckopghelesen die in het gheschrifte sijn
ghestelt, omme de ghetuijghen daer-oppe te examineren, indien de saeke sulckx
verheijschte.
12. Item,
sijnde de voorschreve feijten ende delicten alsoo verbalijckenverhaelt,
daermede de ghevanghene wordt beticht, indien de heer drossaertoft stadt-houder
naerder van de waerheijdt wilt ghe-informeert sijn van den
p 154
selven
delicte, ende begheerde te weten sijne complicen ende andere dievan het criem,
daervan de ghevanghene wordt aenghesproken, mede cul-pabel sijn, vermach alsdan
conclusie preparatoir te nemen ten eijnde dieknape worde ghewesen ter scherper
examinatien.
13. Item, en
mach de heer drossaert oft stadt-houder anders niemantbrenghen ter scherper
examinatie dan met voorgaende appoinctement vanschepenen, die sulckx moghen
appoincteren, mits voorgaende sommier-lijcke informatie van de delicten, de
saeke daertoe vindende ghedisponeert.
14. Welcke
scherpe examinatie alsdan moet gheschieden in de teghenwoor-digheijdt van twee
schepenen ende griffier deser hooft-bancke, die ghehoudenis des selfs
ghevanghene belijdenisse ende bekentenissen pertinentelijck opte schrijven,
sonder dat d'officier dien ghevanghene anders oft langher machpijnighen dan de
wet-houderen daer present sijnde goet en dunckt.
15. Item, de
voorschreve belijdenisse ende bekentenissen van den ghe-vanghene alsoo
opgheteekent wesende, wort dien ghevanghene dan gheleijtuijtter hachten,
onghebonden ende buijten alle banden van ijsere, onderden blauwen hemel, alwaer
hem sijne belijdenisse ende bekentenisse wortvoorghelesen, de welcke, soo hij
daerbij blijft persisterende ende bekent voorschepenen, wort die dan ghehouden
voor eene ghenoechsame wettighe beken-tenisse, ende doet-men daeruijt recht
ende justitie nae gheleghentheijdtvan de saeken; maer die bekentenissen aldaer
wederomme afgaende, ensijn [hem] dan niet schadelijck noch en konnen hem die
niet condempneren.
16. Ende den
voorschreven heer drossaert oft stadthouder ghenoechghe-informeert zijnde van
den voorschreven delicte, ende genoechsame stoffehebbende om capitalijck te
concluderen, soo neemt hij teghens dien knapeende ghevanghene conclusie uijt de
feijten bij hem te verhalen, ten eijndehij sal hebben verbeurt sijn lijf ende
goet tot des hertoghs van Brabandtsbehoef, ende dat bij over den selven sal
rechten ende doen rechten ghe-lijckmen over salcke misdadighe schuldigh is te
doene, protesterende teblijven op sijn gheheel van alle andere mesusen,
delicten ende nieuwichedendie tot sijnder kennisse alnoch niet en sijn
ghecommen.
17. Moghende
den voorschreven heer drossaert oft stadthouder zijne aen-spraecke ende
conclusie deijlen, met alternative teghens den ghevanghene teconcluderen, 't
zij capitalijck oft andersints tot alsulcke correctie alsmen,nae de
gheleghentheijdt van de saecke, sal bevinden te behooren.
p 156
18. Op welcke
conclusie den ghevanghene wordt dagh ghegunt om t'ant-woorden, tot alsulcken
dagh ende termijn als de wethouderen dat ordineren,ten ware het criem oft
delict, daermede den ghevanghene capitalijck gheac-cuseert wordt, seer enorm
ware, ende datter schepene kennisse ende confessievan den ghevanghene af is, in
welken ghevalle den ghevanghene sijnen ver-sochten dagh van berade wordt
afgheslaghen ende gheordonneert terstontte antwoorden.
19. Ende om
welcke antwoorde ende defentie te doene wordt in alle crimi-nele saecken, hoe
het feijt oock is, den ghevanghen bij den officier versienvan rade, oft
toeghelaten selfs hem van rade te moghen versien, daermedehij hem magh beraden,
ende den welcken wordt gheconsenteert hem teverantwoorden, oft andersints de
saecke voor den ghevanghenen te bedin-ghen.
20. Item,
indien den ghevanghene alsdan antwoorde bij ontkennen, soowordt den heere
ghewesen van sijne feijten ten thoone.
21. Ende
maenende hoe hij sijnen thoon sal leijden, wordt ghewesen datden heer sal
schuldigh zijn sijnen thoon af te leijden bij wettighe persoonen,die sullen
sweiren : "dat sij segghen sullen de gherechte waerheijt van't ghene des
sij ghehoort ende ghesien hebben, daermede sij bij ende aenzijn gheweest, ende
dat hen kennelijck is; soo moet hen Godt helpen endealle sijne heijligen!"
Ende sijnt schepenen die over de belijdenisse hebbengheweest, soo salse den
drossaert maenen, op den eedt die sij in 't aencomenvan het schependom ghedaen
hebben: "dat sij overlegghen alsulckenverlijdt als sij van sulcken
ghevanghene onder hebben ende in hunnepresentie ghedaen is;" die alsdan in
de volle weth overbrenghen desselfsghevanghene verlijdt ende confessie, de
welcke bij den greffier openbaerlijckwordt ghelesen ten aenhooren van eenen
iegelijcken; ende't selve gheschietzijnde, soo maent den drossaert oft
stadthouder den schepenen, die 'tselveverlijdt overgheleijt hebben, op den eedt
als vore : "Oft soo hen kennelijckis?" Die daerop antwoordt
[antwoorden] : "Jae."
22. Alswanneer
dat den drossaert, oft procureur van sijnent weghen, denvoorschreven thoon
overleght ende van thoon is sluijtende, ende voorts susti-neert, dat midts bij
seght volcomentlijck van sijne feijten ende intentie ghe-thoont te hebbene, dat
hem sijne conclusie sal worden aenghewesen; endenadien bij den raedt des
ghevanghenen verbalijck teghen den thoon oft verlijdt
p 158
is
ghereprocheert ende bij den officier ghesalveert, soo maent hij ten
princi-palen om recht.
23. D'welck
ghedaen wesende, soo vertrecken de schepenen ter sijden opeen camer met hunnen
greffier, die de stucken van den gheheelen processemet het verlijdt des
ghevanghene anderwerf oversien ende letten op 't be-dinghde van partijen, ende
delibereren wat behooren sal ghewesen te worden;ende bevindende bij den
drossaert van sijne intentie ghenoech ghethoont tezijne, comende de voorschreve
schepenen sitten, soo is den drossaertmanende om recht, ende wordt bij eenen
schepene oft griffier uijtgesprokenende ghewesen de heer volcommen van sijnen
vermete; alswanneer d'officierd'ander schepenen in 't besonder vraegt:
"Oft sij 't volghen? ende elck vanhen antwoordende: "Jae," wort
de ghevanghene, alsoo ghecondempneertsijnde, wederom op de ghevanckenisse
ghestelt, ende des anderen daeghsghe-executeert, sonder dat daeraf mach worden
gheappelleert.
24. Maer als
den ghevanghene dagh van beraet wordt gheaccordeert, oftdat in de saeke soo
verre is gheprocedeert dat partijen van henne feijtenworden ghewesen ten
thoone, ende hennen thoon willende affleijden metlevende ghetuijgen, moeten die
ghedaeght worden bij den vorster, om tecompareren in volle vergaderinghe van
justitie, om aldaer hunnen eedt tedoene met blickenden aenschijne, in presentie
ende ten aenhooren van denghevanghene, ende worden alsdan hunne ghetuijghenisse
ghestelt bij dengriffier bij geschrifte, in absentie van partijen.
25. Ende
partijen hunnen thoon rechtelijck gheproduceert hebbende,mede overgheleijt
hebbende hunne voordere stucken, die sij t'hunne intentiemede hebben bedinght
ende overghegheven, ende ghesloten hebbende vanthoone, wordt dien openbaerlijck
ghelesen, ende dies sulcks vindende ghe-disponeert, wordt partijen daeraf
geaccordeert copije, inghevalle de wethou-deren sulcks vinden te behooren, om
ghereprocheert, ghesalveert ende voorts't proces in staet om wijsen gestelt te
worden onder behoorlijcken inventaris.
26. Item, men
mach teghens inghesetene ende ghegoeijde niet procederentot apprehentie van den
persoon dan met voorgaende consent van schepenen,die hen wel moeten informeren
van de feijten eer sij sulcken consent behoo-ren te gheven.
27. Item, soo
wie bij vonnisse wordt ghecondemneert sijn lijf verbeurt tehebben, verbeurt
oock alle sijne goeden [tot] s'heeren behoeve ; maer heb-
p 160
bende wijf oft
kinderen, moet d'een helft blijven den wijve oft kinderen, ended'ander helft
tot s'heeren behoeve, ende en heeft hij wijf noch kinderen,blijft alle sijn
goet tot des heeren wille.
28. Item,
wanneer bij merckelijcke redenen wordt bevonden dat eenighpersoon hem selven
wetens ende willens verdroncken, verhanghen, verdaenoft ter doodt ghebrocht
heeft, alsdan zijn de goeden van den selven verbeurtende gheconfisqueert tot
s'heeren profijt, ende moet d'officier het doodelichaem aen de galghe in een
vorcke oft micke doen hanghen, ten exemplevan eenen ieghelijck.
29. Item, als
eenen ghevanghene van lijve oft lede t'ontrechte is beticht,moet d'officier
daerin gheduemt zijnde hem sijne costen ende schadengelden ende betalen.
30. Item, van
alle kennelijcke onghevallen, ende van doodt-slagen ghe-schiet in
onnooselheijd, is eene iegelijck onghelast van den heere endepartije.
31. Van
ghelijcken, aengaende doodt-slaghen gheschiedende in nootwereis men vrij aen
den heere ende partije, midtsgaders van doot-slaghen geschietaen moorders,
branders, brandt-schatters oft af-setters, rebel int vanghen.
32. Item, alle
moorders, ontschaeckers van vrouwen, ontsegghers, brandt-stichters,
kerck-roovers, vrouwen-krachters, straet-schenders, oft die iemandtmet ghewelt,
fortse, dreijghemente, sijn gelt, goet oft kleederen afneemt,oft die iemanden
in fellen moede (oft zijnde van quaden leven ende regiment)dreijghde sijn huijs
oft goet af te branden, oft die eenighe brandt oft ontsegh-brieven schreve,
seijnde, wetens brenght oft erghens plackt, oft in iemandtshuijs oft hof worpt,
die verbeuren allegader aen den heere lijf ende goet,ende worden metten viere
ghe-executeert, indient den heere belieft, endesulcke misdadighe en ghenieten
niet de muniteijten van de H. Kercke.
33. Item,
indien iemandt in fellen moede op eens inghesetenen huijs, oftdeure oft
venstere liepe oft staecke, om daerinne te commen tegnens desinghesetene oft
sijne huijsvrouwe oft familie danck ende wille, ende dat hij ineens
inghesetenen huijs oft erve quame oft liepe, om iemandt te slaen of teevelen,
oft dat iemandt eenen inghesetenen binnen sijnen huijse oft begrijpevan dien,
bij daghe oft bij nachte, fortse, ghewelt oft overlast dede, die ver-beurt sijn
lijf ende goet; ende al worde hij alsdan van iemanden in huijs, om
p 162
hem te
defenderen, ghequetst oft doodt-gheslaghen, die en zoude nietverbeuren aen den
heere, midts sulcks wordt ghehouden voor noot-weire.
34. Item, wie
den heer sijnen ghevanghenen ontweldight, oft de ghevanc-kenisse helpt
opbreken, de ghevanghene bij practijcke uijt helpt, oft teghensden heer oft
justitie opstaet ende turbeert met invasien, fortsen oft ander-sints, die
verbeurt sijn lijf ende goet sonder verdrach, besondere indien hijghevanghen is
gheweest voor capitale delicten.
35. Ende zijn
de delicten alleenlijck arbitrael oft civile, indien hij denghevanghene
alleenlijck door subtijlheijt ende niet met fortse ende ghewelten hadde buijten
ghevanckenisse gheholpen, sal in dien ghevalle oock arbi-tralijck worden
ghecorrigeert ter arbitragien van den rechter, ende denghe-interesseerden sijn
schade goet doen, ende daervore in hachten blijven,indien hij de middelen niet
en hadde.
36. Item,
niemandt en magh private castres oft ghevanckenissen opsettennoch houden, noch
oock niemant in 't heijmelijck oft openbaer ghevanghenhouden, oft in banden van
ijsere legghen dan op oft in s'heeren ghevancke-nisse, ten ware bij oorlove van
den drossaert ende schepenen, op de verbeurtevan dienaengaende gestraft te
worden na ghelegentheijdt van de saecke; danwel d'ouders moghen hunne kinderen
oft kintskinderen tot castijement oftbewaernisse voor eenighen tijdt in hunne
huijsen ghevangen houden.
37. Item, wie
in de kercke strijdt-gierich is, eenighe messen oft wapenentreckt, oft eenighe
diefte oft ander misdaet aldaer committeerde, en machhem met de vrijheijt van
de kercke niet behelpen.
TITEL II.
ARRESTEMENTEN
ENDE APPREHENTIEN OP PERSOONEN VOOR CIVILE SAECKEN.
38. Item, die
sijnen debiteur van buijten binnen dese heerlijckheijdt oftandere
heerlljckheden vint, magh dien doen arresteren oft apprehenderen,indien hij hem
van den persoon desselfs wilt versekeren, hem beduchtendedat bij boven arrest
hem soude vertrecken, welck arrest oft opprehentieghedaen sal worden bij den
stadthouder oft vorsters.
39. Item,
wordt [worden] oock den stadthouder ende vorsters gheautho-
p 164
riseert in
[van] soodanighe ghearresteerde persoonen den eedt af te nemenvan hen niet te
absenteren ende sijn partije te rechte te staen, als partijedaerin consenteert.
40. Item, den
stadthouder oft vorsters, hebbende alleenlijck last van tearresteren, en moghen
niemant apprehenderen, op pene van alle costen,schaden ende interesten uijt
saecke van de selve apprehentie toeghekomen,selfs te betalen.
41. Item, als
eenen crediteur sijnen schuldenaer, woonende buijtens dorps,heeft doen
arresteren, ende blijvende de selve in arreste, en mach hem nietdoen vanghen,
noch met borghe belasten, ten ware uijt eenighe merckelijckeoorsaecke.
42. Item,
moghen de apprehentien ende arresten van persoonen oftgoeden gheschieden op
geoorlofde tijden ende plaetsen, oock na der sonnenonderganck, bij daghe oft
bij nachte maer niet op sondaghen oft heijlighedaghen diemen ter eere Godts
onderhoudt, ten ware voor criminele saecken.
43. Item,
gheduerende de groote vacantien van den oost en machmengheen buijten-lieden,
landt-neringhe doende, om eenighe civile saeckenarresteren noch apprehenderen.
44. Item, den
arrestant, doende eenen buijten man arresteren van civilesaecken, is ghehouden
den ghearresteerden oft ghevanghenen te betichten,ende hem te fonderen van den
arrest oft apprehentie binnen den derdendaghe, goets tijts voor den noen, oft
anderssints is 't selve arrest oft appre-hentie smiltende, ende is den
ghearresteerde ipso jure ontslaghen; ten wared'arrest oft apprehentie geschiede
uijt krachte van ghewesen vonnisse oftvoluntaire condemnatie binnen de jurisdictie
daer 't selve gheschiedt,ghewesen oft ghepasseert.
45. Item, oft
de ghearresteerde oft ghevanghene soo langhe niet en wildein arrest oft
ghevanckenisse blijven, magh versoecken buijten ghenecht(sic) ghehouden te
worden, midts betalende de heeren hunne rechten daertoestaende, ende den
arrestant oft apprehendant daertoe insinuëren.46. Gelijck oock, indien den
arrestant ten tijde van den arreste den gearres-teerde oft ghevangene dach
bescheijden [bescheijdde] te compareren op 't eersteordinaris ghenecht, ende
dat de ghevanghene oft ghearresteerde dien tijdtaccepteerde, oft dat
d'arrestant den ghearresteerde oft gheapprehendeerdeontsloeghe onder ghelofte,
ende in handen van den officier eedt doende van
p 166
ten
eerstcomenden genechtdaghe wederomme in arrest oft apprehentie tecomen, oft
onder eenighe cautie, soo moet alsdan dien dagh eerst op't voorschreven
eerstcomende ordinaris ghenecht dienen, sonder dat danden ghevanghene oft
ghearresteerde den dagh magh vervragen.
47. Ende
wordende eenen ghearresteerde oft ghevanghene, oft oockeenigh ghearresteert
goet van den arreste oft apprehentie met vonnisse, dooreenighe versuijmenissen
van den arrestant oft apprehendant, ontslaghen, isna't selve ontslach
vier-en-twintig huren vrije van den selven arrestant endeapprehendant, maer
niet van een ander.
48. Item, soo
wanneer twee persoonen van buijten malkanderen binnendese heerlljckheden deden
[doen] arresteren oft apprehenderen, dat dan diearrestanten oft apprehendanten
ghehouden zijn binnen den derden daghehem voor recht aen te spreken ende te
betichten, op pene als vore.
49. Ende dede
een buijten man eenen anderen buijten man arresteren oftapprehenderen, is
d'arrestant oft apprehendant, des versocht zijnde, ghe-houden aen den
ghearresteerde oft ghevanghene te stellen sufficiente cautievoor alle costen,
schaden en interesten daerdoor bij den selven te lijden ,oft selfs in hachten
te comen, ten ware uijt eenighe consideratie anders bijschepenen worde
gheordineert.
50. Item,
wanneer eenigh goet binnen yemandts huijse oft bewaernissebinnen dese
jurisdictie gestaen ghearresteert oft beseth is, ende dat denpersoon onder wien
't selve besetsel oft arrest is ghedaen aenveert den lastvan 't selve te
bewaren, ende 't selve daer-en-boven laet wegh voeren oftversteken, de selve is
schuldigh't selve te verantwoorden ende inne te staenvoor de schult daervoor't
selve goet is ghearresteert oft beseth.
51. Item, dat
gheene inghesetenen d'een den anderen in rechte en magh[moghen] betrecken bij
arreste, dan bij besetsele oft daghemente, ten wareden debiteur ware in actu
fug', in welcken ghevalle hij hem ende sijnegoeden bij den officier magh doen
nemen in arreste, ende alsdan daerteghenprocederen, soo hiervoor is gheseght.
52. Item, als
partije aen den officier wijst eenen buijten man die hemschuldigh is, ende
versoeckt dat hij hem arrestere oft aentaste, hem presen-terende sijnen
salaris, dat de selve officier gehouden ende van eede weghenverplicht is 't
selve in faveur van justitie te doene, ende 't selve weijgerende,oft, ghedaen
zijnde, den ghearresteerde oft ['t] ghearresteert goet liet gaen oft
p 168
versteken,
sonder den crediteur met sufficiente borghe of panden wettelijckte versiene
ende bewaren, moet selve verantwoorden oft betalen de schuldtdaervoor d'arrest
oft aentast is ghedaen.
53. Item, soo
wanneer datter eeinighe haeffelijcke goeden worden ghear-resteert is den
arrestant gehouden dat binnen den derden daghe te boeck tedoen teeckenen, ende
daerop met drij besettinghen van ghenechte totghenechte te vervolghen, midts
daervan aen den proprietaris na den eerstenbesetsele doende wete, ende ten
voorschreven derden besetsele neemtalsdan conclusie, ende versoeckt dat de
selve gearresteerde goeden sullenworden ghewesen verreijckt ende verhaelt voor
sijne t'achterheijdt, d'welckalsdan alsoo wordt ghewesen, inghevalle die niet
en worden ontseth, midtsde voorschreven sijne t'achterheijt ghewarighende bij
eede.
54. Ende den
voorschreven eedt ghedaen zijnde, wordt hem verleent acte,daermede hij, na
voorgaende kerck-ghebodt ende teeckenen van executie, deselve metten heer ende
weth rechtelijck is vercoopende, om de voorschrevensijne tachterheijdt daeraen
te verhalen.
55. Item,
zijnde de voorschreven goeden alsoo met den heere verkocht,dat de penninghen
daeraf te procederen worden ghebrocht in s'heerenhanden, daeruijt d'arrestant
die is lichtende tot concurrente somme vansijne tachterheijt, indien de selve
soo verre strecken, ende midts alvorendaeraen ghedefalqueert wordende het recht
van den heere ende allerechtelijcke costen.
56. Item, en
salmen oock gheene inghesetene deser heerlijckheden om eeni-ghe civile saecken
moghen vanghen, noch in eenigher manieren uijt heurenhuijse haelen, dan met
voorgaende consent van den drossaert ende schepenen,indien door eenighe
wettighe redenen sulcks bevonden werde noodigh te zijne.
57. Item, soo
wie arrest oft apprehentie violeert, verbeurt t'sestichgouden realen tot
behoeve van den heere.
58. Item, die
oock boven eenigh rechtelijck verboth iet dede, verbeurtdaeraen eenen
hooghmoedighen wille, ende moet dien beteren met t'sestighgouden realen, oock
tot behoeve van den heere, ende 'tselve daer-en-bovenwederomme repareren.
59. Item, van
ghelijcken, en magh oock gheen inghesetene om eenighesaecken bij den officier
ghevanghen worden daer lijf noch lith aen en isverbeurt, indien bij machtigh
ghenoegh is, oft cautie kan stellen van te
p 170
rechte te
staen ende 't ghewijsde te voldoen van 't ghene dat d'officier oftpartije op
hem met recht soude konnen ghewinnen.
60.
Ghereserveert alleen de ghene die bij bedroghe ende met sijnewetentheijt in 't
verlijden van eenighe renten oft vercoopen van eenighepanden eenighe voorgaende
renten, commeren ende lasten daerop uijt-gaende verswijghen, die-men ter causen
van 't selve bedrogh mach appre-benderen, om teghen hem [hen] gheprocedeert te
worden, ghelijckmenteghens sulcke is ghewoon te doen.
TITEL III.
APPELLATIEN.
61. Item, die
hem dunckt bij eenigh vonnisse, 't sij, diffinitijf oft interlo-cutoir, bij
schepenen alhier ghewesen, beswaert oft veronghelijckt te sijn,magh daeraf
binnen thien daghen na dat 't selve t'sijnder kennisse salghekomen zijn
appelleren aen de hooft-bancke, ende daeraf hebbende doenblijcken, is schuldigh
de appellatie binnen de dertigh daghen te verheffen,oft andersints valt de selve
appellatie desert, ende vermagh partije sijnvonnisse stellen ter behoorlijcke
executien, al oft de ghecondemneerde nieten hadde gheappelleert.
62. Item,
vervolghende d'appellant sijne appellatie, moet binnen devoorschreven dertig
daghen de gheappelleerde bij de wet-houderen van dehooft-bancke doen
beschrijven, ten eijnde sij 't proces a quo over brenghen ;ende staen die van
Deurne te hoofde voor commoingnemeesteren, schepenenende raedt der stadt van
Mechelen oft in den leen-hove van Brabant, als henindifferent wettigh hooft,
oock op pene van desertie van de voorschrevenappellatie.
63. Item,
zijnde d'appellatie van die van Deurne verheven voor de voor-schreven
commoingnemeesters, schepenen ende raedt van Mechelen, endede sake aldaer
wederom ten diffinitiven ghe-instrueert, wordt het vonnissealsdan bij de
commoingnemeesters, schepenen ende raedt gheraemt mettenprocesse a quo, ende 't
ghene voor hen is bedinght wederomme besloten,ende met brieven van bevele met
eenen stadt-bode overghesonden, endewordt alsdan 't selve gheraemt vonnisse bij
de wethouderen van Deurne
p 172
uijtghesproken
ende ghewesen, volghende de bevelen bij de voorschrevenbrieven daervan ghedaen,
ende 't selve alsoo uijtgesproken zijnde, is voortsappellabel in den rade van
Brabandt, oock binnen den voorschreven tijdt.
64. Item,
indien eenighe partije met eenigh diffinitif vonnisse in eenigheder
voorschreven jurisdictien ghewesen, oft daer executie toe staet, ghesom-meert
zijnde, hem daerteghen wilde opponeren, d'welck wordt ghenoemtappellatie van
executie, moet sulcks verklaren als de heeren commen omd'executie te doene,
aleer die is ghedaen, ende daeroppe sijne partije teghensden eersten
ghenecht-daghe te doen daghen; ende alsdan ten selven eerstenghenecht-daghe is
hij ghehouden sijne redenen van oppositien oft appellatiete proponeren, oft,
bij ghebreke van dien, magh den ghedaeghde met sijneexecutie voorts varen, den
selve ghenecht-daghe overstreken zijnde sonderbij den opponent die in rechte
gepresenteert te zijne.
65. Item, ende
soo den opponent de selve saecke in rechte presenteerde,en magh hem dan teghens
sulcke ghewesen vonnisse met gheene anderedefensien behelpen dan met exceptie
van betalinghe na date van den vonnisseghedaen, oft van eenighe transactien,
dagh-ghevinghen, liberatie oft dier-ghelijcke, in materie van executie
peremptoir zijnde, die hij schuldigh isbinnen de veerthien daghen daernaer te
thoonen, midts nochtans binnensonne-schijn stellende sufficiente cautie, oft,
bij ghebreke van dien, maghden executant sijne goeden mette weth doen bewaren,
ende niet thoonendebinnen veerthien dagen, wordt den ghe-inthimeerde
ghepermitteert met sijneexecutie te moghen voort-varen.
TITEL IV.
VAN ACKERSCHADE.
66. Item, die
sijne weijlanden ende besaeijde landen wilt vrij hebbenende ghebruijcken, dat
hem gheene schade van de ghebueren-beesten enworde ghedaen, is schuldigh sijne
erve van sijnder sijden cuijsbaerlijck teheijmen ende graven, soo dat door
sijne negligentie sijne ghebueren-beestenop sijn landt niet en connen komen.
67. Item,
hebbende alsoo zijn weijde oft landt van sijnder sijden ghegra-ven, soo na
land-recht behoort, ende dat sijnen ghebuere niet en quamedaer teghen graven,
maer sijn landt liet onghegraven ende onghegracht
p 174
ligghen, ende
dat door sijne negligentie sijne beesten quaemen te gheraeckenop de weijde oft
besaeijt landt van sijnen ghebuere, is de selve ghehouden debeschadigheijt van
den voorschreven sijnen ghebuere goet te doen.
68.
Behoudelijck nochtans dat die schade is lijdende, schuldich is dieschade,
binnen de vier-en-twintigh uren dat hij die beesten op sijn landtheeft
ghevonden ende doen schutten, te doen beleijden ende visiteren, 't zijmet twee
schepenen oft [met] goede mannen, die hij daertoe ghereetste kanbecomen,
partije daertoe gheroepen.
69. Ende alsoo
beleijdt ende ghevisiteert zijnde, wordt het verclaren vande selve in rechte
ghelooft, ende ten registre van den griffier aengheteeckenthoe vele die
beschuldigheijt[34] is
bedraeghende, die den proprietaris van deselve beesten ghehouden is
promptelijck te voldoen; ende in cas van weijghe-ringhe, daertoe ghedaeght
wordende, wordt terstont in de voldoeninghevan de voorschreven beschadigheijt
gecondemneert, immers ten minsten bijprovisie, indien hij allegeerde eenighe
redenen ter contrarien, die schenenten principalen eenige apparentie van
fundamente te hebben.
70. Wordt oock
een ieghelijck gheauthoriseert, vindende vremde beestenop sijn landt, die
selfs, midts de absentie van den schuttere, in't schutbochtte moghen brenghen,
midts daeraf nemende kennisse, indien 't selve doen-lijck sij.
71. Ende
indien 't voorschreven beleije binnen de voorschreven vier-en-twintigh uren
niet en werde ghedaen, maer dat de ghene die de schadepretendeert 't selve
versuijmen [versuijmde], in dien ghevalle is hij van deselve sijne actie
vervallen oft versteken.
TITEL V.
VAN
BANNISSEMENTEN ENDE BALLINGHEN.
72. Item,
moghen drossaert ende schepenen vonnisselijcken bannen alledelinquanten uijt
dese jurisdictie, indien sij de saecke daertoe vinden ghedis-poneert ende
datter van het misdaet anders gheen straffe toe en staet, 't zijvoor eenigen
tijdt, op de gheesselinghe, brandtteecken oft op de galghe, nahunne
verdiensten.
p 176
73. Item, oft
ghebeurde dat eenighe soodanighe ghebannen, voor deexpiratie van den tijdt
wederomme quame binnen dese jurisdictie, sonderconsent van den heere oft
dispensatie, maer uijt sijn eijghen authoriteijt, dathij alsdan wederom sal
worden gheapprehendeert, ende het voorgaendevonnisse binnen vier-en-twintig
uren daernaer worden ter executien ghestelt,sonder eenigh ander vonnisse meer
daerover derven ghegheven [te] worden.
74. Item, soo
wie eenen ballinck, van dese justitie ghebannen zijnde,willens ende wetens
binnen hunnen huijse, hove oft elders logeerde oft her-berghde, sonder den
heere oft officier dat goets tijdts te adverteren, diewordt ghecorrigeert
arbitralijcken, ter ordinantie van de weth, na ghele-gentheijt van de saecke.
TITEL VI.
VAN BESETTE ENDE
BELEIJDE, MET DATTER AEN KLEEFT, AENGAENDE DE ERFGOEDEN.
75. In
den-eersten, dat alle reële saecken, als van schepene-brieven,renten, chijnsen
ende dierghelijcke saecken sullen worden vervolght endeghe-intenteert bij
besette, ghelijckmen van oudts heeft gheploghen.
76.
Behoudelijck dat voortaen, die eenighe gronden van erven sal willenbesetten
voor eenighe achterstellighe verloopen, renten, chijnsen oft andereactien,
schuldigh sal zijn ter eerster presentatien ter rollen te stellen
sijnet'achterheijdt, waervore hij de selve besettinghe is doende, met
declaratievan de somme ende lesten verschijndagh der selver.
77. Item, dat
in 't doen van d'eerste besetsel de wete daeraf sal moetenghedaen worden aen
den eijghenaer van den besetten pant, bewint-hebber,oft ten minsten aen de
ghebruijckers der selver, ende dat bij den stadt-houder ende eenen schepenen,
oft twee schepenen alleene, indien dieneijghenaer oft sijtie ghecommitteerde
binnen den dorpe is vintbaer, oft [aenden gheebruijcker, indien ?] dat't selve
landt wordt gecultiveert.
78. Ende hem
houdende buijten s'dorps, dat hem daeraf sal de weteworden ghedaen met brieven
van insinuatie, inhoudende inthimatie endedeclaratie van den eerstvolghenden
recht-dagh, om de saecke te commenontsetten, oft verantwoorden, indient hem
goet dunckt; ende sal den brief,toe-ghesloten ende beseghelt met des dorps
segele, worden gheedraghenbij eenen ghesworenen vorster deser jurisdictie.
p 178
79. De welcke
(soo oock den stadt-houder oft schepenen doende de wetebinnen dorps) schuldigh
zijn ter naester rollen daeraf hun relaes te latenteeckenen, met oock hen
verklaren van de antwoorde die hen is ghegeven.
80. Ende
oftmen niemandt en conde becommen, om de voorschreveninsinuatie aen te doene,
salmen in die stede ter kercken uijt na de hoogh-misse des sondaeghs, ter
meeste vergaderinghe het kerck-ghebodt doen, datde goeden zijn beseth, ende dat
oock ter rollen doen teeckenen.
81. Ende 't
voorschreven eerste beseth ende de wete alsoo behoorlijckghedaen [, ende] het
relaes ter eerster rollen gheteeckent zijnde, dat denbesetter dan ghehouden is
op 't voorschreven beseth goet te volghen opsijnen eersten dagh van rechte ende
tweede besetsele.
82. Item, ten
ghenechte daernaer volght op sijnen tweeden dach vanrechte ende derde
besetsele, ende den volghenden ghenechte daernae opsijnen derden daghe van
rechte ende vierde besetsele ; ende wordt 't voor-schreven goet alsdan ghewesen
ter dachhuedinghe totten hooghsten van dendage, om oft iemant alnoch 't selve
goet wilde comen ontsetten oft verant-woorden.
83. Waernaer,
het hooghste van den daghe over stier zijnde, wordt tenversoecke van partije
ghewesen den dagh te recht ghehuedt, indien dattergheene stoornisse en is
geschiet, ende den pandt ghewesen tot leveringheende verhueringhe in 't
voor-jaer.
84. D'welck
ten eersten ghenechte daernaer gheschiet; wordende tusschen't selve ghenecht
den besetter 't voorschreven beset goet met rus ende rijsvoor sijn eijgen
proper goet ghelevert, ende daeraf ghedaen zijnde eenkerck-gebodt, wort 't
selve ten uijtganghe van de bernender keerssenmetten heer ende wet verhuert
voor jaer ende dagh, sonder verbaelmondendes goets, ende soo veel langer als de
uijtwinninge in 't na-jaer dueren sal,indien de voorschreven uijtwinninghe wordt
voorts vervolght.
85. Item, ende
hebbende iemant 't selve beseth goet van den heeregehuert, is de huere van den
voorgaenden huerlinck teghens den proprie-taris van dien pant aenghegaen
cesserende, ende moet die huere volgen dieden pant van den heere huert, met
oock het besaeijde op 't velt, behoude-lijck den voorgaenden huerlinck sijn
ploech-recht ter tauxatien van schepenendaeraf verstant hebbende.
p 180
86. Ende midts
dat de voorgaende huere metten proprietaris aengegaen,mits de voorschreven
evictie uijt is, ende dat dien huerlinck de huere nieten mach genieten, heeft
dien aengaende sijn actie van beschadigheijdtteghens sijnen verhuerdere.
87. Item,
zijnde de evictie van 't voor-jaer gepasseert jaer ende dagh, isden evincent
schuldigh ten eerstvolghenden ghenechte daernaer de saecke inrechte te
presenteren, ende alsdan rekeninghe van sijnen handel van denvoor-jaere te
presenteren, indien iemandt daer rekeninghe af begheerde,ende voorts te volghen
op sijnen eersten dagh van den ghedaeghde[ghedinghde?] in 't naer-jaer.
88. Item, ten
ghenechte daernaer volght op sijnen tweeden dagh vanghedaeghede [ghedinghde ?]
in 't naer-jaer, ende ten ghenechte daernaer opsijnen derden dagh van
ghedaeghde [ghedinghde ?] in 't naer-jaer ; endewordt dan wederom ghewesen dat
den dagh sal worden ghehuedt tot op 'thooghste van den daghe, als vore, om oft
iemandt dien besetten pandt alnochwilde commen beschudden oft verantwoorden;
ende niemandt comparerende,het hooghste van den daghe overstreken zijnde, wordt
ghewesen den daghte rechte ghehuedt, ende ghewesen tot leveringhe, ende na drij
sondaeghschekerckgheboden tot vercoopinghe.
89. Waernaer
ten volghenden ghenecht-daghe oft oock tusschen middelentijde wordt den
evincent den besetten pant ghelevert in 't nae-jaer met rusende met rijs, met
hooghe, met leeghe, met natte, met drooghe, metclepele, met clincke, met
gronde, bodeme ende allen sijnen toe-behoorten,voor sijn proper goet,
behoudelijck dat hij 't selve brenghe ter chieringheende vercoopinghe, d'welck
ten genechte na de drij kerckgheboden moetten uijtganghe van der bernender
keerssen gheschieden; ende moet allen 'tghene voorschreven is, soo in 't
voor-jaer als in 't naer-jaer, punctuëlijckvan ghenechte tot ghenechte worden
achtervolght, sonder eenen ghenecht-dagh te moghen overslaen, op pene dat die
procedure valt desert, alleen-lijck dat de saecke wel voor een reijse soude
moghen ghecontinueert worden.
90. Item, oft
de proprietaris voor alle vercoopinghe alnoch compareerdeende de besette goeden
begheerde te ontsetten, sal daerinne ontfanghenworden onder sufficiente cautie,
ende midts aen den uijtwindere refunde-rende de costen, soo in 't voor-als
naer-jaer, tot dien daghe toe gheresen,ter tauxatie van de heeren.
p 182
91. Gelijck
oock hij sijnen pant sal moghen ontsetten comende na deverhueringhe voor't
expireren van den jaere, maer sal dien niet tegenstaendede huere metten heere
gheschiet voor't jaer blijven stadt grijpen.
92. Item, ende
als de voorschreven ghe-evinceerde goeden, bij faulte vanontsette metten heer
ende weth, ten uijtganghe van der bernender keirssein der manieren voorschreven
zijn verkocht, alsdan moet d'uijtwinderevooral aen de coop-penninghen vinden
ende goet ghedaen worden sijn rech-telijcke costen van der evictie daeromme
in't voor-ende naer-jaer ghedaen,ter tauxatien van de weth, weder dat de
renthieren toecommen oft niet.
93. Item, ende
oft aen de coop-penninghen eenighe renthieren aen hunnerenten quamen te
snevelen, alsdan wordt den renthier, die den pandt heeftghe-evinceert, daeraen
ghepasseert drij jaeren verloops, ende sijne voordereverloopen gheduerende de
evictie verschenen, ende de andere persoonengheene evictie ghedaen hebbende,
wordt alleenlijck gepasseert twee jarenverloops, behoudelijk hen verhael op den
proprietaris dien pant besetenhebbende.
94. Item, ende
den cooper voldaen hebbende sijnen coop, wordt hemalsdan verleent sijnen
goedenis-brieff, midts dat den val van der keirssenhem is goedende in alsulcke
uijtghewonnen goeden.
95. Item, soo
wanneer datter eenighe persoonen oft inghesetenen, t' zij man oft wijf,
fugitijf oft aflijvigh worde bevonden, achterlatende een becom-mert
sterf-huijs, sullen de crediteuren op alsulcke goeden moghen procede-ren bij
besettinghe, ende daeroppe volghen met vier besettinghen, als hier-vore noch is
gheseght, onder den titel: Van arrestementen ende apprehentienop persoonen om
civiele saecken[35]; ten ware
[behoudelijck dat?] iemandtvan de crediteuren, vonnisse hebbende, sal vermoghen
te procederen bijexecutie tot vercoopinghe der selver.
96. Ende
indien niemant vonnisse en hadde, salmen de goeden mettenheer doen beschrijven,
ende soo daer eenigh perijckel van verlies ware, soosal den heere die ten
versoecke van partije ten hooghsten ende schoonstenna een sondaeghs
kerck-ghebodt moghen doen vercoopen ad opus jushabentis, ende sullen de
penninghen daeraf comende blijven ter selvernatueren al oft die niet verkocht
en waren.
p 184
97. Item,
ofter oock iemandt in rechte compareerde die eenighe besettegoeden wilde comen
ontsetten, en is den evincent niet schuldigh hem daer-inne te ontfanghen, maer
vermagh, indient hem goet dunckt, versoeckenexhibitie van sijne qualiteijt, in
welcken ghevalle de ontsetter schuldigh is't selve, den rechte ghenoech zijnde,
te doen blijcken, oft wordt hem gheper-mitteert met sijne besettinghe te moghen
voorts varen.
98. Ende oft
oock iemandt quame eenighe panden ontsetten, ende daer-inne bij den evincent
ontfanghen werde, maeckt alsdan sulcken ontsetter desaecke zijn, ende is voor
de schuldt condempnabel, weder hem den pant toe-comt oft niet.
99. Item, sal
oock eenen ontsetter, ghethoont hebbende van sijne quali-teijt ende titule, als
bij de ontsette goeden loco cautionis wilt, verbinden,schuldighe zijn uijt te
steken alle de verbintenissen ende lasten daer denpandt voor is verbonden; ende
indien iemandt bevonde dat den pandt daer-vore niet solvent ghenoech en ware,
sal schuldigh zijn andere sufficientecautie te stellen van te rechte te staen
ende 't ghewijsde te voldoene, oftandersints wordt den evincent ghepermitteert
met sijne besettinghe temoghen voorts varen.
100. Item, die
op eenige nieuwe goeden wilt procederen op [om] eenigeschatschult, sal daerop
moeten procederen van ghenechte tot ghenechte,met drij daghen van rechte ende
vier besettinghen, in der manieren hiervoorverhaelt, ende worden die goeden ten
vierden besetsele ghewesen verreijcktvoor des aenlegghers t'achterheijdt, midts
de selve [te] gewarigen indieniemant dat versoeckt.
TITEL VII.
VAN
BORCHTOCHTEN.
101. Item, die
borghe ghebleven is als principael oft als voor sijn eijghenschult voor de
betalinghe van eenighe somme, magh daervore in rechteaenghesproken worden eer
den principalen debiteur ghe-excusseert isgheweest, alwaert oock soo dat de
belofte oft borchtochte luijde van teblijven borghe als principael bij faulte
van betalinghe, als den origineel debi-teur in faulte is van [op] den
besprokenen tijde te betalen.
102. Item, soo
wanneer twee oft meer persoonen beloven te betalen
p 186
sekere somme,
elck een voor al, als principael, oft elck in solidum, oft oockin sulcker
manieren borghe blijven, zijn dien volghende convenibel elck eenvoor al, sonder
divisie, niet teghenstaende dat sij andersints het beneficievan divisie niet en
hebben gerenoncieert.
103. Maer een
simpel borghe sonder de voorschreve clausule als princi-pael oft als [voor]
sijn eijgen schult, en magh uijt krachte van sijn eijghenborchtochte niet
aenghesproken worden, ten zij dat de principael debiteurende sijne goeden eerst
uijtghewonnen ende ghe-excusseert zijn.
104. Ten ware
nochtans dat iemandt hem borghe hadde gheconstitueertvan te rechte te staen
ende 't ghewijsde te voldoen; de welcke, sonder voor-gaende excussie van den
principalen debiteur, uijt krachte van het vonnisseteghens den principalen
ghewesen, mach voor sijne voorschreven borch-tochte ghe-executeert worden,
alwaer 't oock soo dat, sulcken borghe dencrediteurs goeden, ruerende oft
onruerende, wese, die den originelengecondemneerden debiteur competeren, der
jurisdictie van den rechter die't vonnis ghewesen heeft onderworpen.
105. Item, de
ghene die borghe is van iemanden in rechte te sisterentoties quoties, is
ontslagen na dien hij dien persoon eens in presentie vanpartijen oft van sijnen
[procureur] heeft ghesisteert ende aldaer ghepro-testeert van sijne diligentie.
106. Item, al
ist soo datmen den principalen schuldenaer daghe van beta-linghe ghegeven heeft
sonder consent, wille oft wete van den borghe metclausule als principael, oft
andersints, blijft des niet te min de selve borgheverbonden, behoudelijck dat
hij magh ghenieten van den daghe van beta-linghe den principalen ghegunt, ten
ware datter expresse innovatie van deschuldt ghebeurt ware, oft dat de borghe
hem alleen voor sekeren ghelimi-teerden tijt verbonden hadde.
107. Item,
eenen verweerdere, wordende uijt eene rauwe actie aenghe-sproken, en is niet
ghehouden terstont cautie te stellen van te rechte testaen ende 't ghewijsde te
voldoen, ten ware dat, sijn antwoorde ghehoortende ghesien zijnde, bevonden
werde de saecke daertoe ghedisponeertte zijn.
108. Maer die
uijt eene klare obligatie wordt aenghesproken ende eenighperemptoir feijt oft
defentie antwoordende heeft gheallegeert, waerdoor datde saecke comt
uijtghestelt te worden, is ghehouden, ten versoecke van
p 188
partije, borghe
te stellen van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen.
109. Item,
moet oock de ghene die voor den verweerdere wilt interve-niëren, borghe stellen
van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen, eerhij in de interventie
ontfanghen wordt, om den originelen verweerderebuijten processe te houden,
indien partije daerop excipieert.
110. Item,
daer, als vore, cautie valt te stellen, daervan en kan hemniemandt eximeren oft
bevrijden onder 't decksel van sijne notoire solventieende possessie van vele
meublen ende immeublen, hoe rijck hij soudemoghen wesen, ende mach alsulcke
cautie in omni parte litis gheheijschtworden.
111. Item,
zijnde in rechte ghewesen dat partijen malkanderen moetencautie stellen,
d'aenlegghere voor de costen van den processe, ende deverweerdere van te rechte
te staen ende 't ghewijsde te voldoen, in sulckenghevalle en kan d'een d'ander
niet bedwinghen tot het stellen van de selvecautie, ten ware, die sulcks wilde
doen, van sijnder sijden 't selve vonnisseeerst hadde voldaen.
112. Item, als
eenen verweerdere is ghecondemneert seker somme ondercautie te namptiseren,
behoudelijck hem sijne defentien ten principalen, enis d'aenlegghere niet
voorder ghehouden cautie te stellen dan voor depenninghen die ghenamptiseert
sullen worden, ende dien-volghende en isdien borghe oock niet voorder
verbonden; dan, eenen verweerdere,willende oock hebben cautie voor de costen,
schaden ende interesten, isschuldigh dat in de materie principael te
versoecken.
113. Item, een
borghe, 't zij met clausule als principael oft andersints, inrechte uijt
krachte van sijnder borchtochte aenghesproken zijnde, en is nietghehouden
borghe te stellen van te rechte te staen ende 't ghewijsde tevoldoen, maer
alleen voor de costen van den processe.
114. Item, een
die ghehouden is borghe te stellen ghestaet midts verbin-dende sijne erfgoeden,
daervore sufficient zijnde boven alle commeren; desis hij ghehouden, daertoe
versocht sijnde, de selve commeren onder eedt teverklaren.
115. Item,
indien sulcken persoon onder eedt verklaerde sijn uijterstebeste ghedaen te
hebben om eenen borghe te krijgen, ende niemandt enheeft konnen vinden die hij
daertoe heeft konnen verwillighen, noch onrue-rende goederen te hebben die hij
voor die cautie soude hebben konnen
p 190
verbinden,
ghestaet alsdan met cautie juratoir, sonder dat hij ghehouden issijnen
huijsraedt, geldt, obligatien oft coopmanschappen bij specificatie over.te
ghevene oft specialijck te verbinden, ten ware hij suspect ware
vanvoorvluchtigheijdt oft van quade trouwe, in welcken ghevalle den
rechterdaerinne soude moghen versien na gheleghentheijt van de saecke.
116. Item,
eenen borghe van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen,oft oock
alleenlijck van iemandt te sisteren, oft voor 't lichten van eenighepenninghen
iemanden by provisien aenghewesen, wordt van sijne borch-tochte ontslaghen
nadien datter binnen s'jaers gheenen termijn in denprocesse ghehouden ende
alsoo d'instantie ghesuranneert is.
117. Item,
datmen alhier niet en sal ontfanghen eenen afghesetenen alsaenlegghere teghens
eenen inghesetene, ten zij, des versocht zijnde, hijalvoren, deser hooft-bancke
bedwanckelijck, sufficiente cautie ghestelthebbe voor de costen van den
processe, ten ware uijt ghelegentheijdt vande saecke bij de wethouderen anders gheraden
ghevonden werde.
118. Item, als
iemandt voor schepenen deser heerlijckheijt hem vooreenen vremden oft buijten
deser jurisdictie gheseten borge constitueert,mach de ghene tot wiens behoeve
de borch-tochte is ghedaen den selvenborghe binnen deser jurisdictie
aenspreken, indient hem belieft, nietteghenstaende dat den principalen debiteur
solvent ende machtigh ghenoeghis te betalen.
119. Ende want
datter een oft meer persoonen hen als principael vooreenen buijten-man borge
hadden gheconstitueert, mach den crediteur eenvan de selve een voor al
aenspreken in der manieren ende niet-teghen-staende als vore.
120. Item,
twee inghesetenen teghens den anderen in 't proces zijnde,ende dat een van hen
beijden geduerende den processe buijten de juris-dictie vertreckt, is
ghehouden, des versocht zijnde, te stellen cautie voor dekosten van den
processe, ende een verweerdere, van alhier te rechte testaen, ende 't ghewijsde
te voldoen deser jurisdictie bedwanckbaer.
p 192
TITEL VIII.
VAN
BASTAERT-KINDEREN.
121. De heer
aenveert allen het goet dat eenen overwonnen bastaertachter laet, stervende
sonder wettighe kinderen achter te laten, midtsnochtans betalende alle wettighe
schulden, sonder dat sulcken overwonnenbastaert testament magh maecken, oft van
sijne goeden disponeren, oft [die]bij legaten wegh maken.
122. Item,
sulcke overwonnen bastaert en succedeert oock niet in sijnsmoeders goet, noch
oock opwaerts in rechte linie van de moederlijcke sijde,al en waer de moeder
oock niet ghehouwt geweest.
123. Item, en moghen
d'ouders sulcke overwonnen bastaerden oockgheene erfghenamen instituëren, noch
eenighe legaten maecken anders danheure bloote alimentatie.
124. Item,
aenveert oock den heer alle de goeden achterghelaten bijeenen simpelen bastaert
stervende sonder wettighe kinderen ende testa-ment te maecken, de welcke van
sijne goeden bij testamente magh dispo-neren sonder consent oft octroije van
den hove, midts dat sulcken testa-ment oft uijtersten wille sij gepasseert voor
schepenen oft notaris endeghetuijghen.
125. Item,
simple bastaerden en succederen niet in de achterghelatenegoeden heurs vaders
ab intestato, al waren die oock ghelegitimeert, soolanghe alsser andere
wettighe erfghenamen zijn.
126. Item, en
heeft oock gheen bastaert recht van successie, 't zij in de
p 194
rechte linie
oft uijter sijden van den vader, ten zij dat 't selve hem ghelatenworde bij
testament oft anderen uijtersten wille.
127. Maer
simple bastaerden ende heure wettighe kinderen succederenin heure moeders
goeden, ende oock in den rechten opgaenden struijck oftlinie van de
moederlijcke zijde, oock met de wettighe kinderen, henne broe-ders oft susters
van de moederlijcke zijde, maer niet in collaterale successie.
128.
Insghelijks succedeert de moeder alleene, oft heure erfghenamen, inde goeden
van heur bastaert kindt, sonder wettighe kinderen ghestorvenzijnde.
129. Item, een
vrouwe, ghehoudt oft onghehoudt, wordt bij heuren eedtghelooft te noemen den
vader van heuren kinde, soo verre den man, dien sijhet kindt gheven wilt,
bekent met heur te doen ghehadt te hebben, oft datde vrouwe 't selve bethoonen
kan; d'welcke oft de vrouwe niet en condebethoonen, magh den man, ten versueeke
van de vrouwe, hem alsdan daerafpurgeren bij eede, dat hij de moeder niet
bekent en heeft, ende is alsdan vanden kinde ontslagen.
130. Item, de
vrouwe moet heur bastaert-kinderen houden een vieren-deel jaers met heuren
borsten, 't selve bij heur doenlijck zijnde, daervoreende voor haer
kinderbed-gelt tsamen de man heur schuldigh is te betalendrije carolus gulden,
ende na het vierendeel jaers soo moeten vader endemoeder, soo langhe sij
onghebonden oft onghehout zijn, het kindt half endehalf tot ghelijcken coste
onderhouden.
131. Item,
indien een van beijden ghehoudt waere, oft namaels trouwde,ende d'ander niet,
soo moet die ghetrouwt is 't selve kindt onderhouden totsijnen kost alleene ter
tijdt toe dat d'ander oock ghehoudt is, ende alsdanmoeten sij wederomme 't
selve kindt tot ghelijcken coste half ende halfonderhouden.
132. Item, een
vrouwe magh altijt de naeste sijn om heur bastaert-kin-deren te houden soo
verre sij 't kindt houden wilt tot heuren coste endesonder cost van den vader,
ende anders niet, ten ware den vader eenighemerckelijcke redenen thoonde,
waeromme de moeder 't selve kindt niet enbehoorde te houden.
133. Item, een
mans-persoon die een meijsken ghedefloreert heeft moetheur gheven voor beuren
maechdom sesthien gulden.
p 196
TITEL IX.
VAN BETALINGHE,
BEWIJSINGHE ENDE COMPENSATIE.
134. Item,
niemant en is ghehouden in betalinghe van sijne tachterheijt teaenveerden
obligatien bij maniere van bewijsinghe, ten zij het hem belieft.
135. Item, de
bewijsinghe aenveerdende, blijft des niet te min de eerstedebiteur verbonden
soo langhe tot dat hij is metter daet betaelt oft effec-tuëlijck vernuecht van
sijne schult, mits dat bewijsinghe gheene betalingheen is, ten ware nochtans
den crediteur sulcken bewijs hadde in absolutebetalinghe ghenomen, ende hem
daermede over dat die is hadde ghecon-tenteert.
136. Item,
compensatie van schult teghens schult en wort niet verstaenipso jure gheschiet
te zijne, maer moeten partijen de selve metter daethebben ghedaen ende
gheaccordeert, oft die anderssints in rechte hebbengheobjicieert.
137. Item, 't
ghene dat vercocht is om met ghereeden ghelde ende nietop dagh betaelt te
worden, daeraf gheen obligatie en is ghegheven, wortmerckelijcken tijt daernae
ter arbitragien van den rechter ghehoudenghereet betaelt te zijne, ten ware dat
den debiteur corts nae den coop absentoft insolvent ware bedeghen, oft den
crediteur beleth ware gheweest sijneschult te vervolghen, oft oock des hadde
gheprotesteert aen den debiteurvan sijne diligentie van de maninghe, ende
gheeene betalinghe en haddekonnen krijghen.
TITEL X.
VAN
CALENGIERINGHE ENDE NADERSCHAP.
138. Item, van
alle vercoopinghen van huijsen ende gronden van ervenbinnen dese heerlijckheijt
gheleghen, mitsgaders van vercoopinghen vanrenten ende chijnsen, valt
calengieringhe ende vernaerderinghe uijt ver-schelde saeken.
139. Ende
eerst van bloets-weghen totten vierden graet toe inclus, vandeels weghen, van
mede-pantschap weghen, van servitut van daerover teweghen, en snevende
renthieren, wordende altijt gheprefereert den naesten
p 198
van bloede,
den meesten deelhebber der swaersten mede-pantschap, endeswaerste servitut
hebbende.
140. Item,
daer alle de voorschreve actionarisschen pretenderen te calen-gieren, heeft het
bloet recht van preferentie, daernaer den deel-hebber,daernae van
mede-pantschap, ende de servitut de leste, alsser niemantanders calengieringhe
en doet.
141. Item, die
eenighe calengieringhe ende vernaederinghe wilt doen vaneenighe erf-goeden
voorschreven is schuldigh dat te doen binnen den derdendaghe van de vercoopinge
in respecte van gronden van erven die, naevoorgaende evictie in 't voor-ende
nae-jaer daeroppe gheschiet, metten heerende weth worden vercocht, oft
anderssints, den voorschreven tijt over-streken sijnde, wort een ieghelijck
daeraf versteken.
142. Item, in
respecte van de huijsen ende gronden van erve uijtterhandt vercocht, daeraf de
drij kerck-gheboden in der kercke op drij sonda-ghen vervolghende ghedaen sijn,
moet de calengieringhe gheschieden vooralle goedenissen die met het schieten
van den halm moeten ghedaen worden,ghelijck hierover titulo van: Contracten,
opdrachten, goedenissen, etc. [36],
naer-der sal worden verklaert ; ende daer de kerck-gheboden niet en sijn
ghedaenvoor de voorschreve goedenisse, maer eerst daernae worden ghedaen,
machde calengieringhe noch gheschieden voor het derde oft leste
kerck-ghebodt,ende daernaer niet meer.
143. Item,
ende daer geene kerckgheboden gedaen en sijn oft en wordenblijven de vercochte
goeden calengierbaer totter tijt toe die na het out her-commen alhier
behoorlijck ghedaen sijn.
144. Item,
daer eenighe calengieringhe ghedaen wort van bloets-weghenmalkanderen even nae
bestaende, oock van deels-weghen, mede in ghelijckengraet ende ghelijck deel,
oock van mede-pantschap weghen, ghelijcken swarenlast hebbende, oft van
servitut even swaer, alsdan wort gheprefereert denghenen die sijne
calengieringhe eerst intenteert ende [sijne] neerstigheijtheeft ghedaen.
145. Item,
ende soo wanneer iemant eenighe erfgoeden pretendeert tecalengieren, is
schuldigh in handen van den drossaert oft sijnen stadthouderte namptiseren gout
ende silver, ende oock borghe te stellen, deser heerlijck-
p 200
heijt
bedwanckelijck, voor 't voldoen van den coop, ende te verklaren deredenen uijt
wat hoofde hij het vercocht goet wilt vernaerderen, 't zij vanbloets-weghen,
deels-weghen oft gronts-weghen, d'welk den clercq salschuldigh wesen te
registreren.
146. Item, de
voorschreve calengieringhe ghedaen sijnde, is de calen-gierder schuldigh cooper
ende vercooper daeraf wete te doen, ende hem tedoen daghen teghens den
eerst-komenden ghenechte, ten eijnde sij overeedt kommen doen het verklaren van
den deughdelijcken coop, Godts-pen-ninck, lijf-coop ende andere dependentien
ende appendentien van dien, oppene van te vervallen van henne voorschreve
calengieringhe.
147. Item, is
oock de calengierdere schuldigh, des bij den cooper oftvercooper versocht
sijnde, eedt te doen dat hij de voorschreve calengierin-ghe is doende ende
ghedaen heeft t' zijns selfs behoef ende profijte, ende bijniemant anders
daertoe en is ghesuborneert, maer dat hij 't selve jaer endedagh behouden sal, sonder
argelist, oock op voorgaende pene.
148. Item, den
voorschreven eedt, ende voorts bij cooper ende vercoopervan ghelijcken hen
verklaren op des calengierders versoecke over eedtghedaen sijnde van den
deughdelijcken coop, Godts-penninck, lijf-coopende dependentien van dien, is de
calengierder schuldigh, indien de calen-gieringhe niet en wort bekent, maer
daerteghens oppositie valt, binnensonne-schijn van dien daghe te namptiseren in
s'heeren handen de pennin-ghen die comptant moeten voldaen worden, metten Godts-penninck
endelijf-coop der selver, ende voor de penninghen die op dagh te betalen
sijnende andere voorwaerden ende conditien van der coopmanschap te stellengoede
sufficiente cautie ende borchtochte, oft panden goet ghenoech zijndeom te
volkommen ende volbrenghen de gheheele coopmanschappe, naeruijtwijsen van de
voorwaerden, oock op pene van vervallen ende verstekente zijne van sijne
naderschap.
149. Item, sal
insghelijckx oock de cooper, willende hem teghens decalengieringhe partije
maken, ten selven daghe binnen sonne-schijn moetenconsigneren ende namptiseren
onder de weth de penninghen dier ghereetmoeten ghetelt worden, ende voorts
moeten doen als in den voorgaendenarticule, op pene van vervallen ende
versteken te zijne van sijnder oppositie,
p 202
ende sal in
dien ghevalle den calengierder, sijne calengieringhe volghen.
150. Item,
ende oft de calengierder niet en begeerde te versoeckendeclaratie over eedt van
den cooper ende vercooper, hoe ende in watmanieren de coopmanschap bij den palmslagh
is ghemaeckt ende ghesloten,maer van meijninghe is 't selve anders te thoonen,
d'welck hij sal moghendoen, sal hij evenwel ghehouden sijn de voorschreve
consignatie ende andereboven verhaelde versekeringhen te doen, oock binnen den
voorschrevengelimiteerden tijde ende sonne-schijn van dien daghe, van 't ghene
cooperende vercooper presenteren te affirmeren, ende de cooper van
gelijcken,oock op voorgaende pene.
151. Item, de
vercooper begheerende ende versoeckende voldaen tewesen van sijne coopmanschappe,
sal moeten terstont betaelt worden vande genamptiseerde penninghen bij den
calengierder oft cooper in rechtegheconsigneert; des is hij schuldigh het
vercocht goet op te draghen inhanden van den heere met het schieten van den
halme, ende daeraf teverthijdene tot behoeve van den ghene daertoe gherecht
sijnde.
152. Item, en
salmen gheene kerck-gheboden moghen doen omme decalengieringhe metter
verkortinghe des tijts te perimeren voor ende aleerden coop van de voorschreve
goeden tusschen cooper ende vercooperen sij finalijck ghemaeckt ende metten
palmslagh ghesloten.
153. Item, dat
het recht van calengieringhe is verschenen soo haest alsden coop metten
palmslagh besloten ende bevestight is, sonder dat cooperende vercooper in
prejuditie van de calengieringhe dien coop moghen te nietdoen, de
calengieringhe ghedaen zijnde, maer voor alle calengieringhemoghen malkanderen
daeraf quijtschellen.
154. Item, soo
wanneer iemant eenighe onruerende goeden permuteert,vermangelt oft
transporteert teghens eenighe andere onruerlijcke goeden,oft oock eenighe
goeden uijt eenighe vrientschap wech gheeft sonderbedrogh, en is daeraf gheen
calengieringhe alsdan vallende, ten ware dat diegoeden op ghelt ghe-estimeert
ende ghepriseert werden, in welcken ghevallecalengieringhe oock stadt-grijpt.
155. Item,
ende oft iemant eenen anderen eenighe erf-gronden vercochtvoor sekeren prijs
van ghelde, ende hem die onder de weerde liete uijt
p 204
respecte van
eenighen dienst oft andere deughden ende vrientschappen bijden vercooper van
den vercooper [cooper] ghenoten, ende dat de vercooperanders sulcken vercocht
goet niemant anders voor dien prijs en soudehebben willen laten, doende de
vercooper daerop sijnen eedt, in sulckenghevalle en valt daer oock gheene
calengieringhe.
156. Item, indien
den calengierder in sijne calengieringhe obtineert,moeten hem oock volghen de
vruchten op 't ghecalengiert goet ghewassen,oft daeraf ghekommen zijnde van den
tijt dat hij sijne calengieringhe heeftghe-intenteert ende de wete daeraf aen
den cooper ende vercooper heeft doendoen, de welcke den cooper nae de
goedenisse ghevolght souden hebben.
157. Item,
heeft oock eenen eijghenaer oft proprietaris recht van calen-gieringhe soo
wanneer eenen tochtenaer zijn recht van tochte vercoopt;maer eenen tochtenaer en
heeft gheen recht van calengieringhe als deneijgenaer duerende de tochte sijne
actie vercoopt.
158. Item, soo
wanneer iemant heeft de tochte aen eenige erf-renten opgronden van erven
beseth, ende dat dien tochtenaer de tochte van de rentevercochte, soo en heeft
oock den proprietaris van den pant daeraen gheenrecht van calengieringhe, dan
wel alleen den ghenen die de proprieteijt vande selve rente competeert.
159. Item, soo
wanneer eenigh huijs, hoeve oft landt verhuert wort bijeenighe proprietarissen
daer ander mede paert ende deel aen hebben, oftoock alleen verhuert sijn
ghedeelte, alsdan vermach de deelhebber de huerevoor den voorschreven prijs
vernaerderen ende aenveerden, ende moetd'eerste huerlinck daeraf afstandt doen,
indien de selve hueringhe is ghedaensonder last oft consent van den selven
deel-hebber; dies moet hij, des ver-socht zijnde, aen sijnen mede-proprietaris,
als verhuerdere, borghe stellenvoor de voldoeninghe van de selve huere, voor
soo vele aengaet het ghe-deelte van den voorschreven verhuerdere, ende voorder
niet.
160. Item,
mach oock eenen proprietaris oft deel-hebber van eenigheverhuerde huijsen,
hoven oft gronden van erven calengieren de huere dieden huerlinck aen andere
voorts maeckt, voor den selven prijse van de voorts-verhueringhe, om [die]
voorts te moghen verhueren oft selfs behouden, tenware tusschen den
proprietaris ende eersten huerlinck anders ware onder-sproken, ende dat den
huerlinck den proprietaris hadde ghepresenteert dehuere over te latene voor den
selven prijs hij die huere hadde overghelaten.
p 206
161. Item,
ende oft oock eenen tweeden huerlinck wederomme de selvehuijsinghe, hoeve oft
erve eenen derden voorts verhuerde, soo vermach deproprietaris oft deel-hebber,
oft, bij ghebreke van hem, d'eerste huerlinck,sulcke leste huere oock te
vernaerderen.
162. Ende omme
dien aengaende alle questien te verhueden, zal de huer-linck, die sijn ghehuert
huijs, hoeve oft erve voorts verhuert heeft, schuldighwesen den proprietaris
'tselve te laten weten, met declaratie van den prijsende conditien; alswanneer
de proprietaris, willende de selve huere vernaer-deren, schuldich sal wesen 't
selve te doen binnen acht daghen daernaer,oft daeraf wesen vervallen.
163. Item,
eenen debiteur, wiens goeden, t'zij ruerende oft onruerende,bij executien
vercocht sijn, en mach die niet calengieren noch vernaerderen,maer moeten den
cooper blijven, sonder dat men den coop van goeden bijexecutien vercocht
vermach te rescinderen uijt krachte van het remedielegis secund', Codice, De
rescindenda venditione, als d'welck in desen casnae lant-rechte cesseert.
164. Item,
ende van meuble goeden, rechten, actien oft obligatien uijtterhandt ende sonder
executie vercocht, en valt gheene calengieringhe, soooock en doet van meublen,
rechten, actien oft obligatien bij executienvercocht, noch en mach eenen
debiteur die met lossen voor den prijs dat-severcocht sijn.
165. Item, soo
wanneer datter diversche huijsen, hoeven oft erven bij mal-kanderen oft
separaet gheleghen t'samen met eenen Godts-penninck vooreenen sekeren
ghenoemden prijs vercocht worden, sonder eenighe distinctieoft onderscheet
ghemaeckt te zijne hoevele elck parcheel in 't besonder wortvercocht, soo en
mach niemant dien coop in deele vernaerderen, maer isschuldigh sijne
calengieringhe van den gheheelen coop te doen, ten ware decooper hem daeraf een
deel wilde laten volghen.
166. Item,
eenen renthier , snevende sijne rente op panden metten heerevercocht, heeft
oock actie van calengieringhe omme zijne rente te salverenoft aen den pant goet
te maecken ; des heeft den cooper keuse van den coopte behouden, mits den
renthier zijne rente daerop goet houdende.
167. Ende
inghevalle sulckenen renthier hadde meer andere panden, endedaerom de
calengieringhe niet en dede, maer sijiae actie op sijne mede-oftonder-panden
pretendeerde te verhalen, in sulcken gheevalle heeft de proprie-
p 208
taris van
sulcke mede-oft onder-panden actie van calengieringhe voor sijninterest op den
vercochten principalen pant.
168. Item,
inghevalle iemant, actie hebbende van calengieringhe, ware pre-sent daer de
vercoopinghe gheschiede ende den lijf-coop verteert werde,ende dat hij
doorginck sonder sijn aenpaert van den gelaghe te betalen, endealsoo van den
lijf-coop mede ghenote, in sulcken ghevalle is hij sijne actievan calengieringhe
verliesende, mits hij daerdore den coop is lauderende.
169. Item,
alle calengieringhen ende naederschappen sijn in sulckervueghen stricti juris,
dat den tijt daertoe staende loopt teghens meerdereende mindere van jaren,
jeghenwoordighe ende absente, wetenschap van dencontracte van coopmanschap
hebbende oft niet, sonder daeraf ghereleveertte moghen worden.
170. Item,
naedien den calengierder sijne calengieringhe wort bekentoft aenghewesen, moet
dan de selve behouden ende den coop voldoen,sonder daernaer sijne
calengieringhe af te moghen gaen oft renunchieren,ten ware met consent van den
coopere.
171. Item,
eenen cooper, naedien hij heeft ghecocht eenighe gronden vanerven, mach, voor
alle calengieringhe, daeraf houden het hout ende boomen,ende die daeraf vueren,
ende behouden al dat hij heeft, eer de calengie-ringhe is ghedaen, maer
daernaer niet, ende 't gheene noch op den pant leijtals de calengieringhe
gheschiet, dat moet daerop blijven.
172. Item,
wanneer iemant eenigh huijs oft landt bij hem ghecocht voortsterstont wederomme
vercochte oft verhuerde, ende dat naderhandt binnenbehoorlijcken tijt den
eersten coop-dagh werde ghecalengiert, is de tweedecooper oft huerlinck
ghehouden afstant te doen, ghemerckt daerdore dentweeden coop oft huere komt te
smilten ende is van onweerden.
173. Item, als
de cooper selfs is portionaris, oft, uijt eenighen anderenrespecte hiervore
ghedeclareert, heeft actie van calengieringhe, dien coopen can noch en mach
niemant van deels [weghe] oft uijt krachte van ghe-meijnschap van chijns
vernaerderen, alwaert oock dat de calengierder haddemeerder deel, oft dat
sijnen chijns meerder ware dan des coopers, maer denportionaris wort
gheprefereert voor de gemeijnschap van den chijnse.
174.
Behoudelijck nochtans, willende eenen portionier sijnen coop oftcalengieringhe
bij hem ghedaen, behouden, is schuldich den snevendenrenthier, voor oft naer
hem calengieringhe binnen behoorlijcken tijde
p 210
doende, sijne
rente op den pant goet te houden, ende hem sijnen achterstelte betalen.
175. Item, als
eenigh landt bij uijtwinninge is vercocht, ende dat decooper ende calengierder
beijde op den vercochten pant rente heffen endebeijde sneven, heeft de cooper
keuse oft hij den coop begheert te behouden,mits den calengierder sijne rente
goet houdende op den pant, ende beta-lende 't verloop der selver, oft de
calengieringhe den snevenden renthier tebekennen, welcke renthier alsdan
ghehouden is den cooper sijne rente goette houden ende 't verloop te betalene,
als vore.
176. Item,
wanneer een snevende renthier cooper is van sijnen pantvermach eenen
portionaris, wiens deel voor de snevende rente niet verbondenen is, den selven
coop vernaerderen, mits den cooper sijne rente op denselven pant goet houdende
ende den achterstel betalende.
177. Item, als
diversche snevende renthieren gheelijckelijck ghe-interes-seert sijn, ende den
coop hebben ghecalengiert, wort in de calengieringhegheprefereert die den
anderen renthieren mede-calengierderen presenteerthenne rente metten
achterstelle goet te houdene.
178. Ende
inghevalle sij malkanderen presenteren heure rente mettenverloopen goet te
houdene, wort gheprefereert den renthier meest ghe-inte-resseert zijnde, mits
den anderen sijnen mede-calengierder zijne rente mettenachterstel goet houdende
; ende oft sij beijde even ghelijck ghe-interesseertsijn, wort gheprefereert
die d'eerste calengieringhe ghedaen heeft, goethoudende de rente ende
achterstel van den anderen calengierder.
179. Item,
ende ofter diversche renthieren quamen te snevene, ende datde jonckxste
renthier, om sijne rente goet te houden ende te salveren, komptden coop
calengieren, en is alsdan niet gehouden d'ander snevende renthie-ren oft
hipothecarise crediteuren, gheen calengieringhe gedaen hebbende,heurlieder
renten oft schulden goet te doen, als staende in de plaetse van dencooper, die
daerin niet ghehouden en is.
180. Item,
hoemen mach calengieren de hueren van eenighe hoeven,gronden van erven oft
huijsen, bij eenighe mede-portionarissen, is hiernaeronder den titel : Van
hueringhe gheseght[37].
p 212
TITEL XI.
VAN CONTRACTEN,
OPDRACHTEN, HIPOTHECQUE ENDE VERBINTENISSENVAN ONRUERENDE GOEDEN ENDE RENTEN.
181. Item,
niemant en kan oft en mach gheenderhande huijsen, grondenvan erven, renten oft
chijnsen, binnen dese jurisdictien gheleghen, vera-liëneren, transporteren,
overgheven, vermanghelen, constituëren nochbeleijden, noch oock omme eenighe
somme van penninghen, 't zij als pantmetter minnen noch anderssints, verbinden,
oft scheijdinghen ende deij-linghen van erf-goeden oft renten passeren, ten zij
allen 't selve gheschiedeende ghepasseert worde voor drossaert oft sijnen
stadt-houder ende sche-penen deser jurisdictien voorschreven, ende 't selve en
worde gheschrevenende gheregistreert bij den ghesworen clercq der selver
jurisdictie, endedat in deser manieren :
182. Te weten,
dat voor alle goedenissen te voren daeraf sullen moetenghedaen wesen drij
sondaeghsche kerck-gheboden, d'een den andereneenpaerlijck volgende, met
declaratie van de selve vercochte goeden.
183. Item, de
selve kerck-gheboden ghedaen sijnde, dat de vercooperede selve vercochte
erfgoeden met eenen halme ende met vertijden van deselve goeden is opdraghende
in s'heeren handen, [tot] de[s] coopers endesijne na-komelinghen behoeve, ende
met allen den rechte dat hij daeraenhadde ende houdende was, worpende den halm
uijtte handt, daermede hijuijtte selve goeden wort onterft.
184. Item, de
selve verthijenisse ende opdracht in der manieren voor-schreven gedaen wesende,
dat d'officier den vercooper is afvraghendeconsent omme den cooper daerinne te
moghen goeden ende erven.
185. Nae
welcke consent d'officier voor schepenen, ende nae manisse endewijsen van de
voorschreve schepenen, den voorschreven halm wederommeaenveert, ende dien
ghevende den cooper in de handt, is hem daerinnegoedende ende ervende voor hem
ende sijne na-komelingen, op de condi-tien, commeren ende lasten van de
voorwaerde daeraf ghemaeckt, endemits bij de cooper belovende te betalen des
hertoghen bede, ende schothende loth, ende alle ghebuerlijcken rechten; ende
allen 't selve in der
p 214
manieren
voorschreven ghedaen ende gheobserveert sijnde, en is daernaedaeraf gheene
calengieringhe meer vallende.
186. Item,
alsoo voor wet-houderen van Antwerpen oock vele goeijenissengheschieden ten
respecte van erf-goeden onder het marck-graefschap oftquartier der selver
gheleghen, alwaer gheenen halm en wort gheschoten,noch dickmael oock gheene
kerck-gheboden en gheschieden, de welcke nietghedaen zijnde, blijft de
calengieringhe altijt open staende soo langhe dieniet en sijn ghedaen, noch
oock en is betaelt het recht den heere alhier vansoodanighe veranderinghen oft
alienatien competerende.
187. Item,
ende soo dickmael vele questien rijsen door bedrogh van hetverswijghen van de
commeren daer sulcke erf-goeden mede sijn belast, datde cooperen die hen binnen
de stadt van Antwerpen willen laten goeden, diegoedenissen ende uijtstekende
lasten alhier oock sullen moeten doen regis-treren, omme daer af notitie
ghehouden te worden, ten eijnde soodanighenbedrogh daerdore des te beter mocht
in 't licht kommen, ende dat de heerevan sijnen rechte, die de goedenis-brieven
van Antwerpen uijtsteken, oockmocht betaelt worden.
188. Item, dat
oversulckx, alle de ghene die eenighe huijsen, grondenvan erven oft andere onruerende
goeden binnen dese voorschreve heer-lijckheden gheleghen sullen willen
vercoopen, oft met renten oft chijnsenbelasten, schuldigh sullen sijn in de
goedenisse te specificeren ende uijt testeken alle chijnsen, renten oft lasten
daervoren uijtgaende, ende te belovenewaerantschap van alle andere niet
uijtghesteken commeren, indien namaelsbevonden werde daer-oppe meer uijt te
gaen, onder verbintenisse van sijnenpersoon ende alle ende ieghelijck sijne
goeden, have ende erve, jeghen-woordighe ende toekomende, daer-oppe eenen
crediteur voor alle andereschat-schulden gheene speciale verbintenisse
hebbende, gheprefereert salwesen, soo langhe die blijven in den eijghendomme
van den debiteur oftbelovere.
189. Item, al
dat aen een huijs oft erve nagelvast oft eert-vast is behoortende moet volghen
den ghenen die tselve huijs oft erve coopt, indien datden vercooper daerinne
vast ghemaeckt hadde; maer indien dat hij[38]
denhuerlinck tot sijne commoditeijt daerinne iet hadde ghemaeckt ende tselve
p 216
hem
competeerde. in alsulcken ghevalle moet dat den huerlinck volghen,ten ware in
den coop anders ware ondersproken.
190. Item, bij
erfghevinghe mach-men constituëren soo vele onquijtbarerenten ende
grontchijnsen alst den erf-ghevere ende erf-nemere belieft,die-men dan niet en
mach afquijten dan bij wille ende consente van denerf-gevere oft sijns actie
hebbende, al waren 't oock lijf-renten.
191. Item,
alle renten bij erfghevinghe gheconstitueert, oft oock bijscheijdinghe ende
deijlinghe, om malkanderen te verghelijcken, zijn onquijt-baer, ten ware dat
schepenen-brieven sulckx mede brochten.
192. Item, men
mach oock bij erfghevinghe bespreken, dat-men derenten daeruijt spruijtende
mach quijten teghen den penninck sesthien,achthien, vier-en-twintigh oft meer,
soo die contrahenten in de erfghevinghedat belieft te bespreken, maer niet min
dan den penninck sesthien; enderenten met ghelde ghecocht staen te quijten den
penninck sesthien, altijtalst den uijtreijckere believen sal.
193. Item,
in't constituëren van de selve ghecochte renten sal de verlij-dere ghehouden
sijn pertinentelijck uijt te moeten steken alle de voorgaendechijnsen ende
renten op den selven pant uijtgaende.
194. Item, dat
oock den vercooper van eenighe huijsen oft gronden vanerven den cooper sal
ghehouden sijn uijt te steken oft de renten daeropuijtgaende sijn quijtbaer oft
niet, ende tot wat prijse die sijn losbaer, oftanderssins ghehouden wesen dat
den cooper af te draghen oft daeraf tehebben sijn ghemoet.
195. Sal oock
den vercooper moeten uijtsteken wat renten vrij sijn vanalle honderste,
twintighste, thiende, vijfde oft dierghelijcke penninghen,oft anderssints
daeraf te moeten hebben des coopers ghemoet, als voren.
196.
Insghelijckx sal oock den vercooper ghehouden wesen uijt te moetensteken alle
mede-pantschap ende servituten, oock op voorgaende pene.
197. Item, die
in vercoopinghen, op-drachten oft verbintenissen vanhuijsen oft gronden van
erven binnen dese heerlijckheijt gheleghen rentenoft commeren bedrieghelijck
verswijght, wort ghehouden voor eenen dief,ende sal voor sulckx oock mogen
ghestraft worden na de gheleghentheijtvan de saecken.
198. Item, die
eenighe ghelt-rente afquijten wilt, moet boven de capitale
p 218
penninghen
ende achterstel oock betalen den constitutie-brief ende voorderniet, ende
ghestaet oock mits betalende het verloop der selver nae rate vanden tijde ende
totten dagh van de lossinghe verschenen.
199. Item,
willende iemant sijnen pant van de renten suijveren, dielosbaer sijn, indien de
renthier hem des t'soecke maeckt, is ghehouden denrenthier daervore in rechte
te interpelleren, ende presenterende ten eerstendienenden daghe in rechte,
klinckende ende blinckende, de hooftpenninghenmette verloopen, ende recht van
de goedenisse, met protest inghevalle vanweijgheringhe; ende alsdan en is hij
in gheen voorder verloop meer ghe-houden, indien de rente wort bevonden losbaer
te wesen; ende is derenthier daeraf ghehouden, [tot] des rent-ghelders coste,
schepenen quictan-tien te passeren.
200. Item, men
en mach gheene renten afquijten die aen andere sijnverbonden, indien 't selve
den uijtreijcker [niet en] is ghewaerschout; maermach evenwel den rent-ghelder
de capitale penninghen consigneren ins'heeren handen tot behoeve [des genen] daertoe
gherecht sijnde, mitsdoende daeraf insinuatie aen den rent-heffere ende den
ghenen die de renteis verbonden, soo wanneer die quijtbaer is.
201. Item, den
proprietaris van eenighe huijsen ende gronden van ervendie met chijnsen ende
renten sijn belast, daeraf hij gheen verlijder en isnoch [die hij] t' sijnen
last en heeft ghenomen, mach die verbonden pandenverlaten, ende die voor
schepenen alhier renunchieren tot behoeve van derenthieren oft hipothecarise
crediteuren, sonder aen hem voorder daerafghehouden te zijne dan de verloopen
totte voorschreve renunchiatie ver-schenen, niet teghenstaende hem die in
sijnen coop sijn uijtghesteken ghe-weest; d'welck oock stadt-grijpt als den
pant bij executien wort vercocht,behoudelijck den renthier sijne actie op sijnen
verlijdere oft erf-ghenamen.
202. Item,
eenen verlijdere die den pant niet meer en heeft en is nietghehouden 't verloop
van de rente jaerlijckx te betalen, ten ware dat denpant, gheproeft sijnde,
bevonden werde niet sufficient te wesen.
203. Item,
ende al ist soo dat den pant, met renten belast zijnde, bij denproprietaris in
vele deelen wort ghespleten oft aen diversche persoonen vera-liëneert, soo
blijft nochtans de rente onghespleten ende ghehipothequeert opalle de deelen
ghelijck te voren, ende mach den renthier elck deel-hebbervan sijnen pant de
verloopen van sijne rente in solidum heijsschen.
p 220
204. Item,
indien eenen portionier de renten op sijnen ende meer anderepanden
gheconstitueert wilde quijten, mach dat doen, ende het surplus boven't ghene
hij uijt sijnen pant moet ghelden verhalen op andere panden, alsdaermede
verkrijghende d'actie van den renthier in respecte van de restedaerin hij niet
en is ghehouden, ende is sijnen pandt van de reste daermedeonghelast ende
ghesuijvert.
TITEL XII.
VAN COMPAGNIE
ENDE GHEMEIJNSCHAP VAN GOEDEN.
205. Die t'
samen staen in compagnie van coopmanschap sijn een voor alghehouden voor de
schulden van de compagnie, ende moghen elck in solidumdaervore aenghesproken
worden, behoudelijck hem sijn verhael op sijnenmede-compaignion.
206.
Daerteghens mach een ieghelijck van de compaignie gheduerende deselve in
solidum voor de inkomende schulden te ageren.
207. Item,
ghelaechs-ghenoten mogen een voor al bij den weert oft weer-dinne aenghesproken
worden tot betalinge van den geheelen gheborchdenghelaghe, behoudelijck hem
sijn verhael op sijne andere ghelaechs-ghenoten;ten ware , dat den weert oft
weerdinne, in 't borghen van den ghelaghe,iemants gheloove in 't besundere
ghevolght hadde, oft dat iemant in 't scheij-den zijn aenpaert betaelde,
daermede hij dan van 't resterende ghelachwort ontslaghen.
208. Item,
wanneer iemant in een gheselschap wort ghequetst, denghequetsten mach voor
sijne beternisse een van den gheselschappe, die medestrijtbaer ende twistigh is
gheweest, uijtkiesen ende sijne actie op den selvenintenteren, behoudelijck
[desen] sijn verhael op sijne mede-ghesellen; maerdie niet mede strijtbaer en
sijn gheweest en is [sijn] daerinne niet ghehouden.
209. Item,
niemant en is ghehouden langher in ghemeijnschap vaneenighe goeden oft in
compaignie te blijven dan het hem en belieft, maermach t'allen tijden daeruijt
te scheijdene alst hem belieft, ende rekeninghe,bewijs ende reliqua te
versueckene van den genen die de administratie heeftghehadt, ten ware datter
eenen sekeren tijt-verbont ware ghemaeckt.
p 222
TITEL XIII.
DAGEMENTEN.
210. Alle
daghementen van schat-schulden worden ghedaen bij den stadt-houder met eenen
schepene deser hooft-bancke, oft bij twee schepenenalleen, ende alomme in ander
dorpen bij de meijers oft vorsters.
211. Item,
alle daghementen om thoon te leijdenen, oft in cas van inju-rien, mede als de
wet-houderen ghedaeght worden om buijten-ghenecht tehouden, ende des criem
civile aengaet[39], mede alle
sommatien ende kerck-geboden, worden bij, de vorsters van Deurne ghedaen, ende
oock bij demeijers oft vorsters in andere bancken.
212. Item,
moeten alle daghementen gheschieden vier-en-twintigh urenvoor den beteeckenden
recht-dagh, ten ware in respecte van de ghevan-ghenen oft ghearresteerde
persoonen, die moghen geschieden als-men hem[hen] kan bekommen, oock nae
sonneschijn.
213. Item,
indien iemant eenen anderen dede daghen ende selfs niet encompareerde, noch hem
daeraf en fundeerde vermach den ghedaeghde de sakeselfs in rechte presenteren
ende zijne partije voorts doen roepen, ende nietcomparerende, doende blijcken
van den daghemente, versoecken van den sel-ven daghement ontslaghen te worden,
ende oorlof van den hove ende costen,d'welck ter manissen des drossaerts bij de
schepenen alsoo wort ghewesen.
214. Item, men
en mach om gheene schat-schulden dagen eenen bruijde-gom oft bruijt, oock niet
arresteren, apprehenderen, panden, beschrijvennoch sijne goeden uijthalen ofte
executeren op den dagh dat zij ghetrouwtsijn, noch als sij eerstmael sullen
slapen gaen.
215. Noch oock
niet daer een vrouwe in't kinder-bedde leght, soo langhehet kinder-bedde duert.
216. Item, en
moghen oock niet ghearresteert, gheapprehendeert nochbekommert worden die
beschreven sijn ende inne-kommen om hunnekennelijckheijt ende ghetuijghenisse
te gheven.
217. Item, een
weduwe oft andere, die de naeste erfghenamen sijn ablntestato van den
aflijvigen, en moghen oock voor de schulden van den
p 224
overledenen
niet ghedaeght, ghearresteert, bekommert noch gheapprehen-deert worden binnen
de ses weken nae de doodt van den aflijvigen, maersijn dien tijt vrij, om hen
te delibereren oft sij het sterf-huijs begeeren teaenveerden ofte renunchieren;
ten ware binnen den selven tijde het sterf-huijs ware bevonden insolvent, ende
dat d'erf-ghenamen t'selve verlieten;in welcken ghevalle den crediteuren
gheoorloft is bij arreste ende besettin-ghe daerop te procederen, ende die
vonnisse hebben, nae voorgaendesommatie, die te executeren.
218. Item,
kinderen en moghen hunnen vader oft moeder, groot-vadernoch groot-moeder niet
in rechte betrecken sonder voorgaende consent vanden drossaert, of stadt-houder
in sijne absentie, ende schepenen.
219. Item,
daghementen, sommatien, wettelijcke weten ende executienop sondagen ende
heijligh-daghen, die-men ter eeren Godts is houdende,ghedaen, sijn nul ende van
onweerden.
220. Item,
alle schat-schulden van liquide obligatien, schepenen-beken-tenissen, verloop
van chijnsen, renten, huijs-huere, huijs-ruijminghe, ver-teerde costen,
ghedroncken ghelaghen, backers, brouwers, vette-wariersende andere
schat-schulden tusschen den inghesetenen, is-men ghewoon teinstitueren bij
daghemente met den stadt-houder ende eenen schepenen, ofttwee schepenen alleen
onder Deurne, ende alomme elders bij meijer oftvorster.
221. Item,
indien iemant eenen anderen dede dagen op obligatie inhou-dende :
"brengher s'briefs," moet dat den ghedaeghde, in't doen van
dendaghemente, adverteren, oft anderssints wort den ghedaeghde
gheaccordeertdagh sonder prejuditie.
222. Ende
doende iemant eenen anderen daghen uijt krachte van trans-port, daerteghen
heeft de ghedaeghde dagh ende visie van den bescheede.
TITEL XIV.
DESISTERINGHEN
ENDE VERJARINGHEN VAN INSTANTIEN.
223. Alle
instantien worden nae d'jaer gheperimeert ende ghesmolten,alsmen de saeke heeft
laten verjaren sonder termijn daerinne ghehouden tehebben, ten ware dat waer
gheseght te furneren, ende dat daermede in desaeke ware ghesloten.
p 226
224. Ende
willende eenen verweerdere in sulcken ghevalle hem met desurannatie behelpen,
om de costen van dien processe te heijsschen, is ghe-houden conclusie in
materie van surannatie te nemen, ende dien aengaendevonnisse te obtineren.
225. Item, als
een andere [aenleggere] bevint sijne actie qualijck te hebbenghe-institueert,
vermach van die instantie te desisteren, mits den verweer-dere offererende
sijne costen, ende dan sijne saecke de novo te beginnen.
226. Maer eens
hebbende ghedesisteert, is dan ghehouden voor detweede reijse de saecke ten
eijnde te vervolghen, indien de verweerderet'selve versoeckt, oft anderssints
soude van de instantie ende actie moetendesisteren.
TITEL XV.
VAN DE
ERF-SCHEIJDINGHEN, SERVITUTEN ENDE RECHTEN DEN PAELDERS AENGAENDE.
227. Item,
ghebueren, hebbende heure erve bij malkanderen ligghende,moeten malkanderen
heure erve helpen bevrijen met thuijnen, ghelinten oftmueren, soo sij dat
t'samen overdraghen, half ende half, soo verre henneerven strecken ; maer
niemant en kan met recht bedwonghen wordeneenighe scheij-mueren te moeten
helpen maecken, ten ware dat hem beliefde,maer ghestaet mits bevrijende sijne
ghebueren, voor soo vele als hen [hem]toebehoort in den thuijn oft heijmsel te
onderhouden, met eenen tamelijckenthuijn oft schutsele.
228. Item,
moeten ghebueren malkanderen bevrijen van achter tot vore,soo verre henne erven
aen malkanderen strecken, ende wiens huijs oftedificie langher streckt ende
voorder bevrijdinghe oft heijminghe van doenheeft, dat moet hij alleene
draghen.
229. Item,
moeten alle heijmselen ten ghelijken coste ghestelt endeghemaeckt worden op de
gherechtige palen van twee erven, ende soo voortsonderhouden, ten ware dat
bleke van eenighe servitut ter contrarien bijeenighe schepenen-brieven van
goedenisse tusschen partijen oft henne voor-saten daeraf voor schepenen
ghepasseert; ende sijn alle heijmselen endethuijnen alsoo op heure rechte palen
gheseth ende ten ghelijcken costeghemaeckt, ghemeijn.
p 228
230. Item,
aengaende de winnende landen oft weijlanden neffens tweeghebueren ghelegen,
moeten die oock graven ten ghelijcken coste, op hennegherechtighe palen van
malkanders erve, ende die grachten ende waterlatenmede tot ghelijcken costen
onderhouden.
231. Item, die
eerst is klaghende ende op sijn landt vrij wilt wesen, isghehouden voren te
graven 't ghene hij te graven heeft, ende soo verre hijheeft ghegraven alsdan
de roede te steken ende sijnen ghebuere daeraf tewete te doen.
232. Item, als
iemant teghen d'landt van sijnen ghebuere alleene graeft,moet de eerde ende het
gheheulte legghen over sijn zijde, als wesende eenteecken dat hem d'erve van de
grachte toekompt, ende moet tusschen de dieptevan de grachte ende d'erve van
sijnen ghebuere laten twee voeten erve.
233. Item,
ende oft iemant hem 't soecke maeckte ende in ghebreke vielevan te heijmene met
sijnen ghebuere daerinne hij is ghehouden, vermachd'officier, des bij partije
aensocht zijnde, 't selve te doen ten dobbelen twee-schat, nae vier-en-twintigh
uren dat partije den ghebreckelijcke de wette-lijcke wete sal ghedaen hebben,
sonder eenige voordere rechtvoorderinghedaeromme te derven doen, ende mach de
ghebreckelijcke partije voor denselven dobbelen twee-schat rechtelijck af
panden.
234. Item,
boomen staende in ghemeijne heijmselen oft thuijnen, die ophenne gherechte
palen staen oft in ghemeijne erve, sijn ghemeijn, sonderaenschouw te nemen wie
die gheplant heeft.
235. Item, als
paelders, om erf-scheijdinghe tusschen ghebueren te doen,gheen pael-steenen en
vinden, soo moeten sij derven scheijden nae d'oudemetselrije daerontrent
staende, oft na ghetuijghenisse van goeden luijdendie over langhe jaeren daer
verkeert hebben, ende dien achtervolghendedaer eenen pael-steen doen setten,
boven ghekerft, ende den kerf settenlinie-recht, op 't scheijden van sulken
erven, ende soo verre men binnendertigh jaren daernae [eenen] anderen
pael-steen vint, soo behoort menden nieuwen pael-steen uijt te doen, ende
d'erve te scheijden nae uijtwijsenvan den ouden pael-steen.
236. Item, die
eenighe palen versette oft uijtdede, bij hem selven oftiemanden anders,
heijmelijck oft openbaer, om iemant in sijne erve oft ghe-rechtigheijt te
verminderen oft frauderen, wort ghecorrigeert als een dief,ende alle de ghene
die met hem daertoe behulpigh sijn gheweest.
p 230
237. Item,
haghen, thuijnen, schutsels, noch oock mueren die onderd'aerde staen, en
onterven niemanden, hoe langhe dat-se ghestaen hebben,noch en prejuditieren den
palen niet daermede de erven ghescheijdenhebben gheweest.
238. Item,
niemant en mach tusschen verscheijden partijen erven eenighepalen steken oft
setten, dan in de jeghenwoordigheijt, met consent endewete van den proprietaris
van der erven ten beijden sijden, oft mettenrechte bij ghesworen erfscheijders,
partijen daertoe gheroepen, op pene vanarbitralijck daeraf ghecorrigeert te
worden.
239. Item, soo
wie eenighe heijmsels, t'zij van houte oft van leem, bovenghedeckt met riet oft
anderssints, maeckt, is 'schuldigh tusschen beijdeneenen voet van sijne erve te
laten, oft t' selve soo verre van sijns ghebuerenerve te setten dat den
oosendrup ende water van dien dacke op sijns ghe-bueren erve niet en valt, noch
[hij] daeraf eenigh letsel en lijde, sonderexpres consent van sijnen naebuere.
240. Item,
indien iemant, in plaetse van eenen thuijn, gelint oft want,wilde maeken eenen
muer tusschen sijns gebueren erve, mach dien maeckenop sijne eijghen erve ende
tot sijnen cost alleene, sonder consent van sijnenghebuere, ende naedien dat
den selven muer is volmaeckt, soo blijft hemdie alleen toebehoorende, ende en
heeft den ghebuere daerinne gheen recht,ten ware dat hij t'selve van hem
verkreghe.
241. Item,
ende soo wie sijns selfs muer heeft staende eenen halven voetvan sijns gebueren
erve, die en mach daerinne tot sijns ghebueren ervewaertsgeen gaten oft
vensteren maecken oft houden, staende beneden reijckx, maerwel boven reijckx,
d'welck ten minsten seven voet hooghe is onder denondersten dorpel van de selve
gaten oft vensteren, alsoo boven reijckx, endemoet die sluijten ende toemaecken
met ijsere geerden vast, soo nae malkan-deren dat men daer niet door en kan
ghesteken.
242. Item, soo
wanneer eenen ghebuere recht heeft in oft tot eenenghemeijnen muere ende bij
den selven soude willen oprijsen ende hooghen,vermach met sijnen huijse oft
metselerije in den selven varen, sonderdaervan aen sijnen ghebuere voor 't
hooghen iet te betalen; behoudelijckindien op den ghemeijnen muer eenighe gote
lage, is schuldigh de selve totsijnen coste alleen te doen legghen, wel ende
loffelijck vast aen den ghemeij-nen muer op sijns ghebueren erve, ende wederom
op te maecken ende te
p 232
repareren 't
ghene des bij d'oprijsen van den muer oft verlegghen van degote ghebroken ende
verargert sal wezen, ende van dan voortaen wel endedeughdelijck de selve gote
te onderhouden tot zijnen coste, soo datter gheenghebueren schade af en hebben;
ten ware de ghebuere daernae sijn huijsoock soo hooghe timmerde als d'ander;
alswanneer datmen de gote wede-romme moet legghen op den ghemeijnen muer, ende
die dan voorts onder-houden ten ghelijcken coste.
243. Item,
mach een ieghelijck timmeren ende metsen op 't uijtterste vansijne erve, mits
latende buijten sijnen muer oft want eenen halven voeterve, indien 't met
schalien oft tichelen wort ghedeckt, ende eenen voeterve buijten sijnen muer
oft want, indien dat met riet oft stroij ghedecktwort, sonder meer, om het
vallen van den oisendrup, soodat bij sijns selfswater op sijns selfs erve is
leijdende; ende alle huijsen alsoo ghemaeckt, endehebbende buijten sijnen muer
erve van eenen halven oft gheheelen voet,daerop sijnen oisendrup valt, die erve
behoort toe totten selven huijse.
244. Item, als
in eenen muer staen freijten oft mosiergaten, noten ofthoofden van eerstmael
daerin ghemaeckt over beijde sijden, oft dat tenbeijden sijden balcken ligghen
in den muer, daerin oft dore gheanckertzijnde, dien muer is ende blijft
ghemeijn; ende daer de mosiergaten oftfreijten alleen staen over d'een zijde,
alsdan competeert dien muer alleenedien huijse daer de mosiergaten ende
freijten bevonden worden, ended'ander ghebuere daernaest en heeft daer gheen
recht inne, ten ware hijschepene-brieven oft wettigh bescheet hadde, dat hij
daerinne gherechtware; ende t'selve niet hebbende, vermach dien muer niet
ghebruijckenoft daerin eenighe haecken oft naghelen slaen; maer oft hij dat
haddeghedaen, moet die wederomme uitdoen alst den proprietaris van den
muerbelieft.
245. Item, een
ieghelijck mach in oft op eenen ghemeijnen muer, soo welstaende tusschen
ghemeijne hoven, plaetsen, erven als huijsinghen, varen,metsen, anckeren ende
timmeren, ende dien soo hooghe oprijsen als hemgoet-dunckt, ten ware datter
bescheet af ware ter contrarien.
246. Item,
niemant en mach nochtans in eenen gemeijnen muer gaten oftvensteren maecken,
noch oock licht daerdore scheppen tot eens anders erve-waerts, ten ware bij
consent ende ghedoochsaemheijt van sijnen ghebuere,
p 234
mede-proprietaris
van dien muere; d'welck oft hij ghedaen hadde, diepossessie en gheeft hem gheen
recht, hoe langhe die heeft gheduert, maermoet tallen tijden, alst den ghebuere
belieft, t'selve wederomme stoppen, alhaddet oock over hondert jaer ghestaen,
ten waer hij daeraf hadde wettighbescheet.
247. Item, van
ghelijcken, oock niet teghenstaende iemant eenigh lichtdoor sijns selfs muer
hem alleen toe-behoorende over hondert jaren endemeer ghehadt ende gheschepen
[gheschept] heeft tot eens anders mans erve-waert, die possessie en
prescribeert oock niet, noch en kan den ghebruijckervan dien lichte hem
daerdore, in cas van prescriptie, niet behelpen, maermoet dat wederom stoppen
alst den gebuere belieft.
248. Item,
niemant van de inghesetenen, t'zij backers, brouwers, ver-wers, herbergiers oft
ander, hem met hout gheneerende, en moghen eenighehoutmijten stellen dan op
hen-lieden erve, ende dat vier voeten van henneghebueren erve; ende indien
iemant ter contrarien dede, ende uijt saeckenvan dien de ghebueren eenighe
schade leden,'t ware van brandt oft anders-sints, dat sulcke arbitralijck wort
ghecorrigeert, ende de schade daerdoreghekommen sijnde moet die sijnen ghebuere
oprechten ende betalen, bovende pene daertoe staende.
249. Item, soo
wanneer iemant eenighe fruijt-boomen staende heeft opsijne eijghen erve, ende
dat de tacken hanghen over sijns ghebueren erve,soo moet hij die doen snoeijen
ende corten, oft moet andersints ghedooghendat sijnen ghebuere, over wiens erve
de voorschreven tacken hanghen,gheniete de helft van de vruchten op de tacken
over sijne erve hanghende,staende, indient den voorschreven ghebuere belieft.
250. Item,
ghemeijne particulier borne-putten moeten bij de proprieta-rissen, oft die
daerin deel oft acces toe hebben, om water te halen oft teputten,
ghelijckelijck, huijs voor huijs, onderhouden, ende alle oncostenvan koorden,
ketenen, eemers, rollen, schoon-maecken ende diergelijcke,betaelt worden elck
huijs even vele, 't zij d'een huijs de helft, d'ander maereen vierendeel, oft
oock niet dan sijnen toe-ganck ende ghebruijck daertoeen heeft, alwaert oock
dat dien borne-put stont op iemandts erve alleen;ende moet elck sijn water
leijden op sijne erve, ten ware datter bescheet oftprescriptie ter contrarien
af ware.
251. Item,
ende in 't maecken, onderhouden oft repareren van eenen
p 236
ghemeijnen
borne-put oft wijck-put, zijn allen de selve ghebueren, die denselven moghen
ghebruijcken, schuldigh ende gehouden te contribueren naadvenant de grootte van
heurlieder erve; behoudelijck dat de ghene dieeenen borne-put binnen sijne
huijse heeft, ghestaet midts ghevende de helftvant ghene dat hij soude gheven
indien hij gheenen borne-put in sijnenhuijse en hadde.
252. Item, een
ieghelijck moet alle sijn water, hoedanigh het zij, oockurine oft water comende
van sijne messie, selve leijden op oft over sijne erve,daer gheen contrarie
bescheet af en is, soo dat daeraf niemant vuijligheijdtoft letsel en hebbe;
ende aengaende d'water comende van boven sijnen huijseoft vallende op der
straten, moet daertoe buijten sijnen huijse uijt-stekeneene gote die ter
straeten-waert uijtcomt, ten minsten vier voeten lanck.
253. Item, soo
wie eenighen ghemeijnen muer, gote oft edificie afbreeckt,opneemt ende
vermaecken wilt, d'welcke eenen iegelijcken wel gheoorloftis, die moet dat
weder loffelijck doen repareren tot sijnen coste; maer alsdat wederom
cuijsbaerlijck ghemaeckt is, dan moet 't selve wederom voor-daen onderhouden
worden ten ghelijcken coste.
254. Item,
alsmen tusschen eenighe huijsen oft erven op ghemeijnemueren eenighe gote
maeckt oft leght, daer te voren gheene gheleghen enheeft, ende daer het water
mette selve gote niet ter straeten uijt en loopt,moeten alsdan de proprietaris
ende ghebueren, die den muer toe-behoort,dat water van dier gote leijden
ghelijckelijck over heure erven.
255. Item,
wanneer twee ghebueren tusschen hunne beijder huijsen endemueren hebben beneden
ligghende een gote oft water-loop daer hun beijderoijsendrup oft water is in
vallende ende gheleijdt wordt, die moeten sulckegote met goeden claren
goot-steen legghen, maecken ende onderhouden,ende als des noot zij doen
ruijmen, soodat het water ghevoeghelijck daeruijtloope ende sijnen scheut hebben
magh, al ten ghelijcken koste, behoude-lijck dat soo wanneer d'een van hen
beijden aen hen [sijn] sijde alleen heeftghetimmert, ghedeckt, ghemetst oft
eenighe reparatie gedaen, daernaer hijeenighe vuijligheijdt in de selve gote
gheworpen oft laten vallen heeft,waerdoor dit vervuijlt oft ghestopt soude
moghen wesen, alsdan moet deghene, door wien de vuijligheijdt oft
verstoptheijdt ghecomen is, de selvegote tot sijnen kost alleen voor die reijse
wederom doen ruijmen, reijnighenende schoon maecken.
p 238
256. Item,
door eene ghemeijne gote ligghende tusschen ghemeijne huijsenoft erven, en mach
niemant anders leijden noch laten loopen dan schoonwater alleene; ende hebbende
iemant sijnen waterloop door sijns ghebuerenerve oft huijs, die moet op sijn
sijde daervoor setten een staende ijsere traillie,daervan de geirden ten
minsten moeten staen twee duijmen bij den anderen.
257. Item, als
eenigh ghebuer eenen anderen vercoopt sijnen halvenmuer, alsdan heeft ende
behout den cooper van dien halven muer oock d'ervevan den oijsendrup,
ancker-hoofden, noten ende andere gherechtigheijt,die den vercooper buijten
sijnen muer voor den voorschreven coop hadde,alsoo dat den cooper dien muer
magh ghebruijcken als of hij te voren ghe-meijn gheweest hadde, niet teghenstaende
dat in den coop daeraf gheenvermaen ghedaen en is, ten sij dat andersints
tusschen de contrahenten sijondersproken.
258. Item, oft
eenighe ovenen, schouwen oft andere plaetsen daer vierghestoockt wordt stonden
te naer sijns ghebueren huijsinghe, schuere oftstallinghe, daeraf gheschapen
ware ongheval van brandt te comen, doorwindt oft andersints, magh den gebuere
daeraf sijne klachten doen aendrossaert ende schepenen, ende is de weth
ghehouden 't selve te visiterenoft doen visiteren bij de wijck-meesters oft
andere daertoe ghequalificeertoft te committeren, ende daerinne bevindende
perijckel gheleghen te zijne,'t selve den eijgenaer te doen remedieren binnen
sekeren bequamen tijde,oft dat, bij ghebreke van dien, de heer 'tselve sal doen
te dobbelentwee-schat.
259. Item, die
eenen ghemeijnen ouden muer staende heeft tusschensijne ende sijns ghebueren
erve, magh dien wel gheheel afbreken ende vannieuws opmaecken; des oft hij den
selven muer wilde dicker maecken dante voren, dat moet hij doen op sijns selfs
erve, ten waere dat sijnen ghebuerconsenteerde datmen het dicken van den muer
soude moghen stellen opghemeijne erve.
260. Item,
eenen blooten scheij-muer staende tusschen twee erven daer-men egheene huijsen,
logien oft edificien op en maeckt, dien machmendecken met vorsten, steenen oft
tichelen, ende machmen alsdan het waterdaeraf laten vallen aen beijde sijden.
261. Item,
niemant en magh oock eenen gemeijnen muer onder noch
p 240
boven
verargheren, berooven, minderen oft daerinne houden oft maeckentot sijnder
erve-waerts, sonder consent van sijnen ghebuer, op pene van't selve tot sijnen
coste in sijnen eersten staet te moeten doen repareren,ende daer-en-boven van
soodanighe onheusheijdt ghecorrigeert te wordenter arbitragien van de heeren.
262. Item,
niemant en magh vast aen sijns ghebueren erve teghens dengemeijnen muer eenighe
regenbacken, privaten, back-bovenen, oft dierge-lijcke dinghen, daer perijckel,
vuijligheijt oft stanck af soude moghen komen,maecken noch stellen, noch oock
asch-hoopen, messien, moijer-slijck oftdierghelijcke vuijligheden daerteghens
legghen, ten sij dat hij tusschenbeijden maecke eenen goeden dicken muer,
anderhalven steen dicke, endedien muer alsoo onderhouden ende bewaren op sijnen
kost, datter egheenschade af en komme, oft dat sijnen ghebuer egeen
inconvenient oft onghe-rief daerbij en lijde; ende bovendien moet hij zijn
privaet alsoo met thirasdoen metsen oft besetten dat [t'] sijnen ghebuere
ervewaerts egheene nat-tigheijt oft vochtigheijdt daerdoor oft uijt en comme
oft en traine.
263. Item, en
magh oock niemandt teghens de erve ven sijnen ghebuerstellen eenige
verckens-coten oft andere diergelijcke onbehoorlijcke werc-ken, maer moet
daeraf blijven, indien daer egheenen muer en staet, sevenvoeten, ende drij voeten
indien daer eenen muer stonde, ende alsoo sijnenghebuer bevrijden van stanck.
264. Item, die
een nieuw heijmelijck oft privaet-put oft voute op sijneeijgene erve wilde
maecken oft setten wilt, die moet 't selve oock setten drijvoeten verre van
sijns ghebueren muer oft erve, ende soo dicht dat sijnenghebuer daer egheenen
stanck oft ghebreck bij en hebbe; ende hadde sijnghebuer op sijns selfs erve te
voren eenen borne-put staende, die door t'voorschreven privaet soude moghen
worden bedorven, soo moet de ghenedie dat privaet doet maecken 't selve alsoo
versien dat sijnen ghebuer insijnen borneput ende water daeraf gheen hinder oft
ghebreck en krijghe,oft andersints moet hij sijn privaet ende voute wederom te
niet doen.
265. Item, soo
wie in sijn privaet oft privaet-huijs, eenigh locht-gat doorsijns selfs muer
maken wilt, comende tot eens anders mans erve-waert, diemoet dat locht-gat
stellen ten minsten vijfthien voeten hoogh boven deraerden.
266. Item, als
een ghemeijn privaet oft voute onder de aerde gheruijmt
p 242
ende schoon
ghemaeckt is, dan magh de ghene die 't belieft 't selve privaetonder in de
voute half toe doen metsen ende afschutten met eenen dickenmuer, ende de voute
separeren ende van den anderen splijten, alsoo datelckerlijck sijn privaet
behouden magh op sijn selven alleene; ende 't selveghedaen wesende, moet een
iegelijck van hun beijden van dan voortaent'sijnen coste alleen sijn privaet
onderhouden, ruijmen ende reijnighen, alstvan noode is, door ende over sijns
selfs huijs ende erve, sonder cost oft lastvan sijnen ghebuere, ten waere
datter bescheet af ware ter contrarien.
267. Item,
wanneer partijen of twee ghebueren tsamen ghebruijcken henghemeijn privaet dat
onder de aerde light, moeten dat ten ghemeijnencoste ruijmen, ende over-handt
d'een reijse over oft door des eens, ended'ander reijse over des anders erve
oft huijse, ten ware bij eenighe voor-waerde oft contracte anders ware
ondersproken.
268. Item, een
ieghelijck moet oock sijne schouwen soo hooghe maeckendat sijne ghebueren van
den roock oft gensteren noch andersints daerbijegheen perijckel, schade noch
ghebreck en lijden; ende al en hadde daerniemandt ghebreck bij, altijt moet hij
sijn schouwen maecken ende metsenten minsten vier voeten hooghe boven den
daecke.
269. Item, wanneer
eenigen muer, ghelint oft heijmsel uijt den loodestaet, ende over eens anders
erve hanghende, oft dat het dack van sijnenhuijse soo lanck is dat het water
valt op eens anders muer oft erve, dienmuer oft ghelint moet terstont gherecht
ende in sijn loodt gestelt wordenende het dack alsoo ghekort, dat het water
valle op gijns selfs erve, al tencoste van den ghenen die den muer, heijmsel
oft dack toe-behoort ; maerwaer den muer ghemeijn, soo soude dat ghedaen moeten
worden totghelijcken coste.
270. Item,
niemandt en magh sijn huijs oft [erve] boven den ouden grondthooghen dat sijn
ghebuere daeraf hebbe eenigh ghebreck oft schade bijlijden soude moghen; ende
soo wie sijnen gront hooght, die eens anderswater daerdoor oft over leijden
moet, die moet 't selve terstont wederomnederen ende op sijnen eersten ende
ouden grondt brenghen, alsoo dat hetwater ghevoeghelijck uijtloope ende sijnen
scheut behouden magh ghelijckte vooren.
271. Item, in
ghemeijne ganghen, oft daer iemandt servituijt aen heeft,om uijt- ende inne te
gaen, daer en magh niemant ijet inlegghen, setten oft
p 244
stellen, dat
de passanten, huerlinghen oft den bequamen deurganck eenigh-sints soude moghen
beletten.
272. Item, een
ieghelijck die door eenighen ganck heeft sijnen uijt- endeinganck, magh daer
uijt ende in gaen ende rijden, nacht ende dagh, vroeghende spade, met
huijsvrouwe, boden, familie, [ende] peerden, ossen endeandere beesten daerdoor
uijt ende in stouwen ende leijden, oock alderhandegoeden, waren ende
coopmanschappen, berringe ende dierghelijcke uijtende inne doen, te waghen oft
andersints, insgelijcks oock daerdoor priva-ten doen ruijmen, ten waere datter
bescheet ware ter contrarien, datmen't selve niet doen en mochte.
273. Item, soo
wie recht heeft door eens anders erve sijnen wegh tehebben, die moet den selven
ghebruijcken met ghetijdiger vromen, tennaesten kante ende ter minster schaden
van dier erven, ende is schuldighgoede toesicht te nemen over sijne beesten, om
die alleen daerover oft doorgheseelt te leijden.
274. Item, soo
wie eenighe bempden, weijden, landt oft bosschen heeftligghende van der
straeten, die moet weghen ende sijnen wegh hebbenover d'erve van de ghene die
voor ligghen, om daerover te gaen, te rijdente stouwen ende sijne vruchten te
halen; maer dien wegh moet ghenomenworden oock ter minster schaeden, ten
naesten cante ende ter naesterstraeten, ten waere sij [hij] costumelijck ware
gheweest elders te weghen,in welcken ghevalle hij sijnen ouden wegh schuldigh
is te houden.
275. Item, oft
iemandt, door negligentie van den ghene die sijnen weghheeft over ander lieden
erve, merckelijcke schade lede van de beesten diedaerover ghestouwt worden,
anders dan ghelijck passerende beesten ghe-meijnlijck doen, die schade soude
den meester van de beesten moetenbetalen, de selve beleijt wesende binnen vier
en twintigh uren, als hiervooronder den titel : Van acker-schade[40]
is verhaelt.
276. Item,
ende hebbende iemandt servituijt van weghe over oft door deerve van sijnen
ghebuer voor hem ter straten-waert ligghende, moet dienproprietaris van de
voor-landen hem dien wegh in alle manieren [ende] terplaetsen daer hij dien
heeft ghehadt, taten ghebruijcken, sonder hem diente moghen benemen, ten ware
hij hem dien leijde naerder ende bequamerdan dien te voren gheleghen heeft.
p 246
277. Item,
niemant en magh oock het water van sijne verckens-coten oftmessien laten loopen
opter straten, oft in golen oft grachten aen de stratecomende, maer moet die
leijden ende bedwingen te blijven op sijns selfserve, ten ware met oorlove van
den heere, oft consent van den ghenen diende grachte competeert, ende dat daer
niemandt anders schade noch stanckaf en hadde.
278. Item,
niemant en magh oock eenigh huijs oft edificie af-breken oftruijmen in
prejuditie oft achterdeele van de rentieren oft chijnsenaers, rentenoft
chijnsen daerop heffende.
279. Item, van
alle questien raeckende de erf-scheijdinghe, hebben alleende kennisse drossaert
ende schepenen deser juridictie, die tot hun moghennemen de ghesworen erf-scheijders,
om alleen hun met de selve te adviseren,ende alsdan voorts te wijsen soo hun
duncken sal te behooren.
280. Item,
daer de ghebueren winnende landt neffens malkanderen heb-ben ligghende, d'welck
alleene scheijt metten steenen-pael daer tusschenbeijden staende, dat die
ghebueren, besaeijende hun landt, elck sal moetenblijven ende komen tot den
pael om dat om te doen ende te besaeijen; endeoft iemandt daerover quaem ende
eenigh deel van den lande van sijnenghebuere incorporeerde met te winnen, saeijen
ende de vruchten af te doen,dat dien daeraf arbitralijck sal worden
ghecorrigeert, ende den anderensijne schade moeten goet doen.
281. Item, oft
den ghebuer wien sijn landt waer afghenomen 't selveghewaer werde eer sulcke
besaeijde vruchten bij den besaeijer waren aen-veert, sal 't voorschreven
besaeijde moghen t'hemwaerts aenveerden als sijneijgen goet.
TITEL XVI.
FORME ENDE
MANIERE VAN PROCEDEREN IN ORDINARISCHE CIVILE SAECKEN BIJDAGHEMENTE
GHE-INSTITUEERT WORDENDE.
282. In den
eersten, dat van alle saecken die bedinght zullen worden voordrossaert ende
schepenen zal ghemaeckt worden eene rolle, om bij ordrepartijen voor recht
gheroepen te worden, soomen naer ouder costumen isghewoon gheweest te doene, de
nieuwe saecken voor ende de oude daernaer,
p 248
alle in
behoorlijcke ordre ghestelt, ende met ghenoeghsaem spatie tusschenelcke
presentatie, ten eijnde daer tusschen beijden ghevoeghelijck maghworden
ghestelt de acte die in elcke sake sal ghehouden worden.
283. Item, dat
uijtter rollen oft registre oock sal ghemaeckt worden eenkleijn rolle oft
lijste, d'welck sal gheplackt worden voor de dore daermenhet ghenecht is
houdende, daerbij een iegehck sal sien sijnen tour wanneersijne saecke sal
dienen, d'welck sal accorderen mette presentatien soo die opde rolle staen.
284. Item, dat
de partijen bij ordre t'elcken bij de vorsters sullen ghe-roepen worden, als
elck sijne saecke sal dienen, om binnen in de besloteneding-camer te comen ende
huijne saecke te hooren bedinghen, de welckealdaer voor recht sal staen neffens
sijnen procureur, met ontdeckten hoofde,sonder eenighe onghemaniertheijt te
moghen thoonen, ende sijne saeckebedinght zijnde, dat hij wederom sal moeten
vertrecken met behoorlijckereverentie.
285. Dat oock
de advokaeten, taelsprekers oft procureurs partijen saeckensullen bedinghen met
alle reverentie ende stilte, sonder dat d'een in d'andersplaidoije sal moghen
vaeren of't selve interrumperen; dan, 't selve ghe-eijndtzijnde, sal de
teghen-partije dan daerteghens sijn teghen-plaidoije doen,sonder malkanderen te
stooren.
286. Item, dat
de vorsters elck ghctieelite bij tour sullen ghehouden zijnde kamer te moeten
gade slaen, datter egheene andere partijen en sulleninnecomen, dan die
gheroepen sullen worden als hunne saecke sal dienen.op pene van t'elcken te
verbeuren, van elcken persoon die hij sal onghe-roepen laten inne-comen, eenen
stuijver tot behoef van de busse; ende sal deselve vorster, die de camer gade
slaet, hebben van elcke saecke, van denghenen die de selve is presenterende,
een oort.
287. Item, sal
den greffier aen de taelsprekers oft procureurs ghevenacces totte rolle, om
hunne saecken daeruijt te teeckenen, ten eijnde sijgoets tijdts moghen weten
wat hun in der saecken staet te doene.
288. Item, dat
de procureurs oft taelsprekers, egeene saecken en sullenmoghen intenteren noch
defenderen voor dat sij hebben behoorlijcke procu-ratie, oft partije en come
selfs voor recht.
289. Sal niet
te min een procureur voor eenen verweerdere sonder procu-ratie moghen dagh van
berade nemen, midts exhiberende procuratie als hij
p 250
sijne
antwoorde sal dienen, oft eenighe andere versoecken oft sustenuen salwillen
doen.
290. Item, wie
sijne partije heeft doen dagen, sal ten dage dienendeschuldigh wesen sijne
conclusie oft libel, met goede specificatie ende allecircumstantien ende
declaratie totte saecken dienende, ghelijck naer rechtbehoort, ghehouden zijn[41]
over te gheven, op pene dat de gedaeghdeegheenen tijdt en sal loopen om
daerteghens te antwoorden.
291. Item,
ende soo wanneer een aenlegghere iemant voor recht wilt doendaghen, sal
ghehouden zijn 't selve te doen doen bij den stadthouder endeeenen schepene,
oft twee schepenen alleene, de welcke 't selve daghementsullen moeten doen aen
den persoon, oft die van sijne familie, bequaemzijnde om dagementen te
ontfanghen, met declaratie ende insinuatie, om watoorsake hij gedaeght wordt,
den dagh wanneer ende tot wiens versuecke,in der manieren als hiervore titel :
Van daghementen[42] is
verhaelt.
292. Item,
partije in der manieren voorschreven gedaeght zijnde, isgehouden ten eersten
daghe van rechte te compareren ende sijne saecke tedefenderen, oft, bij faulte
van dien inghevalle de saecke staet tot nampti-satie, als van obligatie voor
schepenen oft voor notaris ghepasseert, oft oockonder sijn handt-teecken,
verschenen huijs-huere, lant-pacht, verloop vanrenten, chijnsen, schulden op
kerven gemaeckt, geborghde gelaeghen, bier,broot, ghehaelt vleesch,
vette-warije daer kerven af zijn, arbeijts loon endedierghelijcke schulden,
staende tot namptisatie oft provisie, wordt denaenleggere sijnen heijsch bij
provisie ende onder cautie aenghewesen,behoudelijck den ghecondemneerde sijne
defensien ten principalen.
293. Item, van
soodanige schulden en wort oock den gedaeghde egeenendagh gegheven maer is
schuldigh, de wijle de heeren te rechte sitten, teantwoorden, soo hiernaer
naerder wort verhaelt, ten ware dat de obligatieoft andere bescheeden, daeruijt
de namptisatie wordt versocht, waren overde drij jaren oudt, in welcken gevalle
den gedaeghde wort gegunt daghsonder prejuditie, salva cautione.
294. Item,
ende oft iemandt ghedaeght wierde voor andere schulden dierouwe ende illiquide
zijn, oft in feijten consisteren, soo wanneer den
p 252
gedaeghde
d'eerste reijse niet en compareerde, vervalt in d'eerste defaultende [is]
versteken van alle exceptien declinatoir; ten tweeden ghenechteoock niet
comparerende, wordt vervallen van alle exceptien declinatoir endedilatoir ;
ende niet comparerende voor de derde reijse, wordt vervallen inderde default,
ende versteken van alle exceptien declinatoir, dilatoir endeperemptoir, ende
wordt den aenlegghere voorts voor 't profijt van diensijnen heijsch
aenghewesen.
295. Item, oft
eenen ghedaeghde, die d'eerste oft tweede reijse is vervallenin default,
compareerde, ende alsdan in sijne defentien wilde ghehoortworden, deselve sal
alvoren moeten purgeren de oncosten van de voorgaendedefaulten, eer hij in
rechte sal moghen ghehoort worden.
296. Item,
ende ofte iemandt aenghesproken werde ter causen vaninjurien, oft ex delicto
daertoe eenighe amende stonde, ende achter bleve inder manieren voorschreven,
wordt de anlegghere ter derder reijsen vansijne feijten ghewesen ten thoone,
ende den selven gheleijt zijnde, dandaeroppe vonnisse ghegheven naer behooren,
297. Item,
partije ghedaeght zijnde op schepene-brieven, obligatien oftandere instrumenten
staende tot namptisatie, is [d'aenlegghere][43]
schul-digh, ten daeghe dienende, willende funderen de provisie, de selve
inrechte te exbiberen ende daeruijt de provisie te versoecken, oft
andersintsende bij ghebreke van dien, wordt den ghedaeghde oock
gheaccordeertdagh ende visie van den bedinghden bescheede.
298. Item,
ende exhiberende d'aenlegghere sijn bescheedt daeruijt hij deprovisie oft
namptisatie is funderende, is de ghedaeghde alsdan schuldighdaerteghens te
antwoorden de wijle de heeren te rechte sitten; indien noch-tans sulcke
bescheeden maer drij jaeren oudt en zijn; midts andersins,indien die ouder
waeren, de verweerdere daertegens sal geaccordeert wor-den dagh sonder
prejudicie ; ende jongher wesende, is schuldigh, als voor,te antwoorden, ende,
[indien hij] alsdan eenighe peremptoire feijten [alle-geert][44],
als van betalinghe, transactie, innovatie oft dierghelijcke, wordtghewesen die
te moeten thoonen ten naesten recht-dagh oft, bij ghebrekevan dien, den selven
heijsch onder cautie te moeten namptiseren; des is hij
p 254
schuldigh, soo
wanneer den aenleggere sulcks versoeckt, binnen sonne-schijn cautie te stellen
van te rechte te staen ende 't ghewijsde te voldoen.
299. Item,
tegens alle schulden over de drij guldens bedragende, is dengedaeghde oock
schuldigh te antwoorden de wijle de heeren te rechte sitten,oft andersints,
mits bij den aenleggere de selve gewarigende bij eede, worthem sijne
t'achterheijt aengewesen.
300. Item,
vermagh een renthier oft chijns-heffer sijne verloopen rentenoft chijnsen te
eijschen bij acte reële ten gronde, in der manieren als hiervore is gheseght,
als hebbende sijne keuse de selve sijne actie te instituerensoo hem dunckt den
ghereetsten middel te wesen om tot sijne betalinghe tekomen.
301. Item, soo
wanneer partijen ten beijden zijden compareren voorrecht, moet den aenlegghere
hem terstont funderen, 't sij ter rollen oft bijgheschrifte, soo 't hem goet
dunckt, ende terstont daermede overgheven allesijne documenten, daermede hij de
selve sijne aensprake wilt verificeren ;ende ingevalle den heijsch niet en
staet tot namtisatie, soo wort alsdanden verweerdere ghegunt dagh van vierthien
daghen, om daerteghens teantwoorden.
302. Item,
ende soo't ware een rouwe saecke, wordt ten genecht-daghedaernaer
gheappoincteert, dat de verweerdere ten naesten ghenecht-daghesal schuldigh
zijn t'antwoorden, oft dat, bij gebreke va d'een[45],
d'aenleg-gere sal obtineren in sijne conclusie.
303. Item,
salmen van gelijcken in 't dienen van alle schrifturen, soo vanantwoorden,
replicquen, duplicquen als andere, partije accorderen, eerstten daghe dienende,
copije ende dagh, daernaer dagh peremptorie, endevoor 't leste dilaeij
versteken, salvo ten naesten; ende ten genechte daer-naer, is partije schuldigh
te dienen van sijne schrifture, oft andersints exci-pieert de wederpartije op
de voorgaende appoinctementen, ende wortgheseght te furneren, oft partije
gheadmitteert ten thoone, indien de saeckein feijte consisteert.
304. Item, in
alle saecken wordt partije in den uijtersten noodt naerlitiscontestatie eens
ghegunt eenen heerlijcken dagh ex officio, daervore denheer comt eenen
stuijver.
p 256
305. Item, in
saken geschreven tot duplicque incluijs magh den aenleg-gere designeren de
nieuwigheden der selver duplicque, ende daertegensversoecken te tripliceren;
van gelijcken oock teghens de quadrupliquedesigneren novitates der selver, ende
daertegens versoecken te quintupti-ceren; op welck versoecken de saecke sal
moeten ghesloten ende gefur-neert worden, sonder voorder schrijvens, om, in 't
ramen van den vonnissedaerop regard ghenomen zijnde, recht gedaen te worden, 't
zij tot admissievan triplique, quintuplique oft ten principalen, soo de
scepenen dat sullenvinden te behooren; ten waere met de duplique oft
quadruplique eenighenieuwe bescheeden werden bedinght ende overgegeven, oft dat
int monde-lingh bedinghen van der saecken bewesen werde daerinne geposeert
tewesene nieuwe feijten, die moesten beantwoort worden; in welcken ghevalle,soo
partije hem opposeert teghens het voorgaende schrijven, gheappoinc-teert sal
worden uijt het bedinghde van partije soo de wethouderen sullenvinden te
behooren, 't zij van de stucken te colligeren , oft het voorderschrijven te
admitteren.
306. Item,
ende oft een verweerdere voor alle antwoorde proponeerdeeenighe exceptie van
litispendentie, van ghewijsde dinghen, declinatoir oftincompetentie van den
rechter, die den intendit van den processe soudebeletten soo verre 't selve
heeft schijnsel van fondamente, sal daeropworden geleth naer behooren, ende
proponerende eenige andere exceptien,sal hem geordonneert worden ad omnes fines
te moeten antwoorden.
307. Item,
indien oock eenen verweerdere den aenlegger wilde reconve-nieren, magh dat doen
voor alle antwoorde, oft in een volumen, ende daer-naer niet ; ende zijn alsdan
partijen gehouden, soo wel in materie vanreconventien als conventien, simul et
semel voorts te procederen, ende alsoobeijde de saecken gelijckelijck totten
diffinitiven toe te instrueren; ten waredat in de procedure bevonden werde de
eene pretensie liquider dan d'anderte wesen, oft dat de eene consisteerde in
feijte, in welcken gevalle men eerstmet vonnisse sal beslissen het liquitste,
oft andersints partijen admitterenten thoone.
308. Item,
partije ten thoon geadmitteert zijnde, is gehouden dien af teleijden na thien
weken, ghenietende, op 't genecht nadien hij is ghewesenten thoone, sijnen
tweeden dagh, het ghenechte daernaer sijnen derdendagh van thoone, daernaer
peremptorie, ende daernaer versteken, salvo
p 258
ten naesten,
sonder meer, ten ware met consent van sijne partije, oft dat,midts de
gheleghentheijdt van der saecke, hen bij vonnisse voorschreventijdt werde
ghegundt, zonder datmen in den intendit oft billet van produc-tien eenighe
andere feijten sal moghen stellen dan die in den processe enzijn gheposeert, op
pene van rejectie, ende dat daerop in 't raemen vanden vonnisse niet en sal
worden gheleth.
309. Item,
partijen hunnen thoon gheleijt ende van voorderen thoon gerenunchieert
hebbende, wort partije daeraf gheaccordeert copije ende,dagh om daerteghens te
reprocheren, waerinne egeen andere redenen enmoghen ghebracht worden, dan die
dienen tot wederlegginghe van thoon;daernaer wordt hem ghegunt dagh
peremptorie, ende daernaer verstekenvan reproche, salvo ten naesten, alias dat
partes sullen furneren, etc.;insghelijcks alsser is ghereprocheert in cas van
salvatien ende furnissement.
310. Item,
wort daernaer het proces onder behoorlijcken inventaris ghe-instrueert,
ghesloten ende ghefurneert, ende 't selve alsoo ghedaen wesende,wordt 't selve
bij den griffier den schepenen in handen ghelevert, omme,ter manisse des
drossaerts oft van sijnen stadt-houder, bij schepenen daeroprecht ghedaen te
worden, soo sij uijt de merite van de saecke sullen vindente behooren, daeraf
de ghesuccumbeerde, 't zij van incidentale oft van diffi-nitijve vonnissen,
magh appelleren indien hij hem daerbij bevindende[46]
beswaert, in der manieren als hiervoor onder den titel : Van appellatien[47]
is gheseght.
TITEL XVII.
VAN FUGITIVE
ENDE INSOLVENTE PERSOONEN OFT STERF-HUIJSEN.
311. Item, is
een ijegelijck gheoorloft te procederen bij arreste endeevictie op goeden van
fugitive oft ghefaelgeerde persoonen, al waer hij oockeen inghesetene deser
juridictie.
312. Item,
wordt een inghesetene voor fugitief ende insolvent ghehouden,als hij uijt den
dorpe vertreckt sonder sijne crediteuren te betaelen; oock
p 260
soo haest men
bevindt dat hij eenighe goeden versteeckt oft verborght, endeoock als hij voor
sijn schult zijn huijs abandonneert, vliedt oft latiteert.
313. Item,
wort oock eenen debiteur verstaen ghefaelgeert te zijne, alshij hem in oft
buijten sijnen huijse verborgen hout, oft de strate schout;oock als hij te hove
eenighe provisie heeft verworven, 't zij van brieven vaninductien, van respijt,
van cessie oft dierghelijcke, al ist oock soo dat hij dienoch niet en heeft ter
executien ghestelt, oft oock dat hij hem met eenighenvonnisse laet executeren ;
wanneer sulcken persoon sijne goeden niet enmagh aen iemanden transporteren
noch verbinden, sijne haeffelijcke goedenals erffelijcke goeden, waer die oock
gheleghen zijn, om den eenen sijnencrediteur daermede te beneficieren ende den
anderen te prejudicieren, maerworden alle sulcke verbintenissen oft transporten
ghehouden voor nul endevan onweerden.
314. Item,
eenen ghefaelgeerden debiteur, hem houdende in sijn huijsende egheene sijne
goeden verstekende noch vluchtende, maer die laetendebij executie vercoopen, en
magh uijt [in] sijnen huijse voor sijne schat-schulden oft reële schulden niet
ghevanghen, noch daeruijt gevangen geleijtworden, maer is binnen sijnen huijse
vrij, ten ware hij waer in actu fugae.
315. Item, soo
wie hem vervoordert te salveren ende verborgen eenighegoeden van fugitive oft
insolvente persoonen tot defraudatie oft achterdeelvan de crediteuren, ende
daermede den insolventen assisteerde, dat hijhem met die verborghen goeden
absenteerde, sulcx dat daerdoor de credi-teuren het hunne te buijten bleven, is
sulcken persoon oft persoonen ghe-houden selver de schulden van alsulcken
gefaelgeerden debiteur te betalen,ten waer nochtans dat den debiteur iemandt
van sijne crediteuren eenigegoeden in handen gave tot versekerheijt van sijne
schult, in welcken ghe-valle sulcken crediteur gestaet mits die te voorschijn
brenghende endeleverende in handen van den heere, om tot profijte van de
ghemeijne cre-diteuren verkocht te worden, alsoo terstont na het faillissement
de goedenaen de crediteuren worden geaffecteert ende verbonden, om de selve
hunnecrediten die vervallen zijn daerop te verhalen, ende die niet vervallen
enzijn, daerop te procederen tot versekerheijt van sulcken schult, elck naerhet
recht dat hij daeraen heeft, in cas van preferentie oft concurrentie, soodat
hiernaer sal worden verklaert.
316. Item,
moeten alle crediteuren, wie sij zijn, gheen vonnisse noch
p 262
kracht van
vonnisse hebbende op de goeden van hunneli ghefaelgeerdendebiteur oft
becommerde sterf-huijsen, procederen bij besette, ende diebehoorlijck
evinceren, om soo tot voldoeninge van hunne t'achterheijt temogen geraken, ende
dewijle die noch in wesen zijn; oft indien de selvezijn verkocht ende ghelicht
uijt de handen van den heere, vervalt daeropvan sijne actie; ten ware
hijpothecarise crediteuren, die hadden eenighehijpoteque van erfgoeden, de
welcke daervoor blijven gheaffecteert, endedaerop sij blijven behouden hunne
actie van preferentie.
317. Item, is
den drossaert oft hooft-officier, oft wel in sijne absentiesijnen
stadt-houdere, ter presentien van twee schepenen, bij den secretarisvan den
dorpe schuldigh te inventariseren ende als ordinaris sequester tebewaren alle
de goeden van fugitive oft insolvente persoonen, oft vanbecommerde
sterf-huijsen, ruerende ende onruerende, hoedanigh die zijn,binnen sijne
jurisdictie gheleghen, om bij de ghemeijne crediteuren respectiveuijtghewonnen,
verkocht ende voorts tusschen de selve ghedistribueert teworden, naer advenant
van elckx t'achterheijt, behoudelijck de geprivile-gieerde crediteuren hun
recht van preferentie, daervoor d'oflicier heeft dent'sestighsten penninck.
318. Item, de
kleederen ende cleijnodien van de vrouwe oft kinderen bijvader ende moeder hun
gegeven ende naer hunnen respectiven staetgemaeckt, en worden onder de goeden
van den man oft ouders niet gerekentnoch ghe-inventarieert, 't zij den man oft
ouders insolvent zijn oft niet; oockniet de boecken voor den sone ghekocht oft
ghegheven t'zijnder studie.
319. Item, en
magh den eenen crediteur den anderen niet beletten sijneuijtwinninge oft
procedure teghens eenen insolventen persoon oft insolventsterf-huijs; maer
alles volcomen zijnde, wort dan gheprocedeert tusschenhenlieden : wie heeft de
preferentie, oft wie moet komen in concur-rentie.
320. Item, als
eenigh sterf-huijs wordt aenveert onder beneficie vaninventaris, is sulcken
erfghenaem onder beneficie van inventaris schuldighdaervore borghe te stellen,
ende dan terstont alle de goeden te doen inven-tarieren, ende de nieuwe goeden
rechtelijck te vercoopen, omme daermedede crediteuren te voldoene; ende
daermede niet toecomende, is oockghehouden binnen s'jaers de immeuble goeden te
vercoopen, ten eijnde alsboven; d'welck ghedaen zijnde, willende dan het
sterf-huijs renunchieren,
p 264
is schuldigh
van sijne administratie te doen behoorlijcke rekeninghebewijs ende reliqua,
ende daertoe de crediteuren te doen daghen, opdat sijdaeraf moghen kennisse
hebben.
321. Item, en
moghen sulcke erfghenamen onder beneficie van inventarisegheene crediteuren
betalen, dan midts bij de selve stellende cautie van soosij ijet te vele oft
t'onrechte ontfonghen, dat sij 't selve sullen restitueren totbehoeve van de
andere crediteuren.
322. Soo oock
soodanige erfgenamen moeten toesien dat sij eerst betalende geprivilegieerde
crediteuren; noch en moghen de goeden des sterf-huijsin niemants prejudicie
belasten, al op pene dat sulcken erfghenaem, oftsijnen borghe, daervoor moeten
innestaen ende 't selve moeten goetdoen, aloft sij selfs daeraf debiteurs
waren.
TITEL XVIII.
VAN GUARANDT.
323. Item,
naerdien eenen aenleggere sijne conclusie genomen salhebben, ende de
verweerdere ghefundeert is van guarandt te versoecken,'t selve voor de
litiscontestatie versoeckende, sal hem ghegunt worden daertoetijdt van
veerthien daghen, ende hem gheaccordeert worden brieven vandaghemente, indien
de partije daerop hij zijn garandt versoeckt woontbuijtens dorps, om hem tot garandt
te sommeren, ten eijnde hij comeverklaren oft hij wil garanderen oft niet, oft
alsulcken voorderen tijdt vangarandt als des noodigh sal bevonden worden.
324. Ende
wordende sulcken garandt na de litiscontestatie versocht, ensal alsdan 't selve
de saeck principael niet retarderen.
325. Item,
indien de ghesommeerde, in cas van garande ghesommeert oftghedaeght zijnde,
voor de litiscontestatie compareert, sal alsdan moghenversoecken copije van de
aenspraecke ende schriftelijcken bescheede daertoede selve is relatief, om hem
daermede te beraden, die hem sal wordengheaccordeert indien den dagh is
ghefundeert.
326. Welcken
dagh genoten hebbende, sal ten genachte daerna moetenverclaren oft hij voor den
originalen verweerdere 't garandt wilt aenveerdenende intervenieren oft niet,
sonder voorder dilaij oft heerlijcken dagh temoghen ghenieten.
p 266
327. Ende
verclarende jae, sal schuldigh zijn alvoren cautie sufficient temoeten stellen
tot contentemente van den aenleggere, eer hij sal moghenontfanghen worden, oft
eer den originelen verweerdere sal uijt den rechtemoghen blijven; ende'tselve
gedaen zijnde, wort den originelen verweer-dere uijt den rechte ontslaghen.
328. Ten ware
nochtans dat d'actie ware reële, oft dat in der saeckesouden gheproponeert
worden eenighe feijten die den originelen verweer-dere raecken, daerop hij
selve soude moeten antwoorden onder eedt decalumnia.
329. Item,
comparerende oock den gesommeerde in cas van garande,verklarende niet te willen
garanderen, sal daermede ghestaen aengaende deselve materie van sommatie, om de
materie principael daermede niet teretarderen, als wesende voluntair; maer sal
d'origineel verweerdere moghenprotesteren van sijne diligentie, costen, schaden
ende interesten, ende voortsin de materie principael moeten voorts procederen.
330. De welcke
ten eijnde ghedefendeert wesende, soo verre de verweer-dere werde
gecondemneert, alsdan gefundeert is allen 't selve daerin hijgecondemneert is
ten laste van den voorschreven gesommeerde te moetenverhalen, midts hem daervoor
in rechte compellerende, ten waere de gesom-meerde conde bewijsen in 't selve
garandt niet ghehouden te zijn.
331. Item, oft
de gesommeerde in cas van garandt gedaeght oft beschre-ven zijnde, niet en
compareerde, gebleken zijnde van den dagemente oftbeschrijvinge, wort de selve
ghecontumaceert, ende daermede verstaen niette willen garanderen, in welcken
gevalle de verweerdere protesteert als vore.
332. Item, in
saken die geheijscht worden uijt personele bescheeden oftverbintenissen, niet
spruijtende uijt eenighe coopen van gronden van erven,renten, verstervenissen
oft diergelijcke saken, en heeft een aenlegger hetgarand niet t'admitteren;
maer een verweerdere hebbende eenighe actievan garandt, wort hem sijne actie
dien aengaende op den selven gereser-veert, ende moet den aenleggere van 't
ghene hem sal aenghewesen wordenpresenteren cessie ende transport te doen.
p 268
TITEL XIX.
VAN GHEWESEN
VONNISSEN, SOMMATIEN ENDE EXECUTIEN.
333. Item, soo
wanneer iemant bij vonnisse is gecondemneert, wortdaeraf ghelicht eene acte,
ende ingevalle van egeene voldoeninge, moet deghecondemneerde eerst daermede
worden ghesommeert metten vorster oftmeijer, die dat schuldigh is de selve
sommatie achter op den rugghe van deacte te teeckenen, inhoudende den dagh, met
d'antwoorde van partije.
334. Ende
ingevalle't selve is een vonnisse provisioneel, is den aenleggeregehouden, voor
alle executie, te stellen cautie voor de namptisatie.
335. 't Selve
ghedaen zijnde, inghevalle van egeene voldoeninghe, wortde executie op d'acte
geteeckent in deser manieren : "Executie versochtende geconsenteert;"
ende binnen vier-en-twintigh uren na de voorschrevesommatie, wort den
gecondemneerde, ten versoecke van den aenlegghere,metten stadt-houder oft
vorster, ter presentien van schepenen, ghe-executeert,ende neemt d'officier
aldaer kleijnen pandt; den welcken gheproeft zijnde,wordt den eerstcomenden
sondagh daernae bij den vorster ter kercken uijt-gheboden den coop-dagh, datmen
op sekeren dagh van de weke, alsdan tenoemen, sal vercoopen de goeden van
sulcken ghecondemneerde, endeworden dan op den selven ghedesigneerden dagh de
goeden bij openbarenuijtroepe verkocht bij den officier, in de
teghenwoordigheijt van den heerdrossaert oft sijnen stadthouder ende twee
schepenen, totter sommen toein de acte begrepen, met de sommatie ende rechten
van der executien; deswort den ghecondemneerden tijdt ghegheven van drij
daghen, om sulckeverkochte goeden te moghen lossen.
336. Item,
heeft eenen aenlegghere keuse, indien den gecondemneerdenheeft in rechte borghe
ghestelt van te rechte te staen ende 't gewijsde tevoldoene oft voor de costen
van den processe, om, voor 't gewijsde, teexecuteren 't zij den borge oft den
principalen ghecondemneerde, behoude-lijck dat den borghe met de selve acte
oock magh voorts vaeren ten lastevan den originelen gecondemneerde, hebbende
quitantie ende transport dathij de selve schult heeft voldaen.
337. Item,
vonnissen bij borgemeesteren ende schepenen der stadt vanAntwerpen gewesen,
daermede de lange-roede der selver stadt comt executie
p 270
doen, moet
alvoren sommatie geschieden met eenen sommatie-brief van deselve stadt, die
eenen stadt-bode is brenghende aen den stadt-houder, teneijnde hij daermede den
ghecondemneerde sommere, onder sijnen behoor-lijcken salaris, ende is den
stadt-houder onder den selven sommatie-briefsijn verclaren teeckenende, ende
dan dien den stadt-bode restituerende.
338. Item, de
voorschreve sommatie gedaen zijnde, als de langhe-roedecomt in executie, moet
daertoe t'zijnder assistentie nemen den officier endetwee schepenen, die dan
eerst den cleijnen pandt halen, ende naer het son-daeghs kerck-ghebodt de
goeden in der manieren voorschreven vercoopen.
339. Maer met
vonnissen op andere plaetsen oft dorpen buijten desejurisdictie ghewesen, en
magh egeen inghesetene alhier ghe-executeert wor-den, ten ware 't selve bij de
weth alhier wierde verklaert executabel, daer-toe partije alvore sal moeten
gedaeght worden, oft wel met brieven vanrequisitorien van de wethouderen daer
het vonnisse gewesen is aen dewethouderen alhier.
340. Item, soo
wie in eenighe saecke, 't zij ten, principalen oft in casvan provisien, de
nederlaghe heeft, wordt oock tacite verstaen in de costengheduemt te zijne,
niet tegenstaende 't selve vonnisse egeene condemnatievan costen in en hiele.
341. Item, als
bij vonnisse de costen worden ghecompenseert, moet hetrapport-geldt bij
partijen ghedraghen worden half ende half, ende staen dekosten, dier [die er]
t'zedert de uijtinghe van den vonnisse rijsen, ten lastevan den gecondemneerde
alleene, door wiens oorsaecke die geschieden.
342. Item, soo
wanneer datter in rechte mede gheheijscht zijn schadenende interesten, ende dat
bij het vonnisse daeraf niet en wordt vermaent,dan wordt verstaen dat de
teghen-partije daeraf word ontslaghen.
343. Maer
inghevalle partije in de costen is geduemt, ende dat de schadenende interesten
niet mede en zijn gheheijscht gheweest, alsdan vermogendie bij nieuwe instantie
gheheijscht worden, indien partije meijnt daerinnegherecht te zijn.
344. Item,
vonnissen alhier in judicio contradictorio, in contumaciam, oftsommarie op
meuble goeden gewesen, en verjaren niet, maer wordengheprescribeert na dertigh
jaeren; wel verstaende dat de sommatien endeteeckenen van executie verjaeren,
ende t'elcken moeten vernieuwt worden.
345. Item,
vonnissen teghens eenighe persoonen gegheven die comen te
p 272
sterven, sijn
tegens sijne weduwe ende erfgenamen executabel in solidum,indien de selve het
sterf-huijs hebben aenveert, met voorgaende sommatieende teeckeninghe van
executie.
346. Item,
eenen universelen erfghenaem, oft andere erfgenamen gelijc-kelijck, oft oock
die van hun procuratie oft transport heeft, magh oft moghenoock ter executien
doen stellen de vonnissen bij den overledene tot laste,van eenen anderen geobtineert,
ende hebbende[48] 't selve
recht dat denoverledene hadde.
347. Item,
eenen erfgenaem, hebbende eenigh sterf-huijs aenveert onderbeneficie van
inventaris, 't zij ab intestato oft ex testamento, gecondemneertzijnde tot
betalinghe van eenige schulden van den sterf-huijse, is in sijneeijgen goeden
executabel totdat hij de goeden van den sterf-huijse bewijstdaerop men 't selve
vonnisse soude moghen stellen ter behoorlijcker execu-tien, oft andersints in
rechte overgeeft sijne rekeninge, ende daerbij doetbewijs ende reliqua, dat hij
hem heeft gereguleert sulcks dat niemant daerbijen is beschadight.
348. Zijn oock
alle executeurs van testamenten, momboiren oft cura-teuren, oft oock
rent-meesters ende administrateurs van ander liedengoeden executabel uijt krachte
van de vonnissen teghens hunlieden in deselve qualiteijt gewesen, totdat sij
goeden bewesen hebben hunne weesenoft meesters toe-behoorende, oft andersins
rechtelijcke presentatie vanrekeninge, bewijs ende reliqua gedaen hebben.
349. Item,
moeten eerst ghe-executeert worden de meuble goeden eermenmagh comen tot
vercoopinghe van de erfgoeden.
350. Item,
indien iemant in handen heeft eenen pant metter minnen,moet dien eerst proeven,
eer hij aen d'andere meublen des debiteursvermagh te comen, ende is daeraen
voor alle andere geprefereert.
351. Item, soo
wanneer een aenleggere, 't zij in criem oft in civile saken,wort verclaert om
gheageert te hebben in vuegen ende maeten niet ontfang-baer te zijne, met
expresse absolutie des verweerders van de impetitie oftheijsch te hemwaerts
ghenomen, wort de selve verweerdere daerbij verstaengeheel ende al van de actie
des aenleggers geabsolveert te zijn.
352. Item, wie
eenige meuble goeden in eenige sterfhuijsen coopt, oft
p 274
oock die bij
executie worden vercocht, is gehouden 't selve te voldoentot alsulcken termijn
als in den vercoop-boeck is gestelt, oft andersinsmagh de heer, oft secretaris
die de coopdagen ophaelt ende goet moet do n,sulcke coopers daervoor sommeren,
ende naer een sondaeghs kerck-gebotteghen hun procederen tot vercoopinge van
sijne meuble goeden, tottevoorschreven somme toe, ende mede voor de oncosten
van de executieende vercoopinghe, sonder daerom eenige andere procedure te
dervendoen.
353. Item, moet
oock den secretaris den vercoop-boeck voldoenbinnen den voorschreven gestelden
tijt in den vercoop-boeck vermelt,alwaert oock soo dat eenighe coopers ende
hunne borghen tot insol-ventie waren bedeghen, daervoor sij hebben van elcken
gulden eenenstuijver.
354. Item, als
iemant executie wilt doen uijt krachte van eenigh vonnisseprovisionneel, is
gehouden te stellen cautie voor de somme daerinnebegrepen.
355. Item,
vonnissen geobtineert bij besetsel ende evictie tegens eenigemeuble goeden van
eenen insolventen ende fugitiven, daervan de debiteurslatiteren, hun absent
ende verborghen houden, soo datmen hun niet en weette becomen, mogen, sonder
voorgaende sommatie, naer een voorgaendesondaeghs kerck-gebodt, bij den
officier ter executien gestelt worden, bijvercoopinge van de selve uijtgewonnen
goeden.
356. Item, een
renthier oft hijpothecaris-crediteur, die bij besetsele endeuijtwininnghe is
volcomen ende vonnisse heeft geobtineert, moet die ghe-evinceerde goeden
alleenlijck vercoopen ende sijn uijtgewonnen pandenexecuteren, ende voorder
niet; ten ware hij mede hadde geprocedeert opalle sijns debiteurs andere
goeden, uijt krachte van eenighe generale verbin-tenisse, in welcken gevalle
hij, comende aen sijnen uijtgewonnen pandt tesneven, ende vindende onder dese jurisdictie
andere goeden, 't gene bevon-den sal worden te sneven, sal hij sijne acte van
evictie daerop mogen terexecutie stellen.
357. Item, soo
wanneer iemant ware gecondemneert ad factum pr'stan-dum, ende dat hij daervoor
waere gesommeert, salmen hem de vorsters intgoet seijnden, die daer sullen t'
sijnen coste blijven teiren, totdat hij 't selvevonnisse sal hebben voldaen;
ende sal de ghecondemneerde mede daer-en-
p 276
boven de selve
vorsters moeten betalen hunne vacatien, soo hiernaer onderden titel : Van
salarissen[49] wordt
gheseijt; ende egeen huijs houdende,noch middel hebbende, salmen hem houden in
apprehentie, totdat hij't voorschreven vonnisse hebbe voldaen, naerdien
d'executie op sijnen per-soon bij den officier sal zijn gheteeckent.
358. Ende oft
het niet en waere in de macht van den debiteur 't selvevonnisse te voldoen, sal
dat in rechte moghen bewijsen in cas van oppositie,in welcken ghevalle daerinne
bij de weth sal worden versien soo naerrechte sal bevonden worden te behooren.
359. Item, en
moghen oock niet ghe-executeert worden de peerden endealle andere
ghereetschappen dienende totte agriculture ende bouwinghevan landen, oft daer
iemant sijnen cost mede wint, oft neringhe oft ambachtmede doet, ten ware, alle
d'andere meuble goeden vercocht sijnde, denexecutant daermede niet toe en
quame.
360. Item, wie
hem beklaeght van eenighe executie, mach sijne partijebij maniere van
appellatie ende materie van oppositie doen daghen, ende isalsdan ghehouden ten
eersten daghe van rechte te proponeren sijne redenenvan oppositie, welcke
saecke men sal moeten sommarie oft verbalijck bedin-ghen, ende bij schepenen
ten eersten daghe, indien het doenlijck is, bijvonnisse worden ghedetermineert[50].
361. Item, wie
hem eens teghens de executie beklaeght heeft, ende daeraf,t'zij door sijn
achterblijven oft bij vonnisse, vervalt, en sal andermael niettoeghelaten
worden, om de selve executie te beletten, maer sal teghens hemworden
gheprocedeert tot vercoopinghe van sijne goeden, als vore.
362. Item, sal
[sullen] eerst van de ghe-executeerde goeden betaelt wordende rechtelijcke
costen van de executie, daernaer den debiteur sijn volleschult ende ten lesten
de boete, indien de ghecondemneerde hem t'onrechteteghens d'executie hadde
gheopponeert.
TITEL XX.
HANTSCHRIFTEN
ENDE OBLIGATIEN.
363. Item,
alle hantschriften, t'sij van obligatien, recipissen oft quijt-
p 278
scheidinghen
van schatschulden bij een privaet persoon onderteeckent, hoegroot dat de somme
oock is, sijn van weerden, ende mach uijt sulcke obli-gatien gheageert worden
teghens den ghenen die-se heeft onderteeckent, oftteghens sijne erf-ghenamen,
tot betalinghe, ende bij provisie tot namtisatievan de somme in de selve
obligatie begrepen, niet teghenstaende die bijghetuijghen niet en sijn
onderteeckent, noch in en hout [houden] eenigheoorsaecke waeruijt die spruijt
[spruijtenl.
364. Item,
transporten ende verbintenissen van actien personel endecrediten van verschoten
renten, pachten oft hueren, hoe groot die oock sijn,voor notaris ende
getuijghen oft onder privaet hantschrift sonder frauldegheschiet, sijn van
weerden, mits nochtans, des noot sijnde, de ghene diesoodanighe transporten
heeft onder privaet hantschrift van den cessionant,ghehouden is te moeten
thoonen dat den datum, daerinne ghestelt, isoprecht ende waerachtich.
365. Item,
aengaende transporten van meuble goeden voor notaris endeghetuijghen oft onder
privaet hantschrift ghedaen, daeraf gheene overleve-ringhe ghedaen en is, oft
iet anders dat effect van leveringhe heeft, en sijnniemant eenigh recht
ghevende.
366. Item,
uijt krachte van obligatien inhoudende clausule van
"brenghers'briefs," vermach den brengher oft hebber der selver de
selve betalingheoft voldoeninghe te heijsschen, al en is hij in de selve
obligatie niet ghenoemt,sonder ghehouden te sijn van eenighen titel te doen
blijcken, oft te verklarenvan wien hij de selve obligatie ghekreghen heeft, oft
tot wiens behoeve hijageert, ten ware den rechter, uijt eenighe merckelijcke
redene, die hij be-vonde teghens den selven brengher te militeren, bevonde
anders te behooren.
367. Item, soo
wanneer eenen crediteur heeft eenighe obligatie inhou-dende "brengher
s'briefs", die voor schepenen is ghepasseert, daerinne ver-bonden sijn
eenighe meuble ende immeuble oft erf-goeden, met clausule vanparate executie,
't selve recht heeft oock den brengher s'briefs op de selveverbonden goeden,
ende oock om den executeur[51]
ende de verbonden goedendaervoor te mogen executeren, sonder eenigh ander
transport te dervenhebben.
368. Item,
sijnde eenen crediteur verleent eene obligatie met clausule
p 280
van
"brengher s'briefs," onder liet privaet hantschrift van den
debiteur,ende dat hem tot sijne versekerheijt, als pant metter minnen, sijn
ghegheveneenighe ruerende goeden, 't selve recht heeft oock de ghene die is
hebbervan de voorschreve obligatie aen de voorschreve goeden, ende is daeraenvoor
alle andere hebbende recht van preferentie.
369. Item, oft
iemant sijne obligatie quame te verliesen, die mach bij denofficier doen
proclameren dat, die [de] selve ghevonden heeft, de selve vanstonden aen
brenghe in s'heeren handen, op alsulcke pene als de weth salordonneren, ende
wort alsdan eenen ieghelijcken verboden sulcke verlorenobligatie te coopen,
vercoopen oft vermanghelen, oft anderen in handen tegheven, sonder dat den
debiteur, naer de selve proclamatie, die obligatieaen andere vermach te betalen,
dan aen den ghenen die de selve heeft doenproclameren oft sijns last hebbende,
maer sal sulcke betalinghe ghehoudenworden voor nul ende van onweerden.
TITEL XXI.
HUERINGHEN VAN
HUIJSEN, HOEVEN ENDE LANDEN.
370. Huere
gaet voor coop, als den coop niet en gheschiet uijt krachtevan eenigh evictie,
maer dat de proprietaris de vercoopinghe doet uijtterhandt, oft dat die bij
scheijdinghe ende deijlinghe tusschen de erf-ghenamenoft deelhebbers, oft oock
bij executie uijt krachte van eenigh personelvonnisse gheschiet.
371. Item,
wanneer iemant eenigh huijs, hoeve oft landt heeft, mettenval van de bernende
keersse, van den heere inne-ghehuert, d'welck in't voor-jaer is uijtghewonnen,
ende bij den uijtwinner is verhuert, willendeden proprietaris daernaer 't selve
goet kommen ontsetten oft verantwoorden,moet des niet teghenstaende de huere
stadt-grijpen voor eenen jare endeden huerlinck 't selve goet voor den tijt van
eenen jare blijven ghebruijcken,ten ware den ontsetter daeraf hadde sijn
ghemoet.
372. Item, als
iemant van den heere, uijt krachte van evictie, eenigh huijsoft landt metten
val van de bernende keersse heeft inne-ghehuert, moet denvoorgaenden huerlinck
daerop laten al dat eert-vast ende naghel-vast is, mits
p 282
de
besaeijtheijt toekomt den ghenen die 't selve goet van den heere heeftghehuert,
behoudelijck hem sijn ploech-recht ende actie van beschadigheijtteghens sijnen
verhuerder, als voor.
373. Item,
ende oft den huerlinck niet en ruijmde, sal den officier, uijtkrachte sijnder
officie, mette bevonniste huercedulle, des bij den huerlinck(teghen den heere
aenghegheven) versocht sijnde, den voorgaenden huerlinckvan s'heeren weghen
belasten terstont te ruijmen, op de pene van t'sestighgouden realen s'heeren
behoeve, mits sulcke weijgeringhe is eenen moet-wille; ende 't selve noch niet
willende doen, sal de heere met sijne dienaershet goet doen op de straete
setten, ende alsoo den ghenen die t'huijs, hoeveoft landt bij evictie heeft
ghehuert daerin setten.
374. Item,
wanneer iemant eenigh huijs oft erve, bij hem ghecocht sijnde,verhuert oft
vercoopt, ende dat daernaer bij eenen anderen dien coop wortghecalengiert oft
vernadert, soo is die huere ende[52]
tweeden coop in respectevan den calengierder nul ende van onweerden, ten sij
dat den calengierderbeliefde die van weerden te houden, soodat hiervoor, onder
den titel : Vancalengieriringhe ende naderschap[53],
naerder is gheseijt.
375. Item,
waert soo dat eenen huerlick binnen een tijt sijnder huere't selve sijn
ghehuert huijs, hoeve oft landt cochte, oft t'sijnen behoeve dedecoopen, ende
dat dien coop werde ghecalengiert, soo moet, in dien ghevalle,sijne voorgaende
huere blijven stadt-grijpen, ende den huerlinck sijnevoorgaende huere
ghenieten, ten ware bleke dat de huere eerst in frauldevan het recht des
calengierders ware gheschiet, in welcken ghevalle sulckehuere soude nul ende
van onweerden wesen, alwaert oock soo dat eenenanderen persoon als den cooper
sulcke hueringhe hadde aenghegaen.
376. Item, den
cooper ghegoeijt sijnde in eenighe huijsen, hoeven oft lan-den, heeft actie
teghens den huerlinck, om hem van de huere t'sedert sijnegoedenisse ghevallen
te doen betalen, sonder dat hij van doen heeft eenighander transport van den
vercooper. ten ware tusschen partijen anders waregheconditionneert.
377. Item, een
verhuerder is ghehouden den huerlinck het verhuert huijs,hoeve oft erve,
preciselijck te leveren, ende hem te doen ende laeten
p 284
ghebruijcken
volghende sijne huere, indien 't selve is in sijne macht, ende nietwesende in
sijne macht, moet daeraf hebben des huerlincx ghemoet, endehem sijnen interest
goet doen.
378. Item, soo
wanneer de proprietarissen hunne huijsen, hoeven oftlanden voorts verhueren
naerdien de huere van den ouden huerlinck is ghe-expireert, alsdan moet den
ouden huerlinck 't selve verhuert goet terexpiratien van den tijt leveren ende
ledigh maken, sonder dat den oudenhuerlinck eenigh recht heeft om die tweede
huerlinck[54] te
vernaderen oftmoghen aenveerden voor den selven prijs alst verhuert is, maer
moet, soovoorschreven is, terstont ruijmen ende den nieuwen huerlinck leveren.
379. Item,
eenen proprietaris en mach eenen huerlinck gheduerendesijne huere niet doen
verhuijsen, al woude bij selfs in't huijs, op de hoeveoft stede, kommen woonen,
oft het landt ghebruijcken, oft al woude hij dehuijsinghe afworpen om nieuwe
wooninghen op te maken.
380. Item,
moghen alle huerlinghen henne huijsen, hoeven ende landenvoorts verhueren den
tijt hender huere, maer blijven dien niet teghen-staende aen henne meester voor
de selve huere verbonden, ende mach denmeester oft verhuerder hem dien niet
teghenstaende daervore maenen endemet rechte totte voldoeninghe der selver
compelleren, al oft hij 't selve goetselve ghebruijckte; maer cesseert de selve
voorts-verhueringhe als bijhuercedulle sulckx is verboden; ende vermach den
verhuerdere die voorts-verhueringhe vernaderen ende calengieren, in der
manieren als hiervoreonder den titel : Van calengieringhe ende naderschap[55]
is verhaelt.
381. Item, is
oock eenen huerlinck ghehouden de huijsingheen, schuerenende stallinghen van
een landt-huijs oft hoeve gheduerende den tijt sijnderhuere te onderhouden in
goeden reke [van] wanten ende reparatien, medeoock van daecke, deuren,
vensteren, sloten ende greijndels, soo hem diehoeve ende wooninghen sijn
ghelevert, ende ter expiratie sijnder huere endeafscheijt van den pande 't
selve alsoo te leveren, ten ware anders tusschenpartijen, in't aengaen van de
huere, ware besproken.
382. Item, sal
oock den huerlinck, nae landt-recht, op de hoeve moetenlaten allen het mest dat
op 't landt oft in de messie sal ligghen, ter expiratie
p 286
van de huere,
ende dat daerop bij de beesten ghemaeckt sal wesen, oock hetderdendeel van den
stroo, ende een derdendeel van den landen 't sijnderafscheijt ledigh te moeten
laten, sonder eenigh mest oft stroo van den voor-schreven derden ghedeelte te
moghen afvueren, ten ware anders bij dehuercedulle ware ondersproken, oft, als
den huerlinck de hoeve ende landtledigh vinde als bij daerop kompt, sal hij
dant selve oock soo moeten ledighlaten ligghen, indien bij de huercedulle
daeraf gheen andere conditie en isghemaeckt.
383. Item, als
nae den overstrijck van den besprokenen tijde van dehuere beijde partijen
swijghen, ende dat den huerlinck daeroppe is gheble-ven, wort verstaen 't selve
voor den ouden prijs ende conditien te blijvenvoor dat saisoene van den jare,
om de besaeijtheijt wille, ende alsdan, wil-lende de proprietaris den pachter
t' eijnden van den selven jare doenverhuijsen, oft willende den pachter selfs
dan verhuijsen, moeten dat mal-kanderen ses maenden te voren op-segghen, om
deen des anders schadete verhueden.
384. Item,
grijpt 't selve oock plaetse in respecte van alle ghehuerdehuijsen die
ghebruijckt worden alleen tot eenighe neiringhe, mits alsdand'een den anderen
t'selve drij maenden van te voren op-segghende.
385. Item,
vermach sulcken huerlinck 't selve huijs te approprieren endete stellen nae
sijne neiringhe die hij doende is, op sijnen coste, behoudelijckdat 't selve
gheschiede sonder bederffenisse, schade oft verargernisse vandien huijse ende
erve, ende oock dat hij tsijnen af-scheijden 't selve stellein sulcken staet
ghelijck hij 't selve aenveert heeft, daervore hij oockghehouden is te stellen
cautie, indien 't den verhuerder versoeckt.
386. Item, die
eenighe woon-huijsen[56]
verhuert is ghehouden 't selve teonderhouden van wanden ende daecken, teghens
wint ende watere, privatente doen ruijmen, schouwen te doen vaghen, van vaste
deuren ende vensteren,ende mede 't selve van andere reparatien te versien, oft,
bij ghebreke vandien, mach den huerlinck, nae dien hij 'tselve aen den
proprietaris heeftaensocht, selfs soodanighe nootsaeckelijcke reparatien doen
doen, endedaeraf leverende behoorlijcke specificatie ende acquicten, dat aen
sijnehuere te corten.
p 288
387. Item, soo
wanneer eenen huerlinck op sijn ghehuert goet gheplantheeft eenighe boomen ende
plantagien. oock aen het huijs oft op d'erve ietop sijnen cost ghetimmert oft
ghemetst heeft, mach ter expiratien van dehuere allen 't selve nae hem nemen
ende af-breken, mits stellende 't selvehuijs ende erve in alsulcken staet als
hij 't ghevonden heeft, ten ware datden proprietaris allen 't selve beliefde te
betalen, ten segghen van liedenhen des verstaende, oft dat in 't maken van de
huere tusschen partijenanders besproken ware.
388. Item,
mach eenen verhuerdere sijnen huerlinck van eenighe huijsen,hoeven[57]
oft landt doen afstant doen van de huere, soo wanneer hij 'tghehuert huijs,
hoeve oft landt misbruijckt, 't zij met oneerlijck huijs tehoudene, oft d'lant
niet en cultiveert met mesten ende weijden [wieden ?],ghelijck nae den
ploech-rechte behoort; oock als in de huercedulle isbesproken dat hij alle jaer
sijne huere ende pacht moet betalen, op privatievan sijne voorder huere soo
wanneer hij des in ghebreke blijft te doen,ende 't selve laet overstier gaen
drij maenden sonder 't selve te doen.
389. Item, dat
alle de haeffelijcke goeden van eenen huerlinck, soo weldie hem toebehooren als
die hem sijn verhuert oft gheleent tot het huijs-houden ende exercitie sijnder
neiringhe, uijtghenomen brouketels, terstontnaedien hij de selve in sijn huijs
ghehuert heeft oft pant ghebrocht heeft[58],staen
ende sijn verbonden aen den proprietaris oft verhuerdere voor devoldoeningh van
sijne huere ende voor de deterioratien ende verargernissenvan den huijse oft
gronde, soo langhe die op den pant berusten, de welcke,bij den proprietaris oft
verhuerdere daerop ghearresteert oft beseth sijnde,en mach den huerlinck die
daeraf niet amoveren noch doen amoveren voorende aleer den proprietaris en is
van alles voldaen ende betaelt; ende indiende selve in als oft in deele, in
fraude van den proprietaris oft verhuerder vanden pande waren ghedaen, moeten
die wederomme op den pant oft inhanden van de justitie ghebrocht worden; ende
vermach den verhuerdere't selve met rechte op den pant doen brenghen, waeraen
den verhuerderevoor alle andere crediteuren alsdan wort gheprefereert; maer soo
wanneer
p 290
sulcke goeden
sijn van den pant ghedaen sonder beleth van den arrest oftbesette, alsdan en
heeft den verhuerdere daeraen gheen recht van preferentie.
390. Item, en heeft
oock den verhuerdere gheen actie aen de goeden vanandere persoonen, die eenighe
kelders, kamers, pack-huijsen oft anderedeelen van de ghehuerde huijsen in
hueren hebben van den huerlinck vanden selven huijse, maer sijn alleenlijck
verbonden voor de selve particulierhuere, ende voor de voordere huere en sijn
niet convenibel noch arrestabel.
391. Item,
vermach eenen verhuerdere op de meublen van sijnen huer-linck, berustende op
zijnen pant, voor sijne t'achterheijt procederen bijuijtwinninghe met vier besettinghen,
ende dan versoecken dat die sullenworden ghewesen verreijct voor de selve sijne
conclusie; oft vermach oockte procederen bij daghemente teghens den huerlinck,
soo 't hem goetdunckt ende inghevalle van suspicie van insolventie,
voorvluchtigheijt oftverstekinghe van de goeden, vermach, nae voorgaende
consent van de weth,terstont de voorschreve ghearresteerde oft besette goeden
te doen beschrij-ven metten griffier, ter presentie van twee schepenen.
392. Item, is
huijs-huere, hoef-paaht ende landt-pacht staende tot namp-tisatie, niet
teghenstaende eenighe reconventie oft exceptie die den huerlincksoude willen
proponeren van oft ter causen van reparatien bij hem aen hetghehuert huijs oft
erve ghedaen; ten ware hij den proprietaris dede blijckendat hij, hebbende
gheprotesteert dat hem gheene nootelijcke reparatien enwaren ghedaen, die heeft
moeten verschieten; ende soo hij sulckx niet endede blijcken, is dien volghende
den huerlinck ghehouden de gheheijschtehuere te namptiseren; ende aengaende de
reparatien, worden partijendaeraf versonden voor goede mannen, om die te
liquideren ende partijen tevereenighen, oft, inghevalle van gheenen accorde,
partijen geschil met hetadvis aen de weth overbrenghen, om daerop recht ghedaen
te worden naerbehooren.
393. Item, soo
wie eenigh beseth oft bejaeght goet aenveert ende in fraudevan den crediteur
versteckt, ende men 't selve goet onder hem bevonde, oftmetter waerheijt
bethoonen conste dat hij 't selve hadde gheamoveert ofthelpen amoveren, de
selve is, ten versoecke van den crediteur, ghehoudendie goeden wederom te
brenghen ter plaetsen daer hij die ghehaelt oft helpenhalen heeft, oft, bij
ghebreke van dien, is ghehouden den crediteur van sijnet' achterheijt te
voldoen.
p 292
394. Item, soo
wat boden hen verhueren, sijn schuldigh in hennen dienstte kommen, ende dien te
moeten voldoen aen den ghenen zij hen hebbenverhuert, ten ware zij bleven in
den dienst daer sij hadden willen uijtscheij-den, d'welck sij hennen nieuwen
meester goets tijdts sullen moeten opseg-ghen, oft anderssints den voorschreven
hennen dienst te moeten komenvoldoen voor den tijt dat sij hen sullen hebben
verhuert.
395. Item,
wanneer iemant deser werelt kompt aflijvigh te worden, dieeenigh huijs oft
landt heeft verhuert, blijft dien niet teghenstaende de huerevan weerden, ten
ware sulcken verhuerdere alleenlijck daeraf ware gheweesteenen tochtenaer, in
welcken ghevalle de selve huere, mits sijne aflijvigheijt,expireert.
396. Item, die
deel heeft in eenigh huijs, hoeve oft erve die bij sijnemede-deelhebbers wort
verhuert sonder sijnen last oft consente, mach oockde naeste sijn om die huere
bij vernaderinghe te aenveerden voor denselven prijs, mits daervore stellende
sufficiente cautie; ende de voorschrevevernaderinghe doende binnen acht daghen
dat hij daeraf sal sijn gheadver-teert, d'welck den mede-portionaris oft
huerlinck ghehouden is te moetenlaten weten, ende nae de expiratie van den
voorschreven tijt is daerafvervallen.
TITEL XXII[59].
VAN KEUREN ENDE
BREUCKEN.
397. Eerst,
soo wie voor den rechter in't ghedinghde quame ende als[60]
ghecalengiert werde omdat hij teghens het vonnisse seijde oft dede, verbeurtaen
den heere twee gulden.
398. Item, wie
voor recht eenighe onghebonden oft injurieuse woordensprake, verbeurt aen den
heere ses gulden, ende noch ghecorrigeert teworden naer ghelegentheijt van der
saken, ter ordinantie van schepenen.
399. Item, soo
wie van 't ghewijsde van schepenen appelleerde, endedaer en t'eijnden dat niet
en verhief, verbeurt t'elcker reijsen drij gulden.
400. Item, soo
wie eenighe haghen afhiele oft snede, liet zij willighen oft
p 294
bercken, oft
eenen thuijn afbreeckt, die sal verbeuren ses gulden tot behoeveals vore, oft
anderssints ghecorrigeert worden nae gheleghentheijt van desake, soo menighmael
als 't selve sal ghebeuren, ende den proprietaris sijnschade repareren.
Van ongherechtighe
weghen.
401. Item, soo
wie gaet op eenighe ongherechtighe weghen oft verstekenweghen daer den
ghemeijnen wegh ghebruijckbaer is, die sal t'elcke reijseverbeuren ses
stuijvers.
402. Item, die
bevonden wort nieuwe weghen te maken ende kanten oftgrachten deursteckt, sal
verbeuren twee gulden, voor d'eerste reijse, endevoor de tweede reijse dobbel;
ende dede 't eenen buijten-man, noch eenssoo vele, ende de derde reijse staen
tot arbitrale correctie.
Van
waterlaeijen ende straeten.
403. Item, soo
wie ter ordinantie van den drossaert ende schepenen, naed'overstrijcken van den
tijde bij het kerck-ghebodt ghedeclareert, hemteghens sijnen ghebuere niet en
beheijmde, t'zij met graven oft anderebehoorlijcke heijmselen, noch oock en
graefde noch en ruijmde de bekenende waterganghen, noch oock en maeckte de
vaer-weghen ende voet-weghen, elck teghens sijne erve, sal verbeuren van elcke
calengieringheende stuck bempts oft landts, oft weijde, daer de beken,
water-loopen oftweghen neffens loopen ende ligghen, twee-en-veertigh stuijvers;
ende soowanneer de heer voor de tweede reijse omgaet, sullen verbeuren het
dobbelvan dien, ende sal dan de heere allen 't selve doen maken ten dobbelen
lastvan den huerlinck, pachter oft ghebruijcker van sulcke goeden.
Van houte
metten wortel.
404. Item, soo
wie iemants vrucht-boomen, doornen oft eenigherhandehout metten wortel
uijtstake oft afhiele, ende men dat bevonde, die sal ghe-levert worden in
handen van den heere om ghecorrigeert te worden naegheleghentheijdt van der
saken.
p 296
Van de
bosschen.
405. Item, soo
wat persoonen men bevint in iemants bosschen oft elderste houdene, kerven oft
snijden, die sal verbeuren ses gulden tot behoevevan den heere, oft anderssints
daeraf worden ghecorrigeert nae gheleghent-heijt van de saken, ende den
eijghenaer zijn schade repareren.
Van teenen te
snijden.
406. Item, soo
wie op iemants boomen teenen snijt oft mutsaert-banden,die sal verbeuren eenen
gulden, tot behoeve als vore, ende de schaderepareren als vore.
407. Item, dat
oock niemant en zal moghen scheuren eenighe tacken vanfruijt-boomen staende in
eenighe boomgaerden oft haghen, oft oock eenighfruijt plucken dat hem niet toe
en kompt, op de verbeurte van sesse gulden,oft ghestraft te worden nae
gheleghentheijt van de sake; ende oft sulckxghebeurde by eenighe jonghers,
salmen de voorschreve pene verhalen opd'ouders oft meesters, ende sullen die
den proprietaris sijn schade moetenrepareren.
Van gras te
snijden.
408. Item, soo
wie gras op de voren, grachten oft kanten van ander-lieden erve snijt, sal
t'elcken verbeuren eenen gulden ende den sack; endesoo wie op ander lieden
landt, erven, bempden oft welden gras snijt, diesal verbeuren vier gulden; ende
en hout hij gheen beesten, sal verbeurenacht gulden bij daghe, ende bij nachte
dobbel; ende woonde hij buijtendorps, noch eens soo vele.
Van verckenen.
409. Item, soo
wie sijne verckenen onghekenneft oft ongheringht laetgaen acht daghen naedat
het kerck-ghebodt daeraf sal wesen ghedaen, datalsdan den vorster die sal
moghen schutten, ende hem reguleren volghended'ordonnantie op 't schutten
ghemaeckt.
p 298
Van den
Langhen-velde.
410. Item, en
mach niemant op 't Lanck-veld sijne beesten stouwen ofthueden, indien hij
daerop gheen bunder landts en heeft, op pene van datdie daeraf sullen gheschut
worden.
411. Item, die
daer raepen op saeijt ende die bevrijen wilde, indieniemant daerop bevonden
werde met eenighe beesten, sal-men de selveinsghelijckx daeraf schutten.
412. Ende oft
iemant daer landt op hadde, dat hij niet voorder huedenen sal dan op 't sijne,
oock op de pene van te vervallen in de breuckenvermelt in de ordinantie op 't
stuck van 't schutten ghemaeckt.Van brantstichters, oft die ander ghewelt doen.
413. Item,
waert dat eenighe brandt-stichters oft transeneerders binnenden dorpe in
iemants huijse quamen, om ghelt oft ander goet te hebben,bij dreijghemente oft
bedwanghe, wort een ieghelijck toeghelaten die tevanghen, ende om daertoe te
kommen, inghevalle sulcke hem te sterckwaren, van metten becken te moghen
slaen, om hulpe van volck te krijghen,ende alsoo bij dien middele hem in
s'heeren handen te leveren.
Doode beesten.
414. Item, dat
niemant binnen den dorpe en sal moghen brengheneenighe doode beesten, oft hij
en salse graven ses voet diep in d'aerde, opde verbuerte van vier gulden.
Meij-draghers
ende fruijt-pluckers.
415. Item, oft
iemant quame in iemants hove bij daghe oft bij nachte, omsavie oft ander kruijt
te nemen ende weghe te draghen, die sal, t'elcke reijsehij daerop bevonden
wort, verbeuren twee gulden.
416. Item, soo
wie in iemants hoven, ackers oft velden gaet plucken, t'zijrapen, p‚en, coolen
oft ander eert-vruchten, oft mispelen, appelen, peeren,pruijmen oft
diergheijjcke fruijten ende boom-vruchten met corven, [oft]
p 300
sacken wegh
draeght, sal den heere ghelevert worden, om ghestraft teworden nae
gheleghentheijt van de saken.
Van de gansen.
417. Item,
waert dat iemants gansen ginghen in iemants coren, bempdenoft aerde, van half
meerte tot Bamis, dat die sal verbeuren, soo menichmael't selve gheschiede,
elcke reijse twelf stuijvers.
Van leem te
graven.
418. Item, dat
niemant van buijtens dorps eenigh leem halen noch gravenen sal op de vroente
oft eenighe laren, op de verbeurte t'elcke reijse vanvier gulden; ende als die
van binnens dorps daer eenigh leem halen endeuijtgraven, die sullen ghebouden
sijn die putten wederomme te vullen, opde verbeurte van twee-en-veertigh
stuijvers; ende hieraf mach een ieghe-lijck die laerghelt betalen, de
calengieringhe doen soo wel als den heere.Van de russchen.
419. Item, soo
wie russchen steeckt, die zal t'elcker reijsen verbeurentwee reijsen[61].
Van laeren
onder Deurne ende andere jurisdictien.
420. Item, soo
wie van binnens dorps met opsetten wille henne beestenstouwen in eenighe
laeren, daer sij niet kommen en moghen, sal den schut-ter moghen schutten, op
d'ordinantie op het schutten ghemaeckt vermelt,ende van buijtens dorps van
twintigh stuijvers.Van vercken-drijvers, gans- ende schaep-drijvers.
421. Item,
waert dat eenighe vercken-drijvers, schaep-drijvers oft ganse-
p 302
drijvers
quamen te mercktwaert met henne schapen, vercken oft gansen,ende dat sij die
hueden oft daermede stille hielden op eenighe vroente,laeren oft elders, sal
elcken persoon met sijne beesten verbeuren tweegulden.Van op de kercke te
worpen.
422. Item,
waert dat iemant schote met boghen, bussen, oft sloeghe metballen, oft wirpe
met steenen op de kercke, oft in de ghelasen, die salt'elcken verbeuren thien
stuijvers; ende ist dat hij ghelasen oft schalienbreeckt, sal die schade moeten
repareren ; ende indien dat iemantskinderen oft boden deden, sal 't selve bij
den ouders oft meesters moetengoet ghedaen worden.Van vorsters-coren.
423. Item, dat
de vorsters oft schutters hen coren halen noch doenhalen en sullen van eenighe
inghesetene voorder noch breeder danmen hendat bij de inghesetenen bewijsen
sal; ende dat sij insghelijckx op 't veltnoch onder iemants coren noch kommen
noch varen en sullen voor ende nader sonnen, op de verbeurte t'elcken van eenen
gulden.Van de herbergiers.
424. Item, dat
oock alle herbergiers sullen meten met der stadt matenvan Antwerpen, ende
sullen moeten metter stadt iecker ghe-ieckt sijn, op deverbeurte van de potten,
pinten ende maten, ende daer-en-boven te betalenvoor amende t'elcke reijse
t'sestigh goude realen als de potten te kleijn sijn.
425. Item,
sullen oock ghehouden sijn henne tenne ende steene potten,pinten ende maten
alle jaer te doen iecken, tusschen Paesschen endeSincxen, op de verbeurte van
twee gulden van elcken pot, pinte oft mate.
426. Item, en
sal oock niemant moghen herberghe houden oft tappensonder voorgaende consent
van den heere, op pene volghende den placcatevan Sijne Majesteijt van den jare
1585[62].
p 304
[van
arrest-brake.]
427. Item, en
sal eenen ghevanghene oft ghearresteerde hem niet moghenuijtter heerlijckheijt
vertrecken sonder consent van den ghenen die hemheeft doen apprehenderen oft
arresteren, oft metten rechte ontslaghen tezijn, op de pene van t'sestigh
gouden realen tot behoeve van den heere.
Van stormen.
428. Item, soo
wanneer den heere de klocke doet trecken oft stormen,dat een ieghelijck
manspersoon die huijs hout kommen sal met sijne wapeneende gheweer aen de
kercke, ende vandaer niet scheijden voor den tijdt dathem sal worden
gheconsenteert bij den heere; oft iemant hierinne gebrecke-lijck ware, dat die
t'elcken sal verbeuren, tot behoeve van den heere, drijgulden, ten ware hij bij
eede derfde affirmeren de klocke niet ghehoortghehadt te hebben, noch daeraf en
hadde gheweten.Van brandt.
429. Item, oft
ghebeurde dat in eenighe herberghen oft elders soo groo-ten vieren ghemaeckt
werden datse boven ter schouwen uijt-branden, diesal verbeuren t'elcken maele
thien gulden bij daghe, ende bij nachtetwintigh gulden.Van schouwen te doen
vaghen.
430. Item, dat
alle inghesetene sullen henne schouwen moeten vaghenoft doen vaghen binnen
veerthien daghen naedat sulckx ter kercken salworden ghecondight, op de pene
van twintigh stuijvers.Van vekens oft heckens.
431. Item, dat
alle vekens staende aen de ghemeijn heirstraten sullenworden onderhouden [door]
vier de naeste erf-ghenoten, ende op de sij-weghen oock [door] vier de naeste
erf-ghenoten, op pene dat de heer 't selvesal moghen doen ten dobbelen coste.
p 306
432. Item, soo
wie vekenen oft draij-boomen laet openstaen sal verbeurenvier stuijvers
eens.Van heijminghen.
433. Item, als
iemant van de inghesetene begheert beheijmt ende bevrijtte sijn van heuren
ghebuere, dat sij dan aen heur sijde hen sullen doenheijmen ende bevrijen,
sulckx dat de naeste ghebuere daerbij gheen schadeen lijde; ende soo wie
hierinne contrarie dede, dat die verbeurt, soomenichmael hij 't selve dede,
thien stuijvers eens.
434. Item,
wanneer eenige landt-bouwers oft hoevenaers henne dilvenoft slooten begheeren
te graven ligghende tusschen twee ghebueren bemp-den, weijden oft landen,
sullen de naeste gheleghen bedrijvers schuldighsijn mede te graven, op de pene
van drij gulden; ende inghevalle sij 't selveniet en deden acht daghen nae de
insinuatie van den officier, sullen vervallenin dobbele penen, ende sal de
heere 't selve ten dobbelen twee-schatghemaeckt worden[63],
ten laste van den ghenen die des in ghebreke isghebleven te doen.
435. Ende die
van sijnen ghebuere wilt ghevrijt sijn moet eerst teghenssijne erve graven ende
de roede steken, alswanneer de ghebuere moetvolghen, oft mach de heer dat voor
hem ten dobbelen twee-schat, als vore,doen.
Van de weghen.
436. Item, sal
een ieghelijck schuldigh sijn te maken de voet-weghen vande kercken,
merckt-weghen, meulen-weghen ende andere, mede oock debrugghen ende goten,
stappen, lenen ende vonders, naer ouder costumen, oppene van twelf stuijvers, ende
ter tweeder reijse dobbel, ende van alsdanbij den heere ghemaeckt te worden ten
dobbelen twee-schat, ten lastevan den ghenen die sulckx is ghehouden te
doen.Van den bal te staen
437. Item, soo
wie den bal staet op velden daer iemant coren oft andere
p 308
vruchten
ghesaeijt heeft, sal elcken persoon verbeuren sesse stuijvers, endemede oock de
naer-loopers der selver.Van palen uijt te doen.
438. Item, wat
landt-winder oft hoevenaer eenighe palen uijt erret[64]
oft uijt-werpt op eenighe landen, sal schuldigh sijn ['t selve] den heere
oftproprietaris, oft den hoevenaer, in absentie van den proprietaris
binnenvier-en-twintighe uren te kennen te gheven, op de pene van t'sestigh
goudenrealen; ende inghevalle 't selve ghedaen ware bij den knecht van den
hoeve-naer oft landt-winder, oft iemant van sijnen t'weghen, sullen de selve
hennedienaers in dien houden van hen 't selve strackx te adverteren, opdat 't
selvebinnen de uren aen den heere ende proprietaris mach worden gheadver-teert,
op pene van des vallende in faulte, van evenwel te vallen in de voor-screve
pene, al oft sij selfs 't selve hadden ghedaen, oft soo vele min oftmeer alsmen
nae de gheleghentheijt van de sake sal bevinden te behooren.
439. Item, wie
willens ende wetens heijmelijck eenighe palen versette oftuijtdede, om iemant
in sijne erve oft gherechtigheijt te verminderen oftfrauderen, dat die sal
worden ghestraft aen den lijve als eenen erf-dief.
Van landt te
nae af te eeren.
440. Item, wie
iemants landt te nae af erret, oft met schuppen iemantsgrachten, kanten oft
elders sijne erve afneempt, 't zij eenen voet min oftmeer hem niet
toe-behoorende, sal staen ter correctie van den heere, endeinghevalle dattet
gheschieden bij eenighe boden ofte knechts van denpachter, sal de voorschreve
pachter ghehouden sijn sijne boden in dien tehebbende[65],
inghevalle sulckx bij abuse gheschiede, haren meester datterstont te kennen te
gheven, om den heer daeraf binnen vier-en-twintighuren te adverteren; ende
inghevalle sij des in ghebreke bleven, sullenvervallen, als vore, in de amende
van t'sestigh gonden realen, oft soo velemin oft meer als de heeren sullen
bevinden, nae de gheleghentheijt van desake, te behooren.
p 310
Stoppen van
eenighe beken ende roijten [ruijen] derselver.
441. Van
gelijcken, die eenighe s'heeren beken stopt oft doet stoppen, salvallen in de
voorschreve pene.
442. Item, soo
wie [in] eenighe roijten [ruijen] oft elders in eenighewaterloopen oft grachten
eenighe penssen oft dermen schoon maeckte, oftdaerin eenighe vuijligheijt
werpt, die sal t'elcken verbeuren twelf stuijvers.Van de velt-vaert oft
ploech-ghetouwe.
443. Item, soo
wie eenighe velt-vaert naeme, als ploeghen, egghen,strenghen, eir-linden,
swinghen, kenneven, hout-slinghen, waghen, kerreoft dierghelijcke den
velt-vaert aengaende, sal den heere ghelevert worden,om nae gheleghentheijt van
de sake ghestraft te worden.Van de bien.
444. Item, en
sal niemant moghen houden staende bien van buijten dandaer hen [sijn] eijghen
staen, op pene van te verbeuren twintigh schellinghenBrabants bij den ghenen
die-se aenghenomen heeft, ende sullen daer-en-boven de selve binnen
vier-en-twintigh uren moeten wegh doen ; endeindien de selve daernae alnoch
bevonden worden, sullen verbeuren ander-mael twintigh, schellinghen Brabandts,
ende sullen de bien tot behoeve vanden heere verbeurt wesen, ende en sal
niemant, soo van binnen als vanbuijtens dorps, eenighe bien oft stocken moghen
setten sonder voorgaendeconsent van den drossaert, op de verbeurte van de selve
bien.Van iemant te heeten lieghen.
445. Item, soo
wie eenen anderen injurieert oft loghenstreept, sal t'elckenverbeuren thien
stuijvers.Van vloecken ende bannen.
446. Item,
soo-men daghelijckx bevint dat de inghesetene seer onghe-
p 312
vreesselijck
vloecken ende bannen van het hooghweerdigh woort Godts,ende dierghelijcke,
[ende de selve?] met sweeren seer onredelijck endelichtveerdelijck
misbruijcken. die sulckx doet ende daerop ghecalengiertwort, sal t'elcken
verbeuren twintigh stuijvers; ende soo 't gheschiedeteghens den officier oft
wet-houderen, sal verbeuren het dobbel; endegheschiede 't selve bij eenen van
buijtens dorps, sal verbeuren noch soovele, ende dat hij 't aen den heere sal
staen s'heeren wille.
447. Item, soo
wie den drossaert, schepenen oft clercq om hen officieinjurieerde, sal t'elcken
als 't selve gheschiet verbeuren ses gulden, endedaer-en-boven noch staen tot
correctie van den heere, nae gheleghentheijdtvan den saken, ter ordinantie van
schepenen.
448. Item, so
wie iemant dreijght te evelen aen lijf oft litb, sonder daet,verbeurt thien
stuijvers.
449. Item, soo
wie in fellen oft graven moede[66]
iemant sloegh sonderwapenen oft bloedt-rijsen, oft ter aerden sloegh, verbeurt
vier-en-twintighstuijvers, ende indien hij den selven bloedt-laette sonder
wapene, oft dat deselve ter aerden viele, verbeurt twee gulden.
450. Item, soo
wie in fellen oft grammen moede op iemanden wapentreckt om hem te evelen aen
lijf oft aen lith, ende hem niet en raeckt nochbloedt en laet, verbeurt twee
gulden; ende indien hij den selven bloedt-reijsde sonder vermincken, verbeurt
drij gulden; ende indien hij den selvenverminckte, sonder ooghen, neuse, handen
oft voeten te benemen, verbeurt,boven den voorschreven breuck, noch ses gulden;
ende indien hij hemeenigh van dien bename, verbeurt, boven de voorschreve
breucken, nochvier-en-twintigh gulden, ende den beschadighde sijne schade.
451. Item, soo
wie eenighe verboden wapenen draeght, als brandereelenende andere
dierghelijcke, oft die op iemant draeght gheladen bussen oftghespannen boghen,
om die te evelen aen lijf ende lith, verbeurt denhooghsten wille, tot t'sestigh
gouden realen; ende soo wie nae iemant meteender busse oft boghe schiet, om hem
aen lijf oft lith te evelen, weder bijdien raeckt oft niet, verbeurt sijn lijf.
452. Item, wie
op iemants deure oft venster liepe, sloeghe oft stake ingrammen ende fellen
moede, oft om iemanden te evelen aen lijf oft lith,
p 314
weder hij
daerin komt oft niet, verbeurt oock den hooghsten wille; endeindien hij daerin
komt ende den man van den huijse kracht ende gheweltdede oft misdede, verbeurt
sijn lijf.
453. Item, soo
wie iemanden wonde oft quetste in evelen moede, oftanderssints met wercken
misdede, ende aen den drossaert oft sijnen stadt-houder binnen vier-en-twintigh
uren gheen vrede en versochte, verbeurtden hooghsten wille van t'sestigh gouden
realen.
454. Item, soo
wie iemant quetste oft wonde is schuldigh hem denchirurgijn ende medecijn van
den halse te houden, ende den ghequetstennoch eens soo vele voor sijne smerte
te gheven, ende voor sijn verleth tebetalen ter ordinantie van schepenen.
455. Item, soo
wie bevonden wort op eens anders mans goet oft anders-sins af te houdene een
eijcken heester hout, verbeurt t'sestigh gouden realen,ende indien hij bevonden
wort een weeck opgaende wassende hout afghe-houden te hebben, verbeurt drij
gulden, ende moet dan den man sijn schaderepareren.
456. Item, soo
wie iemants anders thuijnen afbreeckt, oft eenigherhandehout aldaer neempt, oft
de jonghe scheuten van de heesters met sijnebeesten laet af-weijden, oft selver
af-pluckt oft snijt, verbeurt, soo dickmaelhij dat doet, twee gulden, ende
daertoe den sack ende wapene daer hij't selve mede doende is, ende van
daer-en-boven nae den delicte oft feijteter ordonnantie van schepenen
ghecorrigeert ende ghestraft te worden.
457. Item,
oftmen bevonde den ghenen die de voorschreven quaet-doenders 't selve ghestolen
goet afcochte, ende hen alsoo daermede in hennedieverije hiele, die verbeurt
oock drij gulden, ende noch ghecorrigeert teworden nae gheleghentheijdt van de
sake ter ordinantie van schepenen.
458. Item, een
ieghelijck is schuldigh vrede te gheven daertoe versochtsijnde; ende soo wie
vrede weijgert zal soo langhe in hachten moeten gaentot dat hij vrede gheeft,
ende totten dien betalen de costen daerommegheresen.
459. Item, soo
wie, rechtelijck ghearresteert sijnde, 't zij in persoone oftgoeden,
daer-en-boven vertrocke oft verporde in versmadenisse van denselven arreste,
oft oock aftrocke eenighe billetten van s'heeren weghen doenplacken ter
plaetsen daermen die is ghewoon te placken, dienende tot
p 316
verkondinghe
van eenighe ghemeijne saken, daerdore den heere oft ghe-meijnte schade lede,
ende dat 't selve tendeerde in versmadenisse van dejustitie, de selve verbeurt
eenen hooftmoedighen wille, ende is ghehoudenallen 't selve respective te
beteren met t'sestigh gouden realen, oft wortanderssints arbitralijck
ghecorrigeert.
460. Item, een
ghehout persoon, t'zij man ofte vrouwe, die bij nachtbevonden wort in eenich bordeel
oft openbare oneerlijcke huijsen , t'zijghekleet oft onghekleet, verbeurt aen
den heere sijn opperste deckxsel,oft twelf gulden daervore, ende die niet en
heeft te betalen , wort arbitra-lijck ghecorrigeert; ende die bij daghe naeckt
bevonden wort, verbeurt deselve pene.
461. Item, soo
wat persoonen overspel gedaen hebben, ende bevondenworden nochtans niet in
openbaren overspele met malkanderen sittende ofthuijs houdende, verbeuren voor
d'eerste reijse vier-en-twintigh gulden,voor de tweede reijse acht-en-veertigh
gulden, ende voor de derde reijsetwee-en-seventigh gulden, ende sullen
daer-en-boven t'elcker reijse arbi-tralijck worden ghecorrigeert, soo de heeren
nae de ghelegentheijt van dendelicte ende qualiteijt van de persoonen sullen
bevinden te behooren.
462. Item, die
eens anders wijf ontleijde verbeurt hondert gulden, endestaet daer-en-boven tot
arbitrale correctie; ende ontdroegh het wijf heurenman eenigh goet, daeraf
soude den verleijder ghestraft worden als een dief.
463. Item, die
in overspel sit met eenen anderen persoone verbeurt alledaghen thien
schellingen Brabants, ende staet daer-en-boven tot correctievan den heere.
464. Item,
persoonen 't zij mans oft vrouwen, die op ledighe vrouwenleven, salmen buijten
den dorpe bannen op lijf-Straffinghe.
465. Item, die
iemandts anders hoenderen, gansen, duijven, eijnden endedierghelijck
ghevoghelte schote oft afhendigh maeckte, verbeurt elcke reijsethien
schellinghen Brabants, ende den eijgenaer sijn schade te repareren.
466. Item, die
eenen anderen dreijghde omdat hij over hem aen den heereklaeghde, verbeurt drij
pont Brabandts.
p 318
Van haestighe
sieckte.
467. Item, dat
niemandt binnen den dorpe en sal moghen huijsen,herberghen, logeren oft binnen
sijnen bijvanghe laten woonen oft herbergeverleenen iemandt uijt eenighe
sterf-huijsen comende, weder hij sieck oftghesont [is], oft dat hij van binnen
s'dorps quame, op de verbeurte vantwintigh gulden.
468. Item,
indien de haestighe sieckte in iemandts huijs quame, endedaer iemandt sieck
ende uijt den huijse ghedaen werde, soodat hij aldaer inhuijs niet en storve,
soo sullen alle die van den huijsghesinne moetendraghen een witte roede, lanck
zijnde vier voeten, voor den tijt van veer-thien daghen, ende eenen stroo-wisch
uijtsteken boven sijn deure, lanckzijnde onderhalven voet, ende soo dick als
een fasseel-hout, op de verbeurteelck van twaelf gulden.
469. Item, dat
oock daer de haestighe sieckte is, 't zij hij 't selve waer-schouwe oft niet,
niemandt en sal moghen logeren, bier tappen, vercoopenoft in sijn huijs laten
commen, in wat manieren dat het waere, op deverbeurte van twintigh gulden. 1
470.
Insghelijcks en sal oock hem niemandt vervoorderen, soo langheden ghestelden
oft gheordineerden tijdt niet en is ghe-eijnt, hem generendemet landtwinninghe oft
ander hant-werck oft neeringhe, te wercken voorhem selven oft iemant anders, op
de pene van thien gulden.
471. Item,
ofter iemandt in eenigh huijs binnen den dorpe storve, 't zijjonck oft oudt,
sullen die van den gheheelen huijse de voorschreven roedemoeten draghen ses
weken lanck, ende den selven tijdt gheduerende eenenwisch moeten uijtsteken als
vore, ende sullen moeten blijven op hunne erveende binnen hunnen bij-vanghe,
sonder op iemandts erve ende binnenhunnen bij-vanghe oft huijs te moghen comen,
op de verbeurte van twelfgulden.
472. Item, dat
alle [geene] schrobbers, schrobsters ende andere, uijt eenighesoodanighe
sterf-huijsen komende, t zij van binnen oft van buijten s'dorps,en sullen
moghen komen in eenige vette-warijen, backerijen, herberghen oftandere huijsen,
dan, metter witter roeden moeten blijven staen thien voetenvan den huijse, ende
aldaer halen ende begheeren 't ghene hem [hen] vannoode ende behoeffelijck is,
op de verbeurte t'elcke reijse van thien gulden.
p 320
473. Item, dat
de schrobbers, schrobsters oft andere de doode lijcken nietgraven en sullen dan
voor ende na der sonnen op- ende onder-ganck, endedat die oock van haren
bij-vanghe, niet gaen en sullen na acht uren voorende vier uren naer noene, op
de pene van drij gulden.
474. Item,
sullen voortaen alle de ghene die uijt eenighe sterf-huijsencomen, des
wercken-daeghs moghen in de kerke komen op alsulcken plaetseals de coster hen
designeren sat, mette witte roede in de handt, om misse tehooren ende hunne
offerhande te doene, ende dat sij alsdan terstont sullenmoeten vertrecken na
hunne huijsinghe, ende anders niet, oock op pene vanthien gulden die contrarie
dede.
TITEL XXIII.
VAN NAMPTISATIE.
475. Alle
klare obligatien, wissel-brieven, schepene-bekentenissen, saec-ken van achterstellighe
huijs-huere, hoeff- ende landt-pacht, verloop vanrente daer den debiteur
verlijder af is, pueren arbeijts-loon, salarisen vanadvocaten, procureurs,
apothecarisen, medecijnen, chirurgijnen, backers-,brouwers-, vleesch-houwers-
ende taverniers-kerven, midtsgaders schuldenmin bedraghende dan drij gulden
eens, die den heijscher onder eedt pre-senteert te ghewarighen, staen tot
namptisatie onder cautie, ten ware datpartije, comparerende, allegeerde eenighe
peremptoire defendentien, alsvan betalinghe, transactie, innovatie oft
dierghelijke, die hij ghecondem-neert wordt binnen acht daghen te thoonen, oft
onder cautie te namptisse-ren, ten ware, uijt eenighe merckelijcke redenen, hem
eenighen voorderentijdt werde gheaccordeert.
476. Item,
eenen aenleggere conventionael, oft oock reconventionael,agerende uijt eene
klare ende liquide obligatie, schepene brieven oft anderbescheet, willende ten
eersten daghe comen tot namptisatie, is schuldighsijne partije daeroppe te
daghen, oft andersints wordt hem ghegunt dagh,sonder prejuditie, ende visie van
den bescheede.
477. Item,
magh ten daghe dienende eenen ghedaeghde proponeren sijneexceptie declinatoir,
indien hij eenighe heeft, ende soo die wordt bevondenliquide te wesen, moet
daerop eerst recht gedaen worden.
p 322
478. Item, soo
wanneer dat d'obligatie oft schuldt staende tot namptisatiedrij, vier oft meer
jaeren vervallen is, oft dat de ghedaeghde selve d'obli-gatie oft schult niet
ghemaeckt en heeft, maer daervore als erfghenaem desdebiteurs oft in een andere
qualiteijt dan in sijnen eijgenen naem [aenges-proken is, wordt][67]
hem voor d'eerste reijse ghegunt dagh van berade,sonder prejuditie van de
versochte namptisatie.
479. Item,
eenen aenlegghere de namptisatie gheobtineert hebbende, isghehouden de saecke
niet meer op de rolle ten principalen te presenteren.
480. Dan,
mnagh den ghecondemneerden binnen s'jaers den aenlegghereten principalen te
doen funderen, ende de saecke te doen vervolgen, endegheensints niet als 'tjaer
is ghe-expireert, alswanneer de ghenamptiseerdepenninghen blijven in absente
betalinghe[68] ende den
borghe ontslaghen.
481. Item, en
magh eenen debiteur, in materie van namptisatie ghecon-demneert zijnde, ten
principalen niet ghehoort worden, hij en hebbe alvorende gheheijschte somme
ende kosten ghenamptiseert.
482. Item,
indien men ten principalen bevonde, ende ghewesen werde,dat d'aenlegghere hadde
t'onrechte de ghenamptiseerde penninghen ontfan-gen, is dan ghehouden die te
restitueren, metten interest oft verloop,rentsghewijse, mette costen van beijde
de instantien.
483. Item,
exceptien van valscheijt, vreese, extorsie, nulliteijt, relievementende
dierghelijcke, voorder ondersoeck van saecken verheijsschende, enworden tegens
liquide obligatien in materie van provisie niet toe-ghelaten.
TITEL XXIV.
VAN ONBEJAERDE
KINDEREN ENDE VERMOMBOIRDE PERSOONEN.
484. Item, de
wethouderen deser jurisdictie zijn oppermomboiren vanalle weesen der selver
heerlijckheijdt.
485. Item,
naede doodt van man oft vrouwe en is de lanckst-levendevan hunne onbejaerde oft
simple kinderen gheen momboir, ten ware staendeden houwelijcke sulcks bij
hunnen testamente ware gheordineert.
p 324
486. Item,
zijnde het houwelijck ghescheijden sonder testament ghe-maeckt te zijn, moeten
alsdan twee van de naeste bloedt-vrienden vans'vaders ende twee van s'moeders
weghen ghestelt worden als momboirsover de selve onbejaerde kinderen, die
ghehouden zijn den behoorlijckeneedt daertoe staende te doen; des moeten sij
onder hen vijf-en-twintighjaren oudt wesen, ende oock persoonen staende tot
goeden name, fameende regimente.
487. Item, den
voorschreven eedt ghedaen wesende, zijn de voorschrevenmomboirs schuldigh
terstont te gaene in 't sterf-huijs van den aflijvighen,ende aldaer metten
lanckstlevenden te maecken eenen behoorlijcken staetende inventaris van alle
ende ieghelijcke goeden, soo wel haeffelijcke alserffelijcke, actien, credieten
ende uijtstaende schulden die in den voor-schreven sterf-huijse worden
bevonden, ende moeten dien in handen van deschepenen over-brenghen om
wettelijck ghepasseert te worden, ten lanckstenbinnen een maendt nadien sij den
eedt sullen hebben ghedaen.
488. Item,
ende aleer den voorschreven staet ende inventaris maghworden ghemaeckt, moeten
alvoren de haeffelijcke goeden in den sterf-huijse bevonden ende den selven
sterf-huijse competerende, bij openbarenuijtroepe worden verkocht, met
voorgaende consent van de weth; daeraf devorsters zijn roepende, ende den
griffier ende schepenen-clerck den boeckis houdende, die oock den boeck onder
sijnen behoorlijcken salaris ophaeltende moet goet doen.
489. Item,
zijn voorts de momboiren, soo metten rechte ghelevert alstestamentelijck, alle
jaer oft uijterlijck ten twee jaren, oft als sij des van deweth worden
versocht, schuldigh van heure administratie te doene, voor deweth, goede
wettighe rekeninghe, bewijs, ende reliqua, op de pene vanthien gulden, tot
behoeve van den heere.
490. Item, en
vermoghen gheene momboiren eenige erffelijcke goedenvan hunne weesen belasten
noch vercoopen, ten zij bij consente van deweth ende de naeste vrienden, ende
midts onder eedt verklarende dat deselve belastinghe oft vercoopinghe tot
profijt van hunne weesen beter gedaenis dan ghelaten, ende verthoonende den
nootsake van sulcke belastinghenende verkoopinghen, andersints ende bij
ghebreke van dien, zijn sulckecontrarie belastinghen ende vercoopinghen nul
ende van onweerden.
491. Item,
zijn de voorschreven momboiren schuldigh van de pennin-
p 326
ghen comende
van de voorschreven belastinghen oft vercoopinghen ternaester rekeninghe te
verantwoorden ende te bethoonen waer die tenoorboire van hunne weesen sijn
ghe-employeert, oft andersints moeten diegoet doen.
492. Item,
blijven alle weesen onder hunne momboirdije tot hunne vijfen twintigh jaren,
ten ware sij eer quamen tot eenighen gheestelijcken ofthouwelijcken staete, oft
andersints dat de weth, door attestatie van heurenaeste vrienden ende maeghen,
bevonden worden[69], dat sij
wijs genoeghwaren hunne goeden te administreren.
493. Item, als
de voorschreven weesen zijn ghecomen tot hunnen ghe-qualificeerden ouderdom,
zijn de momboiren ghehouden hen te doenrekeninghe, bewijs ende reliqua van
hunne administratie gehadt t'sederthunne leste ghepasseerde wettighe
rekeninghe, ende sijn de weesen danoock ghehouden hunne momboiren daeraf te
gheven wetthighe quitantie,ende hunne momboiren van hunne momboirdije te
ontslaghen voorschepenen.
494. Item, van
twee oft meer persoonen den kinderen bestaende al evennae, ende al even bequaem
sijnde totte momboirdije, kiest men den outsten.
495. Maer
moeten totte voorschreve momboirdije ghecosen worden dealdernaeste van
bloedts-weghen de weesen bestaende; des, oft de wet-hou-deren bevonden oft
bemerckten eenighe redenen waerdore de naeste vrien-den den kinderen oft weesen
niet nut oft profijtelijck en souden wesen,sullen, uijt die consideratie,
andere van den bloede den weesen bestaende,ende daertoe nutter ende bequamer
wesende, daertoe te moghen kiesenende stellen.
496. Item, de
ghene die met de weesen staen in onverscheijden goeden,oft sijn boven henne
t'seventigh jaren, en sijn niet ghehouden over sulckeweesen momboirs te worden,
soo langhe de voorschreve ghemeijnschap vangoeden duert ende sij van den
anderen niet en sijn ghescheijden.
497. Item,
inghevalle iemant weijgherde de momboirdije te aenveerdenoft den eedt te doen,
daertoe ghedaeght ende ghecondempneert sijnde,moghen daertoe bij reële executie
ende aentastinghe hunder persoonenbedwonghen worden, ten ware sij wettighe
redenen hadden ter contrarien
(1)
p 328
om hen daeraf
te excuseren, als dat sij belast waren van drijder-leij mom-boirdijen, wanneer
sij niet ghehouden en sijn eenighe voordere te aenveerden,d'welck sij de
wet-houderen sullen schuldigh sijn te kennen te gheven.Den eedt.
498. Item, den
eedt die de momboiren sijn schuldigh te doen luijt aldus:"Hier sweer ick,
daer ick toe gheordineert ben, dat is momboir te zijn vanA, B, C, etc., alle
onmondighe kinderen van wijlen N. N., die in mijnemomboirdije ghestelt sijn,
dat ick de selve ende henne goeden sal regerenende hanteren nae mijne
conscientie, wel ende rechtveerdelijck, ende datick in alle saecken der
kinderen profijt sal voorstaen ende heure schadebeletten, ende gheenderhande
van heure onruerende goeden oft renten ensal belasten, vercoopen, veranderen
oft verthieren sonder merckelijckenootsaecke, ende dat bij voorgaende consent
van de weth, ende dat ick denstaet van de goeden der voorschreve kinderen niet
en sal openbaren nochlaten openbaren, bij mij selven oft bij iemanden anders,
in gheendermanieren, maer sal dien secreet houden ter tijdt toe dat mij dat bij
drossaertende schepenen gheordineert ende gheconsenteert sal wesen te
moghendoen, ende voorts al sal doen dat een goet momboir schuldigh is te doen;
soomoet mij Godt helpen ende alle sijne heijlighen !"
499. Item, soo
wanneer de kinderen hebben vader oft moeder in 't sterf-huijs sittende, alsdan
moet de selve lanckst-levende den staet ende inventarisvan de goeden van den
gheheelen sterfhuijse maecken, hem ende de wees-kinderen onverscheijden ende
onverdeijlt toekomende, ende dien aen deweth overbrenghen ende ghewarighen bij
eede, des versocht sijnde; denwelcken ghedaen sijnde, moeten de momboiren voor
henne weesen teghensden lanckst-levende, in de teghenwoordigheijt van de
voorschreve wet-hou-deren, verstaen tot cavelinghe ende lotinghe ende tot
scheijdinghe endedeijlinghe van de ghemeijne goeden, ende daernae die
scheijdinghe endedeijlinghe voor schepenen passeren, ten ware de momboiren
bevondenprofijtelijcker metten lanckst-levende van de selve ghemeijne goeden
aen tegaen eenen uijt-coop, dat sij alsdan 't selve met consente van de weth
sullenmoghen doen.
500. Item, soo
wanneer de selve lanckst-levende, man oft vrouwe, de selve
p 330
wees-kinderen
met consent van de weth heeft uijtghecocht met last van deselve kinderen te
alimenteren ende te onderhouden, enz., ende dat de selvelanckst-levende,
daernae ghekommen sijnde tot eenen anderen houwelijck,aflijvigh werde, heeft
d'achterghelaten weduwer oft weduwe van den twee-den bedde de keuse, t'zij den
voorschreven uijt-coop te voldoen, oft denweesen te laten volghen de goeden oft
ghedeelten die hen, cesserende denuijt-coop, waren competerende.
501. Item,
soomen naderhant bevonde dat de lanckst-levende, oft oockde momboirs iet
frauduleuselijck hadden versweghen ende uijtten staet endeinventaris ghelaten,
salmen sulcke verswijghers corrigeren als meijneedigh,ende sullen daer-en-boven
van heure eijghene goeden verbeuren de rechteestimatie van de versweghene
goeden, te bekeeren ten profijte van deweesen.
502. Item,
sijn alle momboiren, soo wel metten rechte ghelevert alstestamentelijcke
momboirs, schuldigh de penninghen dier worden bevondenvoor henne weesen, boven
de schulden ende lasten van den sterf-huijse, tecompeteren, binnen drij maenden
naeden ontfanck aen te legghen inrenten aen goede vaste panden, oft anderssints
te begeeren aen grondenvan erven, ten meesten oirboire van de weesen oft andere
vermomboirdepersoonen, ter ordinantie van de weth, oft, bij ghebreke van dien,
souden depenninghen metten verloope van dien rents-ghewijse teghens den
pennincksesthien staen ten laste van de momboiren oft curateuren, indien de
sommesoo notabel ware dat die meriteerden aengheleijt te worden.
503. Des,
indien de momboiren voor de hant daertoe gheene bequameende profijtelijcke
middelen en vonden, 't selve de weth aendienen oft tekennen ghevende, sullen
daeraf worden ghehouden voor ghe-excuseert,nae de ghelegentheijt van der saken.
504. Item,
momboiren consent hebbende van de weth om eenighe onrue-rende goeden henne
weesen competerende te vercoopen, vermoghen diewel uijtter handt te vercoopen,
met reserve nochtans van dat die andermaelna drij sondaeghsche kerck-gheboden,
ten uijtgaen van der bernenderkeerssen, met verdieren sullen worden vercocht
ende gheproeft oft die nietmeer weerdigh en sijn, ende met onderspreck: wes dat
sulcke cooper dievoor den selven prijs sal innesetten, ende wes die naderhandt
meer sullengheraken te ghelden, dat d'een-helft sal wesen voor de weesen ende
d'ander
p 332
helft voor den
eersten cooper die den palmslagh sal hebben ontfanghen,welck consent van de
weth den griffier sal ghehouden wesen altijt in degoedenis-brieven te narreren.
505. Item, en
moghen de momboiren gheene van hunne weesen goedenin-coopen noch doen in-coopen
bij middele van eenen derden, op pene vannulliteijt van den voorschreven
in-coop.
506. Item, en
zijn de momboiren niet ghehouden cautie te stellen voorhunne ghetrouwe
administratie, ten ware tusschen de selve momboirenquestie rese, wie van
hunlieden alleen de administratie behoorde te hebben,ende dat d'een den anderen
niet en betrouwde, in welcken ghevalle deghene die de administratie aenveert
ghehouden is de voorschreven cautie testellen, oft ghedoogen dat sijnen
mede-momboir, die de cautie presenteert,hebbe de administratie.
507. Item, soo
wanneer de momboiren doen hunne rekeninghe voor deweth, staende tot goeden naem
ende faem, worden alsdan ghepasseert deparcheelen van sijn [hun] uijtgheven
bedraghende onder de twintigh schel-linghen Brabandts, midts die alleenlijck
bij eede verificerende, sonder daerafeenighe andere oft naerdere verificatie te
derven doen, ten ware datmen con-trarie thoonde, oft dat 't selve uijtgheven
procedeerde van verloop van rente.
508. Item,
wordt de rekeninghe van de administratie van de momboirsghedaen ten coste van
de weesen oft vermomboirde persoonen, ende wordtden momboiren oock sonder
hunnen kost quitantie gegheven soo wanneersij van hunne momboirdijen worden
ontslaghen.
509. Item,
hebben oock de momboirs, ter causen van hunnen ontfanckprocederende van de
bladinghe van de [,rl weesen incomende goeden, dentwintighsten penninck, ende
voorder niet, indien sij 'tselve begheeren;ende indien sij elders buijten
s'dorps reijsden in de affairen van hunne wee-sen, wort hen 't selve verleth
ende vacatie oock in rekeninghe ghepasseert,ter tauxatie van de weth.
510. Item, ende
oft de saecken van de weesen sulcks vereijschten door demoeijelijckheijdt van
de administratie, alsdan moghen de momboiren, bijadvijse van de weth, stellen
eenen rentmeester, die voor den loon hem bijde weth toe te vueghen ende[70]
d'affairen van de weesen oft vermomboirde
p 334
persoonen sal
helpen administreren, tot perijckel nochtans van de momboirs.
511. Item, oft
iemandt van de voorschreven momboiren, 't zij testamen-telijck oft metten
rechte ghelevert, quame te sterven, oft oock quame totinsolventie van den
quaden regiment, onbequaem, oft langen tijdt absentwerde, moet den anderen
momboir, oft momboiren, de weth eenen anderendaertoe bequaem zijnde noemen ende
in stede van dien metten rechte doensurrogeren[71].
512. Item
indien eenighe weesen oft innocente persoonen gheene maghenen hebben bequaem om
't selve officie van momboirdije te bedienen, moetend'ander vrienden, aen het
maeghschap ghehoudt zijnde, de momboirdijeaenveerden, ende bij ghebreke van
dien, worden van s'heeren weghenversien van vremde momboiren.
513. Item, een
vrouw die bij haers mans testament momboiresse overheurer beijder kinderen
ghestelt is, comende tot heuren tweeden houwe-lijcke, oft eenen momboir, 't zij
testamentelijcke oft ander, trouwende demoeder van sijne weesen, sal heure oft
sijne momboirdije ende administratieover de voorschreven kinderen verliesen,
ende ghehouden wesen binnenses weken voor de weth eenen anderen momboir in
heure oft sijne plaetsete doen stellen, op de pene van thien gulden.
514. Item, soo
wanneer eenen momboir metten rechte ghegheven nader-handt iemandt naerder
vanden bloede weet te beewijsen binnen den dorpewoonachtigh, bequaem om de
momboirdije te aenveerden ende bedienen,magh dien doen daghen ende rechtelijck
bedwinghen in sijn plaetsecomen de momboirdije te aenveerden ende den eedt
daertoe staende tedoen; ende den voorschreven eedt ghedaen zijnde, is den
eersten momboirvan de momboirdije ende voorder administratie ontslaghen, midts
van sijneadministratie, tot dien tijde ghehadt doende rekeninghe, bewijs
endereliqua; des niet en is in respecte, van eenen testamenelijcken momboir,die
de selve moinboirdije moet blijven bedienen, als hij die eens heeftaenveert
515. Item,
vermomboirde persoonen en moghen,in rechte niet staen, nochin aenleggher[s]
noch in verweerder[s] stede, dan bij authorisatie van hunneopper-momboirs, oft
ten minsten van eenen van hen, oft andersints, indien sij
p 336
de nederlaghe
[hadden] oft eenighe acte van prejudicie ghedaen hadden,soude met allent ghene
des daeraen cleeft wesen nut ende als niet gheschiet,alwaert oock in materie
van injurien, mulcten, breucken ende dierghelijcke.
516. Maer soo
wanneer die tot hunnen verstande waren ghecomen endeter causen van eenigh
delict worden aenghesproken, magh teghens hem[hen] gheprocedeert worden sonder
overstaen van hunne momboirs.
517. Item,
costen van processen bij de momboiren, 't zij als aenleggherenoft verweerderen
in eenige saecken ghedaen, daerin sij de nederlage krijgen,en worden hen in
rekeninge met ghepasseert ten ware sij de selve proces-sen met consent van
drossaert ende schepenen vervolght hadden.
518. Item,
elck momboir is een voor al ende in solidum ghehouden teverantwoorden ende goet
te doen allen 't ghene dat binnen den tijde [dat] hijmomboir is geweest
geschiet is, ende hebben de weesen de keuse, wien sijvan henlieden aenspreken
willen, behoudelijck hem sijn verhael teghenssijnen mede-momboir, indien de
faulte hem werde ghe-imputeert, ten warede administratie, 't zij bij den
overleden oft rechter, ware ghespleten.
519. Oock
gereserveert, dat die de weese goeden niet en hadde gheadmi-nistreert, maer dat
't selve ware gheschiet bij sijnen mede-momboir alleene,niet anders en is
convenibel noch ghehouden dan in subsidium, den ghenendie alleene
geadministreert heeft eerst gheproeft zijnde, ten ware hij deadministratie
hadde ghedooght de wijle sijnen mede-momboir ware totinsolventie ghecomen, die
een iegelijck notoir ware, voor den tijt oockalleene hij met sulcken is momboir
gheweest.
TITEL XXV.
VAN ONGHEHOUDE
VROUWEN.
520.
Onghehoude vrouw-persoonen, geene coopvrouwen ende over henvijf-en-twintigh
jaren wesende, oft weduwe zijnde, en moghen geene scha-delijcke obligatien, contracten
ofte andere acten doen oft aengaen, nochprocuratie gheven om voor schepenen te
verlijden ofte passeren dan voorschepenen, oft, bij ghebreke van dien, moghen
alsulcke contracten, obligatienoft acten afgaen ende renunchieren.
521. Item,
alsulcke vrouw-persoonen, willende eenighe contracten voor
p 338
schepenen
passeren moeten alvoren daertoe sijn versien van eenen momboir.
522. Maer
aengaende de contracten van houwelijcken ende van houwe-lijcksche voorwaerden,
testamenten, codicillen ende ghiften ter causen desdoodts, bij
vrouwe-persoonen, boven heure twaelf jaeren oudt wesende,anders dan voor
schepenen ghedaen, zijn des niet-te-min van onweerden.
523. Item,
magh een onghehouwde vrouwe, meerder van jaeren oftweduwe zijnde, heur eijghen saecken
in rechte vervolghen, soo in aenleg-ghers als in verweerders plaetse, sonder
van momboir versien te zijn, endesoo[72]
heure procuratie ad lites bij heur te passeren moet ghepasseertworden, wordt
hiernaer onder den titule van Procuratien[73]
gheseght.
TITEL XXVI.
VAN PREFERENTIEN
VAN CREDITEUREN.
524. Item, soo
wanneer eenige crediteuren hebben gheprocedeert bijevictie in 't voor- ende
naerjaer, 't zij voor eenige verloopen chijnsen, ren-ten, oft personele
schulden, oft oock hebben uijtghewonnen eenighe meublegoeden van becommerde
sterf-huijsen oft insolvente persoonen, ende datsulcke uijtghewonnen goeden
metten heere worden verkocht, soo wordtaen den coop eerst ende alvoren
gheprefereert ende moet van den prijs vanden selven coop vooral gaen ende betaelt
worden de costen van de selveuijtwinningen, alwaert 't oock alsoo dat de
renthieren aen hunne renthenoft chijnsen, soo in capitale als verloopen, quamen
te sneven.
525. Item,
wordt voorts alle andere gheprefereert, op huijsen oft grondenvan erven, den
oudtsten chijns-heffere renthier oft ander hypothecariscrediteur, elck na rate
van sijnen ouderdomme, midts dien dat den cooper,die de selve bij evictie heeft
in-ghekocht, ghestaet voldoende den prijs vansijnen coop.
526. Item,
wort oock gheprefereert den ghenen die [n], tot versekerheijdtvan sijne schult,
eenighe panden zijn, als pant metter minnen, in handengegheven, ende dat alleen
aen de selve panden, ende voorder niet; de
p 340
welcke oock
gehouden is de selve uijt te winnen, inghevalle hij van sijneschult gheen
vonnisse oft voluntaire condemnatie en hadde, ende dan voortsmetten heere te
vercoopen.
527. Item,
indien eenen insolventen persoon, tot insolventie gekomenzijnde, eenighe
crediteuren in handen gave eenighen pant metter minnen,oft eenighe goeden, 't
zij haeffelijck oft erffelijck, voor heer ende wethopdroeghe, transporteerde
oft verbonde, ende sal sulcke verbintenisse nochtransport sijnen crediteur dien
niet teghenstaende daer aen gheen rechtvan preferentie hebben[74],
maer wordt sulcke verbintenisse oft transportgehouden voor nul ende van
onweerden.
528. Item,
generale verbintenissen oft hypotecquen van alle goeden, 'tzij tacite oft
expresse, al waren die oock voor schepenen bekent, en gevengeen recht van
preferentie oft affectatie.
529. Item,
oock niet overleveringhe van rent-brieven, goedenis-brievenende andere
concernerende onruerende goeden oft renten, ghestelt oftgheleveert in handen
van eenen derden voor pant metter minnen oft t'sijneversekerheijt, d'welck niet
voor schepenen en is ghepasseert, noch oocktransporten oft verbintenissen voor
notaris ghedaen van sulcke erfgoeden,en gheven gheen recht van hypothecque noch
van preferentie in oft aen deselve erfgoeden, dan als die voor schepenen zijn
ghepasseert daer dieerfgoeden oft renten zijn gheleghen.
530. Item,
wordt vooral gheprefereert den ghenen die sijn eijghen goetonder den
ghefailgeerden oft fugitiven, oft in eenighe becommerde sterf-huijsen vindende,
die aldaer is vendicerende.
531. Item,
daernaer, alle de oncosten van der evictien ende executien,met oock het recht
van den t'sestighsten penninck den officier competerendevoor de bewaernisse
ende distributie van de penninghen die den coopervolghende den coopceele oft
overbate schuldigh is op te legghen wordenvoor alle crediteuren, soo wel
renthieren als andere hypothecarise credi-teuren, gheprefereert in respecte van
de goeden die bij executien wordenverkocht, 't zij datter bate is oft niet.
532. Voorts
wordt voor alle andere gheprefereert de huijs-huere, hoef- oft
p 342
landt-huere,
ende deterioratie van den huijse, alleenlijck aen de goeden dieop den pandt
bevonden worden, den huerlinck toe-behoorende, oft hen[hem] verhuert oft
gheleent tot het huijs-houwen oft exercitie van sijneneiringhe, ende voorder
niet, behoudeljck dat daeronder niet en wordengherekent de brouwketels.
533. Maer
andere persoonen, die eenighe kelders, cameren, solders, oftdeel van eenighe
huijsen teghens den huerlinck hebben ghehuert, endehebbende hunne goeden
daerinne, ghestaen midts oplegghende ende beta-lende 't ghene sij van hunne
huere schuldigh ende ten achteren zijn, sonderdat heure goeden executabel zijn
voor de huere van den gheheelen huijse.
534. Item,
daernae, de tamelijcke oncosten van de begravinghe endekerckelijcke rechten;
maer in respecte van legaten, voordere costen vand'uijtvaert ende exequien,
worden de crediteuren van den aflijvighen ghe-prefereert.
535. Item,
worden voor alle andere crediteuren geprefereert s'princenende s'dorps
penningen, ende schulden van accijsen ende impost.
536. Item,
hebben de kinderen oft kindts-kinderen op de goederen vanden lanckstlevenden
van hunnen vader, moeder, groot-vader oft groot-moeder voorts recht van
preferentie voor heure vaderlijcke of moederlijckegoeden, oft grootvaderlijcke
oft grootmoederlijcke goeden, diemen, terafflijvigheijt van den eersten
afflijvigen, bij den staet bevonden heeft dathem zijn competerende, wanneer den
lanckstlevende hem [hen] daeraf nieten heeft voldaen ende een insolvent
sterf-huijs achter laet.
537. Item,
daernae, enckele knapen- ende maerten-bodeloon, salarissenvan advocaten,
procureurs, medecijns, chirurgijns, bier, broodt, spijseende dranck,
oorboorlijck, nootelijck ende niet voluptueus, ende diergelijckeschulden, die
mede zijn in heuren oorboore gheconverteert.
538. Item,
daerna hebben de weesen recht van preferentie op de goedenvan hunne momboiren ,
ter causen van 't ghene de selve momboirs henliedenuijt saecken hunder
administratie schuldich zijn.
539. Item,
daernaer, hebben de crediteuren recht van preferentie die,tegens hunnen debiteur
oft insolvent sterf-huijs vonnisse hebbende, heeft[75]
p 344
eerst de
executie op d'acte doen teeckenen bij den drossaert oft sijnen stadt-houder,
ende alsoo die heeft de oudtste executie.
540. Item,
daerna, alle andere vonnissen [van de ghene] die gheeneexecutie en hebben doen
teeckenen, ende alle obligatien van schat-schuldenvoor schepenen ghepasseert,
behoudelijck dat altijt doutste vonnisse ,ghelofte oft schepene-obligatien
voorgaen ende gheprefereert worden voorjongere van date.
541. Wel
verstaende nochtans dat de renthieren ende alle andere specialehypothecque oft
pant metter minnen hebbende, mede alle gheprivilegieerdepersoon hiervoren
ghenoemt, blijven behoudende hen recht van preferentie,ende voor de
voorschreven vonnissen, spruijtende van schatschulden endegheene verbintenisse
hebbende, blijven gheprefereert ende op heure gherech-tigheijt.
542. Item,
leveraers van stoffe ende materialen, weder daerinne is arbeijdtghemenght oft
niet, mede oock de werck-lieden, worden aen den pandt daerde stoffe oft arbeijt
aen is ge-employeert, worden[76]
ghehouden als hebbendespeciale hypothecque, ende worden aen den selven pandt
gheprefereertvoor de renthieren, na de selve leveringhe oft arbeijdt op den selven
pandtghehypotequeert zijnde, ende moghen alsoo daervore op hunne
pandenprocederen tot evictie, ghelijck andere renthieren.
TITEL XX
VII.VAN
PRESCRIPTIE ENDE VERLOOP VAN TIJDE.
543. Alle
continuële ende vredelijcke possessien oft prescriptien vangoeden, ruerende oft
onruerende, oft actien reële, personele oft mixte zijnghelijckformigh de
prescriptie van dertigh jaeren, 't zij dat het ['t zij dat er]troubel is oft
niet, alwaert oock ter saecken van misrekeninghe.
544.
Uijtghenomen prescriptien bij eenighe speciale statuten gheordineert,als de
prescriptie van twee jaren in respecte van goeden te slete
ghelevert,arbeijts-loon ende dierghelijcke, daer geen obligatie af en is, ende
vanthien jaren daer van sulcken saecken obligatie af is, volghende de keijserlijcke
p 346
ordonnantie
van den jaere 1540[77]
ende d'interpretatie van den 14en fe-bruarij 1549[78],
te rekenen na de leste leveringhe ende dienste; des sullende debiteurs
ghehouden zijn eedt te doene dat sij hen ter goeder trouwenmet die prescriptie
behelpen, ende dat sij die schuldt hebben betaelt, welckeneedt hen sal strecken
voor quitantie.
545.
Uijtghenomen oock appellatien, die oock prescriberen naer hetoverstrijck van
thien ende dertigh daghen respective hiervore onder dentitel Van appellatien[79]
vermelt.
546. Item, dat
oock de servituten niet en worden active noch passivegheprescribeert, maer
moeten expresselijck oft tacite voor schepenen bijtestamente oft houwelijcksche
voorwaerde worden gheconstitueert, ghelijckdat hiervore onder den titel
Van-erfscheijdinghe, articulis ... naerder wordtgheseijt[80].
547. Item,
vonnissen hier gewesen en verjaren niet, noch en verliesenoock niet haer effect
van parate executie, dan als die dertigh jaren oudtzijn, als-wanneer die oock
prescriberen.
548. Maer
sommatien ende teeckeninghe van executie moeten alle jaervernieuwt worden.
TITEL XXVIII.
VAN PROCURATIEN.
549.
Procuratie ad lites van mans-persoonen voor den greffier gepasseertworden
gehouden van weerden, maer borch-tochten niet, daerover tenminsten moet staen
eenen schepenen.
550. Item,
alle procuratien ad lites bij vrouwen, 't zij ghehoude, als denman ghefailgeert
is, oft ongehoude, moeten voor twee schepenen ghepasseertworden, met eenen
momboir heur daertoe metten rechte ghegheven.
551. Item,
magh een man de saecke sijnder huijsvrouwe in aenlegghersende verweerders
plaetse rechtelijck vervolghen ende verweeren, sonderprocuratie van sijnder
huijsvrouwe.
p 348
552. Item,
moghen man ende vrouwe voor notaris ende ghetuijghent'samen procuratie ad lites
passeren, maer niet om transporten, opdrachtenoft alienatie van eenighe
erfgoeden te doen bij hunlieden te voren aen eenenderden verkocht, maer moet
dat gheschieden voor twee schepenen, endewordt de vrouwe, met consent haers
mans, alsdan daertoe eenen momboirghegheven.
553. Item,
eenen procureur in eenighe saecke litem ghecontesteerthebbende, is ghehouden in
de selve saecke totten eijnde toe ende oock tottertauxatie van costen toe
incluijs, te occuperen, ten ware sijne procuratiewerde gherevoceert, sijnen
constituant afflijvigh, ghefailgeert, of voorvluch-tigh ware, oft dat hij in 't
beleijden van de saecke klaerlijck bevonde endeonder eedt dorste verclaren na
sijne conscientie sijn meester onghelijck tehebben, alswanneer verstaen wordt
sijne procuratie ad lites ghe-eijnt tezijne.
554. Item,
worden insghelijcks alle andere procuratien ghehouden voorghe-eijnt ende
gherevoceert nadien dat de geconstitueerde insolvent oftvoorvluchtigh is
gheworden.
555. Item, soo
wanneer in de saecke ghesloten, ghefurneert ende rechtversocht is voor de
aflijvigheijt van partije, is 't vonnis daerna ghewesen vanweerden, niet
teghenstaende datter gheen resumptie bij de erfghenamen enis ghedaen, noch
procureur van nieuws ghestelt.
556. Item, soo
wanneer den constituant ad lites is aflijvigh gheworden,moeten d'erfghenamen 't
proces komen resumeren, ende moghen dan stellen't zij den selven oft eenen
anderen procureur.
557. Item,
eenen procureur ad lites en vermagh, sonder specialen last vansijnen meester,
van der instantie niet desisteren.
TITEL XXIX.
VAN PUBLICATIEN ENDE PROCLAMATIEN.
558. En moghen
gheene publicatien noch proclamatien gheschieden, dieen zijn eerst in 't
collegio ghelesen, ende aldaer ghearresteert ende behoor-nck te boeck
gheregistreert.
559. Oock en
moghen gheene publicatien bij den officier noch deurweer-
p 350
ders van den
hove gheschieden, de brieven oft placcaten, diemen publicerenwilt, en zijn
eerst in de vergaderinghe van de weth bij de selve weth ghevi-siteert, ende
daerna toegelaten die te moghen publiceren; ende indien desnoot bevonden werde,
sullen die consenten oock worden gheregistreert.
560. Item,
moeten alle publicatien gheschieden in de presentie van dendrossaert, oft
sijnen stadt-houder, in duijtscher talen, ter plaetsen daermenis ghewoon 't
ghenecht te houden, oft voor de kercke.
TITEL XXX.
VAN
REIVENDICATIE ENDE VERLOREN GOEDEN.
561. Soo wie
sijn gelt ende goet, dat hem ghestolen oft af-hendigh ghe-maeckt is, bevindt
binnen den dorpe oft jurisdictie, magh dat terstont bijden officier doen
arresteren oft in bewaerder hant doen saiseren, endeindien hij bewijsen kan dat
't selve gelt oft goet hem selven ende niemantanders toe-behoort, oft, is hij
een man oft vrouwe van eeren, staende totgoeden reputatie, naeme ende fame,
derf sweiren dat't selve goet teghenssijnen danck hem is af-hendigh ghemaeckt,
ende dat het is sijn gelt endegoet, hem-selven onverlooft ende onverkocht
toe-behoorende, moet datgoet hem volghen ende gherestitueert worden, al los
ende vrij sonder ietdaervore te derven betalen, dan den heere sijn recht,
niet-teghenstaendedatter iemandt ijet voor hadde ghegheven, oft dat het in
eenighe uijtroepenopenbaerlijck ware verkocht, oft van s'heeren weghen ware
aenveert; tenware dat iemandt thoonen wilde, oft datter inditien waren ter
contrarien,die den rechter moveerden om alsulcken heijschere niet te ghelooven.
562. Item,
alle goeden daermen den proprietaris niet af en kent, oft diehem niemant aen en
draeght, die men noemt bona vacantia oft, ledighegoeden, volghen den officier,
tot behoeve van den hertoghe van Brabandt.
563. Item, die
eenigh verloren goet oft gelt ghevonden heeft, is 't selveschuldigh den
officier binnen vier-en-twintigh uren te kennen te ghevennae dat 't selve
ghevonden is, ende moet d'officier dat bewaren tot behoefvan den ghenen die dat
sijn maecken kan; ende indien de heer dat nietlangher bewaren en wilde, magh
openbaerlijck ter kercken uijt doen kondi-ghen, dat hij seker gelt oft goet in
handen heeft; ende indien niemandt
p 352
binnen ses
weken daernaer en komt, die daeraf bescheet brenghe ende 'tselve zijn maecken
kan, soo blijft 't selve goet den heere; des moet d'eerstenvinder daeraf hebben
de eene helft; ende indien iemandt 't selve kan sijnghemaecken, alsdan heeft
den heere voor sijne bewaernisse den twintighstenpenninck van de weerde
desselfs goets, ende den eersten vinder oock dentwintighsten penninck,
maeckende t' samen den thiensten penninck, endemoet daer-en-boven de ghene die
bethoonen kan dat 't voorschreven goetzijn is, betalen d'oncosten van de
publicatie ende andere daerop gheloopenende ghedaen.
564. Item, soo
wanneer iemandt een obligatie oft schult-brief inhoudendeclausule van
"brengher 's briefs," oft niet, verloren heeft, daeraf hijheeft
bekent van den debiteur betaelt te zijne, om d'inconvenienten diedaeruijt in
toe-comende tijden souden moghen rijsen, ismen ghewoon vanwegen ende bij
ordonnantie van den drossaert ende schepenen, ten ver-soecke van den
ghe-interesseerde, voor de kercke na de hooghmisse af tecondighen : dat soo wie
sulcken obligatie ghevonden heeft, schuldigh salzijn de selve binnen veerthien
daghen, oft andere daertoe bij de weth teordineren, te voorschijn te brenghen
in handen van den drossaert, oft griffierin sijne absentie, op pene van dat de
selve obligatie, den voorschreven tijdtoverstreken zijnde, altijdt ende alomme
sal ghehouden worden voor ghecas-seert, doodt ende betaelt, ende datmen daerop
gheen recht meer en saldoen, waervan hiervore onder den titel Van
handt-schriften[81]
naerderdeclaratie is ghedaen.
565. Item, soo
wie sijn goet verkocht ende ghelevert heeft, 't zij om metghereeden gelde oft
op dagh betaelt te worden, indien den cooper kortsdaernaer failgeert, wegh
loopt oft hem versteeckt sonder te betalen, sulcksdat den rechter daeruijt de
quade trouwe ende bedrogh des koopers kanbemercken, magh den vercooper alsdan
sijn goet vervolghen, arresteren,vendiceren ende sijn maecken.
566. Item, soo
wie eijgendomme oft oock de possessie van eenighe erf-goeden oft andere binnen
de heerlijckeijt gheleghen heijschen wilt, oft inde possessie begheert
ghehouden ende teghens eenighe stoornisse oft tur-batie begheert versien te
wordene, is schuldigh sijne teghen-partije voor
p 354
drossaert ende
schepenen te doen daghen, ende bij ordinarise weghen hemvan sijnen heijsch oft
klachten, 't zij van turbatie van sijne possessie oftandere, te funderen, om,
partije ghehoort, recht gedaen te worden naerbehooren, sonder datmen andersints
iemanden, partije onghehoort, in depossessie van eenighe goeden wederom stelt
oft oock mainteneert, ghelijckonder den titel Van versterffenisse, scheijdinghe
ende deijlinge[82] breederis
gedeclareert.
TITEL XXXI.
VAN DEN SOENE.
567. Item, dat
van alle soenen moet bij den griffier boeck ghehoud en wor-den, diemen alhier ter
causen van eenighe doot-slaghen is doende, ende datde selve soenen moeten
gheschieden voor drossaert ende schepenen alhier.
568. Item,
nadien dat bij de vrienden ende maghen ter wedersijden, metconsent van de weth,
de communicatie dienende tot accorde soo verre isgecomen dat de arbiters oft
vrienden nopende den soene, voet-val endesoen-penninghen sijn vereenight, soo
salmen onderlinghe met malkanderensluijten waer ende wanneer men den voet-val
doen sal, daerin de doodesijde heeft de keuse; daervan men den drossaert ende
schepenen moet dewete doen, om goets tijdts 't selve te volbrenghen.
569. Ende ten
bestemden tijde comt den misdadighen uijt een andercamer daernaest bequaem, in
sijn lijnen, barvoets ende bloots hoofts, meteen stroijken in sijne ghevoude handen,
oft in sulcker manieren als dat in 'taengaen van den accorde is besproken,
gheaccompaigneert met een van desheeren officiers hebbende de roede van
justitie in de handt, ende over beij-den sijden een van de goede mannen 't
voorschreven accoordt gemaeckthebbende, blijvende stille staen, ende
daerteghenover, soo verre datmenden griffier gevueghelijck kan hooren spreeken,
staet den montsoender endevrienden van der dooder sijde, in den rouwe gekleet,
ende tusschen deselve partijen staet den griffier teghenover den misdadighen,
die de vrien-den beghint aen te spreken, ligghende alsdan den misdadighen op
sijneknien, ende bidt alsdan den vrienden van den aflijvighen verghiffenisse;
p 356
ende het
teecken ghesien hebbende, comt den oflicier metten misdadighennaerder, ende
wordt dan wederomme bij den griffier ghebeden om verghif-fenisse, alsdan komt
den misdadighen, nae het teecken van bermhertigheijdt,met oorlove van de
vrienden, ende kust den montsoender aen sijnenmondt, ende alsdan wordt bij den
griffier uijtghelesen het soen-stuck, daer-van hij moet houden een registre.
570. D'welck
alsoo volbracht zijnde, soo bant den drossaert oft sijnenstadt-houder den
voorschreven soene met eenen soen-vrede, als volght"Hoort goede mannen, hoort
wat ick hier ghebiede van onsen ghenadi-ghen heere den hertoghe van Brabant
ende van sheeren weghen:
571. "Soo
ghebiede ick hier ban ende vrede van uws vaders, moeders,ooms, moeijen, neven
ende nichten weghen, ende van allen de ghenen diervan bloedts weghen aenkleven
moghen, 't zij geboren oft ongheboren, diegheboren souden moghen worden, alsoo
verre den windt waeijt ende denreghen spreijt, soo ghebiede ick ban ende vrede
eenwerf, anderwerf, der-dewerf, vierdewerf over recht, dat ghij d'een den
anderen hier en bovenniet en misdoet, noch doet misdoen, in woorden noch in
wercken, heijme-lijck noch openbaerlijck, bij u selven noch bij iemanden
anders; ende oftghij hier-en-boven iet misdedet oft doet[83]
misdoen, dat soude zijn opsoen-brake ende vrede-brake, ende daerover soudemen
van weghen onsghenadighen heeren, des hertoghs van Brabandt, rechten oft doen
rechten,ghelijckmen over eenen soen-breker ende vrede-breker schuldigh ware
terechten, na den ouden landt-rechten. Aen de ommestaenderen ghedragheick mij dat
ick den vrede aldus ghedaen ende gheboden hebbe."
572. Item,
d'outsten sone is mont-soender van den vader alleen, ende desoen-penninghen
hooren hem alleene toe.
573. Item,
alsser gheenen sone van den dooden en is, alsdan is d'outstedochter de
mont-soendersse.
574. Item,
gheen kinderen zijnde, is den oudtsten broeder van denaflijvighen alleen den
mondt-soender.
575. Item, als
den aflijvighen gheenen broeder en heeft, soo is den vaderden mont-soender.
576. Ende
wanneer den dooden gheenen sone en heeft, broeder noch
p 358
vader levende,
dan is de mont-soender des mans-persooa [sl, het sij jonckoft oudt, die hem
aldernaest bestaet van bloedts-weghen van de vaderlijckesijde ende die d'outste
is van vele in ghelijcken grade, is den mondt-soenderende heeft de
soen-penninghen alleene.
577. Item, een
mondt-soender en is niet ghehouden mette soen-pennin-ghen de schulden van den
dooden te betalen, dan alleenlijck d'meester-gheldt van den medecijn ende
chirurgijn, ten waere hij hem oock droegheals erfghenaem van den dooden.
TITEL XXXII[84].
SALARISSEN VAN
DEN DROSSAERT, SCHEPENEN, GRIFFIER, VORSTERS, ADVOCATENENDE PROCUREURS.
578. Item,
datmen voortaen van elcken besetsele ende voorts-besetselen,soo in 't voor als
in 't najaer sal betalen aen den drossaert ende schepenen vier stuijvers, te
weten aen den drossaert 2 st., ende schepenen 2 st.,maeckt 4 st.
579. Item,
voor 't recht van de dachuedinghen, 48 st. : voor den dros-saert 18 st., den
schepenen 18 st., den griffier 8 st., ende den vorsters 4 st., maeckt 48 st.
580. Item,
voor elcke leveringhe in 't voor- ende naejaer 53 st. : den drossaert 21 st.,
den schepenen 18 st., den griffier 8 st., ende den vorsters 6 st., maeckt 53
st.
581. Item,
voor 't recht van de keers-berringhen, soo in 't verhueren alsvercoopen van
eenighe erf-goeden, 48 st. : den drossaert 18 st., den schepenen 16 st., den
griffier 8 st., ende den vorsters 6 st., maeckt 48 st.
582. Item,
voor't teekenen van executie, wesende het consent die op deacten gheteekent
worden[85]
53 st. : den drossaert 21 st., den schepenen 18 st., den griffier 8 st., ende
den vorsters 6 stuijvers, maeckt 53 st.
p 360
Particulier
salarisen van den drossaert oft sijnen stadthouder endeschepenen.
583. Item,
voor 't maenen van elck vonnis interlocutoir 4 st.: d'een helftvoor den
drossaert ende d'ander voor de schepenen, is 4 st.
584. Item,
voor 't maenen ende wijsen van de vonnissen diffinitif: dendrossaert 3 st.,
ende schepenen 3 st., is 6 st.
585. Item,
voor 't staven aen[86]
alle eeden, competeert den dros-saert 2 st.
586. Item,
voor alle passeringen van momboirdijen, borchtochten oftprocuratien, kompt den
schepenen 4 st.
587. Item,
voor 't gheven van de heerelijcke daghen die elcke partijeeens in sijne sake mach
ghenieten, kompt den drossaert 2 st.
588. Item, van
alle schepenen-gheloften, den drossaert 4 st., ende sche-penen 4 st., maeckt 8
st.
589. Item,
voor alle goedenissen van erf-goeden, ghelijck eene leveringhe,53 st. : den
drossaert 23 [21] st., den schepenen 24 st., ende den griffier 8 st., maeckt 53
st.
590. Item,
voor alle passeringhen van renten, 24 st. : den drossaert 8 st.,den schepenen 8
st., den griffier 8 st., kompt 24 st.
591. Item, van
alle coop-dagen te bevonnissen, voor den drossaert 4 st.,voor de schepenen 8
st., ende griffier 2 st., is 14 st.
592. Item, van
alle calengieringhen sal den calengierder gheven goutende silver, het gout voor
[den] drossaert ende het silver voor de schepenen.
593. Item, soo
wanneer iemant buijten genecht versoeckt ghehouden teworden, sal den drossaert
hebben 24 st. ,elcken wet-houder met hennen griffier 16 st.
594. Den
vorsters, van den drossaert, schepenen ende griffier de wete tedoen met de
partije, van elck daghement 2 st.
595. Item, sal
de ghene die extraordinaris ghenecht begheert ghehoudente hebben de weth oock
alsdan ghehouden sijn te gheven de noen-maeltijt,nae ouder costume.
596. Item, die
hem beklaeght van eenighe executie ende in cas van
p 362
oppositie wilt
ghehoort worden, inghevalle hij wort bevonden hem t'on-rechte gheopponeert te
hebben, verbeurt twee gouden realen, den eenentot behoef van den drossaert,
ende den anderen van de schepenen.
597. Item,
salmen in materie van oppositie moeten somntarie procederenende de sake uijtdinghen,
ende indien het doenlijck sij daeraf ten eerstendaghe vonnisse wijsen.
598. Item,
voor alle acten die in rechte gheschieden, daer de schepenenkennisse af nemen,
sal hen betaelt worden 4 st.
599. Item,
[van] alle apprehentien, als die gheschieden bij den drossaertoft sijnen
stadt-houder met de vorsters, sal den drossaert oft sijnen stadt-houder hebben 32
st.
600. Ende
elcken vorster 16 st.,soo wel van den aentast als van te ontslaen.
601. Item, van
den ghevanghenen te bewaren sal den vorster s' daeghshebben [?]
602. Des sal
de vorster schuldigh sijn den ghevanghenen wel te bewaren,oft anderssints,
indien de ghevanghenen door sijne, negligentie oft quadetoesichte uijtbrake,
sal de vorster den apprehendant sijne schade endeghebreck selfs moeten goet
doen.
603. Item, van
alle arresten sal den drossaert, sijnen stadt-houder oftvorsters, hebben 4 st.
604. Item, in
de coop-daghen dier gheschieden uijt krachte van vonnissebij executien, sal den
drossaert, schepenen ende griffier hebben [?]
605. Item, sal
den vorster oock hebben voor sijn roepen 12 st.
606. Item, sal
den vorster oock hebben in andere coop-daghen van sterf-huijsen, boven den
cost, s'daeghs 12 st.
607. Item, sal
den vorster oock betaelt worden voor alle insinuatien endesommatien binnen
dorps 4 st.
608. Item, van
buijtens dorps eenighe brieven van insinuatie te draghen,voor elcke mijle gaens
ende keerens 8 st.
609. Item, van
de ghetuijghen te daghen, van elcken persoon 2 st.
610. Item,
voor elck kerck-ghebodt 2 st.
p 364
Salarisen van
den griffier in particulier.
611. Item, sal
den griffier hebben van elcke presentatie 1«st.Voor elcke signature 1 st.
612. Voor
elcke exhibitie 1« st.
613. Voor 't
teekenen van elcke communicatie van stucken 2 st.
614. Voor de
copijen van de schrifturen, van elck bladt 1 «st.
615. Item,
voor 't schrijven van de insinuatie-brieven . 10 st.
616. Item,
voor de copijen van alle andere stucken diemen van hem salversoecken, van
elcken blade compres 4 st.
617. Item, van
alle acten soo in contumaciam als met kennisse van sakenghewesen, voor elck
bladt 10 st. ; dies sal hij schuldigh sijn alle de selveacten te registreren.
618. Item,
voor de specie van de tauxatie van costen, den schepenen vanelcken gulden eenen
stuijver, ende den griffier eenen halven stuijver. 1« st.
619. Item,
voor een acte van borchtochte 5 st.
620. Item,
voor 't overhooren van de ghetuijgen, den schepenen, vanelcke examinatie 8 st.
621. Den
griffier 6 st.
622. Item,
voor elcke copije van den thoon sal den griffier van elckenblade betaelt worden
2 st.
623. Item,
voor elck extract uijtter rolle, alst niet omme en gaet 3 st.
624. Item,
alst over beijden sijden beschreven is 8 st.
625. Item,
voor 't maken van alle huercedullen van goeden die bij evictieworden verhuert 8
st.
626. Item,
voor 't maken van de coop-cedullen 16 st.Ten ware daerinne eenige
extraordinarisse conditien moesten kommen diede selve meerderden, in welcken
ghevalle salmen daer oock meer moghenvoor stellen.
627. Item,
voor het beworpen van alle goedenissen 10 st.
628. Item,
heeft den griffier voor 't ophalen van de vercochte goeden inde sterf-huijsen,
van elcken gulden 1 st.
629. Item,
voor het dictum van den vonnisse 4 st.
630. Item, van
elcke pronunchiatie van vonnissen 2 st.
p 366
631. Voor 't
colligeren ende distribueren van de stucken, met densack 12 st.
632. Item,
voor 't furnissement van elck proces, van elck extract, alsvore, 3 oft 5 st.,
alst omgaet.
633. Item,
voor elcke appostille op de requesten, den schepenen 4 st.,ende den greffier 3
st., is 7 st.
634. Voor
elcke copije van de requeste 5 st.
635. Item,
voor 't maken van de rekeninghen, t'zij van evictien oftandere, van elcken
blade 4 st.
636. Item,
voor 't overhooren van de rekeninghen, den schepenen, vanelcken blade eenen
stuijver, ende den greffier eenen stuijver, is. . 2 st.
637. Item,
voor 't passeren ende schrijven van elcke procuratie adlites 12. st.
638. Item,
voor elcke attestatie excederende een sijde gheschrifts minutein 't prothocol,
mette copije auetenticq 24 st. Ende
wesende twee sijden minute gheschrifts oft meer, nae advenant.
639. Item,
voor eene schepenen-quitantie 18 st.
640. Item,
voor eenen simplen transport-brief 24 st.
641. Item,
voor goedenis-brieven van renten, die van nieuws op eenigheerf-gronden worden
verleden 28 st.
642. Item,
voor goedenis-brieven van gronden van erven 36 st.
643. Item,
voor eenen schult-brief oft voluntaire condempnatie 24 st.
644. Item, van
alle brieven van evictien 48 st.
645. Item, van
scheijdinghen ende deijlinghen daer maer drij cluchtenen sijn 36 st.Daer meer
sijn, nae advenant.
646. Item,
procuratien tenderende tot eenighe administratie oft ghe-machtighschap iemanden
te goeijene 2 st.
647. Item, van
brieven van requisitorien 12 st.Salarisen van de taelsprekers oft procureurs.
648. In
saecken onder de 50 gulden, voor arras..................... 5 st.
649. Boven de
50 gulden, arras 10 st.
p 368
650. Voor
hennen termijn 4« st.
651. Voor 't
extraheren van henne notulen, voor elcke notule . 2 st.
652. Voor 't
maken van de schrifturen, van elcken blade, met de gros-sure 5« st.
653. Item,
voor 't houden van de copijen, van elcken blade 1 st.
654. Voor
henne vacatien op de dachuedinghen, leveringhe ende keers-berringhen 10 st.
655. Voor 't
maeken van de billetten van productien 8 st.
656. Voor 't
beworp van de huercelen 4 st.
657. Voor 't
beworp van de coop-cedullen 10 st.
658. Voor de
instructie, onder de 50 gulden . 1 gulden.
659. Boven de
50 gulden 2 gulden.
660. Voor 't
maeken van henne inventarissen 1 gulden 4 st.
661. Van de
copije daeraf te houden 6 st.
662. Voor
henne vacatien op extraordinarische genechten, boven dencost ende
dranck................................................. 1 gulden 10 st.
663. Als
partijen eenige advocaten willen emploijeren, sullen voor arrashebben dobbel,
ende oock op extraordinarische ghenechten henne vacatie van 2 gulden 10 st.
664. Item voor
't maken van de schrifturen als hiervoren verhaelt is.
TITEL XXXIII.
VAN TOCHTENAERS.
665. Item,
eenen tochtenaer, wien bij houwelijcke voorwaerde, testa-mente, codicille oft
andere dispositie eenighe tocht van goeden gheconsti-tueert oft ghegunt wort,
sonder cautie te derven stellen voor de weerde vanhet betocht goet, en is in
dien ghevalle niet ghehouden cautie daervore testellen, maer wel inventaris van
de betochte goeden te maken, alwaer 'tselve bij den testamente oft ander
dispositie oock gheremitteert.
666. Item,
eenen tochtenaer moet alle de commeren ende chijnsen, dieuijt de voorschreven
betochte goeden gaende waren voor date van de tochte,eensamentlijck de
honderste, thiende ende dierghelijcke penninghen, ghe-consenteert oft opgheseth
naerdat de tocht begonst heeft te loopen, jaerlijckx
p 370
betalen,
sonder cost oft last van den proprietaris, ten ware dat de tocht hemop andere
conditien ware toeghelaten oft ghemaeckt; ende oft de tochtenaer't selve niet
en dede, maer de renten oft chijnsen liet oploopen sonder tebetalen, sulckx dat
de renthieren daeroppe procedeerden bij besette endeevictie voor hennen
achterstel, alsdan mach de proprietaris de betochte goe-den beschudden ende die
aenveerden, ende sijn profijt daermede doen, totdat[hij] van de achterstellighe
renten ende lasten, die hij betaelt sal hebben,metten costen, schaden ende interesten
van dien gherembourseert sal wesen.
667. Item,
eenen tochtenaer en vermach de betochte goeden niet lan-gher verhueren dan soo
langhe hij en leeft.
668. Item,
indien nochtans het betocht goet oft huijs ten tijde van deaflijvigheijt van
den tochtenaer bij eenen anderen in huere ghebruijcktwerde, en is dien
huerlinck niet ghehouden terstont nae de aflijvigheijt vanden tochtenaer 't
selve goet, hoeve oft huijs te ruijmen, dan ten naestenbequamen tijde van den
jare ende nae costume van den landt-rechte.
669. Item,
eenen tochtenaer en mach gheene oeft-boomen oft vrucht-boomen, noch oock ander
opgaende hout oft boomen af-houwen nochvercoopen, noch oock bossen, stroncken,
boomen noch dierghelijckeerven [?] oft kanten houwen dan daer aecx ende houmes
ghegaen heeft, opsijnen gherechtighen tijt ende sij en sijn ten minsten ses
jaren out, nochoock de selve opgaende boomen voorder rueren oft daeraen kommen
nochsleuven [sleunen] dan den fasseelmes toe en behoort ende met ghetij-digher
vromen, te weten het winter-werck ende het meij-werck elck opsijnen tijt.
670. Item, als
eenen tochtenaer aflijvigh wort naedat de vruchten vanden velde die hij in
tochte besit afghedaen ende in sijne schuere sijn, soobehooren de vruchten te
volghen den erf-genamen van den sterf-huijse vanden tochtenaer alleene, indien
die ter halver winninghe uijtghegheven waren.oft bij den tochtenaer selve
bedreven, gebouwen, besaeijt oft ghewonuenwaren ; van ghelijcken oock den
af-gehouwen brant van den velde in huijsghedaen sijnde.
671. Maer de
vruchten ende hout-wassen die noch staen in d'eerde, oftoock die ghepickt,
ghemaeijt oft af-ghehouwen sijn ende noch op den grontliggen, sonder in huijs
ghedaen oft in mijten ghestelt oft anderssints van dengront ghedaen te wesen,
behooren den proprietaris oft eijghenaer toe; dies
p 372
moet de selve
proprietaris oft eijghenaer alsdan den erf-ghenamen van dentochtenaer betalen
de costen die van ploeghen, saijen, picken, maeijen ofthouwen van de vruchten
oft hout noch op 't velt ligghende betaelt sijn, oftdiemen alnoch onbetaelt
sijnde schuldigh is.
672. Item,
ende als een tochtenaer het betocht huijs, hoeve, landt oft hofheeft verhuert
ende in pachtinghe uijtghegheven, ende dat 't selve alsoobij pachters oft
huerlinghen wort ghebruijckt, alsdan volghen de erf-ghe-namen van den
tochtenaer alle de verschenen hueren ende pachten endeachterstellen die voor
den sterfdagh des tochtenaers, t'zij metten halven jareoft anderssints,
ghevallen sijn.
673. Maer de
pachten oft achterstellen die vallen op den dagh als dentochtenaer sterft, soo
verre hij aflijvigh is voor d'ondergaen van der sonnen,oft die nae sijn doodt
eerst vallen, sullen gheheelijck ende al volghen denproprietarissen, sonder dat
d'erf-ghenamen des tochtenaers nae rate vanden tijde daerin moghen mede paerten
ende deijlen.
674. Item,
eenen proprietaris mach d'actie van proprieteijt van sijnehuijsen ende erven
wel vercoopen, veralieneren ende verbinden sonderconsent oft wete van den
tochtenaer, ende oock teghens des selfs wille oftdancke.
675.
Desghelijckx vermach oock eenen tochtenaer de profijten, vruchtenende
emolumenten van de betochte goeden becommeren, verbinden,cederen, transporteren
ende in al oft in deele verhueren, soo 't voorschrevenis, sonder, wete oft
consent van den proprietaris, allen d'welck assopieertende smilt als den
tochtenaer aflijvigh wort.
676. Item,
alle lijftocht-renten, oock bij maniere van duwarie ghelaten,moeten betaelt
worden van halven tot halven jare, al en maeckten de con-stitutie-brieven
daeraf gheen mentie; maer [van] het half jaer daer den toch-tenaer oft
pensionaris in sterft op den selven dagh als het half jaer van delijftocht
rente vallende is, en is men niet schuldigh iet te betalen, ten wareden
tochtenaer, noch leefde nae der sonnen onderganck van dien daghe,in welcken ghevalle
soudemen sijne erf-ghenamen dat half oock moetenbetalen.
677. Item, is
eenen tochtenaer gehouden sijne lijftocht-renten selfs inpersoone te innen, oft
bij iemanden bij hem daertoe ghemachtight, mede-brengende sufficiente
attestatie dat den tochtenaer, ten tijde als ’t gheheijscht
p 374
jaer oft
termijn verschenen is ende men hem schuldigh was te betalen,noch leefde.
678. Item,
alle quijtbare lijftocht-renten op een lijf staende, sijn losbaerteghens den
penninck acht, ende op twee lijven teghen den penninck thien,ten ware die bij
speciale octroij tot minderen prijs waren gheconstitueert.
TITEL XXXIV.
VAN REPARATIEN
DIE EEN TOCHTENAER SCHULDIGH IS TE DOEN.
679. Een
tochtenaer oft tochtenaersse is schuldigh de goeden die hij intochte besith te
onderhouden in goede reke ende reparatie van wanden endedaecken, dichte ende
drooghe van vensteren, deuren, borneput ende anderenootelijcke reparatien; ende
indien hij daeraf in ghebreke valt oft bleve,moghen de proprietarissen dat hem
met rechte doen doen; ende indien bijfaulte der selver eenighe schade
ghebeurde, dat moet de tochtenaer oft sijnenerf-ghename goet doen ende de
betochte goeden den proprietaris leverenende laten volghen in goeden tamelijcke
reke.
680. Item,
indien de voorschreve goeden behoefden eenighe nieuwereparatien ende
gront-werck, soo soude de erf-man oft proprietaris schul-digh wesen op de
plaetse te leveren de stoffe van steen, calck, hout, alverhouwen ende bereijt,
sonder des tochtenaers cost oft last, om [die] intwerck te legghen.
681. Item,
nadien den eijghenaer, daertoe versocht sijnde, dat weijgherdete doen, soo
vermach den tochtenaer, bij consente van de weth, denbetochten gront daervore
belasten soo vele als de voorschreve materialenende stoffe costen souden.
682. Item,
moet den tochtenaer oft tochtenaersse de werck-luijden endevoorts alle de
dagh-huren om d'werck te volmaeken betalen, sonder deseijghenaers coste.
683. Ende oft
de tochtenaer 't selve niet doen en wilde, soo mach deneijghenaer dat werck
selfs doen maken, ende de voorschreve huijsinghemetter erven aenveerden ende
voorts verhueren, mits ghevende dentochtenaer jaerlijckx de helft van de huere
ofte profijten, die daeraf sullenkommen, boven de nootelijcke reparatien.
p 376
684. Item,
ende indien den eijghenaer oft proprietaris den betochten pantselve alsdan
ghebruijckte, moet bij den tochtenaer jaerlijckx betalen, sijnleefdaghe lanck,
de helft van dat de goeden oft huijsinghe voor d'afbrekenvan den ouden huijse,
oft, inghevalle 't selve ware af-ghebrant oft gherui-neert, voor het af-branden
oft ruine, te huere hadde ghegout oft soudehebben moghen gelden, daeraf alsdan
de keuse competeert den eijghenaer.
685. Wel
verstaende dat d'oude commeren ende chijnsen, die voor detochte uijtte
voorschreve goeden gaende waren, altijt eerst aen de weerdevan de voorschreve
betochte goeden afghetrocken moeten worden.
686. Item, oft
eenigh betocht waterlant oft dijcklant inundeerde, endegrontgaten vielen,
daeraf moet den eijghenaer oft proprietaris d'een helft,ende den tochtenaer
d'ander helft betalen van den dijck op te maken totverschen toe ende tot dat
hij is in sijne behoorlijcke hooghde; ende indiende tochtenaer dat niet doen en
wilde, moet de proprietaris dat dan alleenbetalen, ende blijft alsdan de
tochtenaer versteken van voorder tochte aen't selve landt te houden; maer
indien aen den dijck niet te repareren enis, dan buijten [breecksemen[87]],
overvallen sluijsen, hoofden oft sluijs-vlieten te graven metten brugghen,
alwaert datter een nieuwe behoefde,dat moet de tochtenaer, willende sijn tochte
behouden, selver betalen.
TITEL XXXV.
VAN TESTAMENTEN.
687. In den
eersten, testamenten voor notaris oft pastoor, in presentievan twee ghetuijghen
ghepasseert ende bij de testateuren oft ghetuijghenmede onderteekent, sijn van
weerden, oock sonder ander solemniteijten naede gheschreven rechten
gherequireert.
688. Item, van
gelijcken, oock testamenten bij den testateur oft testa-teurs gheschreven oft
onderteekent ende besloten, soo wanneer dat detestateur in presentatie[88]
van eenen notaris oft pastoor ende twee ghetuij-ghen verklaert 't selve sijnen
uijttersten wille te wesen.
p 378
689. Item,
eenen ieghelijck mach van sijne eijghene goeden, hem metvollen rechte
toebehoorende, disponeren, ende die gheven, laten, makenende erfgenamen
institueren, bij testamente oft codicille, den ghenen die'them belieft, soo
verre de gene diese ghegeven ghelaten ende ghemaecktsijn habil sijn om 't selve
goet te ontfanghen .
690.
Behoudelijck dat d'ouders, die wettighe kinderen hebben, den selvenoft bij
hennen ghebreke heuren kints-kinderen moeten heur legitime vrijlaten, ten ware
sij redenen ghenoech hadden om die t'onterven.
691. Item,
jonghers, het sij knapen over veerthien jaren, ende vrouwe-lijcke persoonen
over haer twelf jaren out, heure sinnen machtigh wesende,moghen maken ende
ordineren haer testament ende uijttersten wille sonderbijsijn oft auctoriteijt
van hare ouders oft momboirs, in respecte van hennehaeffelijcke oft ruerende
goeden ende voorder niet, maer niet van eenighehenne onruerende goeden.
692. Item, en
mogen oock sulcke persoonen henne onruerende goedenniet belasten tot behoeve
van henne momboiren, curateurs, bewaerdersnoch andere administrateurs, noch van
henne kinderen, noch oock totprofijte van heuren stiefvader ofte stiefmoeder,
oft van hare concubinen,ende oft sij anders deden is nul ende van onweerden.
693. Item,
bastaert-kinderen en moghen gheen testamenten maken,anders dan bij octroij van
den hove.
694. Item,
niemant en mach bij testamente disponeren van leen-goeden,dan oock met
voorgaende octroij van den hove.
695. Item, ab
intestato, oft bij testamente ende anderen uijttersten wille,wort op den
erf-ghenamen de proprieteijt ende eijghendomme ghetransfe-reert van de
erf-goeden die hem achterghelaten sijn, al ist dat het testamentvoor schepenen
niet en is ghepasseert.
696.
Desghelijcx oock, soo wanneer in spetie eenige ruerende oft onrue-rende goeden
bij testamente oft codicille worden ghelegateert, de proprie-teijt van dien
wort geacquireert den legatatis, t'zij dat de brieven ende 'tbescheet van de
onruerende goeden bij den erfgenamen oft executeren [exe-cuteuren], den
legataris overgelevert is oft niet.
697. Item,
alle executeurs van testamenten oft momboirs, hebbendeadministratie van de
goeden van den sterf-huijse, moeten de kercken-rechten, legaten ende
schat-schulden betalen, ende moghen daervore nae
p 380
de doodt van
den afflijvighen gheconvenieert werden tot dat sij rekeningheghedaen hebben van
heurder executeurschap oft administratie.
698. Item,
eenen persoon die executeur oft testamentelijck momboir vankinderen gemaeckt
ende gheordineert wort, mach den last van de executiewel aenveerden sonder de
testamentelijcke mombardije mede te moetenaenveerden, maer wanneer hij de
testamentelijcke momboirdije eens heeftaenveert, moet die voortaen blijven
executeren sonder daeraf te mogenrenuncieren.
699. Item,
d'executeurs ende testamentelijcke momboirs sijn ghehoudenden tijt van sesse
weken naer d'aflijvigheijt van den testateur te makeneenen behoorlijcken
inventaris ende staet van allen de goeden bij denaflijvigen achterghelaten,
niet teghenstaende dat ter contrarien iet ghedis-poneert ware.
700. Sullen
oock de executeurs ende testamentelijcke momboirs voortaenschuldigh sijn, alst
versocht wort, van alle sterf-huijsen daerinne eenigewees-kinderen gerecht
sijn, te doen wettighe rekeninge voor drossaert endeschepenen, alwaert oock
anders bij den testamente gheordineert.
701. Item,
mach een ieghelijck sijn testament te weder-roepen endecasseren sonder
anderssints bij testamente van sijne goeden te disponeren.
702. Ende soo
wanneer iemant verscheijde testamenten hadde ghemaeckt,daerbij hij van alle
sijne goeden disponeert, soo is alsdan d'leste testamentalle de voorgaende
doodende ende te niet doende, ende wort alleen hetleste achtervolght.
703. Item, man
ende vrouwe, kinderen hebbende en moghen malkan-deren henne goeden in 't
gheheele niet maken, maer moeten hennekinderen hen legitime vrij laten.
704. Item, man
oft vrouwe, voor-kinderen hebbende, en mach de selvesijne huijs-vrouwe noch de
vrouwe heuren man bij hennen testamente ofthouwelijcke voorwaerde, oft in sijn
oft heur goet niet meer maken dan eenkints ghedeelte.
705. Item, man
ende vrouwe, gheen kinderen hebbende, moghen malkan-deren institueren henne
erf-ghenamen bij hennen testamente.
p 382
TITEL XXXVI.
VAN
VERSTERFFENISSEN, SCHEIJDINGHE ENDE DEIJLINGHEN.
706. Item, soo
haest iemant aflijvigh is gheworden, soo worden sijneerf-ghenamen ab intestato
ghehouden ende ghesaiseert in alle de goeden bijden aflijvighen achterghelaten,
haeffelijcke ende erffelijcke, ruerende endeonruerende, hoedanighe die sijn,
gheleghen binnen dese jurisdictie, endein alle crediten ende personele actien,
waer die gheleghen sijn, ende dat soowel in de collaterale successien als in de
rechte linie, na dat sij ab intestatodaerin gherecht moghen sijn, ende blijven
in de possessie sonder eenigheinterruptie al oft sij rechtelijck daerinne waren
ghemainteneert, sonder datvan noode is dat sij eenighe andere actuele possessie
daeraf nemen, nietteghenstaende dat bij testamente, codicille, donatie ter
causen van de doodtoft dierghelijcke ordinantien anders ware ghedisponeert,
ende dat de execu-teurs, de ghe-institueerde erf-ghenamen oft legatarisen, wie
dat ware, vier,vijf oft sesse maenden ofte meer daeraf contrarie possessie
ghenomen endede achterghelaten goeden oft renten ghepossideert hadden ; maer
sooWanneer bij houwelijcke voorwaerde de goederen andere dan den erf-ghenamen
ab intestato toekomenen, soo soude de saisine cesseren.
707. Item, man
ende wijf hebben van alle gemeijne goeden ghelijckepossessie, gkelijck elck van
hen heeft besonder possessie van sijn eijghengoeden, niet teghenstaende dat
d'een van hen beijden besundere actepossessoir ghe-useert oft de goeden
ghehandelt heeft ghehadt.
708. Item, een
erfgename in sijne possessie gheturbeert zijnde, machsijne teghen-partije ende
turbateur doen daghen, ende sustineren dat hij bijde weth in sijne possessie
sal worden gemainteneert.
709. Item,
indien de lanckst-levende oft geinstitueerde erf-genamen datversoecken, moeten
d'erf-genamen ab intestato, die hen willen doen saiserenende stellen in de
possessie van de achterghelaten goeden, stellen cautievoor de selve goeden, van
die te restitueren metten costen ende schaden,indien sulckx bevonden wort te
behooren.
710. Item, soo
wie uijt kracht van eenigh testament oft codicille rechtvan proprieteijt
ghekreghen heeft, mach terstont sijne teghenpartije de pos-sessie bekennen ende
overlaten onder de voorschreve cautie, ende daernae
p 384
terstont
intenteren sijne actie, ende concluderen tot afstant, oft anderssintstot
voldoeninge van de testamente ofte codicille, gelijck men uijt een anderklare
ende liquide obligatien ageren mach.
711. Item, dat
in de successie in de rechte linie de kinderen altijt kom-men in de plaetse van
heure ouders ende representeren hennen persoon,ghelijck sij oock doen in
successie van de goederen hen aenkomen uijttersijden, als te weten van ooms,
moeijen, nichten ende neven.
712. Item, dat
nae de doodt van vader ende moeder alle de kinderen bijde selve twee gehuijsde
achterghelaten succederen even ende hooft endehoofts ghelijcke (sic) in alle de
goeden, soo wel patrimoniale als matrimonialeende geconquesteerde bij de selve
henne ouders achterghelaten.
713. Item, dat
alle erffelijcke goeden gaen ten struijcke-waerts vandaersij ghekommen sijn,
ten ware dat, bij dispositie testamentaire van den pro-prietaris, de selve
achtergelaten hebbende, anders ware ghedisponeert.
714. Item, dat
nae de doodt van den eersten aflijvigen van man endewijf, kinderen oft
erf-ghenamen achterlatende, alle de haeffelijcke goeden,ende oock alle
onruerende verkreghene erffelijcke goeden staende denhouwelijcke
geconquesteert, worden ghedeijlt tusschen den lanckst-levendenende de
erf-genamen van den eersten aflijvighen, half ende half, behou-delijck de
lanckst-levende sijn voordeel in de haeffelijcke goeden, welckvoordeel hem
gheoorloft is te kiesen in huijs oft in den stal van de beesten,soo verre daer
eenighe sijn, ende oock sijne tocht in de helft van de helftvan de erf-goeden
bij den eersten aflijvighen achtergelaten, staende denhouwelijcke
geconquesteert, blijvende d'ander helft den lanckst-levendenals gheconquesteert
goet.
715. Item,
alle andere onruerende ende patrimoniale goeden bij deneersten aflijvighen ten
houwelijcke ghebrocht, oft staende den houwelijckhem eenighssints toekomen oft
verstorven ende bij den selven achter-ghelaten, succederen met vollen rechte op
d'erf-ghenamen van deneersten aflijvighen, behoudelijcke den lanckst-levende
sijne tochte in'tvierendeel van de selve goeden; ten ware staende den
houwelijck tus-schen man ende wijf bij testamente van allen 't selve anders
waren ghedis-poneert.
716. Item,,
wanneer het bedde komt te scheijden daeraf het sterf-huijsonder Deurne
gheleghen is, daer wettige kinderen sijn, alsdan soo blijft de
p 386
lanckst-levende
een erf-tochtenaer of tochtenersse van allen de erf-goedenende renten van des
lanckst-levende sijde ghekommen.
717. Item,
ende alle welcke goeden die de lanckst-levende t'zij in erftocht oft in simpel
tocht besit, de selve en mach bij tochtenaer oft tochte-nersse versetten,
bekommeren noch vercoopen.
718. Item,
ende oft de voorschreve tochtenaer oft tochtenersse quame teherhouwen, ende bij
den tweeden bedde eenige kinderen krege, kommendede selve tochtenaer oft
tochtenersse alsdan aflijvigh te worden, sijn alsdande voor-kinderen paertende
ende deijlende alle de erf goeden ende rentendie de tochtenaer alsoo in
erf-tochte ende simple tochte beseten heeft,sonder dat de na-kinderen daerinne
eenigh recht hebben.
719. Item,
ende oft de kinderen van den eersten bedde alle jonckquamen te sterven sonder
kinderen oft kints-kinderen achter te laten, soowort de lanckst-levende alsdan
wederomme eijgenaer ende vrij meester oftvrouwe van sijne oft heure erf-goeden,
bij hen in erf-tochten als vorebeseten, ende volghen die alsdan sijne oft heure
erf-ghenamen; oft soo hijoft sij dan gheene na-kinderen en hadden, moghen
daeraf nae hun goet-duncken disponeren.Ende dit wort onder Berchem oock alsoo
ghe-useert.
720. Maer niet
onder Wilrijck, Oustruweel, Oorderen ende Santvliet,alwaer ten scheijden van
den bedde de haeffelijcke ende gheconquesteerdeerffelijcke goeden worden
gedeijlt half bij den lanckst-levenden ende halfbij de kinderen oft erf-genamen
van den eersten aflijvighen.
721. Ende
aengaende de erffelijcke goeden te weder sijden ten houwelijckghebrocht, die
gaen, ten scheijden van den bedde, ter sijden vandaer dierespective ghekommen
sijn.
722. Item,
indien eene weduwe oft weduwaer, wettigh kint oft kinderenhebbende, quame te
herhouwen eer hij of sij van heur kindt oft kinderenghescheijden oft ghedeijlt
waren, ende daernae aflijvigh werde, soo vermo-ghen de voorschreve kinderen oft
kint, boven de erffelijcke goeden ghe-kommen van der sijden van den overledene,
t'aenveerden d'een helft van dergheheelder haven, ende oock van de erffelijcke
goeden staende den tweedenhouwelijcke verkregen, als [van] heuren eersten
aflijvigen ouder op hen
p 388
gesuccedeert
sijnde, ende daertoe noch d'ander helft van de helft van devoorschreve have
ende verkreghen erf-goeden, als van heuren lesten over-leden ouders weghen op
hen oft hem ghedevolveert wesende, sulckx dat't selve kint oft kinderen moet of
moeten hebben de drij deelen van derhaven ende verkregen erffelijcke goeden,
sonder respect te nemen vanwien die haeffelijcke goeden ghekommen sijn, oft met
wiens penninghend'ander erffelijcke goeden vercregen mochten wesen.
723. Item, soo
wanneer een weduwer ende weduwe tsamen in houwe-lijck kommende, ende beijde
kinderen hebbende van hennen eersten bedde,ende van de selve kinderen
gescheijden ende ghedeijlt sijnde, ende kinderent'samen in den tweeden bedde
krijghende, ende dat daernae een van henbeijde komt aflijvig te worden, soo
deijlen de voor-kinderen van beijdesijden d'een helft van alle de have, ende
oock van alle erf-goeden staende hettweede houwelijcke verkreghen ende in des
selfs eerste aflijvighe sterf-huijs bevonden, soodat de voor-kinderen van
s'mans weghen hebben d'eenhelft, dat is een geheel vieren-deel van de have ende
verkreghen goeden,ende de voor-kinderen van de vrouwe d'ander vier-en-deel,
ende blijftde resterende helft den lanckst-levende metten nae-kinderen.
724. Item, soo
wanneer man ende wijf, in houwelijcken staet sittende,ende d'een van hen
aflijvigh wort, soo moeten alle legaten ende kerckelijckerechten voldaen worden
bij de erf-genamen van den eersten aflijvighen,maer andere oncosten van de uijtvaert,
t'sij van maeltijt oft anderssints,ende andere schat-schulden ende lasten den
sterfhuijse aengaende, moet delanckst-levende ende d'erf-ghenamen van den
eersten aflijvighen half endehalf betalen, ten ware datter ware eenighe
dispositie bij testamente oftehouwelijcke voorwaerde ter contrarien.
725. Item,
eenen crediteur van eenen overledene oft van eenigh sterf-huijs, daer meer
erf-ghenamen sijn dan een, vermach sijn gheheele schultte heijschen van een van
de selve erfghenamen, oft van den lanckst-levende,diet hem belieft, die oock
ghehouden is de selve schult te betalen, sonder temoghen ghestaen met
presenterende sijn deel van de schult te gheven, maermoet sijn verhael voorts
hebben op sijne mede erf-ghenamen, om een ieghe-lijck sijn contingent daeraf te
doen betalen.
726. Item, als
een weduwer oft weduwe in 't sterfhuijs blijft ende 'tselveaenveert, is
ghehouden, ten versuecke van de erfghenamen van den eersten
p 390
aflijvigen,
den selven te geven behoorlijcken staet ende inventaris, alwaertoock soo dat de
eerste aflijvighe de contrarie van dien bij testamente haddegheordineert.
727. Item, en
is eenen erf-ghename van eenen aflijvighen niet ghehoudenmet sijne
mede-erf-ghenamen langher in ghemeijnschap van goeden teblijven, t'zij met eenighe
weesen oft anderssints, dan hem en belieft, endevermach t'allen tijden van de
selve sijne mede-erf-ghenamen, voorversoecken behoorlijcke scheijdinghe ende
deijlinge, soo na der banckenrecht behoort; die oock ghehouden sijn hen daertoe
te moeten verstaen,ende vermach d'officier de selve scheijdinge ende deijlinghe
met hem aen tegaen soo verre sijne mede-erf-ghenamen hen daertoe niet en willen
verstaenoft [hen] absenteren.
728. Item, soo
wanneer twee broeders oft twee susters beijde kinderenhebben, ende dat de
kinderen van den eenen broeder oft suster alle jonckkommen te sterven eer sij
van henne goeden hebben vermoghen te dispo-neren , alsdan versterft
[versterven] hen-lieden achterghelaten goeden op denanderen oom oft moeije,
ende niet op sijne oft hare kinderen.
729. Item, in
successie heeft plaetse de representatie ende succedeertmenstroncx-ghewijse
ende niet hooft-ghelijcke, soodat d'erf-ghenamen endedescendenten uijtter
sijden, soo wel in collaterale successien als in denrechten tronck, altijdt
staen moeten in de plaetse van henne ouders oftpredecesseurs, hoe verre dat se
oock sijn ghedescendeert, ende dienachtervolghende broeders oft susters
kinderen, deijlen in henne ooms oftmoeijen goeden staeckx-oft tronckx-ghewijse,
t'zij datter oom oft moeijemede deijlen oft niet.
730. Item,
vader ende moeder succederen henne kinderen ab intestatovan heurder sijden, ten
ware dat de kinderen hadden broeders oft susters,oft broeders-oft
susters-kinderen, oft voordere descendenten van hen ghe-komen sijnde, ende
d'erf-goeden ende erf-renten in wesen sijnde onveran-dert volgen altijts ter
sijden alleen daerse af ghekommen sijn.
731. Item,
ouders en succederen niet henne kinderen sonder oir ghestor-ven sijnde, indien
t'kint ander persoonen heeft ghe-institueert, ten ware sijdes behoefden, in
welcken ghevalle souden sij van heurs kints achterghe-laten goeden hebben hen
legitime, ghelijck het kint in sijns ouders goedensoude moeten ghehadt hebben.
p 392
732. Item,
indien datter ten scheijden van den bedde eenighe kinderenwaren ghehout die hen
houwelijck goet hadden ghenoten, ende datter nochandere ongehoude kinderen
waren, sullen de gehoude kinderen moetenstille staen tot dat d'onghehouden
daerteghens zijn verleken; ende t'selveghedaen sijnde, sullen dan wesen ghelijcke
kinderen ende deijlen evendiep, als vore.
733. Item,
ende oft de ouders eenige heure kinderen soo vele ten houwe-lijck gaven dat
d'ander kinderen luttel of niet vele en souden van heureouders behouden ofte
hen succederen, alsdan moghen d'ander kinderen degehoude kinderen bedwinghen
met rechte, alwaert, dat sij met hen, houwe-lijck goet uijtbleven ende het
sterf-huijs van henne ouders wilden renun-chieren, dat sij, in respecte van
d'ander kinderen, moeten inbrenghen henhouwelijck goet bij 't ghene dat
d'ouders achterghelaten hebben, oock allieten d'ouders gheen goet achter boven
henne schulden ende lastenoverschietende, ende uijt de houwelijcke ende
achtergehelatene goeden vande ouders ghesamentlijck moghen de onbestede
kinderen nemen en behou-den hen legitime, al en waerder oock niet anders
overgheschoten dant' houwelijck goet; maer de vrempde crediteuren en hebben
teghens de ghehoude kinderen haren ouders sterf-huijs repudierende gheen
actie,noch teghens d'ander kinderen die alleenlijck in de selve in-officieuse
dotewillen participeren, sonder heurs ouders sterf-huijs oft
achterghelatenegoeden te aenveerden, ten ware dat bleke dat d'ouders in fraude
van decrediteuren hen 't selve goet gegeven hadden.
TITRE XXXVII.
Van het voordeel
in den stal
734. Eerst, het
beste peert met sijn ghetuijch, met eenen langhen waghenoft kerre, daer maer
een peert aen treckt.
Item, de beste
koe, met een kennewe daertoe.
Item, dat
beste calff.
Item, het
beste vercken.
Item, het
beste schaep.
De beste
ganse.
Eenen haen
mette hinne.
p 394
Eenen
eijnt-voghel.
Eenen
mesrieck.
Een houten
gaffele.
Eenen
mes-haeck.
Den besten
ploech met sijn gereetschap.
Een egge met
sledde.
Een boon- oft
ert-sette.
De beste
seijsene met haer gereetschap.
De beste picke
met haer gereetschap.
De beste spaeije.
Een ijseren
schuppe om mede te delven ende planten.
De beste
slachroede.
Een wanne.
Eenen vlegel.
Eenen stroijen
meet-corf [merct-korf].
Een
coren-veertele.
Eenen
strijck-stock.
Den besten
koeketel.
Het beste
forneijs.
Een
boterstande met haer ghereetschap.
Eenen metalen
melck-stoop, oft van aerde.
Eenen
melck-eemer van metael oft van aerde.
Eenen
room-pot.
Een houten
schotel daermen in botert, metten houten lepel.
Een houten
coren-schuppe.
Den besten
coren-sack.
De beste
aecxe, met eenen houten hamer ende eenen ijseren klief-beijtel.
Een
mael-huijsele.
Eenen
clief-block.
Eenen
corde-waghen oft pijpegael.
Een
hoij-gaffel.
Eenen pendere.
Een berie.
Een rijve.
Een sickele.
p 396
Het voordeel
in huijs.
735. Een
braet-panne metten ijser daervore.
Eenen spit
metten wender daervore ende't ghewicht.
Eenen
droop-lepel.
Een cap-mes.
Een ijseren
latte met eenen hanghel.
Eenen ijseren
pot-heijs.
Een ijseren
heusken.
Eenen treft
oft hangh-ijser.
Eenen rooster.
Een ijseren
ronde panne met eenen stele.
Een
vier-schuppe.
Een waeffel-ijser.
Een riecxken.
Een
brant-ijser van metael oft van ijser.
Een tanghe.
Een
pot-decxsele van metael oft van ijser.
Een ijseren
schuppe met eenen houten steel.
Een scheere.
Een raspe.
Een balance
metter schalen, met een pont-ghewicht, oft eenen huijsel.
Eenen keerssnutter.
Een
spijckel-boor.
Eenen
urinael-pot.
Eenen
blaesbalck.
Eenen dwelier.
Een
cruyt-busse.
Eenen blouwel.
Eenen houten
hamer.
Een
ghelaesbert.
Een houten
sout-vat.
Eenen
preeck-stoel.
p 398
Een
schuerbert.
Eenen spinrock
met eenen haspele.
Een hellebaerde,
oft eenen anderen waeck-stock[89].
Eenen
cloet-stock.
Een
paleijseel.Eenen vleesch-block.
Eenen
vleesch-boom metten seele ende ijsere spillen.
Eenen den
besten stoel.
Eenen
keers-corf.
Een keeshorde.
Eenen
spieghel.
Eenen
mostaert-meulen.
Een queerne.
Een
scherfbert.
Eenen steenen
olie-pot.
Een leere.
Een
rechtbancke sonder slot.
Een bijle.
Eenen ijseren
hamer.
Een saghe.
Eenen
cleerbessem.
Eenen cladder.
Eenen
aentrecker.
Een
wedtberdeken.
Een
wint-ijsere.
Een
scherf-mes.
Een elle.
Een becken.
Een den besten
ketel, sonder brouw-ketel oft back-ketel.
Een
bedtpanneEen den besten metalen oft ijseren pot.
Eenen metalen,
coperen oft houten eemer.
p 400
Een
vier-clocke van metael oft van aerde.
Een coffoir
van metael, ijser oft aerde.
Een metalen
croon-candelaer oft ermken
Eenen metalen
schepper oft schepbecxken.
Een
merct-eemercken van metael oft hout.
Een vischspaen
van metael oft ijser.
Een vierslagh,
teijle van metael, tenne oft aerde.
Een tennen
becken.
Eenen vijser van
metael, steen oft houten mortier metten stamper.
Een
wij-watervaetken van ten oft metael.
Eenen
wijn-stoop, pot oft pinte, getoot oft onget [oot].
Een tennen
becke met een lampet, oft van metael, oft cavoir[90],
tennenoft loten fonteijne, met een bacxken daerover [daeronder].
Een tennen oft
houten telioor.
Een tennen
sout-vat.
Een tennen com
oft metalen aker.
Een
treseerbecken van ten oft metael.
Een
spouw-baxken van ten oft metael.
Een
olie-commeken oft een com om uijt te eten.
Een
mostaert-pot van ten oft steen.
Eenen tennen
oft steenen pispot
Een lampe van
tenne, metael oft steen.
Eenen tennen
croes, op datter geenen silveren en is.
Een tennen
boter-schotel.
Een beddeleet[91]
van lijnen, wullen oft tirenteijn
Dat beste paer
slaep-laeckenen.
Een
doot-cleet, de weergaeije daer de aflijvighe in ghelijckt is.
Een d'beste
ammelaken.
Een de beste
servette.
Een den besten
handt-doeck.
Een flouwijne.
p 402
Een langhe
ghebeelde dweele.
Eenen
droogh-doeck.
Eenen blauwen
oft witten lijnen voorschoot.
Eenen
brandt-sack.
Eenen
meel-sack.
Eenen
torf-sack.
Een dat beste
hemde, 't zij mans oft vrouwe.
Een den besten
hals-doeck oft craghe.
Een den besten
hooft-doeck oft slaep-huijve.
Een de beste
huijve, haer-snoer, bandeken, spansel ende dierghelijcke.
Van de
kleederen den man competerende.
736. Den
besten pant-rock oft casiack.
Dat beste
wambeijs.
Dat beste
rocxken.
Dat beste paer
caussens.
De beste
caussebanden.
De beste
schoenen ende pantoffelen.
Den besten
hoet.
Den besten
riem.
De beste
tesse.
Den besten
paternoster die hij ghebruijckt.
Sijnen
schiet-boghe metten koker ende pijlen, indien hij in de gulde is
De
vrouwe-kleederen ende juweelen.
737. Den
besten tabbaert oft bouwen.
Den besten
kuers.
De beste
siele.
Dat beste paer
caussens.
De beste
schoenen oft pantoffelen.
De peste paer
mouwen.
Den besten
silveren riem.
Den besten pater-noster.
p 404
De beste
borsse oft hertteken.
Dat beste paer
messen sonder silver.
Den besten
kerck-boeck.
Eenen
voorschoot.
Van het
silver-werck.
738. Een
silveren drinck-stuck, t'zij cop, schael oft croes, wegendeacht oncen silvers
oft vergult, inghevalle die daer bevonden wordt, endewes 't selve meer weert
is, sal de lanckst-levende moeten goet doen.
Eenen silveren
lepel tot een once, ende niet daerover.Van het hout-werck.
739. Een
coetse oft ledicant met de gordijnen ende toe-behoorten.
Een kiste oft
schrijne van houte met een slot.
De beste tafel
sonder slot.
Dat beste
schouw-kleet.
Dat beste
tresoor-kleet oft dwele.
Dat beste
tafel-kleedt.
De beste
schilderije met sijne lijsten.
De beste
sargie.
Een
sitte-kussen.
Een oor-kussen
metten flouwijne.
Dat beste
bedde met den hooft-peulinck.
Een matrasse
oft stroij-sack onder 't bedde.
Eene
lanteerne.
Eene wanne.
Een houten
coren-schuppe.
Een
coren-meuken, maer daerover niet.
Eenen stroijen
coren-corf.
Een
meel-tonne.
Een
keers-kiste.
Een
hoender-renne.
Een cleer-mande.
Een
torf-mande.
p 406
Een
schotel-vat.
Een berdeken
oft teljoor-corfken.
Eenen
cordewaghen oft pijpegael.
Een berrie.
Een
vleesch-stande.
Een
wasch-tobbe.
Een moelie
metten back ende ghereetschap.
Een ijseren
hoven-scheel.
Een
bier-halfvat oft vierendeel.
Een
bierschrage.
Een kruijcke
sonder tennen scheel.
Eenen houten
kack-stoel metter teijlen oft becken daerinne, soo 't bevon-den sal worden.
Een
schrijflaeij metten gout-ghewicht.
Een houten
boter-bacxken.
Eenen
pollepel.
Een cleer-male
om te reijsen.
Een
bier-buijse.
Een metalen
craen oft houten buijse om in 't vat te steken.
Een ratte ende
muijsevalle.
Een caterolle
metten paleij-seel.
TITEL XXXVIII.
VAN DEN VREDE.
740. Soo wie
twist oft gheschil heeft teghens eenen anderen, endegedreijght oft
uijtgeheijscht wort, hem beduchtende van gequetst, geslagenoft overlast te
worden, magh den ghenen daervore hij hem beducht in eenenvrede doen legghen,
ende dat in recht versoecken; waervan hem wort ghe-gunt acte, de welcke hij
metten Stadthouder ende eenen schepenen, oftmet twee schepenen alleen doet
insinueren , die hem segghen dat hij totsulcks versoecke wordt geleijt in eenen
vrede, ende hem verbodt doen, vans'hertogen-wegen, dat sij malkanderen niet en
vermogen missegghen oftmisdoen, op arbitrale ende alsulcke andere correctie als
de heeren sullen
p 408
vinden te
behooren, d'welck den griffier oft schepenen-clerck is ghehoudente registreren.
741. Item, wie
vrede weijgerde, als van s'heeren wegen, die ten versoeckevan partije wort
geheijscht, die verbeurt soo dickmael hij dat weijgherde sesgulden, ende
bovendien moet d'officier den wedersegger in hachten houdenter tijdt hij vrede
sal ghegheven hebben ende den breuck betaelt.
742. Item, die
vrede heijscht ende begheert, is oock schuldigh vrede tegheven ende te houden,
op de selve pene.
743. Item, die
t'sijnen onschulde is geslagen, gewont oft ghequetst, heeftna den selven
delicte vrede onghestaeft den tijt van vier-en-twintigh urenlanck, soodat, in
ghevalle hem de misdoender binnen de voorschreve vier-en-twintigh uren misdede,
met woorden oft met wercken, [de selve] wortghestraft als vrede-breker.
744. Item,
partijen staende teghens malkanderen in proces na de litiscon-testatie in de
saecke, worden ghehouden al oftse in vrede laghen, soo langhe't selve proces
niet en is gheslist met recht of metter minnen.
745. Item, wie
den anderen boven vrede qualijck toe-sprake oft metwoorden injurieerde,
verbeurt twee-en-dertigh gulden.
746. Item, die
boven vrede iemant dreijghde te slaen oft te steken, bijhem selven oft anderen,
verbeurt viertigh ponden swert oft ses-en-vijftighgulden.
747. Item, die
boven vrede den anderen sloeghe oft quetste, verbeurtsijn lijf, sonder
verdragh.
748. Item,
door het dagelijcks met malkanderen eten ende drincken, oftdie malkanderen den
dranck toe-brenghen ende wacht [wachten], wordtdaermede den vrede ghehouden
voor gheremitteert ende quijtgescholden;maer met in respecte van man ende
vrouwe, die tsamen wel moghen woonen,eten, drincken ende bij een slapen sonder
prejudicie van den vrede.
[1] D'aprŠs le
manusscrit no 15388 de la bibliothŠque de Bourgogne.
[2] Notre manuscrit
ne porte pas d'indication de titres ni d'articles.
[3] La fin de cette
pbrase est défectueuse ; nous croyons qu'il faut lire: ende voorts
partijenrecht teadministreren als den meijer, ende in sijnder presentien heeft
de stadthouder geen macht.
[4] Ces seigneuries
furent engag‚es ... la ville d'Anvers par lettres du 20 novembre 1559.
[5] Au lieu de:
indicidenten, lisez: incidenten.
[6] Au lieu de:
laethove, "cour censale," lisez: leenhove, "cour f‚odale."
[7] V. la note 1, p.
20.
[8] Le manuscrit
porte: Van belette, mais nous croyons que c'est une erreur; d'ailleurs, le
titreV de lacoutume imprim‚e dit aussi: Van besette ende beleijde, met datter
aenkleeft, aengaende deerfgoeden.
[9] Bij den greffier
"par le greffier," ne faut-il pas lire : bij den officier, "par
l'officier?"
[10] Au lieu de :
vuijtwinninghe, lisez : huijsruijminghe, comme dans la coutume imprim‚e,titre
XIII,art. 220.
[11] La coutume imprim‚e dit, au titre XIII, art. 220 : ofte bij twee schepenen alleen.
[12] Au lieu:
compareerde, lisez: comparerende.
[13] Au lieu de:
vuijtgaende, lisez: vuijtgane.
[14] Au lieu de: doet,
lisez: doen.
[15] Lisez: quant et
quant.
[16] Au lieu de: door,
lisez : voor.
[17] Au lieu de: ...van Mechelen, etc., lisez, comme dans la coutume imprim‚e: ... van Mechelen, oftin den leenhove van Brabant, als hen indifferent wettich hooft.
[18] Il y a une erreur
dans cette derniere phrase nous l'avons lue et traduite comme elle estformulée
...l'art. 65 de la coutume postérieure.
[19] Au lieu de:
sijnde, il faut lire is.
[20] Au lieu de: wordende, lisez: worden.
[21] Au lieu de
beseten, lisez: beseth.
[22] Au lieu de:
verhueren, "louer," lisez: verthieren, "aliéner."
[23] Au lieu de: ofte,
lisez: op.
[24] Au lieu de:
versocht, lisez: vercocht.
[25] Le mot: nochtans
est ici de trop.
[26] Au lieu de:
aldijen, lisez: dijen.
[27] Au lieu de:
moeten, lisez: moet.
[28] Au lieu de:
reijcke, lisez: recke.
[29] Au lieu de:
thouwens recht, lisez: t'houwmes recht.
[30] Le deuxième mot
wesende est de trop.
[31] Cet ende doit être
supprimé.
[32] Brabandts recht,
tome II, p. 1271. V. le rapport de M. le conseiller de Cuyper dans les Procès-verbaux
des s‚ances de la Commission, 4e vol., p. 62. Ce texte a été conféré avec celui
d'une‚dition in-18,parue ... Anvers, sans date, chez Michel Knobbaert, et que
M. C.-J. Hansen, bibliothécaire dela ville d'Anvers,a bien voulu nous
communiquer.
[33] Cette coutume ne
porte pas d'indication de titres dans le recueil de Christyn.
[34] Au lieu de: beschuldigheijt, lisez : beschadigheijt, comme dans l'‚dition in-18.
[35] Titre II, p. 162.
[36] Titre XI.
[37] Titre XXI.
[38] Le mot hij nous
paraît être ici de trop.
[39] Nous croyons
qu'il faut lire ende des criem oft civiel aengaet.
[40] Titre IV, p. 172.
[41] Les mots
ghehouden zijn font double emploi avec schuldigh wesen.
[42] Titre XIII, p.
222.
[43] Il faut
n‚cessairement intercaler ici le mot d'aenleggere, sans lequel l'article n'a
pas desens.
[44] I1 faut également,
pour l'intelligence de l'article, intercaler ici les mots: indien hij
allegeert.
[45] Au lieu de : van
d'een, lisez: van dien.
[46] Au lieu de: bevindende, lisez: bevindt ou bevonde.
[47] Titre III, p.
170.
[48] Au lieu de: hebbende, lisez : hebben.
[49] Titre XXXII.
[50] Au lieu de:
ghedetermineert, nous croyons qu'il faut lire: ghetermineert.
[51] Au lieu de:
executeur, nous croyons qu'il faut lire: debiteur.
[52] Au lieu de: ende,
lisez: ofte.
[53] Titre X, p.196
[54] Au lieu de:
huerlinck, lisez: huerinck ou hueringhe.
[55] Titre X, p. 196.
[56] Au lieu de:
eenighe woon-huijsen, au pluriel, il faudrait lire: eenich woon-huijs, au
singulier.
[57] L'accord du
nombre manque dans cet article comme en divers autres.
[58] Nous croyons qu'il faut lire: terstond naedien hij de selve in sijn ghehuert huijs oft pantghebrochtheeft.
[59] Les art. 397 ...
474 constituent le keurboeck, et nous en avons, par conséquent, compris les diverses
rubriques sous un même titre.
[60] Au lieu de: als,
ne faut-il pas lire: aldaer?
[61] Nous croyons
qu'au lieu de twee reijsen, "deux fois", il faut lire twee gulden,
"deuxflorins".
[62] Ordonnance du 18
novembre 1585, Placards de Brabant, tome II, p. 446.
[63] Au lieu de:
ghemacckt worden, comme portent les deux textes, lisez: laten maecken.
[64] Au lieu de: uijt
erret, l'édition in-18 porte: uijttreckt.
[65] Au lieu de: hebbende, lisez: te hebben.
[66] Au lieu de: oft
graven moede, lisez, comme dans l'article suivant: oft grammen moede.
[67] Edition in-18.
[68] Au lieu de: absente betalinghe,
lisez, comme dans l'édition in-18: absolute betalinghe.
[69] Au lieu de: bevonden worden, lisez: bevonde, comme dans l'‚dition in-18.
[70] Ce mot ende est
ici de trop.
[71] Il y a quelque
chose d'irrégulier dans la fin de cet article.
[72] Au lieu de: soo,
lisez: hoe, comme dans l'‚dition in-18.
[73] Titre XXVIII.
[74] Nous croyons qu'il faudrait lire: en sal dien crediteur, niet tegenstaende sulcke verbintenisse ofttransport, daeraen gheen recht van preferentie hebben (ou geven).
[75] Au lieu de:
heeft, il faut lire: hebben.
[76] Le mot worden
paraît être ici de trop, et ne se trouve pas non plus dans l'édition'in-18.
[77] Du 4 octobre ;
Placards de Flandre, tome I, p. 767.
[78] Placards de Flandre, tome I, p. 787.
[79] Titre III, p.
170, art. 61 et 62.(4) Titre XV, p. 226, art. 246 et 247.
[80] Titre XV,p. 226, art. 246 et 247.
[81] Titre XX, p. 276.
[82] Titre XXXVI.
[83] Au lieu de: doet,
lisez: dedet.
[84] Nous avons
compris sous un mˆme titre les articies 578 ... 664, qui, sous diverses
rubriques, traŒtenttous des salaires.
[85] Au lieu de:
worden, lisez: wordt.
[86] Au lieu de: aen,
lisez: van.
[87] Coutumes
d'Anvers, Compilat', t.III. p. 430.
[88] Au lieu de
presentatie, lisez: presentie.
[89] L'édition in-18 dit, abusivement, werck-stock.
[90] Au lieu de: oft
van metael oft cavoir, lisez, comme dans les Compilat' de la ville d'Anvers, t.
IV,p. 182 : oft eenen metalen oft tennen lavoir.
[91] Au lieu de :
beddeleet, comme portent les deux ‚ditions, lisez: beddecleet.